5 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
" Wanneer zij tussenkomen in het kader van het epidemiologisch toezicht of bij het certificeren van dieren of beslagen, plaatsen de erkende dierenartsen zich niet, of laten ze zich niet plaatsen in een toestand van belangenconflicten, dit wil zeggen in een toestand waarin zij zelf of via een tussenpersoon een persoonlijk voordeel hebben dat de onpartijdige en objectieve uitoefening van hun opdracht kan beïnvloeden of de gewettigde verdenking ervan kan oproepen. ";
2° dit artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" De erkende dierenartsen worden vergoed voor de diensten uitgevoerd in het kader van hun officiële opdrachten met een bedrag bepaald na overleg met de vertegenwoordigers van de veterinaire beroepsverenigingen en de Orde der Dierenartsen. "
Art.2. Het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " Terechtwijzing, weigering tot toekenning, opschorting en intrekking van de erkenning ".
Art.3. In artikel 8 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " een terechtwijzing " worden ingevoegd in punt 1° van de eerste paragraaf tussen de woorden " weigering tot toekenning, " en " een schorsing ";
2° in de tweede paragraaf, worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt :
" Alle leden van de commissie worden door de Minister aangewezen uit de statutaire personeelsleden van de FOD en het Agentschap en uit de erkende dierenartsen. Wat die laatste betreft, stelt de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen een lijst met kandidaten voor aan de Minister voor alle te begeven posten. Deze Hoge Raad kan op elk ogenblik aan de Minister vragen een einde te stellen aan het mandaat van één of meerdere van zijn aangeduide leden en stelt hem dan, ter zijner of hun vervanging een nieuwe lijst kandidaten voor.
Elke kamer is samengesteld uit :
1° een jurist van de FOD en een dierenarts van de dienst Sanitair Beleid Dieren en Planten van de FOD;
2° een jurist en een dierenarts van het Agentschap;
3° vier erkende dierenartsen.
Alle leden hebben een plaatsvervanger eveneens aangewezen door de Minister volgens dezelfde modaliteiten als de leden titularis. ";
3° de derde paragraaf wordt vervangen als volgt :
" § 3. De kamer vergadert rechtsgeldig, na samenroeping van zijn leden door het Hoofd van de diergeneeskundige diensten van de FOD, als ze samengesteld is uit een dierenarts van elke administratie en de jurist uit de administratie die het dossier aan de Commissie heeft overgemaakt. "
Art.4. In artikel 10 van hetzelfde besluit, wordt de eerste paragraaf vervangen als volgt :
" § 1. Onverminderd de bepalingen van artikelen 12 en 13 kan de Minister of zijn afgevaardigde, de erkende dierenarts terechtwijzen, zijn erkenning voor maximum drie jaar schorsen of ze intrekken wanneer hij de plichten bedoeld in artikelen 5, 6 of 7 niet nakomt of indien niet meer voldaan is aan de voorwaarden vastgelegd in artikel 2.
De Minister kan beslissen de uitspraak van de schorsing op te schorsen. Hij stelt de duur ervan vast, welke niet minder dan een jaar en niet meer dan drie jaar mag bedragen met ingang van de datum van de beslissing. "
Art.5. Artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2002, wordt aangevuld met de volgende zin :
" De tijdelijke schorsing van de erkenning zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen wordt hiervoor niet mee in rekening genomen. "
Art.6. Artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2002, wordt aangevuld met de volgende zin :
" De tijdelijke schorsing van de erkenning zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen wordt hiervoor niet mee in rekening genomen. "
Art.7. Artikel 3, § 2, laatste lid, van het koninklijk besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 december 2004, wordt aangevuld met de volgende zin :
" De tijdelijke schorsing van de erkenning zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen wordt hiervoor niet mee in rekening genomen. "
Art.8. In artikel 13 van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, eerste lid, punt 2° wordt opgeheven;
2° paragraaf 2, eerste lid, punt 2° wordt opgeheven.
Art. 9. De Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE