20 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten.
Art. 1-7
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
" In de zin van het huidig besluit kunnen de kalveren gehouden in een erkende kalvermesterij zoals gedefinieerd in het ministerieel besluit van 29 januari 1998 tot uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 een aparte ondersoort vormen en het onderwerp uitmaken van een afzonderlijke overeenkomst. ";
2° in § 2 wordt het woord " opzeggen " vervangen door het woord " beëindigen ";
3° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid :
" De erkende dierenarts aangeduid als bedrijfsdierenarts moet een einde maken aan de overeenkomst zodra hij een strafmaatregel ondergaat die hem voor langer dan drie maanden onbeschikbaar maakt. ";
4° Aan artikel 2 van hetzelfde besluit worden de §§ 3 en 4 toegevoegd, luidend als volgt :
" § 3. In geval van beëindiging van een overeenkomst nodigt de inspecteur-dierenarts die verwittigd werd door de vragende partij, de andere partij uit, om haar standpunt over deze ontbinding te laten kennen en gaat binnen dertig dagen over tot een onderzoek.
§ 4. In onderling akkoord duiden de twee partijen een plaatsvervangende erkende dierenarts aan belast met de vervanging van de bedrijfsdierenarts in geval van onbeschikbaarheid. Hij treedt slechts op direct verzoek van de verantwoordelijke op nadat hij de onbeschikbaarheid van de bedrijfsdierenarts heeft nagegaan.
Tijdens de periode van onbeschikbaarheid van bovengenoemde verzekert hij bij de verantwoordelijke de verplichtingen van bedrijfsdierenarts, vastgelegd in dit besluit.
Vanaf het einde van de periode van onbeschikbaarheid moet deze plaatsvervangend dierenarts de bedrijfsdierenarts informeren over alle prestaties vervuld in het kader van het epidemiologisch toezicht en de preventie van aangifteplichtige runderziekten.
De verantwoordelijke, de bedrijfsdierenarts en de plaatsvervangend bedrijfsdierenarts die deze opdracht aanvaardt, stellen een overeenkomst op ter aanduiding van een plaatsvervangend dierenarts in drie exemplaren overeenkomstig het model gevoegd als bijlage bij dit besluit.
De plaatsvervangend bedrijfsdierenarts stuurt zonder uitstel een kopie van zijn exemplaar aan de inspecteur-dierenarts van de omschrijving waar het beslag zich bevindt.
Buiten de overeenkomsten die elke erkende dierenarts mag afsluiten volgens de bepalingen bedoeld in § 1, tweede lid, mag hij in hoedanigheid van plaatsvervanger nog maximaal 100 overeenkomsten afsluiten.
De beëindiging van de overeenkomst tussen een verantwoordelijke en een bedrijfsdierenarts heeft het einde van de overeenkomst ter aanduiding van een plaatsvervangend bedrijfsdierenarts binnen dertig dagen tot gevolg. "
Art.2. In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden " De bedrijfsdierenarts kan een andere aangenomen dierenarts aanwijzen om onder zijn verantwoordelijkheid de hierboven... " vervangen door de volgende woorden " De bedrijfsdierenarts kan de plaatsvervangend bedrijfsdierenarts aanwijzen om de hierboven... ".
Art.3. Artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling :
" § 2. Bij het niet naleven van de bepalingen van dit besluit kan de bedrijfsdierenarts of de plaatsvervangende bedrijfsdierenarts, op voorstel van de Dienst, sancties oplopen zoals voorzien in artikel 9 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende het Organiek Reglement van de Veterinaire Diensten.
De Dienst doet het in het vorige lid bedoelde voorstel van sanctie op basis van een verslag van de bevoegde inspecteur-dierenarts. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van de betrokken dierenarts. Deze laatste kan, binnen acht dagen na de kennisgeving, de Dienst bij aangetekend schrijven verzoeken om te worden gehoord. De betrokken dierenarts moet worden gehoord binnen drie weken na het indienen van dit verzoek. "
Art.4. De bijlage van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage van het huidig besluit.
Art.5. In de vier maanden volgend op het in werking treden van het huidig besluit, moeten alle overeenkomsten die werden aangegaan tussen de verantwoordelijke en de bedrijfsdierenarts beantwoorden aan het model van de nieuwe bijlage zoals bedoeld in het bovengenoemd artikel 6.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.7. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER
BIJLAGE.
Art. N. Overeenkomst tussen de verantwoordelijke en de bedrijfsdierenarts voor uitvoering van de bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en de preventie van aangifteplichtige runderziekten en Overeenkomst ter aanduiding van een plaatsvervangend dierenarts.
(Formulieren niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 24-01-2003, p. 2389-2390).
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 20 december 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER.