Details





Titel:

28 AUGUSTUS 1991. - Koninklijk besluit betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in veterinaire en zoötechnische wetgeving. (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2018-09-27/15, art. 41,2°, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2018) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2006 en tekstbijwerking tot 04-12-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006036061  2018205958 



Artikels:

Artikel 1. De regels en voorwaarden volgens dewelke de Belgische Staat bijstand verleent aan de andere Lid-Staten van de Europese Gemeenschap, of om hun bijstand verzoekt, en met de Kommissie samenwerkt ten einde een juiste toepassing van de veterinaire en zoötechnische voorschriften te verzekeren, zijn deze die in de richtlijn 89/608/EEG van de Raad van 21 november 1989 voorkomen.

Art.2.In de zin van artikel 2 van de voornoemde richtlijn is de verzoekende of aangezochte autoriteit :
  - op het gebied van veterinaire wetgeving : de Diergeneeskundige Dienst van het Ministerie van Landbouw;
  - op het gebied van zoötechnische wetgeving : de Dienst Veeteelt van het Ministerie van Landbouw.

Art. 2_VLAAMS_GEWEST.    In de zin van artikel 2 van de voornoemde richtlijn is de verzoekende of aangezochte autoriteit :  - op het gebied van veterinaire wetgeving : de Diergeneeskundige Dienst van het Ministerie van Landbouw;  - op het gebied van zoötechnische wetgeving : (het Departement Landbouw en Visserij). <MB 2006-04-28/51, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>


Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4. Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.