11 JULI 1969. - [Wet betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt]. <W2007-03-01/37, art. 114, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007> (NOTA : Opgeheven wat het Waalse Gewest betreft bij DWG2013-06-27/15, art. 61, 010; Inwerkingtreding : 09-08-2013) (NOTA : Opgeheven wat het Vlaamse Gewest betreft bij DVR2013-06-28/15, art. 81, 3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-02-1999 en tekstbijwerking tot 22-09-2022)
TITEL I. Maatregelen betreffende de grondstoffen voor de landbouw, de tuinbouw, de bosbouw en de veeteelt.
Art. 1, 1bis, 2-3
TITEL II- (opgeheven) <W 2003-03-28/42, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 09-05-2003>
Art. 4-5
TITEL III- Algemene bepalingen.
Art. 6, 6bis, 7-16
1969120803 1972051204 1973091425 1976011306 1977052603 1977122704 1981001806 1981002023 1981002059 1981002162 1981002199 1982000609 1982000610 1982001000 1982001431 1983016090 1985013065 1985013296 1985913295 1987016077 1987025021 1988025330 1989025353 1990025343 1991016166 1991016170 1991025388 1992013161 1992016029 1992016194 1992016233 1993016010 1993016148 1993925326 1994016033 1994016082 1994016091 1994016113 1994016128 1994016158 1994025209 1994091450 1995016019 1995016044 1995016070 1995016071 1995016092 1995016105 1995016133 1995016147 1995016174 1995016175 1995016179 1995016188 1995016189 1995016221 1995016222 1995016223 1995025227 1995025256 1996016004 1996016040 1996016096 1996016098 1996016146 1996016150 1996016155 1996016158 1996016190 1996016211 1996016270 1997016143 1997016144 1997016164 1997016185 1997016258 1997016260 1997022365 1997022891 1998016006 1998016022 1998016030 1998016056 1998016058 1998016079 1998016082 1998016123 1998016141 1998016190 1998016222 1998016231 1998016236 1998016245 1998016264 1998016319 1998016332 1998016337 1998016341 1998022759 1998022833 1998022834 1998110850 1999016055 1999016056 1999016180 1999016184 1999016202 1999016203 1999016204 1999016205 1999016249 1999016251 1999016252 1999016261 1999016263 1999016264 1999016296 1999016299 1999016309 1999016327 1999016329 1999016331 1999016363 1999016378 1999016380 1999016393 1999016407 1999016408 1999016415 1999016416 1999016421 1999022834 2000003476 2000016054 2000016066 2000016088 2000016089 2000016091 2000016120 2000016121 2000016122 2000016123 2000016190 2000016192 2000016232 2000016242 2000016261 2000016329 2000016336 2000022869 2001016013 2001016014 2001016020 2001016043 2001016047 2001016146 2001016169 2001016176 2001016206 2001016207 2001016218 2001016219 2001016220 2001016221 2001016222 2001016223 2001016250 2001016251 2001016261 2001016309 2001016319 2001022135 2001022136 2001022574 2001022599 2001022784 2002016003 2002016008 2002016009 2002016015 2002016016 2002016017 2002016018 2002016019 2002016027 2002016049 2002016050 2002016051 2002016054 2002016105 2002022475 2002022495 2002022906 2002023111 2003022084 2003022169 2003022216 2003022306 2003022445 2003022458 2003022459 2003022717 2003022737 2003022738 2003022874 2003023054 2003027514 2003027543 2003035261 2003036096 2003036177 2003201019 2003201587 2004011450 2004022084 2004022148 2004022149 2004022403 2004022533 2004022560 2004022681 2004022706 2004022871 2004027171 2004031144 2004035550 2004035558 2004035916 2004052750 2004200986 2004202839 2005022079 2005022404 2005022816 2005023009 2005023112 2005023114 2005027151 2005031184 2005031185 2005035495 2005035507 2005035613 2005201354 2005202766 2006022162 2006022466 2006022467 2006022468 2006022506 2006022616 2006027041 2006027042 2006027043 2006027044 2006027045 2006031466 2006031467 2006031468 2006031469 2006031470 2006031578 2006031652 2006035044 2006035045 2006035046 2006035060 2006035066 2006035696 2006035932 2006036060 2006036061 2006036080 2006036081 2006036814 2006201079 2006201698 2006202399 2006202925 2006203971 2007022521 2007022646 2007031308 2007031309 2007031310 2007031482 2007035248 2007035249 2007035551 2007035761 2007035762 2007036884 2007202130 2007202131 2007202501 2007203206 2008024281 2008024283 2008031597 2008031615 2008035688 2008036141 2008036143 2008036255 2008201327 2008201667 2008203438 2008203767 2008203938 2008204003 2008204004 2009024028 2009024029 2009024180 2009024231 2009031534 2009031535 2009031536 2009031601 2009035483 2009036145 2009202661 2009205130 2009206075 2010024194 2010024395 2010027075 2010027244 2010031016 2010031210 2010031291 2010031292 2010031293 2010031294 2010031570 2010031571 2010035175 2010035181 2010035391 2010035392 2010035393 2010035394 2010035450 2010035949 2010035981 2010205110 2010206057 2011024172 2011024173 2011024174 2011024326 2011031571 2011031572 2011035095 2011035605 2011035908 2011200475 2011204611 2011205217 2011205606 2012031268 2012031323 2012035496 2012035667 2012035695 2012203324 2012205354 2013024058 2013024068 2013027066 2013027183 2013027184 2013036090 2013205697 2014031459 2014031510 2016031110 2016031459 2016031755 2016031873 2017010844 2017011972 2017013110 2017032076 2017032122 2018012855 2018012856 2018032446 2018032447 2019012257 2020040705 2020041006 2020041334 2020041338 2020041543 2020042175 2020043993 2021031390 2021042080 2021043025 2021043026 2021043027 2021043028 2022020121 2022032147 2022034131 2023040119 2023042028 2023044873 2023046965 2024000857
TITEL I. _ Maatregelen betreffende de grondstoffen voor de landbouw, de tuinbouw, de bosbouw en de veeteelt.
Artikel 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, hierna genoemd "grondstoffen":
1° elk geslachtelijk of ongeslachtelijk teeltmateriaal, zoals zaaizaden en pootgoed;
2° (...) <W 2007-03-01/37, art. 115, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
3° elke stof bestemd om de plantaardige produktie te verbeteren of te bevorderen, zoals meststoffen en bodemverbeterende middelen;
4° elke stof bestemd om de dierlijke en visproduktie te verbeteren, te bevorderen of te beschermen, zoals dierenvoeders;
5° elk substraat voor de plantenkultuur.
(Onbewerkte hoeveproducten die voor de bemesting van de grond bestemd zijn, vallen niet onder de gelding van deze wet). <W 1999-02-05/35, art. 3, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
Art. 1bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 4; Inwerkingtreding : 29-03-1999> Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld met grondstoffen, de stoffen bestemd voor voeders voor huisdieren.
Art.2.§ 1. [1 Teneinde de belangen te vrijwaren van de fabrikanten, de voortbrengers, de kwekers, de bereiders, de telers, de houders van huisdieren, de verdelers, de gebruikers, de verbruikers, door middel van maatregelen die ertoe strekken bedrog en vervalsing te voorkomen en praktijken te weren die voor gevolg hebben afbreuk te doen aan de normale voorwaarden van de mededinging en teneinde de plantaardige en dierlijke productie te bevorderen, te verbeteren en te beschermen, te zorgen voor een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid, van het milieu en van de gezondheid en het welzijn van de dieren, alsook teneinde duurzame productiemethodes te bevorderen, kan de Koning:]1
1° bepalen aan welke voorwaarden inzake produktie, vervaardiging, verwerking, bereiding, samenstelling, bewaring, vervoer, kwaliteit, doeltreffendheid, hoeveelheid, oorsprong, herkomst, triëring, verpakking, presentatie, conditionering en publiciteit de grondstoffen moeten voldoen en welke hoedanigheden zij moeten bezitten om te worden in de handel gebracht, verworven, ten toon of te koop gesteld, in bezit gehouden, bereid, vervoerd, verkocht, onder kosteloze of bezwarende titel geleverd, ingevoerd, uitgevoerd of doorgevoerd te worden;
2° de voorwaarden bepalen waaronder de grondstoffen mogen gebruikt worden;
3° de merken, loodjes verzegelingen, labels, etiketten, getuigschriften, attesten, bordjes, tekens, verpakkingen, benamingen of andere aanwijzingen of stukken bepalen waaruit het bestaan van de sub 1° bedoelde voorwaarden bewezen of te kennen gegeven wordt;
4° de activiteiten van de personen die de onder 1° genoemde handelingen stellen onderwerpen aan een voorafgaande machtiging of erkenning verleend door de (Minister bevoegd voor de Volksgezondheid) of door de instelling of de ambtenaar daartoe gemachtigd door de Minister van Landbouw; <W 2007-03-01/37, art. 116, 2°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
5° de voorwaarden vaststellen waaraan de personen moeten voldoen die onderworpen zijn aan een reglementering vastgesteld op grond van deze titel om bedoelde machtiging of erkenning te verkrijgen en te behouden;
6° de grondstoffen onderwerpen aan facultatieve of verplichte keuring omtrent de herkomst, de echtheid en zuiverheid van soort en ras, de kwaliteit en de goede gezondheidstoestand en de vergoedingen vaststellen welke hiervoor vanwege de fabrikanten, voortbrengers, kwekers, bereiders en telers kunnen worden gevraagd;
7° (de stoffen bedoeld bij artikel 1 aan voorafgaande erkenning of machtiging van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid onderwerpen en de voorwaarden van verlening, wijziging en intrekking van deze erkenning of machtiging bepalen.) <W 2007-03-01/37, art. 116, 1° en 3°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 2. De Koning kan de machtiging of erkenning bedoeld in § 1, 4° en 7° en hun wijzigingen afhankelijk maken van de betaling (van een vergoeding of een verplichte bijdrage). (De koninklijke besluiten betreffende de verplichte bijdragen worden opgeheven wanneer zij door de wetgever niet werden bekrachtigd in het jaar volgend op dat van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.) <W 1999-02-05/35, art. 5, 2° en 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
§ 3. De Koning kan de uitoefening van deze van die machten die hij inzonderheid aanwijst aan de (Minister bevoegd voor de Volksgezondheid) overdragen. <W 2007-03-01/37, art. 116, 4°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
----------
Art. 2. (VLAAMSE GEWEST)
[1 ...]1
----------
<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.3. § 1. Ieder verkrijger van krachtens artikel 2 van deze wet gereglementeerde grondstoffen heeft het recht, niettegenstaande elk tegenstrijdig beding, op tegenspraak of, zoniet, ten overstaan van getuigen het nemen van een monster te eisen, met het oog op onderzoek ervan door officiële of private onderzoekingsstations of laboratoria.
§ 2. De (afwijking door de producent, bewust of onbewust, van) een hoofdzakelijke hoedanigheid geeft aanleiding naar keuze van de verkrijger, tot een vordering, hetzij tot (ontbinding), hetzij tot prijsvermindering, onverminderd, in voorkomend geval, de vergoeding van de schade. <W 1999-02-05/35, art. 6, 1° en 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
Als hoofdzakelijke hoedanigheden worden aangezien de normen die voor de grondstoffen worden vastgesteld, alsmede alle hoedanigheden waarvan de vermelding op de factuur, de label, het etiket of de verpakking voorgeschreven of toegelaten wordt door het krachtens artikel 2 getroffen besluit.
§ 3. (...) <W 1999-02-05/35, art. 6, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
§ 4. De vorderingen tot (ontbinding) en tot prijsvermindering moeten, op straffe van verval, ingesteld worden binnen de twaalf maanden na de levering; zij blijven ontvankelijk niettegenstaande het geheel of gedeeltelijk gebruik der geleverde waren. <W 1999-02-05/35, art. 6, 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
TITEL II- (opgeheven)
Art.4. (opgeheven) <W 2003-03-28/42, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 09-05-2003>
Art.5. (opgeheven) <W 2003-03-28/42, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 09-05-2003>
TITEL III- Algemene bepalingen.
Art.6.(Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, worden de overtredingen van deze wet en van de ter uitvoering daarvan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de magistraten van het openbaar Ministerie, de leden van het personeel van de lokale en Federale Politie, alsmede, naar gelang het geval, door de ambtenaren en beambten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aangewezen door de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid, de ambtenaren van de Administratie der Douane en Accijnzen, de inspecteurs en controleurs van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de andere ambtenaren en beambten hiertoe door de Koning aangewezen.) <W 2007-03-01/37, art. 117, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
(Lid 2 opgeheven) <W 1999-02-05/35, art. 7, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
De door deze overheidspersonen opgemaakte processen-verbaal hebben bewijskracht tot het tegenbewijs is geleverd; een afschrift daarvan wordt binnen vijftien dagen na de vaststelling aan de overtreders betekend;
Dezelfde overheidspersonen kunnen monsters nemen en deze door een daartoe erkend laboratorium laten ontleden.
In de uitoefening van hun opdracht mogen zij fabrieken, magazijnen, bergplaatsen, burelen, boten, bedrijfsgebouwen, stallen, stapelhuizen, stations, wagons, voertuigen en de in open lucht gelegen bedrijven betreden.
Zij mogen de niet voor het publiek toegankelijke plaatsen vóór vijf uur 's morgens en na negen uur 's avonds slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank. Dit verlof is eveneens vereist voor het bezoeken van plaatsen die tot woning dienen.
Zij kunnen zich (ook alle inlichtingen, bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens) doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten, en overgaan tot alle nuttige vaststellingen, eventueel met de medewerking van deskundigen, gekozen uit een lijst door de bevoegde Minister opgemaakt. <W 1999-02-05/35, art. 7, 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
(Indien bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen, wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt, waarvan een kopie aan de houder wordt overhandigd.) <W 1999-02-05/35, art. 7, 4°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
(Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
Art. 6. (VLAAMSE GEWEST)
[1 ...]1
----------
(1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art. 6bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 8; Inwerkingtreding : 29-03-1999> Wanneer een overtreding van deze wet of van één van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 6 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
De waarschuwing vermeldt :
a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepalingen;
b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings.
(Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Art.7.De Koning kan de wijze en de voorwaarden van monsterneming vaststellen, de ontledingsmethoden bepalen, het tarief van de ontledingen vaststellen, alsmede de voorwaarden bepalen voor de inrichting en de werking van de ontledingslaboratoria met het oog op hun aanneming door de bevoegde Minister.
(Het vorig lid is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
Art. 7. (VLAAMSE GEWEST)
[1 ...]1
----------
(1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.8.§ 1. Onverminderd de toepassing in voorkomend geval, van de strengere straffen bepaald, hetzij bij het Strafwetboek, hetzij bij de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica, wordt gestraft met gevangenisstraf van (vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van 100 tot 10 000 frank) of met één van die straffen alleen: <W 1999-02-05/35, art. 9, 1°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
1° hij die een merk, lood, verzegeling, etiket, getuigschrift, verpakking, benaming, teken, document of enige aanduiding opgelegd of aangenomen bij een krachtens de artikelen 2 en 5 genomen besluit, namaakt of vervalst en hij die wetens, gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, document of aanduiding;
2° hij die gebruik makend van een merk, lood, verzegeling, label, etiket, getuigschrift, verpakking, benaming, teken, document of enige aanduiding opgelegd of aangenomen bij een krachtens de artikelen 2 en 5 genomen besluit, bedrog pleegt nopens de oorsprong, de hoedanigheid of de waarborg van een grondstof (...) en hij die, bedrieglijk, gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, document of aanduiding; <W 2007-03-01/37, art. 118, 1°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
3° hij die hetzij door berichten, plakbrieven of andere wijzen van aankondiging, hetzij door het gebruik van merken, loden, etiketten, getuigschriften, verpakkingen, benamingen, tekens, documenten of enige aanduidingen veinst of valselijk beweert dat de grondstof (...) door de overheid werd gekeurd of erkend, of hij die zich valselijk op deze keuring of deze erkenning beroept; <W 2007-03-01/37, art. 118, 1°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
4° hij die bedrog pleegt hetzij nopens een der hoofdzakelijke hoedanigheden van een bij deze wet bedoelde grondstof (...), hetzij door het benuttigen voor het aanduiden of betitelen van deze grondstoffen (...) van een benaming die hun niet toekomt, hetzij door het gebruik van andere bedrieglijke praktijken die er toe strekken aan het bestaan van die hoedanigheden te doen geloven; <W 2007-03-01/37, art. 118, 3°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
5° (hij die, zonder erkenning, machtiging of voorafgaande melding een grondstof (...) invoert, vervaardigt, in bezit heeft of in de handel brengt wanneer daarvoor een erkenning, machtiging of voorafgaande melding vereist is;) <W 2003-12-22/42, art. 178, 006; Inwerkingtreding : 10-01-2004> <W 2007-03-01/37, art. 118, 4°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
6° hij die in een grondstof (...), bestemd voor de verkoop vervalst of doet vervalsen; hij die een grondstof of een bestrijdingsmiddel te koop biedt of in voorraad houdt voor de verkoop, te koop stelt, verkoopt of levert wetende dat zij vervalst zijn; hij die kwaadwillig of bedrieglijk vervalsingsprocede's betreffende een grondstof (...) verspreidt of bekendmaakt; <W 2007-03-01/37, art. 118, 5°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
7° hij die een monster van een grondstof (...) vervalst of doet vervalsen; <W 2007-03-01/37, art. 118, 6°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
8° hij die een grondstof (...) waarvan de verkoop, krachtens een ter uitvoering van de artikelen 2 of 5 genomen besluit verboden is, vervaardigt, produceert, in de handel brengt, aanbiedt, ten toon of te koop stelt, in bezit heeft, vervoert, ruilt, verkoopt, of onder kosteloze of bezwarende titel aflevert, (invoert); <W 1999-02-05/35, art. 9, 3°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999> <W 2007-03-01/37, art. 118, 7°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
9° hij die zich verzet tegen bezoeken, inspecties, inbeslagnemingen, controles, monsternemingen of verzoeken om inlichtingen of documenten door de in artikel 6 van deze wet bepaalde overheidspersonen of die, wetens, onjuiste inlichtingen of documenten verstrekt.
(10° hij die een grondstof, waarvan de uitvoer verboden is, uitvoert of hij die een grondstof uitvoert met vermelding van Toepassingen die verboden of niet toegelaten zijn in het land van bestemming;
11° hij die een grondstof gebruikt in omstandigheden of voor een toepassing die verboden of niet toegelaten is krachtens een besluit genomen in uitvoering van de artikelen 2 of 5;) <W 1999-02-05/35, art. 9, 4°, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
[1 12° hij die grondstoffen op de markt brengt zonder permanente schriftelijke procedures op basis van de HACCP-principes te hebben opgesteld, die ze niet toepast of niet onderhoudt, wanneer ze verplicht of vereist zijn door de overheid, en degene die onvoldoende toezicht houdt op de naleving van de genomen maatregelen overeenkomstig artikel 2 en die een impact kunnen hebben op de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het milieu.]1
§ 2. Bij herhaling binnen drie jaar na de vorige veroordeling wegens een der overtredingen, bepaald bij § 1 van dit artikel, kunnen de gevangenisstraffen en geldboete verdubbeld worden. De rechtbank kan daarenboven de sluiting bevelen van de inrichting van de veroordeelde voor een termijn van acht dagen tot een jaar.
§ 3. Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op de in dit artikel bepaalde overtredingen van toepassing.
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.9. Overtredingen van bepalingen van deze wet of van krachtens artikel 2 of 5 van deze gestelde besluiten die niet in artikel 8 zijn bepaald, worden gestraft met een geldboete van één frank tot vijfentwintig frank en met gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen, of met één van die straffen alleen.
Bij herhaling binnen twee jaar na de laatste veroordeling voor één van die overtredingen, worden deze bestraft met de bij artikel 8 bepaalde straffen.
Art.10.<W 1999-02-05/35, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 29-03-1999> § 1. Overtredingen van deze wet of van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken van strafrechtelijke vervolgingen of van een administratieve geldboete.
De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
§ 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
§ 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die hij bepaalt, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld.
§ 4. De beslissing van de ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum.
Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
§ 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
§ 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
§ 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
§ 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
§ 9. (De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboetes. De administratieve geldboetes worden gestort in het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.) <W 2007-03-01/37, art. 119, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete.
(§ 11. Dit artikel is niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
Art. 10. (VLAAMSE GEWEST)
[1 ...]1
----------
(1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.11. De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 mogen, in geval van overtreding, de grondstoffen (...) in beslag nemen. <W 2007-03-01/37, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Wanneer de in beslag genomen grondstoffen (...) bederfbaar zijn, mogen zij, voor zover zulks verenigbaar is met de eisen van de volksgezondheid, verkocht worden of tegen betaling van een vergoeding teruggegeven worden aan de eigenaar; in dat geval mag er slechts over beschikt worden overeenkomstig de richtlijnen verstrekt door de door de bevoegde Minister aangewezen ambtenaren. De ontvangen som wordt op de griffie van de rechtbank gedeponeerd tot dat over de overtreding uitspraak gedaan is. Dit bedrag treedt in de plaats van de in beslag genomen grondstoffen (...), zowel voor wat de verbeurdverklaring als wat de eventuele teruggave aan de belanghebbende betreft. <W 2007-03-01/37, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
De in beslag genomen grondstoffen (...) worden, naar gelang van het geval, door het bestuur van registratie en domeinen of door het bestuur van douanen en accijnzen verkocht, op tussenkomst van de door de bevoegde Minister aangewezen ambtenaar. <W 2007-03-01/37, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
(Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Art.12. Bij veroordeling kan de rechtbank altijd de verbeurdverklaring en ook de vernietiging van de in beslag genomen produkten bevelen. De verbeurdverklaring en de vernietiging worden steeds bevolen wanneer de aard en de samenstelling van het produkt dit vergen. De vernietiging door de rechtbank bevolen, gebeurt op de kosten van de veroordeelde.
De rechtbank kan daarenboven bekendmaking van het vonnis bevelen in een of meer dagbladen en de aanplakking ervan op de plaatsen en gedurende de tijd welke zij vaststelt, alles op kosten van de veroordeelde.
Art.13. De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 kunnen, bij administratieve maatregel, grondstoffen (...) waarvan zij vermoeden dat zij niet beantwoorden aan de bepalingen van een krachtens deze wet genomen besluit voorlopig in beslag nemen, voor een termijn door de Koning bepaald, ten einde ze aan een ontleding te onderwerpen. Deze inbeslagneming wordt gelicht op bevel van de overheidspersoon die de grondstof (...) in beslag heeft genomen of ten gevolge het verstrijken van de termijn. <W 2007-03-01/37, art. 121, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Art.14. (...) <had uitwerking tot 1-11-1970>
Art.15. Het koninklijk besluit nr 89 van 30 november 1939 houdende aanvulling en samenschakeling van de reglementering van de handel in zaaizaden, allerhande pootgoed, meststoffen en veevoeder, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947, wordt opgeheven.
Art. 16. <W 1999-02-05/35, art. 11; Inwerkingtreding : 29-03-1999> De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit binnen het toepassingsgebied van deze wet alle maatregelen treffen die nodig zijn ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen en de krachtens deze verdragen tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.
(Het vorig lid is niet van toepassing op de materies die behoren tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2003>