Details





Titel:

11 JULI 1969. - [Wet betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt]. <W2007-03-01/37, art. 114, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007> (NOTA : Opgeheven wat het Waalse Gewest betreft bij DWG2013-06-27/15, art. 61, 010; Inwerkingtreding : 09-08-2013) (NOTA : Opgeheven wat het Vlaamse Gewest betreft bij DVR2013-06-28/15, art. 81, 3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-02-1999 en tekstbijwerking tot 22-09-2022)



Inhoudstafel:

TITEL I. Maatregelen betreffende de grondstoffen voor de landbouw, de tuinbouw, de bosbouw en de veeteelt.
Art. 1, 1bis, 2-3
TITEL II- (opgeheven) <W 2003-03-28/42, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 09-05-2003>
Art. 4-5
TITEL III- Algemene bepalingen.
Art. 6, 6bis, 7-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  1969120803  1972051204  1973091425  1976011306  1977052603  1977122704  1981001806  1981002023  1981002059  1981002162  1981002199  1982000609  1982000610  1982001000  1982001431  1983016090  1985013065  1985013296  1985913295  1987016077  1987025021  1988025330  1989025353  1990025343  1991016166  1991016170  1991025388  1992013161  1992016029  1992016194  1992016233  1993016010  1993016148  1993925326  1994016033  1994016082  1994016091  1994016113  1994016128  1994016158  1994025209  1994091450  1995016019  1995016044  1995016070  1995016071  1995016092  1995016105  1995016133  1995016147  1995016174  1995016175  1995016179  1995016188  1995016189  1995016221  1995016222  1995016223  1995025227  1995025256  1996016004  1996016040  1996016096  1996016098  1996016146  1996016150  1996016155  1996016158  1996016190  1996016211  1996016270  1997016143  1997016144  1997016164  1997016185  1997016258  1997016260  1997022365  1997022891  1998016006  1998016022  1998016030  1998016056  1998016058  1998016079  1998016082  1998016123  1998016141  1998016190  1998016222  1998016231  1998016236  1998016245  1998016264  1998016319  1998016332  1998016337  1998016341  1998022759  1998022833  1998022834  1998110850  1999016055  1999016056  1999016180  1999016184  1999016202  1999016203  1999016204  1999016205  1999016249  1999016251  1999016252  1999016261  1999016263  1999016264  1999016296  1999016299  1999016309  1999016327  1999016329  1999016331  1999016363  1999016378  1999016380  1999016393  1999016407  1999016408  1999016415  1999016416  1999016421  1999022834  2000003476  2000016054  2000016066  2000016088  2000016089  2000016091  2000016120  2000016121  2000016122  2000016123  2000016190  2000016192  2000016232  2000016242  2000016261  2000016329  2000016336  2000022869  2001016013  2001016014  2001016020  2001016043  2001016047  2001016146  2001016169  2001016176  2001016206  2001016207  2001016218  2001016219  2001016220  2001016221  2001016222  2001016223  2001016250  2001016251  2001016261  2001016309  2001016319  2001022135  2001022136  2001022574  2001022599  2001022784  2002016003  2002016008  2002016009  2002016015  2002016016  2002016017  2002016018  2002016019  2002016027  2002016049  2002016050  2002016051  2002016054  2002016105  2002022475  2002022495  2002022906  2002023111  2003022084  2003022169  2003022216  2003022306  2003022445  2003022458  2003022459  2003022717  2003022737  2003022738  2003022874  2003023054  2003027514  2003027543  2003035261  2003036096  2003036177  2003201019  2003201587  2004011450  2004022084  2004022148  2004022149  2004022403  2004022533  2004022560  2004022681  2004022706  2004022871  2004027171  2004031144  2004035550  2004035558  2004035916  2004052750  2004200986  2004202839  2005022079  2005022404  2005022816  2005023009  2005023112  2005023114  2005027151  2005031184  2005031185  2005035495  2005035507  2005035613  2005201354  2005202766  2006022162  2006022466  2006022467  2006022468  2006022506  2006022616  2006027041  2006027042  2006027043  2006027044  2006027045  2006031466  2006031467  2006031468  2006031469  2006031470  2006031578  2006031652  2006035044  2006035045  2006035046  2006035060  2006035066  2006035696  2006035932  2006036060  2006036061  2006036080  2006036081  2006036814  2006201079  2006201698  2006202399  2006202925  2006203971  2007022521  2007022646  2007031308  2007031309  2007031310  2007031482  2007035248  2007035249  2007035551  2007035761  2007035762  2007036884  2007202130  2007202131  2007202501  2007203206  2008024281  2008024283  2008031597  2008031615  2008035688  2008036141  2008036143  2008036255  2008201327  2008201667  2008203438  2008203767  2008203938  2008204003  2008204004  2009024028  2009024029  2009024180  2009024231  2009031534  2009031535  2009031536  2009031601  2009035483  2009036145  2009202661  2009205130  2009206075  2010024194  2010024395  2010027075  2010027244  2010031016  2010031210  2010031291  2010031292  2010031293  2010031294  2010031570  2010031571  2010035175  2010035181  2010035391  2010035392  2010035393  2010035394  2010035450  2010035949  2010035981  2010205110  2010206057  2011024172  2011024173  2011024174  2011024326  2011031571  2011031572  2011035095  2011035605  2011035908  2011200475  2011204611  2011205217  2011205606  2012031268  2012031323  2012035496  2012035667  2012035695  2012203324  2012205354  2013024058  2013024068  2013027066  2013027183  2013027184  2013036090  2013205697  2014031459  2014031510  2016031110  2016031459  2016031755  2016031873  2017010844  2017011972  2017013110  2017032076  2017032122  2018012855  2018012856  2018032446  2018032447  2019012257  2020040705  2020041006  2020041334  2020041338  2020041543  2020042175  2020043993  2021031390  2021042080  2021043025  2021043026  2021043027  2021043028  2022020121  2022032147  2022034131  2023040119  2023042028  2023044873  2023046965  2024000857 



Artikels:

TITEL I. _ Maatregelen betreffende de grondstoffen voor de landbouw, de tuinbouw, de bosbouw en de veeteelt.
Artikel 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, hierna genoemd "grondstoffen":
  1° elk geslachtelijk of ongeslachtelijk teeltmateriaal, zoals zaaizaden en pootgoed;
  2° (...) <W 2007-03-01/37, art. 115, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  3° elke stof bestemd om de plantaardige produktie te verbeteren of te bevorderen, zoals meststoffen en bodemverbeterende middelen;
  4° elke stof bestemd om de dierlijke en visproduktie te verbeteren, te bevorderen of te beschermen, zoals dierenvoeders;
  5° elk substraat voor de plantenkultuur.
  (Onbewerkte hoeveproducten die voor de bemesting van de grond bestemd zijn, vallen niet onder de gelding van deze wet). <W 1999-02-05/35, art. 3, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>

Art. 1bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 4; Inwerkingtreding : 29-03-1999> Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld met grondstoffen, de stoffen bestemd voor voeders voor huisdieren.

Art.2.§ 1. [1 Teneinde de belangen te vrijwaren van de fabrikanten, de voortbrengers, de kwekers, de bereiders, de telers, de houders van huisdieren, de verdelers, de gebruikers, de verbruikers, door middel van maatregelen die ertoe strekken bedrog en vervalsing te voorkomen en praktijken te weren die voor gevolg hebben afbreuk te doen aan de normale voorwaarden van de mededinging en teneinde de plantaardige en dierlijke productie te bevorderen, te verbeteren en te beschermen, te zorgen voor een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid, van het milieu en van de gezondheid en het welzijn van de dieren, alsook teneinde duurzame productiemethodes te bevorderen, kan de Koning:]1
  1° bepalen aan welke voorwaarden inzake produktie, vervaardiging, verwerking, bereiding, samenstelling, bewaring, vervoer, kwaliteit, doeltreffendheid, hoeveelheid, oorsprong, herkomst, triëring, verpakking, presentatie, conditionering en publiciteit de grondstoffen moeten voldoen en welke hoedanigheden zij moeten bezitten om te worden in de handel gebracht, verworven, ten toon of te koop gesteld, in bezit gehouden, bereid, vervoerd, verkocht, onder kosteloze of bezwarende titel geleverd, ingevoerd, uitgevoerd of doorgevoerd te worden;
  2° de voorwaarden bepalen waaronder de grondstoffen mogen gebruikt worden;
  3° de merken, loodjes verzegelingen, labels, etiketten, getuigschriften, attesten, bordjes, tekens, verpakkingen, benamingen of andere aanwijzingen of stukken bepalen waaruit het bestaan van de sub 1° bedoelde voorwaarden bewezen of te kennen gegeven wordt;
  4° de activiteiten van de personen die de onder 1° genoemde handelingen stellen onderwerpen aan een voorafgaande machtiging of erkenning verleend door de (Minister bevoegd voor de Volksgezondheid) of door de instelling of de ambtenaar daartoe gemachtigd door de Minister van Landbouw; <W 2007-03-01/37, art. 116, 2°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  5° de voorwaarden vaststellen waaraan de personen moeten voldoen die onderworpen zijn aan een reglementering vastgesteld op grond van deze titel om bedoelde machtiging of erkenning te verkrijgen en te behouden;
  6° de grondstoffen onderwerpen aan facultatieve of verplichte keuring omtrent de herkomst, de echtheid en zuiverheid van soort en ras, de kwaliteit en de goede gezondheidstoestand en de vergoedingen vaststellen welke hiervoor vanwege de fabrikanten, voortbrengers, kwekers, bereiders en telers kunnen worden gevraagd;
  7° (de stoffen bedoeld bij artikel 1 aan voorafgaande erkenning of machtiging van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid onderwerpen en de voorwaarden van verlening, wijziging en intrekking van deze erkenning of machtiging bepalen.) <W 2007-03-01/37, art. 116, 1° en 3°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  § 2. De Koning kan de machtiging of erkenning bedoeld in § 1, 4° en 7° en hun wijzigingen afhankelijk maken van de betaling (van een vergoeding of een verplichte bijdrage). (De koninklijke besluiten betreffende de verplichte bijdragen worden opgeheven wanneer zij door de wetgever niet werden bekrachtigd in het jaar volgend op dat van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.) <W 1999-02-05/35, art. 5, 2° en 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  § 3. De Koning kan de uitoefening van deze van die machten die hij inzonderheid aanwijst aan de (Minister bevoegd voor de Volksgezondheid) overdragen. <W 2007-03-01/37, art. 116, 4°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  ----------
  Art. 2. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  <Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  ----------
  (1)<W 2022-07-12/18, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 22-09-2022>

Art.3. § 1. Ieder verkrijger van krachtens artikel 2 van deze wet gereglementeerde grondstoffen heeft het recht, niettegenstaande elk tegenstrijdig beding, op tegenspraak of, zoniet, ten overstaan van getuigen het nemen van een monster te eisen, met het oog op onderzoek ervan door officiële of private onderzoekingsstations of laboratoria.
  § 2. De (afwijking door de producent, bewust of onbewust, van) een hoofdzakelijke hoedanigheid geeft aanleiding naar keuze van de verkrijger, tot een vordering, hetzij tot (ontbinding), hetzij tot prijsvermindering, onverminderd, in voorkomend geval, de vergoeding van de schade. <W 1999-02-05/35, art. 6, 1° en 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  Als hoofdzakelijke hoedanigheden worden aangezien de normen die voor de grondstoffen worden vastgesteld, alsmede alle hoedanigheden waarvan de vermelding op de factuur, de label, het etiket of de verpakking voorgeschreven of toegelaten wordt door het krachtens artikel 2 getroffen besluit.
  § 3. (...) <W 1999-02-05/35, art. 6, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  § 4. De vorderingen tot (ontbinding) en tot prijsvermindering moeten, op straffe van verval, ingesteld worden binnen de twaalf maanden na de levering; zij blijven ontvankelijk niettegenstaande het geheel of gedeeltelijk gebruik der geleverde waren. <W 1999-02-05/35, art. 6, 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>

TITEL II- (opgeheven)
Art.4. (opgeheven) <W 2003-03-28/42, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 09-05-2003>

Art.5. (opgeheven) <W 2003-03-28/42, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 09-05-2003>

TITEL III- Algemene bepalingen.
Art.6.(Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, worden de overtredingen van deze wet en van de ter uitvoering daarvan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de magistraten van het openbaar Ministerie, de leden van het personeel van de lokale en Federale Politie, alsmede, naar gelang het geval, door de ambtenaren en beambten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aangewezen door de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid, de ambtenaren van de Administratie der Douane en Accijnzen, de inspecteurs en controleurs van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de andere ambtenaren en beambten hiertoe door de Koning aangewezen.) <W 2007-03-01/37, art. 117, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  (Lid 2 opgeheven) <W 1999-02-05/35, art. 7, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  De door deze overheidspersonen opgemaakte processen-verbaal hebben bewijskracht tot het tegenbewijs is geleverd; een afschrift daarvan wordt binnen vijftien dagen na de vaststelling aan de overtreders betekend;
  Dezelfde overheidspersonen kunnen monsters nemen en deze door een daartoe erkend laboratorium laten ontleden.
  In de uitoefening van hun opdracht mogen zij fabrieken, magazijnen, bergplaatsen, burelen, boten, bedrijfsgebouwen, stallen, stapelhuizen, stations, wagons, voertuigen en de in open lucht gelegen bedrijven betreden.
  Zij mogen de niet voor het publiek toegankelijke plaatsen vóór vijf uur 's morgens en na negen uur 's avonds slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank. Dit verlof is eveneens vereist voor het bezoeken van plaatsen die tot woning dienen.
  Zij kunnen zich (ook alle inlichtingen, bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens) doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten, en overgaan tot alle nuttige vaststellingen, eventueel met de medewerking van deskundigen, gekozen uit een lijst door de bevoegde Minister opgemaakt. <W 1999-02-05/35, art. 7, 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  (Indien bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen, wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt, waarvan een kopie aan de houder wordt overhandigd.) <W 1999-02-05/35, art. 7, 4°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
   (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  ----------
  Art. 6. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 6bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 8; Inwerkingtreding : 29-03-1999> Wanneer een overtreding van deze wet of van één van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 6 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
  Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
  De waarschuwing vermeldt :
  a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepalingen;
  b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
  c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings.
  (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

Art.7.De Koning kan de wijze en de voorwaarden van monsterneming vaststellen, de ontledingsmethoden bepalen, het tarief van de ontledingen vaststellen, alsmede de voorwaarden bepalen voor de inrichting en de werking van de ontledingslaboratoria met het oog op hun aanneming door de bevoegde Minister.
  (Het vorig lid is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  ----------
  Art. 7. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.8.§ 1. Onverminderd de toepassing in voorkomend geval, van de strengere straffen bepaald, hetzij bij het Strafwetboek, hetzij bij de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica, wordt gestraft met gevangenisstraf van (vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van 100 tot 10 000 frank) of met één van die straffen alleen: <W 1999-02-05/35, art. 9, 1°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  1° hij die een merk, lood, verzegeling, etiket, getuigschrift, verpakking, benaming, teken, document of enige aanduiding opgelegd of aangenomen bij een krachtens de artikelen 2 en 5 genomen besluit, namaakt of vervalst en hij die wetens, gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, document of aanduiding;
  2° hij die gebruik makend van een merk, lood, verzegeling, label, etiket, getuigschrift, verpakking, benaming, teken, document of enige aanduiding opgelegd of aangenomen bij een krachtens de artikelen 2 en 5 genomen besluit, bedrog pleegt nopens de oorsprong, de hoedanigheid of de waarborg van een grondstof (...) en hij die, bedrieglijk, gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, document of aanduiding; <W 2007-03-01/37, art. 118, 1°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  3° hij die hetzij door berichten, plakbrieven of andere wijzen van aankondiging, hetzij door het gebruik van merken, loden, etiketten, getuigschriften, verpakkingen, benamingen, tekens, documenten of enige aanduidingen veinst of valselijk beweert dat de grondstof (...) door de overheid werd gekeurd of erkend, of hij die zich valselijk op deze keuring of deze erkenning beroept; <W 2007-03-01/37, art. 118, 1°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  4° hij die bedrog pleegt hetzij nopens een der hoofdzakelijke hoedanigheden van een bij deze wet bedoelde grondstof (...), hetzij door het benuttigen voor het aanduiden of betitelen van deze grondstoffen (...) van een benaming die hun niet toekomt, hetzij door het gebruik van andere bedrieglijke praktijken die er toe strekken aan het bestaan van die hoedanigheden te doen geloven; <W 2007-03-01/37, art. 118, 3°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  5° (hij die, zonder erkenning, machtiging of voorafgaande melding een grondstof (...) invoert, vervaardigt, in bezit heeft of in de handel brengt wanneer daarvoor een erkenning, machtiging of voorafgaande melding vereist is;) <W 2003-12-22/42, art. 178, 006; Inwerkingtreding : 10-01-2004> <W 2007-03-01/37, art. 118, 4°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  6° hij die in een grondstof (...), bestemd voor de verkoop vervalst of doet vervalsen; hij die een grondstof of een bestrijdingsmiddel te koop biedt of in voorraad houdt voor de verkoop, te koop stelt, verkoopt of levert wetende dat zij vervalst zijn; hij die kwaadwillig of bedrieglijk vervalsingsprocede's betreffende een grondstof (...) verspreidt of bekendmaakt; <W 2007-03-01/37, art. 118, 5°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  7° hij die een monster van een grondstof (...) vervalst of doet vervalsen; <W 2007-03-01/37, art. 118, 6°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  8° hij die een grondstof (...) waarvan de verkoop, krachtens een ter uitvoering van de artikelen 2 of 5 genomen besluit verboden is, vervaardigt, produceert, in de handel brengt, aanbiedt, ten toon of te koop stelt, in bezit heeft, vervoert, ruilt, verkoopt, of onder kosteloze of bezwarende titel aflevert, (invoert); <W 1999-02-05/35, art. 9, 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999> <W 2007-03-01/37, art. 118, 7°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  9° hij die zich verzet tegen bezoeken, inspecties, inbeslagnemingen, controles, monsternemingen of verzoeken om inlichtingen of documenten door de in artikel 6 van deze wet bepaalde overheidspersonen of die, wetens, onjuiste inlichtingen of documenten verstrekt.
  (10° hij die een grondstof, waarvan de uitvoer verboden is, uitvoert of hij die een grondstof uitvoert met vermelding van Toepassingen die verboden of niet toegelaten zijn in het land van bestemming;
  11° hij die een grondstof gebruikt in omstandigheden of voor een toepassing die verboden of niet toegelaten is krachtens een besluit genomen in uitvoering van de artikelen 2 of 5;) <W 1999-02-05/35, art. 9, 4°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  [1 12° hij die grondstoffen op de markt brengt zonder permanente schriftelijke procedures op basis van de HACCP-principes te hebben opgesteld, die ze niet toepast of niet onderhoudt, wanneer ze verplicht of vereist zijn door de overheid, en degene die onvoldoende toezicht houdt op de naleving van de genomen maatregelen overeenkomstig artikel 2 en die een impact kunnen hebben op de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het milieu.]1
  § 2. Bij herhaling binnen drie jaar na de vorige veroordeling wegens een der overtredingen, bepaald bij § 1 van dit artikel, kunnen de gevangenisstraffen en geldboete verdubbeld worden. De rechtbank kan daarenboven de sluiting bevelen van de inrichting van de veroordeelde voor een termijn van acht dagen tot een jaar.
  § 3. Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op de in dit artikel bepaalde overtredingen van toepassing.
  ----------
  (1)<W 2022-07-12/18, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 22-09-2022>

Art.9. Overtredingen van bepalingen van deze wet of van krachtens artikel 2 of 5 van deze gestelde besluiten die niet in artikel 8 zijn bepaald, worden gestraft met een geldboete van één frank tot vijfentwintig frank en met gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen, of met één van die straffen alleen.
  Bij herhaling binnen twee jaar na de laatste veroordeling voor één van die overtredingen, worden deze bestraft met de bij artikel 8 bepaalde straffen.

Art.10.<W 1999-02-05/35, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999> § 1. Overtredingen van deze wet of van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken van strafrechtelijke vervolgingen of van een administratieve geldboete.
  De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
  § 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
  Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
  § 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
  Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die hij bepaalt, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld.
  § 4. De beslissing van de ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum.
  Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
  Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
  § 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
  § 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
  § 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
  § 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
  De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
  Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
  § 9. (De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboetes. De administratieve geldboetes worden gestort in het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.) <W 2007-03-01/37, art. 119, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  § 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete.
  (§ 11. Dit artikel is niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  ----------
  Art. 10. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.11. De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 mogen, in geval van overtreding, de grondstoffen (...) in beslag nemen. <W 2007-03-01/37, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  Wanneer de in beslag genomen grondstoffen (...) bederfbaar zijn, mogen zij, voor zover zulks verenigbaar is met de eisen van de volksgezondheid, verkocht worden of tegen betaling van een vergoeding teruggegeven worden aan de eigenaar; in dat geval mag er slechts over beschikt worden overeenkomstig de richtlijnen verstrekt door de door de bevoegde Minister aangewezen ambtenaren. De ontvangen som wordt op de griffie van de rechtbank gedeponeerd tot dat over de overtreding uitspraak gedaan is. Dit bedrag treedt in de plaats van de in beslag genomen grondstoffen (...), zowel voor wat de verbeurdverklaring als wat de eventuele teruggave aan de belanghebbende betreft. <W 2007-03-01/37, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  De in beslag genomen grondstoffen (...) worden, naar gelang van het geval, door het bestuur van registratie en domeinen of door het bestuur van douanen en accijnzen verkocht, op tussenkomst van de door de bevoegde Minister aangewezen ambtenaar. <W 2007-03-01/37, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

Art.12. Bij veroordeling kan de rechtbank altijd de verbeurdverklaring en ook de vernietiging van de in beslag genomen produkten bevelen. De verbeurdverklaring en de vernietiging worden steeds bevolen wanneer de aard en de samenstelling van het produkt dit vergen. De vernietiging door de rechtbank bevolen, gebeurt op de kosten van de veroordeelde.
  De rechtbank kan daarenboven bekendmaking van het vonnis bevelen in een of meer dagbladen en de aanplakking ervan op de plaatsen en gedurende de tijd welke zij vaststelt, alles op kosten van de veroordeelde.

Art.13. De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 kunnen, bij administratieve maatregel, grondstoffen (...) waarvan zij vermoeden dat zij niet beantwoorden aan de bepalingen van een krachtens deze wet genomen besluit voorlopig in beslag nemen, voor een termijn door de Koning bepaald, ten einde ze aan een ontleding te onderwerpen. Deze inbeslagneming wordt gelicht op bevel van de overheidspersoon die de grondstof (...) in beslag heeft genomen of ten gevolge het verstrijken van de termijn. <W 2007-03-01/37, art. 121, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>

Art.14. (...) <had uitwerking tot 1-11-1970>

Art.15. Het koninklijk besluit nr 89 van 30 november 1939 houdende aanvulling en samenschakeling van de reglementering van de handel in zaaizaden, allerhande pootgoed, meststoffen en veevoeder, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947, wordt opgeheven.

Art. 16. <W 1999-02-05/35, art. 11; Inwerkingtreding : 29-03-1999> De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit binnen het toepassingsgebied van deze wet alle maatregelen treffen die nodig zijn ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen en de krachtens deze verdragen tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.
  (Het vorig lid is niet van toepassing op de materies die behoren tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>