22 JUNI 2012. - Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen voor opsporing van de runderbrucellose
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Bedrijfsdierenarts : de erkende dierenarts, aangeduid in toepassing van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten;
2° Erkend laboratorium : erkend laboratorium in toepassing van het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking.
Art.2. In afwijking van artikel 43ter van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose, moet hij die een rund verwerft voor de kweek, melkwinning of vetmesting binnen de 48 uren volgend op de verwerving van het rund, beroep doen op zijn bedrijfsdierenarts, om het dier te onderzoeken en over te gaan tot het nemen van een bloedmonster en desgevallend van elke andere stof noodzakelijk voor de diagnose van de brucellose.
Deze verplichting is van toepassing op het hele grondgebied.
Deze verplichting tot staalname is niet van toepassing op runderen jonger dan achttien maanden.
Het rund moet afgezonderd gehouden worden tot het verkrijgen van resultaten bedoeld in het eerste lid, en mag alleen aan het veebeslag toegevoegd worden op voorwaarde dat deze resultaten gunstig zijn.
Art.3. Runderen mogen enkel deelnemen aan prijskampen en keuringen als ze binnen de vijf weken voor dit evenement door de bedrijfsdierenarts aan een bloedname werden onderworpen met het oog op de diagnose van brucellose en het resultaat van dit onderzoek gunstig is.
Deze verplichting is niet van toepassing op runderen jonger dan achttien maanden.
Art.4. De bedrijfsdierenarts bedoeld in artikelen 2 en 3 is gehouden :
1° binnen de drie dagen volgend op de oproep van de verantwoordelijke over te gaan tot klinisch onderzoek van het rund evenals tot het nemen van de vereiste monsters;
2° op zijn verantwoordelijkheid de monsters te laten toekomen voor analyse in een erkend laboratorium;
3° zodra hij de resultaten van deze analyse ontvangt, ze mee te delen aan de verantwoordelijke.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt, en treedt buiten werking op 31 december 2012.
Brussel, 22 juni 2012.
Mevr. S. LARUELLE