4 JULI 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest.
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N4
Artikel 1. Aan artikel 1 van het ministerieel besluit van 6 juni 2002, houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest, wordt het volgende gedachtestreepje toegevoegd :
- Centrum voor Preventie en Diergeneeskundige Begeleiding : Centrum opgericht bij de v.z.w. Verenigingen voor dierenziektenbestrijding bedoeld in hoofdstuk 2 van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987;
- Opsporingscentrum : het Centrum voor Preventie en Diergeneeskundige Begeleiding van Loncin.
Art.2. In het zelfde besluit wordt een artikel 6bis toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 6bis. § 1. De dienst stelt een programma op voor het klinisch onderzoek en de staalnemingen, die voortvloeien uit de toepassing van artikel 6 van dit besluit. Het programma bepaalt de aard en de omvang van het klinisch onderzoek, de aard en het aantal staalnemingen en de uiterste datum van uitvoering ervan.
a) De inspecteur-dierenarts geeft voor elk varkensbeslag aan de bedrijfsdierenarts opdracht voor het uitvoeren van dit programma. De bedrijfsdierenarts is ertoe gehouden de onderrichtingen van de inspecteur-dierenarts op te volgen.
b) De in punt a aangeduide dierenarts, wordt als volgt vergoed voor zijn/haar prestaties :
- voor een bedrijfsbezoek, dat wordt uitgevoerd in het kader van de toepassing van dit artikel, wordt een vergoeding toegekend ten bedrage van 25 euro per opdracht, vóór belasting op de toegevoegde waarde;
- voor het preleveren van bloedmonsters op het beslag, wordt per bloedmonster een vergoeding toegekend ten bedrage van 2,50 euro, vóór belasting op de toegevoegde waarde, op voorwaarde dat :
1° de selectie van de bemonsterde dieren, de bloedname en de identificatie werden uitgevoerd volgens de onderrichtingen van de inspecteur-dierenarts,
2° de gevraagde documenten correct en volledig werden ingevuld,
3° de gestelde termijn werd gerespecteerd.
De als vergoeding toegekende bedragen zijn ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten.
c) De volgens punt b bepaalde vergoedingen worden aan de aangeduide bedrijfsdierenarts uitbetaald op voorleggen van een behoorlijk ingevulde, gerechtvaardigde kostenstaat, die door de inspecteur-dierenarts juist werd verklaard. Een model van de kostenstaat is in bijlage 5 bij dit besluit gevoegd.
§ 2. Indien bij het nemen van bloedmonsters sterfte optreedt bij de bemonsterde varkens, dan :
a) moet de verantwoordelijke onmiddellijk de inspecteur-dierenarts en het Opsporingscentrum van de sterfte op de hoogte brengen. De gestorven varkens moeten door het Opsporingscentrum uiterlijk binnen de 24 uur na de bloedname worden opgehaald. Het vervoer van de kadavers moet vergezeld gaan van een vervoerdocument voor diagnostisch materiaal volgens het model in bijlage 6 bij dit besluit, dat wordt afgeleverd door de inspecteur-dierenarts, evenals van een verslag van de dierenarts die de bloedmonsters heeft genomen;
b) moet door middel van een verklaring, waarvan een model gevoegd is in bijlage 7 bij dit besluit, door het Opsporingscentrum worden bevestigd dat de aangeboden varkens gestorven zijn binnen de 24 uur na de bloedname. Er wordt eveneens een lijkschouwingsverslag opgemaakt;
c) moet door de eigenaar van de gestorven varkens een schuldvordering worden ondertekend, waarvan een model is bijgevoegd in bijlage 8 bij dit besluit. Deze schuldvordering wordt, vergezeld van de documenten bedoeld in punten a en b , overhandigd aan de inspecteur-dierenarts. De waarde van de gestorven varkens wordt bepaald door de inspecteur-dierenarts en de schuldvordering wordt door hem geviseerd. De vergoeding is ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten. "
Art.3. De bijlagen bij dit besluit worden als volgt toegevoegd bij het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest :
- bijlage 1 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 5;
- bijlage 2 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 6;
- bijlage 3 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 7;
- bijlage 4 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 8.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2002.
Brussel, 4 juli 2002.
Mevr. M. AELVOET
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Kostenstaat voor de bedrijfsbezoeken en de bloedmonsternames.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 06-07-2002, p. 30440).
Art. N2. Bijlage 2. Bevestiging van sterfte van een varken na een bloedname.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 06-07-2002, p. 30441).
Art. N3. Bijlage 3. Verklaring van sterfte van een varken na een bloedname.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 06-07-2002, p. 30442).
Art. N4. Bijlage 4. Schuldvordering klassieke varkenspest.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 06-07-2002, p. 30443).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 4 juli 2002.
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. AELVOET.