14 SEPTEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1990 betreffende de identificatie van runderen.
Art. 1-13
Bijlagen.
Art. N1-N2
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 december 1990 betreffende de identificatie van runderen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 oktober 1993, wordt gewijzigd als volgt :
1. De punten 7° en 8° worden vervangen door volgende bepalingen :
" 7° Veebeslag : het geheel van een aantal runderen gehouden in een geografisch omschreven entiteit en die een duidelijk omschreven eenheid vormen op basis van de epidemiologische banden, vastgesteld dor de inspecteur-dierenarts. Er mag aan het veebeslag slechts één sanitair statuut per bepaalde ziekte worden toegekend. De localisatie van het veebeslag wordt vastgesteld op basis van het adres en de coördinaten van de geografische entiteit.
8° Geografische entiteit : elk gebouw of complex van gebouwen dat een eenheid vormt, de erbij horende terreinen daarin begrepen, waar runderen worden gehouden of die daartoe besemd zijn. "
2. Er wordt een punt 9° aan toegevoegd luidend als volgt :
" 9° Sanitel : geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met identificatie en registratie van de runderen. "
Art.2. Artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door volgende bepaling :
" Artikel 16. § 1. Het identificatiedocument waarvan het model is opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit, bestaat uit 3 afscheurbare luiken, met name :
luik 1, het merkluik;
luik 2, het vertrekluik;
luik 3, het begeleidingsdocument.
Op elk van deze 3 luiken die zijn vastgehecht aan een strook, zijn volgende vermeldingen voorgedrukt :
1° het werknummer;
2° het nummer van het veebeslag.
Bovendien zijn eveneens voorgedrukt :
op luik 1 : de naam en het adres van de verantwoordelijke en het adres van het veebeslag;
op luik 2 : - de naam van de verantwoordelijke;
- het adres van het veebeslag.
Daarnaast kan het identificatiedocument worden aangevuld met elke vermelding, voorgeschreven door de Dienst, om de sanitaire toestand, de identiteit van het dier of aan het dier gekopelde gegevens vast te stellen.
§ 2. Op de strook bevindt zich een sanitair vignet dat het begeleidingsdocument valideert wanneer het op de daartoe voorziene plaats is gekleefd. Het gevalideerde begeleidingsdocument is vanaf de ingevulde vertrekdatum gedurende 30 dagen geldig.
Voor veebeslagen die officieel vrij van brucellose, officieel vrij van tuberculose én vrij van leucose zijn, staat het werknummer op het sanitair vignet gedrukt. Dit vignet treedt in de plaats van het attest bedoeld in artikel 40 van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose. "
Art.3. Artikel 17 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 17. § 1. Bij het merken van een rund overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 2, van dit besluit, registreert de verantwoordelijke dit rund door het invullen van de geboortedatum, het haarkleed, het geslacht en desgevallend het levensnummer op luik 1 en 3 van het overeenstemmende identificatidocument. Hij licht het Verbond in door het overmaken van het merkluik van het identificatiedocument overeenkomstig de onderrichtingen van de Dienst.
§ 2. Bij het verwijderen van een rund uit zijn veebeslag vult de verantwoordelijke op luik 3, " begeleidingsdocument ", de vertrekdatum in en plaatst zijn handtekening. Daarna kleeft hij het sanitair vignet hierop. Op luik 2, het " vertrekluik " wordt eveneens de vertrekdatum, de naam van de overnemer, en diens handtekening geplaatst. De verantwoordelijke overlater maakt het vertrekluik over aan het verbond en het gevalideerd begeleidingsdocument vergezelt het rund. "
Art.4. Artikel 18 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door volgende bepalingen :
" Artikel 18. § 1. Bij het toevoegen van een rund aan zijn veebeslag verifieert de verantwoordelijke de geldigheid van het begeleidingsdocument en zijn overeenstemming met het rund. Hij vermeldt op het begeleidingsdocument het nummer van zijn veebeslag en maakt dit over aan het Verbond, overeenkomstig de onderrichtingen van de Dienst.
Het Verbond levert aan de nieuwe verantwoordelijke binnen de 14 dagen na ontvangst van het begeleidingsdocument een identificatiedocument met de nieuwe gegevens van het veebeslag voor zover de voorgeschreven onderzoeken met gunstig resultaat zijn uitgevoerd.
§ 2. De verantwoordelijke voor een te slachten rund overhandigt het gevalideerd begeleidingsdocument aan de uitbater van het slachthuis.
§ 3. De verantwoordelijke voor een gestorven rund maakt binnen de 30 dagen beide luiken van het overeenstemmend identificatiedocument over aan het Verbond, nadat hij de vertrekdatum en, op de keerzijde van het begeleidingsdocument, de vermelding DOOD tussen twee schuine strepen heeft aangebracht.
§ 4. De uitbater van het slachthuis houdt de begeleidingsdocumenten van de geslachte dieren ter beschikking van de Dienst, nadat een stempel met vermelding van slachtdatum, slachthuisbenaming en desgevallend erkenningsnummer, op de keerzijde is aangebracht. "
Art.5. In artikel 19 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°
§ 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. De inventaris van het veebeslag, waarvan het model in bijlage 3 is opgenomen wordt door de verantwoordelijke bijgehouden en bij het Verbond in Sanitel beheerd.
Deze inventaris vermeldt :
1° naam, voornaam en adres van de verantwoordelijke;
2° adres van het veebeslag;
3° voor elk rund dat zich in het veebeslag bevindt :
a) het werknummer en desgevallend het exclusief nummer;
b) geboortedatum, haarkleed en geslacht;
c) elke vermelding, voorgeschreven door de Dienst om de gezondheidstoestand van het veebeslag of andere gegevens, gekoppeld aan het rund, vast te stellen. "
2°
§ 4 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 4. De verantwoordelijke moet steeds beschikken over een bijgehouden inventaris van zijn beslag, waarin hij elke wijziging in het veebeslag onmiddellijk vermeldt.
Eenmaal per jaar, na de controle bedoeld in § 2 van dit artikel, levert het Verbond een bijgewerkte inventaris af. De vorige inventaris wordt door de verantwoordelijke en het Verbond gedurende tenminste 3 jaar bewaard. "
Art.6. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het woord " bedrijf " vervangen door de volgende bepaling : " geografische entiteit ".
Art.7. Artikel 23, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 1993 wordt vervangen door volgende bepaling :
" Binnen de honderdtachtig dagen na de geboorte rondt de merker de identificatie van het rund af door het plaatsen van een oormerk met exclusief nummer in het rechteroor. Hij vermeldt dit exclusief nummer op de inventaris en op het identificatiedocument, overeenkomstig de door de Dienst vastgelegde modaliteiten. "
Art.8. Artikel 23, § 2 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
" De verantwoordelijke meldt aan de merker die zich in de geografische entiteit aanmeldt, het verlies van één van de merken van een rund, het verlies van de documenten, of het niet in overeenstemming zijn van deze documenten met de bepalingen van dit besluit. "
Art.9. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
1° alinea 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Bij het overbrengen van runderen in het kader van de normale bedrijfsvoering, binnen de gemeente waar het veebeslag gevestigd is of binnen de aangrenzende gemeenten, moeten de runderen evenwel niet vergezeld gaan van het identificatiedocument. "
2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :
" Het is verboden runderen in een veebeslag te houden waarvan de identificatiedocumenten de naam van de betrokken verantwoordelijke en het juiste adres van het veebeslag niet vermelden. "
Art.10. Een artikel 31bis en een artikel 31ter, luidend als volgt, worden ingevoegd in hetzelfde besluit :
" Artikel 31bis. De identificatiedocumenten kunnen met het oog op controles door de agenten van de overheid, bedoeld in artikel 6 van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, antihormonale, beta-adrenergische werking of produktie stimulerende werking, en in hoofdstuk V van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, worden ingehouden. In dit geval leveren zij voor de betrokken documenten een ontvangstbewijs af.
In toepassing van de premieregelingen, ingesteld bij Beschikking (EEG) nr. 805/68, kunnen de identificatiedocumenten eveneens worden ingehouden door de agenten van de overheid, aangeduid krachtens de koninklijke besluiten van 3 februari 1994 betreffende de speciale premie voor producenten van rundsvlees en van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie. In deze twee gevallen wordt de duur van inhouding beperkt tot de voorgeschreven periode gedurende dewelke de betrokken dieren moeten verder gehouden worden. Deze agenten leveren voor de betreffende documenten een ontvangstbewijs af waarop de uiterste geldigheidsdatum vermeld staat.
Artikel 31ter. De bijlagen bij dit besluit kunnen door de Minister worden gewijzigd en aangevuld. "
Art.11. Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 33. De Minister bepaalt de einddatum van de overgangsperiode gedurende dewelke de voorheen gebruikte inventaris van het beslag en de bestaande individuele identificatiedocumenten geldig zijn tot wanneer ze vervangen zijn door de inventaris en de identificatiedocumenten bedoeld bij dit besluit. "
Art.12. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.13. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 september 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw,
A. BOURGEOIS
Bijlagen.
Art. N1. Bijlage 1. - BIJLAGE 1 BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 SEPTEMBER 1994. - BIJLAGE 2 BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 DECEMBER 1990.
Het identificatiedocument.
A. Beschrijving en gebruiksaanwijzing.
Het identificatiedocument is gemaakt van stevig wit papier en bestaat uit een strook en 3 genummerde, afscheurbare luiken.
A.1. De voorzijde.
De achtergrondkleur is olijfgroen, met daarop zwarte en rode druk.
De strook van het identificatiedocument bevindt zich links, is geperforeerd en wordt de strook voor de veehouder genoemd. Op deze strook bevindt zich een zelfklevend en gedeeltelijk doorschijnend sanitair vignet.
Luik 1, merkluik genoemd, wordt gebruikt bij het merken van een nieuwgeboren kalf, om de geboorte te melden aan het Verbond.
Luik 2, het vertrekluik, wordt gebruikt om het definitieve vertrek van het rund uit het beslag (bij verkoop of sterfte) te melden aan het Verbond.
Luik 3, het begeleidingsdocument vergezelt het rund naar zijn nieuwe bestemming nadat het gevalideerd is door het invullen van de vertrekdatum, de handtekening en het aanbrengen van het sanitair vignet.
A.2. De keerzijde.
De keerzijde is wit met zwarte druk. Op de strook voor de veehouder bevinden zich de codes voor het haarkleed.
De gebruiksaanwijzing en de reglementaire bepalingen staan op het merkluik en het vertrekluik van het identificatiedocument in de 3 landstalen.
Op het begeleidigsdocument moeten alle personen die achtereenvolgens het rund overlaten en overnemen zonder het in een veebeslag te brengen, hun naam en handtekening in de daartoe voorziene rubriek plaatsen.
Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 14 september 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw,
A. BOURGEOIS
B. Model - Recto. Verso. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 17/12/1994, p. 31152 tot 31153>
Art. N2. Bijlage 2. - BIJLAGE 2 BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 SEPTEMBER 1994. - BIJLAGE 3 BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 DECEMBER 1990. - MODEL VAN DE INVENTARIS. <Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 17/12/1994, p. 31154>
B. Model - Recto. Verso. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 17/12/1994. p. 31155 tot 31156>