20 NOVEMBER 1992. - Ministerieel besluit houdende maatregelen voor het instellen van een rampenplan ter bestrijding van uitbraken van mond- en klauwzeer. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-12-1992 en tekstbijwerking tot 27-02-2002)
Art. 1-4
Artikel 1. Voor de bestrijding van mond- en klauwzeer wordt een nationaal bestrijdingscentrum ingesteld in het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek.
Voor de diagnose van mond- en klauwzeer wordt een diagnoselaboratorium ingesteld in het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek.
De rechtspersoonlijkheid van het NIDO is ertoe gehouden om, overeenkomstig de richtlijnen van de Dienst, de inrichting van het nationaal bestrijdingscentrum en van het diagnoselaboratorium uit te voeren.
De kosten verbonden aan de inrichting van het nationaal bestrijdingscentrum en van het diagnoselaboratorium, vallen, binnen de perken van de voorziene begrotingskredieten, ten laste van het Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren. De kosten worden betaald op basis van aangiften van schuldvorderingen ingediend door de rechtspersoonlijkheid van het NIDO. Deze schuldvorderingen worden geviseerd door de Dienst. De betaling van voorschotten mag worden toegestaan.
Art.2. Voor de bestrijding van mond- en klauwzeer worden acht regionale bestrijdingscentra ingesteld :
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie West-Vlaanderen, Industrielaan 15, 8820 Torhout;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekte van de provincie Oost-Vlaanderen, Drongenstationstraat 71, 9301 Drongen;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie Antwerpen, Hagenbroeksesteenweg 167, 2500 Lier;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie Limburg, Wetserstraat 14, 3570 Alken;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie Henegouwen, drève du Prophète 2, 7000 Mons;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie Namen, chaussée de Marche 604, 5101 Erpent;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie Luik, avenue Alfred Deponthière 40, 4431 Ans;
- het verbond tot bestrijding van dierenziekten van de provincie Luxemburg, rue du Carmel 2, 6900 Marloie.
De bovenvermelde verbonden tot bestrijding van dierenziekten zijn ertoe gehouden om, overeenkomstig de richtlijnen van de Dienst, de inrichting van het regionaal bestrijdingscentrum met inbegrip van de nodige laboratoriumvoorzieningen uit te voeren.
De kosten verbonden aan de inrichting van de regionale bestrijdingscentra vallen, binnen de perken van de voorziene begrotingskredieten, ten laste van het Fonds voor de gezondheid en de produktie der dieren. Voor het begrotingsjaar 1992 wordt hiertoe een forfaitaire vergoeding van 4 miljoen frank per bestrijdingscentrum toegekend.
(Voor het begrotingsjaar 1993 wordt hiertoe een forfaitaire vergoeding van 2 miljoen frank per bestrijdingscentrum toegekend.) <MB 1993-09-27/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1993>
(De kosten verbonden aan handhaven van de regionale bestrijdingscentra vallen binnen de perken van de voorziene begrotingskredieten, ten laste van het Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren. Vanaf het begrotingsjaar 1994 wordt hiertoe jaarlijks een forfaitaire vergoeding van (25.000 EUR) per bestrijdingscentrum toegekend.) MB 1994-07-01/34, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 1994-08-22> <MB 2001-12-21/84, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3. De Dienst gaat jaarlijks na of de voorziene infrastruktuur in het nationaal bestrijdingscentrum het diagnoselaboratorium en de regionale bestrijdingscentra aanwezig is. De Dienst kan door de organisatie van oefeningen de beschikbaarheid van de bestrijdingscentra nagaan.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 6 november 1992.