Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 OKTOBER 1994. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1990016156 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1, § 1 van het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 1.
  § 1. Elke verzameling van varkens met uitzondering van slachtvarkens is verboden op gans het grondgebied van het Rijk. Dit verbod is niet van toepassing op het samenbrengen van varkens van verschillende bedrijven op eenzelfde voertuig wanneer dit gebeurt voor rechtstreeks vervoer naar eenzelfde bestemming.
  Indien op het vervoermiddel evenwel meer varkens worden vervoerd dan kunnen worden gehuisvest in de te vullen stal of stallen op het bedrijf van bestemming mag het restant varkens op een tweede bedrijf van bestemming worden gelost. "

Art.2. Artikel 2, § 1quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij ministerieel besluit van 25 augustus 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Onverminderd de bepalingen van § 1quinquies wordt het toezichtsgebied onder § 1bis " herbevolkingsgebied " genoemd. In het herbevolkingsgebied worden de maatregelen bedoeld onder § 2 opgeheven. "

Art.3. In het artikel 2 van hetzelfde besluit wordt een § 1quinquies ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 1quinquies. Er wordt een toezichtsgebied afgebakend dat omvat :
  a) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Gent gelegen ten westen van de lijn gevormd door de N43 en de Ringvaart;
  b) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Lovendegem gelegen ten westen van de Ringvaart;
  c) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Evergem gelegen ten westen van de lijn gevormd door de Bruggesteenweg, Rabotstraat, Rabotwegel, Buntstraat, Westbeke, Steenovenstraat, Molenhoek, Kromvelde, Zevekotestraat, de N456, Wurmstraat, Langendam en Daasdonk;
  d) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Waarschoot gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door 't Hand, Molenstraat, Stationsstraat, Schoolstraat en de N9;
  e) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Eeklo gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door de N., Koning Albertstraat, de N499, Nijverheidskaai en Nieuwendorpe;
  f) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Maldegem gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door de Vulderstraat, Appelboom, Onderdijke en de Urselweg;
  g) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Knesselare gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de Drongengoedweg, de Westvoordestraat, de N461 en de N44;
  h) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Aalter gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door de Buntelarestraat, Vaartlaan, Blekkervijverstraat, Wingenestraat en ten noorden van Hooggoed;
  i) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Ruiselede gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de Zandberg, Kruiskerkestraat, Wantestraat, Buisstraat, Ommegangstraat, Poekestraat en Reigerstraat;
  j) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Deinze gelegen ten noorden van de lijn gevormd door de N35, Tweebruggenlaan, de N14 en de N43;
  k) het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Sint-Martens-Latem gelegen ten noorden van de N43;
  l) het grondgebied van de gemeenten Zomergem en Nevele. "

Art.4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 5 luidend als volgt :
  " § 5. Indien de bepalingen van § 4 niet worden nageleefd, verliest de eigenaar elk recht op de vergoeding bedoeld in artikel 15, § 1 van het koninklijk besluit van 10 september 1981 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de klassieke varkenspest en de Afrikaanse varkenspest. "

Art.5. In artikel 9, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden " tweemaal per week " vervangen door de woorden " ten minste eenmaal per week ".
  Het tweede lid van dezelfde paragraaf wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De opeenvolgende onderzoeken bedoeld bij deze paragraaf moeten gebeuren met tenminste vier dagen tussentijd. "

Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Brussel, 7 oktober 1994.
  A. BOURGEOIS