25 JANUARI 1993. - Ministerieel besluit houdende reglementering van de vaccinatie tegen pseudovogelpest en tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 mei 1992 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de pseudovogelpest(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-2013 en tekstbijwerking tot 07-04-2021)
Art. 1-12
Bijlage.
Art. N, 1N, 2N, 3N, 4N, 5N, 6N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Pluimvee : als huisdieren gehouden kippen, kalkoenen, parelhoenders, fazanten, kwartels, eenden, ganzen van gelijk welke leeftijd of geslacht;
2° Fokpluimvee ; pluimvee van 72 uur en ouder, bestemd voor de produktie van broedeieren;
3° Gebruikspluimvee : pluimvee van 72 uur en ouder, dat wordt opgefokt voor de produktie van vlees en/of van consumptieëieren of om het wild te worden uitgezet;
4° Eendagskuikens : pluimvee van alle soorten, dag nog geen 72 uur oud is en dat nog niet is gevoerd; muskuseenden mogen evenwel gevoerd zijn;
5° Broederij : bedrijf dat zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van eendagskuikens;
6° Pluimveeselectiebedrijf : bedrijf dat zich toelegt op de produktie van broedeieren bestemd voor de produktie van fokpluimvee;
7° Vermeerderingsbedrijf : bedrijf dat zich toelegt op de produktie van broedeieren bestemd voor de produktie van gebruikspluimvee;
8° Opfokbedrijf : bedrijf dat zich toelegt op het opfokken van legpluimvee tot het legstadium;
9° Verantwoordelijke : diegene van de eigenaar of de houder, die gewoonlijk over het pluimvee een onmiddellijk beheer en toezicht uitoefent.
Art.2.§ 1. Elke verantwoordelijke van een bedrijf van meer dan 100 stuks pluimvee is verplicht een beroep te doen op een aangenomen dierenarts om al zijn pluimvee te laten inenten tegen de pseudovogelpest [1 ...]1.
§ 2. Dezelfde verplichting wordt opgelegd voor de soorten :
1° patrijzen;
2° pauwen.
§ 3. Deze verplichting geldt niet voor de eenden, ganzen en dwergkwartels.
----------
(1)<MB 2021-03-22/04, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art.3. Voor zover fok- en gebruikspluimvee en eendagskuikens die werden ingevoerd, niet werden gevaccineerd tegen de pseudovogelpest, dient al dit pluimvee op kosten van de verantwoordelijke door een aangenomen dierenarts, binnen de 24 uur na aankomst op het bedrijf van bestemming, te worden gevaccineerd tegen pseudovogelpest.
Art.4.§ 1. [1 ...]1
§ 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 14, § 5, van het koninklijk besluit van 16 juli 1981 [1 ...]1 kan de inspecteur-dierenarts in de beschermingsgebieden als bedoeld bij artikel 2, § 1, en artikel 3bis van het ministerieel besluit van 4 mei 1992 en de toezichtsgebieden als bedoeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 4 mei 1992, de vaccinatie opleggen van andere vogelsoorten volgens de vaccinatieschema's en methodes vastgelegd door het Hoofd van de Dienst.
§ 3. [1 ...]1
----------
(1)<MB 2021-03-22/04, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art.5.[1 De vaccinatie van het pluimvee gehouden op een bedrijf als bedoeld in artikel 5, eerste lid, a), i), van het koninklijk besluit van 17 juni 2013 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor inrichtingen voor pluimvee, wordt verricht door de bedrijfsdierenarts zoals bedoeld in artikel 2, punt 21°, van hetzelfde besluit.]1
----------
(1)<KB 2013-06-17/10, art. 47, 002; Inwerkingtreding : 25-07-2013>
Art.6. De dierenarts belast met de inenting voert op het ogenblik van de inenting een klinisch onderzoek en een inventarisering uit van het aanwezige pluimvee en vult ter plaatse een register in. Dit register wordt door de verantwoordelijke bewaard gedurende één jaar na de laatste inschrijging. Bij elke gedagtekende inschrijving van een vaccinatie plaatst de dierenarts die verantwoordelijk is voor de enting zijn stempel en handtekening. Het register wordt gelijkgesteld met het entgetuigschrift bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 16 juli 1981.
Art.7. Behalve het doen voorleggen van het register of een inentingsgetuigschrift kan de inspecteur-dierenarts doen overgaan tot de opsporing van antistoffen.
Art.8.Ontheffing op de verplichte inenting kan door de inspecteur-dierenarts worden toegestaan voor een bedrijf of een deel van een bedrijf :
1. aan de bedrijven die [1 een toelating hebben in toepassing van het voornoemde koninklijk besluit van 17 juni 2013]1, indien :
- de verantwoordelijke van het bedrijf de ontheffing heeft aangevraagd. Hij richt hiertoe een met redenen omkleed verzoek aan de inspecteur-dierenarts;
- het bedrijf gelegen is op een afstand van ten minste 300 meter van enig ander pluimveebedrijf;
2. aan de erkende instellingen voor wetenschappelijk onderzoek.
----------
(1)<KB 2013-06-17/10, art. 47, 002; Inwerkingtreding : 25-07-2013>
Art.9. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de hoofdstukken V en VI van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.
Art.10. Onverminderd de bepalingen van artikel 8 van het koninklijk besluit van 16 juli 1981 houdende maatregelen van gezondheidspolitie betreffende de vogelpest en de pseudovogelpest, verliest de verantwoordelijke die de bepalingen van dit besluit niet naleeft, elk recht op vergoeding.
Art.11. § 1. <wijzigingsbepaling van artikel 1, §§ 2 en 3, van MB 1992-05-04/30>
§ 2. <wijzigingsbepaling van artikel 1bis, § 1, 7°, van MB 1992-05-04/30>
Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Bijlage.
Art. N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art. 1N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art. 2N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art. 3N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art. 4N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art. 5N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>
Art. 6N.
<Opgeheven bij MB 2021-03-22/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-04-2021>