9 DECEMBER 1992. - Koninklijk besluit betreffende de produktie, de handel, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van varkenssperma. (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse overheid door BVR2010-03-19/22, art. 60, 3°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2011) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2018-09-27/15, art. 41,7°, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2018) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2006 en tekstbijwerking tot 04-12-2018)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen.
Art. 2-4
Art. 4 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK III. - Sankties.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 6-8
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
1° sperma : het al of niet behandelde, verdunde, gekoelde of diepgevroren ejaculaat van een als huisdier gehouden varken;
2° donor : mannelijk varken behorende tot het beslag van een erkend spermacentrum;
3° spermacentrum : inrichting waar sperma wordt gewonnen, behandeld en opgeslagen voor gebruik bij kunstmatige inseminatie;
4° dierenarts van het spermacentrum : aangenomen dierenarts verantwoordelijk voor het sanitair toezicht op het spermacentrum;
5° partij sperma : een hoeveelheid sperma waarvoor één enkel sanitair certificaat wordt afgeleverd en dat voor één enkele bestemmeling is bestemd;
6° land van oorsprong : lid-Staat of derdeland waar het sperma wordt gewonnen;
7° land van herkomst : lid-Staat of derde land van waar het sperma wordt verzonden;
8° het Bestuur : het Bestuur Veelteelt en Diergeneeskundige Dienst van het Ministerie van Landbouw;
9° de Minister : de Minister die de landbouw tot zijn bevoegdheid heeft.
Art. 1_VLAAMS_GEWEST. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° sperma : het al of niet behandelde, verdunde, gekoelde of diepgevroren ejaculaat van een als huisdier gehouden varken; 2° donor : mannelijk varken behorende tot het beslag van een erkend spermacentrum; 3° spermacentrum : inrichting waar sperma wordt gewonnen, behandeld en opgeslagen voor gebruik bij kunstmatige inseminatie; 4° dierenarts van het spermacentrum : aangenomen dierenarts verantwoordelijk voor het sanitair toezicht op het spermacentrum; 5° partij sperma : een hoeveelheid sperma waarvoor één enkel sanitair certificaat wordt afgeleverd en dat voor één enkele bestemmeling is bestemd; 6° land van oorsprong : lid-Staat of derdeland waar het sperma wordt gewonnen; 7° land van herkomst : lid-Staat of derde land van waar het sperma wordt verzonden; 8° (de bevoegde entiteit : het Departement Landbouw en Visserij;) <MB 2006-04-28/51, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006> 9° de Minister : de Minister die de landbouw tot zijn bevoegdheid heeft.
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen.
Art.2. Sperma kan slechts voor de kunstmatige inseminatie van zeugen, behorend tot een ander beslag dan dit van de donor, worden gebruikt wanneer het :
1° gewonnen, behandeld en opgeslagen werd in een door de Minister erkend spermacentrum;
2° gewonnen, behandeld en opgeslagen werd in een spermacentrum erkend door de bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong, overeenkomstig de bepalingen van de richtlijn van de Raad 90/429/EEG;
3° gewonnen, behandeld en opgeslagen werd in een spermacentrum, gelegen in een derde land, dat door de Commissie van de Europese Gemeenschappen werd erkend voor het verzenden van sperma naar de EEG.
Art.3. De Minister bepaalt :
1° de voorwaarden waaraan een spermacentrum moet voldoen om een erkenning te bekomen;
2° de sanitaire en zoötechnische voorwaarden waaraan de dieren dienen te voldoen om toegelaten te worden tot een spermacentrum;
3° de voorwaarden voor het verhandelen van sperma.
Art.4.Indien aan de bepalingen in artikelen 2 en 3 niet meer voldaan wordt of wanneer de sanitaire toestand dit noodzakelijk maakt, kan de Minister :
1° op voordracht van het Bestuur de erkenning van het spermacentrum intrekken;
2° de aanvoer van sperma uit een spermacentrum, gelegen in een lid-Staat opschorten, in opslag genomen partijen uit dat spermacentrum terugzenden of vernietigen, onderweg zijnde partijen van oorsprong of herkomstig uit dit centrum terugwijzen of indien dit mogelijk is, vernietigen;
3° de invoer van sperma uit een spermacentrum, gelegen in een derde land opschorten, in opslag genomen partijen terugzenden of vernietigen, onderweg zijnde partijen terugwijzen, of indien die niet mogelijk is, vernietigen.
Art. 4_VLAAMS_GEWEST. Indien aan de bepalingen in artikelen 2 en 3 niet meer voldaan wordt of wanneer de sanitaire toestand dit noodzakelijk maakt, kan de Minister : 1° op voordracht van (de bevoege entiteit) de erkenning van het spermacentrum intrekken; <MB 2006-04-28/51, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006> 2° de aanvoer van sperma uit een spermacentrum, gelegen in een lid-Staat opschorten, in opslag genomen partijen uit dat spermacentrum terugzenden of vernietigen, onderweg zijnde partijen van oorsprong of herkomstig uit dit centrum terugwijzen of indien dit mogelijk is, vernietigen; 3° de invoer van sperma uit een spermacentrum, gelegen in een derde land opschorten, in opslag genomen partijen terugzenden of vernietigen, onderweg zijnde partijen terugwijzen, of indien die niet mogelijk is, vernietigen.
HOOFDSTUK III. - Sankties.
Art.5. De overtredingen op de veterinairrechtelijke bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken V en VI van de Dierengezondheidswet van 24 maart 1987.
De overtredingen op de zoötechnische bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.6. <Opheffingsbepaling van de artikelen 20, 20bis, 22 et 25bis van KB 1975-06-09/30>
Art.7. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.