24 MAART 1987. - Dierengezondheidswet (NOTA : bij arrest van 31 januari 1989, B.St. van 03-03-1989, p. 3860, Heeft het Arbitragehof voor de Vlaamse en de Waalse gewesten, de artikelen 8, L 1, 1° tot 4°, 10, 11, L 1 en 2, 14 en 17 vernietigd) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-01-1991 en tekstbijwerking tot 21-06-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - De vereniging en de verbonden tot bestrijding van dierenziekten.
Art. 3-5
HOOFDSTUK III. [1 - Bijzondere maatregelen inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde dierziekten.]1
Art. 6-9, 9bis
HOOFDSTUK IV. [1 - Bijzondere maatregelen inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde dierziekten en van de antimicrobiële resistentie.]1
Art. 10-17, 17/1, 18, 18bis, 18ter, 19
HOOFDSTUK V. - Toezicht.
Art. 20, 20bis, 21-22
HOOFDSTUK VI. - Sancties.
Art. 23-28, 28bis
HOOFDSTUK VII. - Diverse bepalingen.
Art. 29-32
1987016128 1987016130 1987016251 1988016062 1988016077 1988016089 1988016147 1988016214 1988916100 1989016026 1989016059 1989016074 1989016075 1990016042 1990016049 1990016067 1990016081 1990016119 1990016156 1990016188 1990016192 1990016199 1990016207 1991016033 1991016047 1991016071 1991016101 1991016102 1991016108 1991016132 1991016190 1991016192 1991016231 1992016019 1992016049 1992016065 1992016110 1992016123 1992016136 1992016172 1992016190 1992016199 1992016204 1992016207 1992021850 1992916194 1992916201 1993016016 1993016019 1993016020 1993016043 1993016044 1993016045 1993016049 1993016057 1993016079 1993016099 1993016100 1993016118 1993016140 1993016162 1993016167 1993016200 1993016210 1993016220 1993016224 1993016240 1994016004 1994016056 1994016068 1994016077 1994016092 1994016101 1994016105 1994016109 1994016119 1994016128 1994016129 1994016132 1994016134 1994016137 1994016148 1994016150 1994016162 1994016163 1994016164 1994016167 1994016180 1994016184 1994016204 1995001610 1995016002 1995016013 1995016014 1995016019 1995016027 1995016028 1995016029 1995016042 1995016045 1995016078 1995016079 1995016093 1995016126 1995016153 1995016156 1995016157 1995016158 1995016164 1995016165 1995016166 1995016170 1995016184 1995016191 1995016192 1995016200 1995016201 1995016252 1995916202 1996016022 1996016035 1996016036 1996016049 1996016066 1996016087 1996016101 1996016144 1996016154 1996016156 1996016157 1996016172 1996016186 1996016194 1996016212 1996016213 1996016231 1996016232 1996016237 1996016258 1996916190 1997016004 1997016019 1997016021 1997016022 1997016032 1997016034 1997016041 1997016043 1997016044 1997016065 1997016066 1997016069 1997016070 1997016076 1997016077 1997016080 1997016082 1997016090 1997016100 1997016101 1997016103 1997016119 1997016132 1997016155 1997016161 1997016166 1997016167 1997016172 1997016178 1997016183 1997016184 1997016185 1997016195 1997016198 1997016206 1997016209 1997016214 1997016218 1997016219 1997016224 1997016227 1997016229 1997016231 1997016232 1997016233 1997016239 1997016251 1997016261 1997016264 1997016270 1997016281 1997016290 1997016306 1997016312 1997016324 1997916257 1998000175 1998016015 1998016019 1998016020 1998016021 1998016029 1998016040 1998016045 1998016088 1998016101 1998016115 1998016174 1998016186 1998016196 1998016197 1998016198 1998016223 1998016224 1998016264 1998016265 1998016276 1998016280 1998016306 1998016322 1998016343 1998016355 1998016356 1998016362 1998022759 1998102350 1999016008 1999016052 1999016053 1999016054 1999016069 1999016076 1999016081 1999016093 1999016103 1999016110 1999016114 1999016131 1999016132 1999016153 1999016177 1999016188 1999016248 1999016266 1999016347 1999016348 1999016378 1999016395 1999016409 1999016418 2000003476 2000016004 2000016098 2000016121 2000016148 2000016155 2000016171 2000016185 2000016188 2000016213 2000016229 2000016261 2000016279 2000016316 2000016331 2000016335 2000016353 2001003355 2001016014 2001016019 2001016045 2001016046 2001016047 2001016050 2001016059 2001016061 2001016063 2001016064 2001016065 2001016066 2001016073 2001016081 2001016088 2001016093 2001016095 2001016101 2001016110 2001016113 2001016133 2001016141 2001016147 2001016154 2001016161 2001016164 2001016179 2001016182 2001016201 2001016204 2001016205 2001016207 2001016209 2001016216 2001016232 2001016236 2001016252 2001016260 2001016271 2001016283 2001016341 2001016358 2001016378 2001016380 2001016381 2001016404 2001019474 2001022135 2001022136 2002016040 2002016047 2002016063 2002016084 2002016102 2002016103 2002016104 2002016111 2002016119 2002016135 2002016163 2002016164 2002016177 2002016181 2002016182 2002022024 2002022580 2002022943 2003022000 2003022009 2003022015 2003022016 2003022017 2003022023 2003022158 2003022218 2003022258 2003022259 2003022266 2003022303 2003022333 2003022376 2003022390 2003022409 2003022476 2003022492 2003022520 2003022550 2003022551 2003022640 2003022641 2003022722 2003022723 2003022736 2003022830 2003023053 2003023054 2003121551 2004022037 2004022075 2004022076 2004022131 2004022144 2004022188 2004022393 2004022428 2004022688 2004022747 2004022761 2004022762 2004022763 2004022897 2004091350 2005022025 2005022039 2005022182 2005022376 2005022397 2005022411 2005022412 2005022523 2005022563 2005022599 2005022647 2005022668 2005022761 2005022801 2005022849 2005022850 2005022895 2005022909 2005022913 2005022989 2005022990 2005023077 2005023112 2005023114 2006022125 2006022173 2006022219 2006022220 2006022305 2006022321 2006022396 2006022397 2006022398 2006022399 2006022475 2006022660 2006022861 2006023067 2006023071 2006023092 2006023238 2006023274 2006036060 2007022021 2007022081 2007022145 2007022367 2007022368 2007022369 2007022374 2007022382 2007022513 2007022615 2007022616 2007022617 2007022783 2007022784 2007022788 2007022822 2007022865 2007022866 2007023068 2007023268 2007023327 2007023344 2007023345 2007023386 2007023517 2008018207 2008024199 2008024203 2008024204 2008024463 2008024524 2009014186 2009018042 2009024087 2009024210 2009024229 2009024235 2009024311 2009024312 2009024313 2009024318 2009024365 2009024376 2009024378 2009024403 2010018051 2010018064 2010018066 2010018133 2010018166 2010018309 2010018367 2010024407 2011014109 2011018125 2011018179 2011018193 2011024023 2011024286 2011024355 2011024369 2011205285 2011205286 2012018019 2012018255 2012018281 2012018309 2012018380 2012021109 2012024043 2012024081 2012024082 2012024104 2012024269 2012024286 2012024312 2012024334 2012024335 2012024416 2013014179 2013018297 2013018310 2013018311 2013018312 2013018316 2013018341 2013018486 2013024111 2013024148 2013024183 2013024187 2013024257 2013024270 2013024275 2013024346 2013024357 2013024398 2013024432 2013024434 2013024435 2014018209 2014018225 2014018229 2014018239 2014022218 2014022353 2014022354 2014022355 2014022356 2014024015 2014024055 2014024064 2014024074 2014024181 2014024249 2014024250 2014024262 2014024272 2014024300 2014024320 2014024353 2015018143 2015018176 2015018197 2015024041 2015024042 2015024066 2015024083 2015024112 2015024128 2015024138 2015024229 2015024296 2016014186 2016018002 2016018003 2016018087 2016018141 2016018237 2016018249 2016018291 2016018305 2016024035 2016024047 2016024070 2016024087 2016024189 2016024190 2016024202 2016024273 2017013342 2017031498 2018010173 2018011209 2018011220 2018011232 2018012237 2018013569 2018014056 2018030520 2018031294 2018031397 2018031576 2018031978 2018032338 2018040448 2019010916 2019012580 2019013193 2019013308 2019013473 2019030724 2019031169 2019041151 2019042535 2020015318 2020021283 2020030018 2020030363 2020030687 2020031149 2020041020 2020041084 2020041319 2020043113 2020043114 2020044113 2021020672 2021022681 2021030195 2021030238 2021031445 2021041021 2022032161 2022034343 2022041357 2022041358 2022041359 2022041385 2022043168 2023015123 2023015190 2023030958 2023043146 2023046492 2023047065 2023048036 2023048369 2024000052 2024000238 2024000730 2024001259 2024001526 2024002908 2024003836 2024004072 2024004073 2024004913 2024005416 2024006653 2024008238
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[1 § 1. Voor de toepassing van deze wet wordt, onder voorbehoud van paragraaf 2, verstaan onder:
1° Minister: naar gelang het geval de Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen of de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid;
2° FOD: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
3° Agentschap: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
4° Dienst: naar gelang het geval, de diergeneeskundige dienst van de FOD of het Agentschap;
5° Fonds: Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, opgericht bij de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;
6° Laboratorium: laboratorium geviseerd in het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende de erkenning van de laboratoria die analyses uitvoeren in verband met de veiligheid van de voedselketen;
7° Officiële dierenarts: de dierenarts van het Agentschap, of de dierenarts zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 20 december 2004 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen taken door zelfstandige dierenartsen kan laten verrichten;
8° Verordening (EU) 2016/429: verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierengezondheid ("dierengezondheidswet-geving").
§ 2. De definities van verordening (EU) 2016/429 gelden voor de bepalingen van deze wet die vallen onder het toepassingsgebied van deze verordening.]1
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 8, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.2.Deze wet heeft de bestrijding van de dierenziekten [1 , met inbegrip van de bestrijding van antimicrobiële resistentie,]1 tot doel ten einde de volksgezondheid en de economische welvaart van de dierenhouders te bevorderen.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 9, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
HOOFDSTUK II. - De vereniging en de verbonden tot bestrijding van dierenziekten.
Art.3. De Koning bepaalt de voorwaarden waaraan de (verenigingen en de verbonden tot bestrijding van dierenziekten) moeten voldoen om door de Minister te worden erkend, inzonderheid wat betreft hun juridische vorm, hun territoriale bevoegdheid, de samenstelling van het bestuursorgaan, hun werking en hun handelingen. <W 1990-12-29/30, art. 209, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991> Hij kan de minimumbijdrage van de leden en de voorwaarden van de financiële staatstussenkomst vaststellen. Hij bepaalt de wijze van samenwerking met de Dienst.
Art.4.De erkende verenigingen en verbonden tot bestrijding van dierenziekten kunnen door de [1 Koning]1 verplicht worden deel te nemen aan de organisatie van de voorkoming en de bestrijding van besmettelijke dierenziekten.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 10, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.5. De erkende verenigingen en verbonden tot bestrijding van dierenziekten delen de beslissingen van hun bestuursorganen, binnen dertig dagen na hun tussenkomst, aan de Minister mee.
De Minister kan elke in vorig lid bedoelde beslissing binnen twintig dagen na de kennisgeving ervan vernietigen, hetzij omdat zij strijdig is met deze wet of een uitvoeringsbesluit ervan of met de richtlijnen van de Minister, hetzij omdat zij strijdig is met het algemeen belang ter zake. Alvorens te beslissen kan de Minister de termijn van twintig dagen met een termijn van gelijke duur verlengen voor bijkomend onderzoek.
HOOFDSTUK III. [1 - Bijzondere maatregelen inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde dierziekten.]1
----------
(1)
Art.6.[1 § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de opgenomen ziekten die op de lijst in bijlage II van de Verordening (EU) 2016/429 staan.
§ 2. De Koning mag andere dierenziekten aanwijzen die onder de toepassing vallen van dit hoofdstuk.
§ 3. Bij dreigend gevaar van besmetting door een besmettelijke dierenziekte kan de Dienst maatregelen treffen welke voor niet langer dan dertig dagen van kracht zijn en die hij onverwijld ter kennis van de Minister moet brengen.]1
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 12, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.7.§ 1. De Koning kan onder de voorwaarden die Hij bepaalt, aan de [2 exploitant of de houder van een gezelschapsdier]2 of aan de dierenartsen de aangifte van elk uitbreken of van elk voorteken van het uitbreken van dierenziekten opleggen en de overheidspersonen aanwijzen aan wie de aangifte moet worden gedaan.
[1 § 1/1. De Koning kan onder de voorwaarden die Hij bepaalt, aan de verantwoordelijke van een laboratorium de aangifte van dierenziekten vastgesteld in het kader van een laboratoriumonderzoek opleggen en de overheidspersonen aanwijzen aan wie de aangifte moet worden gedaan.]1
§ 2. De Koning kan aan de [2 exploitant of de houder van een gezelschapsdier]2 de tussenkomst opleggen van een dierenarts, die belast wordt met de uitvoering van door de Dienst genomen beslissingen.
§ 3. De Koning bepaalt de voorwaarden onder welke de dierenartsen medewerken aan de uitvoering van deze wet [2 en bepaalt, in voorkomend geval, het bedrag van de vergoeding die hen kan worden toegekend]2.
----------
(1)<W 2017-04-07/10, art. 3, 017; Inwerkingtreding : 18-05-2017>
(2)<W 2022-07-12/18, art. 13, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.8.<NOTA: bij arrest van 31 januari 1989, B.St. 03-03-1989, p. 3870, heeft het Arbitragehof vernietigd, voor hat Vlaamse en Waalse Gewest, de artikelen 8, lid 1, 1° tot 3°, in zover het van toepassing is op de in het wild levende dieren; in het lid 1, 3°, de woorden: "alsook de bestemming van de krengen of karkassen van de dieren of delen ervan bepalen", in zover die krengen en karkassen afvalstoffen geworden zijn; in lid 1, 4°, de woorden: "met de middelen en op de wijze die Hij aanduidt", in zover ze van toepassing zijn op de andere dan onroerende goederen.>
De Koning kan:
1° alle maatregelen treffen met het doel de dierenziekten te bestrijden, uit te roeien en hun verspreiding en het in of uit het land brengen ervan te verhinderen [2 en de kosten van die maatregelen ten laste leggen van de verantwoordelijke]2;
2° alle of sommige andere methodes van dierenziektenbestrijding dan die welke Hij vaststelt verbieden;
3° de afslachting of afmaking voorschrijven van een dier dat door een dierenziekte is aangetast of besmet of verdacht is van aantasting of besmetting binnen de termijn die Hij bepaalt en op de plaats die Hij aanwijst, alsook de bestemming van de krengen of karkassen van de dieren of delen ervan bepalen;
4° de afbraak of de vernietiging voorschrijven met de middelen en op de wijze die Hij aanduidt, van gebouwen, voertuigen, plantaardige of [1 producten van dierlijke oorsprong]1, grondstoffen voor de landbouw en de veeteelt en van alle andere goederen die besmet zijn of van besmetting verdacht zijn.
Hij bepaalt in welke mate en onder welke voorwaarden een vergoeding kan worden verleend bij toepassing van de maatregelen bedoeld onder [1 1°, 3° en 4°]1.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 14, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
(2)<W 2023-03-12/13, art. 15, 019; Inwerkingtreding : 27-04-1987>
Art.9.De Koning kan:
1° het onder toezicht stellen, het afzonderen, het in bewaring of in quarantaine stellen van dieren die aangetast of besmet zijn door een dierenziekte of die verdacht zijn van aantasting of besmetting, voorschrijven en de kosten van die maatregelen ten laste leggen van de [1 exploitant of de houder van een gezelschapsdier]1;
2° ten laste van de [1 exploitant of de houder van een gezelschapsdier]1 de reiniging en de ontsmetting voorschrijven van gebouwen, gebruiksvoorwerpen, vervoermiddelen en van alle goederen die drager zijn of kunnen zijn van ziekten of smetstoffen, en daartoe de produkten [1 voor reiniging en ontsmetting]1 en de gebruikswijze ervan opleggen;
3° de verzameling, het verkeer en het vervoer van dieren verbieden of regelen;
4° het verkeer van personen en goederen binnen een aangewezen gebied verbieden of regelen;
5° [1 ...]1
6° het bezitten, het in de handel brengen, het verkopen, het kopen, het ruilen, het om niet of onder bezwarende titel afstaan en het vervoer verbieden, hetzij van een dier waarop een verboden behandeling is toegepast, hetzij van een dier waarop een aangeduide behandeling niet is toegepast of toegepast is op een andere dan de voorgeschreven wijze.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 15, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art. 9bis.<W 2005-12-27/31, art. 51, 012; Inwerkingtreding : 09-01-2006> Als er bij een ziekte die op de lijst van de Wereldorganisatie voor dierengezondheid (OIE) staat en die respectievelijk beschouwd wordt [1 in hoofdstuk 1.3. van de zoösanitaire code voor landdieren]1 en in hoofdstuk 1.1.3. van de zoösanitairecode voor dieren die in het water leven, zich een plotse en onverwachte toename voordoet van de morbiditeit of de mortaliteit of de zoönotische impact, is de Minister gemachtigd, in geval van ernstig gevaar van besmetting en tot de uitroeiing van die besmetting, alle bestrijdingsmaatregelen te nemen met inbegrip van de opvordering van ondernemingen, goederen en personen en de slachting of de doding van dieren met bepaling van de bestemming van de dieren, de dierlijke producten of andere voorwerpen.
De Minister is gemachtigd diezelfde maatregelen te treffen bij de uitbraak van een opduikende ziekte met een belangrijke impact op de morbiditeit of de mortaliteit of met een zoönotisch karakter.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 16, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
HOOFDSTUK IV. [1 - Bijzondere maatregelen inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde dierziekten en van de antimicrobiële resistentie.]1
----------
(1)
Art.10.
<Opgeheven bij W 2022-07-12/18, art. 18, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.11.
<Opgeheven bij W 2022-07-12/18, art. 18, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.12.De Koning kan de voorwaarden vaststellen van de ophaling, het vervoer, de behandeling en het gebruik waaraan [1 producten van dierlijke oorsprong]1 en plantaardige produkten, die voor het menselijk verbruik niet ongeschikt zijn of verklaard worden, moeten voldoen om als dierenvoeding te worden aangewend.
Hij kan de activiteiten van de personen die een van de hiervoren vermelde handelingen verrichten, onderwerpen aan een voorafgaande erkenning, verleend door de Minister, en er de voorwaarden van vaststellen.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 19, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.13. § 1. Onverminderd de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt kan de Koning de sanitaire voorwaarden bepalen voor de vervaardiging, de invoer, de uitvoer, de doorvoer, de bereiding, de verkoop, het bezit en het vervoer van het verwerkingsmateriaal (en dierlijke bijproducten). <W 2007-03-01/37, art. 109, 1°, 014; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 2. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan de bedrijven voor de vervaardiging, de verwerking en de bereiding van het verwerkingsmateriaal (en dierlijke bijproducten) moeten voldoen om door de Minister te worden erkend. <W 2007-03-01/37, art. 109, 2°, 014; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Art.14.<NOTA: bij arrest van 31 januari 1989, B.St. 03-03-1989, p. 3870, heeft het Arbitragehof dit artikel vernietigd voor het Vlaamse en het Waalse Gewest behalve in zover het de invoer, de uitvoer en de doorvoer van het destructie materiaal regelt.>
§ 1. De Koning stelt de voorwaarden vast voor de ophaling, het vervoer, de invoer, de uitvoer en de behandeling van destructiemateriaal [1 ...]1.
§ 2. Destructiemateriaal wordt uitsluitend opgehaald, vervoerd, ingevoerd door en behandeld in destructiebedrijven.
§ 3. De Koning stelt de voorwaarden vast waaraan de destructiebedrijven moeten voldoen om door de Minister te worden erkend. De Koning bepaalt hun territoriale bevoegdheid, de duur van de erkenning die dertig jaar niet mag overschrijden, hun technische uitrusting evenals de voorwaarden van verhandeling en bestemming van de produkten verkregen uit de behandeling van het destructiemateriaal.
Hij kan bepalen dat de Minister een tarief vaststelt voor sommige ophalingen, evenals de vergoedingen voor delen van dieren welke opgehaald worden.
§ 4. De destructiebedrijven zijn bedrijven van openbaar nut. Zij kunnen door de openbare overheden worden opgevorderd.
§ 5. In afwijking van de bepalingen van §§ 1 en 2, kan de Koning de voorwaarden vaststellen voor de ophaling, het vervoer, de invoer en de behandeling van bepaald destructiemateriaal door erkende bedrijven, alsmede de voorwaarden tot erkenning van deze bedrijven.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 20, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.15.Onverminderd de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten kan de Koning, met het oog op de bestrijding van dierenziekten [1 of van antimicrobiële resistentie]1;
1° de voorwaarden vaststellen waaraan dieren, [1 producten van dierlijke oorsprong]1, (dierlijke bijproducten,) [1 levende producten,]1 planten en substraten moeten voldoen om te worden in de handel gebracht, verworven, ten verkoop aangeboden, tentoongesteld, in bezit gehouden, vervoerd, verkocht, onder kosteloze of bezwarende titel afgestaan, ingevoerd, uitgevoerd of doorgevoerd; <W 2007-03-01/37, art. 110, 1°, 014; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
2° de invoer, de uitvoer of de doorvoer van dieren, [1 producten van dierlijke oorsprong]1, (dierlijke bijproducten,) [1 levende producten,]1 planten en substraten verbieden en reglementeren; <W 2007-03-01/37, art. 110, 2°, 014; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
3° de activiteit van de personen die de onder 1° genoemde handelingen verrichten, onderwerpen aan een voorafgaande niet overdraagbare erkenning verleend door de Minister;
4° de voorwaarden bepalen tot het verkrijgen en behouden van de in 3° bedoelde erkenning waarvan Hij de geldigheidsduur kan bepalen, met inbegrip van de betaling van een vergoeding en de vaststelling van het bedrag ervan;
(5° de vergoedingen vaststellen die de operatoren moeten betalen voor het verkrijgen van een gezondheidscertificaat voor de uitvoer van dierlijke bijproducten [1 , producten van dierlijke oorsprong of levende producten]1.) <W 2008-06-08/30, art. 47, 015; Inwerkingtreding : 26-06-2008>
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 21, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.16.De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan de lokalen en de open ruimten moeten voldoen waar verzamelingen van dieren voor tentoonstellingen, markten, jaarmarkten, prijskampen, keuringen, sportvertoningen en verkoop plaatsvinden.
Hij kan de voorwaarden bepalen waaraan de [1 geconsigneerde instellingen en de inrichtingen die levende producten winnen, verzamelen, behandelen, verhandelen, of opslaan]1 moeten voldoen.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 22, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.17.<NOTA: bij arrest van 31 januari 1989, B.St. 03-03-1989, p. 3870, heeft het Arbitragehof dit artikel vernietigd, voor het Vlaamse en het Waalse Gewest, in zover het van toepassing is op het merken van de in het wild levende dieren.>
De Koning kan de [1 voorwaarden]1 voor de registratie, het merken en de identificatie van de dieren en de [1 inrichtingen]1 bepalen. Hij bepaald aan welke voorwaarden de identificatiestukken moeten voldoen om te worden aangenomen door de Minister, evenals de voorwaarden van hun verdeling, registratie en gebruik.
(Hij bepaalt het tarief van de retributies voor de identificatie en registratie van de dieren, die ten laste komen van de [1 exploitant]1.) <W 2005-12-23/31, art. 74, 011; Inwerkingtreding : 09-01-2006>
[1 Hij bepaalt, ten laste van de fabrikant of van de verdeler van de identificatiemiddelen, het tarief van de eenmalige retributie bij de aanvraag voor de erkenning van een identificatiemiddel en het tarief van de jaarlijkse retributie per erkend identificatiemiddel die nodig is voor het beheer ervan en voor het ter beschikking houden ervan bij de exploitanten.]1
(Hij kan de verenigingen, erkend in toepassing van artikel 3, of andere hiertoe door de minister erkende organismen aanwijzen als begunstigden van deze retributies en hen belasten met de inning ervan. Hij bepaalt de voorwaarden waaraan deze organismen moeten voldoen om door de minister te worden erkend.) <W 2006-07-20/39, art. 163, 013; Inwerkingtreding : 07-08-2006>
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 23, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.17/1. [1 § 1. In het kader van de uitvoering van de bepalingen van deze wet kunnen de volgende persoonsgegevens van exploitanten of houders van gezelschapsdieren worden verwerkt en verzameld in een geautomatiseerd gegevensbestand:
1° de voornaam;
2° de familienaam;
3° het fysiek adres;
4° het land;
5° het telefoonnummer;
6° het e-mail adres;
7° het rijksregisternummer;
8° het BTW-nummer;
9° het ondernemingsnummer.
Het invoeren van het rijksregisternummer heeft als doel toegang te krijgen tot de gegevens in het rijksregister voor een efficiënt beheer van het geautomatiseerd gegevensbestand van exploitanten en houders van gezelschapsdieren.
§ 2. De doelen van de verwerking van de in paragraaf 1 bedoelde persoonsgegevens zijn:
1° uitvoering te kunnen geven aan artikel 109 en 110 van Verordening (EU) 2016/429 volgens de door de Koning bepaalde modaliteiten;
2° de registers samen te stellen als voorzien in artikelen 93, 101, 173 en 185 van Verordening (EU) 2016/429.
§ 3. De natuurlijke of rechtspersonen, instanties en autoriteiten die toegang hebben tot de in paragraaf 1 bedoelde persoonsgegevens zijn:
1° de FOD, het Agentschap en het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten voor het raadplegen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun opdrachten;
2° de gewestelijke diensten/administraties voor dierenwelzijn voor het raadplegen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor controles die worden uitgevoerd in het kader van de dierenwelzijnswetgeving;
3° de gewestelijke diensten/administraties bevoegd voor landbouw en visserij, die gegevens nodig hebben in het kader van de toekenning van subsidies en van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
4° de verenigingen erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 26 november 2006 tot erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten voor de uitvoering van hun opdrachten;
5° elk laboratorium erkend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende de erkenning van de laboratoria dat analyses uitvoert in verband met de veiligheid van de voedselketen en dat in het kader van de preventie of de bestrijding van een dierenziekte monsters ontvangt die moeten worden onderzocht, om de contactgegevens van de exploitant terug te vinden voor de kennisgeving van de resultaten;
6° elke geregistreerde exploitant die een login en paswoord krijgt, enkel voor de gegevens die op hem betrekking hebben, of elke persoon voor de opdrachten die hem door de Koning zijn opgelegd;
7° de federale politie;
8° de erkende dierenarts en de erkende diergeneeskundige rechtspersoon voor de gegevens van dieren en inrichtingen van exploitanten waarmee zij een ondertekende overeenkomst voor het epidemiologisch toezicht hebben;
9° Sciensano, opgericht bij de wet van 25 februari 2018, voor de aan hem toegekende opdrachten, vermeld in artikel 4 van dezelfde wet.
§ 4. De verwerkte gegevens die betrekking hebben op natuurlijke of rechtspersonen worden gedurende ten hoogste tien opeenvolgende kalenderjaren na het jaar van het stopzetten van de activiteit die leidde tot de registratie van de natuurlijke of rechtspersoon bewaard, waarna ze worden verwijderd of worden geanonimiseerd.
§ 5. De verwerkingsverantwoordelijken zijn:
1° de FOD en, of,
2° het Agentschap,
voor de opdrachten die hen bij de wetten of door de Koning zijn toegewezen.
§ 6. De koning kan de modaliteiten bepalen voor:
1° de registratie en het bijwerken van de in paragraaf 1 bedoelde gegevens;
2° de toegang tot deze gegevens voor de in paragraaf 3 vermelde personen, instanties of autoriteiten;
3° een lijst opstellen van derden die toegang hebben tot de in paragraaf 1 bedoelde gegevens, alsook de modaliteiten en doeleinden waarvoor hun de toegang tot deze gegevens wordt verleend.
Hij bepaalt welke gegevens toegankelijk zijn voor elke persoon.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-05-25/34, art. 2, 020; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.18. De Koning kan de boeken, attesten, getuigschriften, bordjes, tekens of andere aanwijzingen en stukken bepalen, waaruit moet blijken dat voldaan is aan de voorwaarden gesteld bij deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten.
Art. 18bis.<Ingevoegd bij W 1990-12-29/30, art. 211, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991> De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan houders, vervoerders, handelaars, bewerkers en verwerkers van dieren en [1 producten van dierlijke oorsprong]1 (en dierlijke bijproducten) moeten voldoen met het oog op het voorkomen en bestrijden van dierenziekten [1 of het voorkomen en bestrijden van antimicrobiële resistentie]1, inzonderheid inzake bedrijfsvormen, de hygiënische voorzorgen en de uitrusting, de sanitaire beveiliging en de handelspraktijken. <W 2007-03-01/37, art. 111, 014; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Hij kan de activiteiten van de in het eerste lid bedoelde personen aan een vergunning onderwerpen en de voorwaarden bepalen met betrekking tot de intrekking van de vergunning.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 24, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art. 18ter. [1 § 1. De Koning kan alle maatregelen bepalen voor het voorkomen en/of de bestrijding van antimicrobiële resistentie.
§ 2. De Koning kan inrichtingen, of een deel van een inrichting, indelen in categorieën op basis van het gebruik van antimicrobiële middelen. Hij kan de parameters en grenswaarden vastleggen voor deze indeling.
De Koning kan alle maatregelen bepalen voor het voorkomen en/of de bestrijding van antimicrobiële resistentie op basis van deze indeling.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2022-07-12/18, art. 25, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.19.De Dienst is in het bijzonder belast met het sanitaire onderzoek van voor uitvoer, invoer en doorvoer bestemde dieren en [1 producten van dierlijke oorsprong]1 (en dierlijke bijproducten) en met de afgifte van de daarop betrekking hebbende certificaten voor vervoer en sanitaire waarborgen. Hij kan alle nuttige maatregelen treffen om de sanitaire toestand ervan vast te stellen. <W 2007-03-01/37, art. 112, 014; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 26, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
HOOFDSTUK V. - Toezicht.
Art.20.[1 § 1. Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, worden overtredingen op deze wet, op haar uitvoeringsbesluiten en op de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake opgespoord en vastgesteld door:
- de door de minister aangewezen statutaire en contractuele agenten van de FOD;
- de andere statutaire en contractuele agenten aangewezen door de Koning;
- de statutaire en contractuele personeelsleden van het Agentschap, belast met het uitvoeren van de controles.
§ 2. De personeelsleden van de FOD leggen, voorafgaand aan de uitoefening van hun functie, de eed af in handen van de Minister of zijn afgevaardigde.
§ 3. De overheidspersonen bedoeld in paragraaf 1 stellen de overtredingen van deze wet, haar uitvoeringsbesluiten en de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake vast in processen-verbaal die gelden tot bewijs van het tegendeel. Een afschrift ervan wordt binnen [2 dertig]2 dagen na de vaststelling ter kennis gebracht van de overtreders.
§ 4. In de uitoefening van hun opdracht mogen de overheidspersonen bedoeld in paragraaf 1 te allen tijde elke bij een stadium van de keten van activiteiten met betrekking tot de dierlijke bijproducten en de afgeleide producten, als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten), betrokken plaats betreden en onderzoeken.
Zij mogen de plaatsen die tot woning dienen slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank.
Ze kunnen overgaan tot het verhoor van de overtreder en tot elk ander nuttig verhoor.
Ze kunnen, bij de uitoefening van hun opdrachten, de hulp van de politiemacht inroepen.
§ 5. Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.]1
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 27, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
(2)<W 2024-05-25/34, art. 3, 020; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art. 20bis.[1 Wanneer een overtreding van deze wet of van één van de uitvoeringsbesluiten of van de Europese verordeningen, richtlijnen of besluiten ter zake wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 20 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding. De waarschuwing vermeldt:
a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepaling(en);
b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgemaakt aan de procureur des Konings.]1
----------
(1)<W 2024-05-25/34, art. 4, 020; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.21.<W 1990-12-29/30, art. 212, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991> De overheidspersonen bedoeld in artikel 20 kunnen, in geval van overtreding, de dieren of goederen in beslag nemen die het voorwerp uitmaken van het misdrijf, die gediend hebben of die bestemd waren tot het plegen ervan.
Indien de inbeslagneming dieren betreft waarvoor het bevel tot afslachting of tot afmaking niet werd uitgevoerd, of indien de inbeslagneming dieren betreft die zich in overtreding bevinden en die een besmettingsgevaar vastgesteld door de overheidspersonen inhouden, kunnen deze de dieren onverwijld laten afslachten of afmaken. Zij kunnen in die gevallen de vergoedingen voor het afslachten of afmaken weigeren en de kosten ten laste van de [1 exploitant of de houder van een gezelschapsdier]1 leggen.
Voor zover zulks verenigbaar is met de sanitaire eisen vastgesteld door de overheidspersonen, kunnen de in beslag genomen dieren of goederen, hetzij worden teruggegeven aan hun eigenaar die er slechts mag over beschikken overeenkomstig de onderrichtingen van de overheidspersonen en na voorafgaande neerlegging ter griffie van de rechtbank, van een som overeenstemmend met de waarde, geschat door een deskundige, hetzij worden verkocht door de overheidspersonen, die in dat geval de opbrengst ervan zullen neerleggen bij de griffie.
De verkregen som, totdat over het misdrijf uitspraak is gedaan, treedt in de plaats van de in beslag genomen dieren of goederen, zowel wat de verbeurdverklaring als wat de eventuele teruggave aan de belanghebbende betreft.
(Met uitzondering van de laatste zin van het tweede lid, is dit artikel niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33, art. 21, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 29, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.22.[1 De overheidspersonen bedoeld in artikel 20 kunnen bij administratieve maatregel, de erkenning/toelating intrekken of opschorten of de activiteiten van de exploitant verbieden.
Het vorig lid is niet van toepassing op de controles die zijn verricht met toepassing van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.]1
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 30, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
HOOFDSTUK VI. - Sancties.
Art.23.[1 § 1. Onverminderd de toepassing, in voorkomend geval, van de strengere straffen bepaald bij het Strafwetboek, wordt gestraft:
1° met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van duizend euro tot tienduizend euro of met een van die straffen alleen:
a) hij die nalaat of hij die verhindert, binnen de bepaalde termijn en op de daartoe aangewezen plaats, een dier waarvan het afslachten of afmaken overeenkomstig artikel 8 werd bevolen, af te slachten of af te maken;
b) hij die nalaat of hij die verhindert de opgelegde ziektebehandeling toe te passen, die een niet toegelaten of verboden behandeling toepast of die in overtreding met artikel 9, 6°, wordt bevonden;
c) hij die dieren vervoert of naar een verzamelplaats brengt, wanneer overeenkomstig artikel 9 het vervoer, het verkeer of de verzameling van dieren verboden zijn;
d) hij die destructiemateriaal ophaalt, vervoert, invoert, uitvoert of behandelt zonder daartoe overeenkomstig artikel 14 erkend te zijn;
e) hij wiens verzuim de ter uitvoering van deze wet genomen besluiten na te leven, oorzaak is van besmetting van andere dieren;
2° met geldboete van honderd euro tot vijfduizend euro:
a) de exploitant of de houder van een gezelschapsdier of de dierenartsen die niet onmiddellijk de aangewezen overheid waarschuwen, wanneer de aangifte van elk bestaan of elke verdenking van een dierenziekte is opgelegd overeenkomstig artikel 7;
b) de exploitant die, voor zijn dieren, de registratie en de identificatie niet uitvoert of handhaaft en de bescheiden voorgeschreven bij de artikelen 17 en 18 niet voorlegt;
c) hij die in overtreding wordt bevonden met de bepalingen van de besluiten genomen ter uitvoering van artikel 15;
d) hij die de reinigings- en ontsmettingsmaatregelen van gebouwen, vervoermiddelen en gebruiksvoorwerpen, opgelegd overeenkomstig artikel 9, 2°, niet uitvoert;
e) hij die bordjes, tekens en andere voorwerpen opgelegd overeenkomstig artikel 18, nalaat aan te brengen, beschadigt, verwaarloost, vernielt of verwijdert;
f) hij die in overtreding wordt bevonden met de bepalingen van de artikelen 8, 4°, 9, 1° en 4°, 12 en 13;
3° met geldboete van zesentwintig tot duizend euro: hij die zich verzet tegen bezoeken, inspecties, inbeslagnemingen, controles, bloed-, urine- en diagnostische afnemingen en andere monsternemingen of verzoeken om inlichtingen of bescheiden door de overheidspersonen bedoeld in artikel 20 of die, wetens, onjuiste inlichtingen of bescheiden verstrekt.
§ 2. Bij herhaling binnen drie jaar na een vorige veroordeling wegens een der misdrijven bedoeld in dit artikel, worden de bepaalde straffen verdubbeld.]1
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 31, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.24.[1 Overtredingen van bepalingen van deze wet of van krachtens deze wet genomen besluiten of van de verordeningen en besluiten van de Europese Unie ter zake, die niet onder de toepassing van artikel 23 vallen, wordt gestraft met geldboete van tien euro tot vijfentwintig euro.
Bij herhaling binnen twee jaar na een vorige veroordeling wegens een in het eerste lid bedoelde overtreding, zijn in artikel 23, § 1, 3°, bepaalde straffen toepasselijk.]1
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 32, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.25. Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op de in de artikelen 23 en 24 bepaalde misdrijven van toepassing.
Art.26.§ 1. In geval van veroordeling kan de rechtbank de verbeurdverklaring evenals de vernietiging van de in beslag genomen dieren en zaken bevelen.
De verbeurdverklaring en de vernietiging worden steeds bevolen wanneer, op advies van de Dienst, de aard en de samenstelling van de zaken dit vergen.
De vernietiging door de rechtbank bevolen geschiedt op kosten van de veroordeelde.
§ 2. [1 De rechtbank kan, ten laste van de veroordeelde, een tijdelijk of definitief verbod uitspreken van het recht bij deze wet bedoelde bedrijvigheden uit te oefenen of van het recht om een inrichting te exploiteren. Overtreding van dit verbod wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot tweeduizend euro of met een van die straffen alleen.]1
§ 3. Indien door een definitieve veroordeling ten laste van een dierenarts een overtreding wordt vastgesteld van de bepalingen van deze wet of van zijn uitvoeringsbesluiten, zendt het parket een copie van die veroordeling naar de Orde der dierenartsen en naar de Minister.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 33, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.27.§ 1. Overtreding van deze wet en van de besluiten tot uitvoering ervan [1 en van de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake]1 , maken het voorwerp uit van strafrechtelijke vervolgingen of van administratieve geldboeten.
De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt, aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
§ 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
§ 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn (van drie maanden), te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal, om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar. <W 1999-02-05/35, art. 33, 1°, 008; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar, overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die Hij bepaalt, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld.
§ 4. De beslissing van de ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet (lager mag zijn dan de helft van het minimum) van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum. <W 1999-02-05/35, art. 33, 2°, 008; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
§ 5. Bij samenloop van verschillende misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
§ 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief, samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
§ 7. Blijft de betrokkene in gebreke de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
§ 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd (vijf jaar) na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert. <W 1999-02-05/35, art. 33, 3°, 008; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
§ 9. De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboeten.
[1 ...]1
(§ 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete.) <W 1999-02-05/35, art. 33, 4°, 008; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
(§ 11. Dit artikel is niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33, art. 21, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2012-12-27/15, art. 33, 016; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
Art.28. De Koning kan de controlemaatregelen vaststellen bestemd om de uitvoering te verzekeren van de krachtens deze wet genomen verordeningen, evenals de vergoedingen die hiervoor kunnen worden gevorderd.
Art. 28bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 34; Inwerkingtreding : 29-03-1999> De Belgische Staat (of, naar gelang van het geval, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) kan, in geval van overtreding van de bepalingen van deze wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, de vergoedingen vastgesteld krachtens de artikelen 8, tweede lid, en 9bis terugvorderen door zich burgerlijke partij te stellen voor het strafgerecht waar een strafvordering aanhangig werd gemaakt. Dit recht kan zelfs voor het eerst in hoger beroep worden uitgeoefend. <KB 2001-02-22/33, art. 21, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
HOOFDSTUK VII. - Diverse bepalingen.
Art.29. <KB 2001-02-22/33, art. 21, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Onverminderd de bepalingen van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, kan de Koning de uitvoering van de door Hem bepaalde machten die in deze wet zijn vastgesteld, overdragen aan de Minister.
Art.30. De bij deze wet bedoelde attesten en getuigschriften mogen, wanneer zij voor internationaal gebruik bestemd zijn, in meerdere talen gesteld worden.
Art.31.§ 1. De bepalingen van deze wet zijn van toepassing bij overtreding van de verordeningen [1 van de Europese Unie]1 die van kracht zijn in het Rijk en materies betreffen welke op grond van deze wet tot de verordeningsbevoegdheid van de Koning behoren.
§ 2. De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit, binnen het toepassingsgebied van deze wet, alle vereiste maatregelen treffen ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het E.E.G.-Verdrag en de krachtens dit Verdrag tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.
(§ 3. De bepalingen van de §§ 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op de materies die behoren tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 21, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 34, 018; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art. 32. § 1. Opgeheven worden:
1° de artikelen 319, 320 en 321 van het Strafwetboek;
2° de wet van 30 december 1882 op de diergeneeskundige politie en de schadelijke insecten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 augustus 1933, de wet van 2 april 1971 en het koninklijk besluit nr. 426 van 5 augustus 1986 tot instelling van een Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren.
§ 2. (opgeheven) <W 1998-03-23/30, art. 21, 007; Inwerkingtreding : 30-04-1998>
§ 3. (opgeheven) <W 1998-03-23/30, art. 21, 007; Inwerkingtreding : 30-04-1998>
§ 4. De verordenende besluiten genomen ter uitvoering van de in § 1 bedoelde wetgeving blijven van kracht tot aan hun uitdrukkelijke opheffing.