14 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers.
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000 en 19 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° In punt 3°, worden de woorden : " of ieder andere methode die toelaat om de met de ziekte geassocieerde vorm van het prioneiwit op te sporen, " na het woord " immunocytochemie " toegevoegd;
2° punt 9° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 9° Dienst : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; ";
3° punt 10° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 10° Inspecteur-dierenarts : de inspecteur-dierenarts van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; ";
4° punt 11° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 11° Minister : de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft; ";
5° punt 14° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 14° Cohort : de cohort zoals gedefinieerd in bijlage I van de verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën; ";
6° een punt 15° wordt toegevoegd :
" 15° " Karkas " : het karkas aangeboden in overeenkomst met het ministerieel besluit van 22 januari 1992 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen. ".
Art.2. In artikel 3bis, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000, 19 januari 2001 et 19 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. De Dienst organiseert een bewakingsprogramma voor OSE bij herkauwers met de opsporingstests erkend in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6 van de voormelde verordening (EG) Nr. 999/2001 van 22 mei 2001. ".
2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. De opsporingstest op de krengen van herkauwers in het destructiebedrijf wordt uitgevoerd door een geaccrediteerd laboratorium, volgens de instructies van de Dienst en onder het technisch toezicht van het CODA ".
3° § 5 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 5. Indien de in § 1 bedoelde opsporingstest een positief resultaat geeft dat bevestigd wordt door één van de in artikel 2, 3°, bedoelde laboratoriumonderzoeken, is hoofdstuk IV van toepassing. ".
Art.3. Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" Art. 10. Wanneer het bestaan van OSE bij een herkauwer bevestigd wordt door het resultaat van de onderzoeken bedoeld in artikel 2, 3° :
1° licht de inspecteur-dierenarts de Dienst in over het bestaan van OSE;
2° voert de inspecteur-dierenarts een onderzoek uit dat de dieren bedoeld in punt 1 van bijlage VII van de bovenvermelde Verordening (EG) Nr. 999/2001 van 22 mei 2001 moet identificeren;
3° zijn de maatregelen bedoeld in punt 2 van bijlage VII van de bovenvermelde Verordening (EG) Nr 999/2001 van 22 mei 2001 van toepassing. Niettemin, in geval van bevestiging van boviene spongiforme encefalopathie bij een rund worden ook alle door het onderzoek in 2° bedoelde geïdentificeerde schapen en geiten gedood en vernietigd. De Minister kan bijkomende maatregelen vaststellen. "
Art.4. Artikel 13, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000 en 19 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 13. Bij alle onder artikel 10 bedoelde herkauwers, worden alle runderen vanaf de leeftijd van een jaar en alle schapen en geiten vanaf de leeftijd van zes maanden door het CODA onderzocht op OSE ".
Art.5. In artikel 15, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, worden de woorden " van artikel 13, § 2 " door de woorden " van artikel 10, 3° " vervangen.
2° er wordt een § 3 toegevoegd, luidende :
" § 3. Een vergoeding wordt toegekend aan de verantwoordelijke van runderen die geslacht werden vóór de verdenking en waarvan de karkassen in beslag genomen werden na het epidemiologisch onderzoek bedoeld in artikel 9. Deze vergoeding die niet hoger mag liggen dan 2 500,00 EUR per karkas wordt opgesteld op basis van de karkasindeling bedoeld in het koninklijk besluit van 10 juni 2001, betreffende de schadevergoeding van dieren die positief zijn in de goedgekeurde snelle boviene spongiforme encefalopathietest. ".
Art.6. Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001, geldt in de plaats van de maximale vergoeding van 2 500,00 EUR, bedoeld in artikel 15, § 1, het bedrag van 100 000 Belgische frank. (NOTA van Justel : zoals het opgesteld is, brengt onderhavig art. 6 niets nieuws, daar het bedrag van 100.000 frank, oorspronkelijk vermeld in KB 1997-03-17/36, art. 15, § 1, door 2.500 EUR werd vervangen bij KB 2001-07-13/49, art. 19, met inwerkingtreding op 01-01-2002. In plaats van "artikel 15, § 1" dient misschien "artikel 15, § 3" te worden gelezen.)
Art.7. Artikelen 11 en 12 van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers worden opgeheven.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 5, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2001.
Art. 9. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 januari 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
R. DEMOTTE