26 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit inzake de vergoeding van bedrijfsdierenartsen voor de preventie en bestrijding van antimicrobiële resistentie bij dieren(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-11-2023 en tekstbijwerking tot 19-01-2024)
Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities uit volgende wetgeving:
1° artikel 4 van verordening (EU) nr. 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ("diergezondheidswetgeving");
2° artikel 2 van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren;
3° artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels;
4° artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 tot instelling van het epidemiologisch toezicht op inrichtingen waar bepaalde dieren gehouden worden.
§ 2. Bovendien wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder:
1° KB van 21 juli 2016: koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren;
2° benchmarkwaarde: een getal dat het antibioticumgebruik uitdrukt als het aantal dagen dat een dier behandeld wordt met antibiotica op 100 dagen dat het dier aanwezig is in een eenheid;
3° AB-bedrijfswaarde: kleurcode toegekend aan een beslag varkens of vleeskalveren of een inrichting met pluimveebeslagen overeenkomstig artikel 4 van dit besluit;
4° FOD: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu;
5° FAGG: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;
6° Sanitel-Med: de elektronische databank van het FAGG zoals bedoeld in artikel 70/1, § 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren.
Art.2. Dit besluit is enkel van toepassing op bedrijfsdierenartsen voor de diersoorten varkens, runderen en pluimvee. Voor pluimvee is dit besluit bovendien enkel van toepassing op de categorie gebruikspluimvee van de soort Gallus gallus.
Art.3. Aan de benchmarkwaarde van het eerste rapport van het kalenderjaar dat de exploitant per categorie dieren ontvangt van het FAGG op basis van het gebruik van antibiotica voor deze categorie zoals geregistreerd in Sanitel-Med overeenkomstig afdeling 2 van hoofdstuk VI. van het KB van 21 juli 2016, koppelt het FAGG een benchmarkkleurscore, namelijk "groen", "geel" of "rood". De grenswaarden van de benchmarkkleurscores worden per betrokken diersoort en categorie weergegeven in de bijlage bij dit besluit.
Art.4. § 1. Aan elk beslag varkens of vleeskalveren en aan elke inrichting met legkippen en braadkippen wordt door het FAGG een AB-bedrijfswaarde "groen" toegekend indien de benchmarkkleurscore voor de gegeven periode van alle categorieën groen is.
§ 2. Indien een of meerdere categorieën op een varkensbeslag geen benchmarkwaarde hebben voor de gegeven periode, wordt de AB-bedrijfswaarde bepaald op basis van de categorieën die wel een benchmarkwaarde hebben. Indien voor geen enkele categorie varkens een benchmarkwaarde beschikbaar is voor de gegeven periode, wordt de AB-bedrijfswaarde van de vorige periode behouden.
§ 3. Indien voor een beslag vleeskalveren geen benchmarkwaarde beschikbaar is voor de gegeven periode, wordt de AB-bedrijfswaarde van de vorige periode behouden.
§ 4. Indien een of meerdere categorieën gebruikspluimvee op een inrichting geen benchmarkwaarde hebben voor de gegeven periode, wordt de AB-bedrijfswaarde bepaald op basis van de categorieën die wel een benchmarkwaarde hebben. Indien voor geen enkele categorie pluimvee een benchmarkwaarde beschikbaar is voor de gegeven periode, wordt de AB-bedrijfswaarde van de vorige periode behouden.
Art.5.§ 1. Binnen de perken van het toegekende begrotingskrediet van de FOD ontvangt de bedrijfsdierenarts die een overeenkomst heeft voor beslagen met varkens, runderen en vleeskalveren, legkippen en/of braadkippen, jaarlijks een vergoeding voor zijn rol in het kader van artikel 12.1. C. i), ii) en iv) van verordening (EU) nr. 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ("dierengezondheidswetgeving"), bij de ondersteuning van de exploitanten met betrekking tot de bestrijding van antimicrobiële resistentie.
De vergoeding wordt berekend op basis van het aantal overeenkomsten die hij als bedrijfsdierenarts overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 tot instelling van het epidemiologisch toezicht op inrichtingen waar bepaalde dieren gehouden worden, heeft met een looptijd van minimaal 183 dagen in het kalenderjaar voorgaande aan het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft, zoals geregistreerd in Sanitel.
Per beslag met meer dan 10 aanwezige runderen, met uitzondering van vleeskalveren, waarmee een bedrijfsdierenarts een overeenkomst heeft, ontvangt de bedrijfsdierenarts 10,00 euro.
Per beslag met 5 of meer aanwezige varkens of 5 of meer aanwezige vleeskalveren of per inrichting met beslagen met een capaciteit en aanwezigheid van meer dan 199 stuks gebruikspluimvee waarmee hij een overeenkomst heeft zoals geregistreerd in Sanitel en die in het rapport waarop de vergoeding betrekking heeft, enkel groene AB-bedrijfswaarden toegekend kreeg, ontvangt de bedrijfsdierenarts 50,00 euro. De FOD ontvangt de gegevens over het aantal overeenkomsten die aan deze voorwaarden voldoen per dierenarts van het FAGG. Deze gegevens worden enkel gebruikt voor de uitbetaling van de vergoedingen door de FOD en worden voor een periode van 12 maanden bewaard door de FOD.
§ 2. [1 De vergoeding voor 2022 heeft betrekking op de AB-bedrijfswaarde toegekend op basis van de ontvangen benchmarkkleurscores in het eerste rapport van 2022, de vergoeding voor 2023 op de AB-bedrijfswaarde toegekend op basis van de ontvangen benchmarkkleurscores in het eerste rapport van 2023 en de vergoeding voor 2024 op de AB-bedrijfswaarde toegekend op basis van de ontvangen benchmarkkleurscores in het eerste rapport van 2024]1.
----------
(1)<KB 2023-12-25/20, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-01-2024>
Art.6. De minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen kan de bijlage wijzigen.
Art.7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van [1 1 januari 2022]1 en treedt buiten werking op 31 december 2024.
----------
(1)<KB 2023-12-25/20, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 29-01-2024>
Art.8. De minister bevoegd voor de Veiligheid van de voedselketen is belast voor de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-11-2023, p. 109996)
Gewijzigd door:
<KB 2023-12-25/20, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 29-01-2024>