22 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2014 betreffende levensmiddelenhygiëne
Art. 1-23
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 juli 2014 betreffende levensmiddelenhygiëne, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) 2° en 3° worden opgeheven;
b) 4° wordt vervangen door wat volgt:
"4° Detailhandel: plaats van verkoop of levering aan de eindverbruiker, inclusief distributieterminals (automaten), mobiele verkooppunten (zoals foodtrucks), grootkeukens, traiteurs en restaurants;";
c) 7° wordt vervangen door wat volgt:
"7° Gekoelde ruimte: uitrusting, lokaal of vervoermiddel voor de opslag, de bewaring of het vervoer, met het oog op de verkoop of voor het te koop aanbieden van de te koelen levensmiddelen;";
d) 11° wordt vervangen door wat volgt:
"11° Verordening nr. 1169/2011: Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie."
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met 5°, 6° en 7° die zijn opgesteld als volgt:
"5° in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen;
6° in artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
7° in artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 januari 2014 met betrekking tot de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel.".
Art.3. In titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit wordt de onderverdeling in afdelingen opgeheven.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een als volgt opgesteld artikel 4/1 ingevoegd:
"Art. 4/1. § 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren kweken die mogelijk bestemd zijn voor de consumptie of waarvan de producten mogelijk bestemd zijn voor consumptie, houden registers bij over het gebruik van biociden van type 3, 4 en 18, of het gebruik daarvan als zodanig, die gestructureerd de volgende gegevens bevatten:
1° het type en de identificatie van de behandelde uitrusting en oppervlakken, zoals machines, palletkisten en andere recipiënten, opslageenheid, voertuigen, of infrastructuur;
2° de gebruiksdatum;
3° de volledige handelsnaam van het aangewende biocide en zijn toelatingsnummer;
4° de gebruikte dosis;
5° de wachttijd indien van toepassing.
§ 2. Deze registers moeten ingevuld worden binnen de zeven dagen na het gebruik van de betrokken producten door de exploitant of door de onderaannemer waarop hij beroep doet.".
Art.5. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de woorden "of insecten" worden bijgevoegd tussen de woorden "slakken" en "kweken een register bij";
b) 2° wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1, worden de woorden "van type 3, 4 en 18, of het gebruik daarvan als zodanig," bijgevoegd tussen de woorden "van biociden" en "die de volgende";
b) in paragraaf 1, wordt 1° vervangen door wat volgt:
"1° het type en de identificatie van de behandelde uitrusting en oppervlakken, zoals machines, palletkisten en andere recipiënten, opslageenheid, voertuigen, infrastructuur;"
c) in paragraaf 1, wordt 3° aangevuld met de woorden "en zijn toelatingsnummer" ;
d) paragraaf 2 wordt aangevuld met de woorden "door de exploitant of door de dienstverlener waarop hij een beroep heeft gedaan".
Art.7. In titel II, hoofdstuk II, van hetzelfde besluit wordt afdeling II die de artikelen 7 t.e.m. 15 bevat, opgeheven.
Art.8. In hetzelfde besluit wordt artikel 16 als volgt vervangen:
"Art. 16. § 1. 1°. De voorwaarden in bijlage II van dit besluit zijn van toepassing op de rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden primaire plantaardige producten door de producent aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.
2°. Naast de in punt 1° vastgestelde voorwaarden, zijn de voorwaarden van bijlage I bij dit besluit van toepassing op de rechtstreekse levering van kiemgroenten afkomstig uit een maximum van 30 kilogram zaden per maand door de producent aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.
§ 2. In het kader van het huidige besluit worden de hoeveelheden geproduceerd door de operatoren zoals gedefinieerd in artikel 2, paragraaf 2, 4° van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 beschouwd als kleine hoeveelheden plantaardige primaire producten.
§ 3. Artikel 6 van dit besluit is niet van toepassing op de rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden primaire plantaardige producten door de producent aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.".
Art.9. In titel II van hetzelfde besluit, wordt het opschrift van hoofdstuk III als volgt vervangen: "HOOFDSTUK III - Algemene hygiënevoorschriften voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven".
Art.10. In titel II, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit, wordt afdeling I, met uitzondering van artikel 18, opgeheven.
Art.11. In titel II van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk IV met afdeling I en artikel 18/1 opgesteld als volgt:
"HOOFDSTUK IV. - Algemene voorschriften voor exploitanten van detailhandels
Afdeling I. - Eisen betreffende de houdbaarheid en de bewaaromstandigheden voor levensmiddelen in de detailhandel
"Art. 18/1. Onverminderd de bepalingen van Verordening nr. 1169/2011, voegen de exploitanten in de detailhandel die levensmiddelen zonder voorafgaande verwerking en in dezelfde verpakkings- en bewaaromstandigheden als de fabrikant van het oorspronkelijke product, opnieuw voorverpakken voor het in de handel brengen, op het etiket van deze opnieuw voorverpakte levensmiddelen een uiterste consumptiedatum of datum van minimale houdbaarheid toe die de datum van het oorspronkelijk product, vastgesteld door de fabrikant, niet mag overschrijden.".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt een als volgt opgesteld artikel 21/1 ingevoegd:
"Art. 21/1. In toepassing van artikel 3, lid 2 van Verordening (EG) nr. 37/2005 van de Commissie van 12 januari 2005 betreffende de temperatuurcontrole in vervoermiddelen en in opslagruimten van voor menselijke voeding bestemde diepvriesproducten kan in koelinstallaties met een inhoud van minder dan 10 m3 voor de opslag van diepvriesproducten in winkels of verkooppunten die de eindverbruiker bevoorraden, evenals in niet-erkende groothandels, de temperatuur in de koelinstallatie gemeten worden door middel van een gemakkelijk zichtbare thermometer.".
Art.13. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "du service" vervangen door de woorden "de la livraison" in de Franse versie en de woorden "bedoeld in bijlage IV, 9)" door de woorden "bedoeld in bijlage IV, 8)";
2° de als volgt opgestelde paragrafen 1/1 en 1/2 worden bijgevoegd:
" § 1/1. Levende tweekleppige weekdieren, levende stekelhuidigen, levende manteldieren en levende mariene buikpotigen worden bewaard aan een temperatuur die de voedselveiligheid garandeert evenals hun overleving en die niet hoger mag zijn dan 10° C.
§ 1/2. In afwijking van de temperatuur in de bijlage IV van dit besluit mogen aangesneden wielen harde kaas die dienen om te portioneren bewaard worden bij een maximale temperatuur van 21° C tijdens de verkoopsuren en dit gedurende maximum 7 dagen.";
3° 2° van paragraaf 2 wordt opgeheven;
4° een als volgt opgestelde paragraaf 3. wordt toegevoegd:
" § 3. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing indien een afwijking verleend werd door het Agentschap op gemotiveerde aanvraag van een detailhandelaar en na advies van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Agentschap of opgenomen werd in een gids als bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen. In dit geval wordt de temperatuur waarvoor het Agentschap zijn akkoord verleend heeft, aanvaard en nageleefd.".
Art.14. In hetzelfde besluit wordt een als volgt opgesteld artikel 22/1 toegevoegd:
"Art. 22/1. § 1. In de detailhandel, distributiecentra voor supermarkten en groothandelsbedrijven worden de levensmiddelen die bij een negatieve temperatuur bewaard worden, gehouden bij maximaal -18° C. Een korte schommeling van deze temperatuur is toegelaten wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen voor zover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid en voor zover deze temperatuur niet met meer dan 3° C overschreden wordt, meetonzekerheid inbegrepen.
§ 2. In afwijking van de temperatuur in § 1, moet consumptie-ijs, bestemd voor verkoop voor onmiddellijk verbruik in de detailhandel, bewaard worden bij een maximale temperatuur van -9° C.".
Art.15. In hetzelfde besluit wordt artikel 23, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met een als volgt opgestelde tweede paragraaf:
"Wanneer warme levensmiddelen moeten gekoeld worden, moet de temperatuur van 60° C naar 10° C gebracht worden in een periode van maximum twee uur.".
Art.16. Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.17. In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 als volgt vervangen:
" § 2. In afwijking van § 1, 3°, mag het vlees van runderen van meer dan 30 maanden waaraan nog delen van de wervelkolom vastzitten, die beschouwd worden als gespecificeerd risicomateriaal overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën, worden binnengebracht en opgeslagen mits naleving van de voorwaarden vastgelegd in artikel 27.".
Art.18. In paragraaf 2 van artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de zin "Bij het verwijderen van de wervelkolom dient de exploitant bedoeld in § 1:" wordt vervangen door de zin "De exploitant bedoeld in § 1 dient:";
b) in 2° worden de woorden "bij het verwijderen van de wervelkolom," ingevoegd voor de woorden "een hygiënische werkwijze";
c) in 2° worden de woorden "van deze aanbevelingen" ingevoegd tussen de woorden "waarvan een exemplaar" en "aanwezig is".
Art.19. In hetzelfde besluit wordt bijlage I vervangen door de bijlage I die bij dit besluit is gevoegd.
Art.20. In bijlage II van hetzelfde besluit worden de woorden "in de mate van het mogelijke", "zo nodig", "wanneer zulks noodzakelijk is" en "voorzover mogelijk" opgeheven.
Art.21. In bijlage III van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in hoofdstuk I, wordt punt 1 vervangen door wat volgt:
"De uitrusting voor het wassen en het drogen van de handen gebruikt door het personeel is zo ontworpen en wordt zo gebruikt dat hercontaminatie van de handen na het wassen vermeden wordt. Er moeten voldoende handwasgelegenheden zijn in de nabijheid van de toiletten.";
2° in hoofdstuk I, in punt 4 worden de woorden "het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met uitzondering van de biociden bedoeld in artikel 79 van dat besluit" vervangen door de woorden "het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden";
3° in hoofdstuk I, wordt punt 5 opgeheven;
4° in hoofdstuk II, in punt 2 worden de woorden "of door een door het Agentschap aanvaarde gelijkwaardige methode" opgeheven;
5° in hoofdstuk II, wordt punt 4 opgeheven;
6° in hoofdstuk II, in punt 5, worden de woorden "die niet voorverpakt zijn (in de zin van de Verordening nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten)" ingevoegd tussen de woorden "van bijlage IV" en "in de handel worden gebracht";
7° in hoofdstuk III, wordt punt 2 vervangen door wat volgt:
"2. In detailhandels van levensmiddelen van dierlijke oorsprong worden dierlijke bijproducten die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn en die niet microbieel stabiel zijn, bewaard bij een temperatuur van maximum 7° C totdat zij door een geregistreerd vervoerder opgehaald worden of totdat zij voor ophaling buiten de lokalen gebracht worden. In geval van opslag in hetzelfde lokaal als levensmiddelen, dient een adequate scheiding in de ruimte gerespecteerd te worden om kruisverontreiniging te voorkomen.";
8° in hoofdstuk IV, wordt punt 2 vervangen door wat volgt:
"2. In alle toiletten, behalve deze die uitsluitend door de klanten worden gebruikt, moet duidelijk zichtbaar en onuitwisbaar een bericht worden aangebracht dat na het toiletbezoek de handen moeten worden gewassen.";
9° in hoofdstuk V, punt 1, eerste streepje wordt het woord "huisdieren" vervangen door het woord "gezelschapsdieren" in de Nederlandse versie;
10° in hoofdstuk V, wordt punt 1 aangevuld met een als volgt opgestelde derde streepje:
"- de inrichtingen die tegelijkertijd levensmiddelen en dieren in de handel brengen op voorwaarde dat deze beide activiteiten van het in de handel brengen zodanig gescheiden zijn dat elke verontreiniging van levensmiddelen door dieren vermeden wordt.";
11° in hoofdstuk V, wordt 2., b) als volgt vervangen:
"b) Voor wat betreft bakkerijproducten en patisserie die in zelfbediening te koop worden gesteld, moeten de in dit kader gebruikte verkoopsuitrusting, alsook de doorgevoerde verkoopsprocedure van zelfbediening het mogelijk maken het risico op verontreiniging van de te koop gestelde producten door de consument te beperken:
i) deze producten moeten worden te koop gesteld in afgeschermde verkoopmeubelen met klapvensters of ieder ander systeem dat een identieke bescherming biedt, die met tangen uitgerust zijn of ieder ander systeem met een vergelijkbaar effect;
ii) in de nabijheid van de klapvensters dient een duidelijk zichtbaar bericht te zijn aangebracht dat vermeldt hoe de verbruikers zich op een hygiënische wijze moeten bedienen;
iii) deze producten moeten zodanig te koop worden gesteld, dat een verantwoordelijke kan toezien dat er geen misbruiken plaatsvinden.".
Art.22. In hetzelfde besluit wordt bijlage IV vervangen door de bijlage II die bij dit besluit is gevoegd.
Art.23. De Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.
Specifieke hygiënevoorschriften voor de rechtstreekse levering
door de producent van kleine hoeveelheden kiemgroenten
In afwijking van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, is de producent vrijgesteld van de voorbereidende tests van alle partijen zaden zoals bedoeld in punt A.1. van afdeling 3.3. betreffende bemonsteringsvoorschriften voor kiemgroenten van dezelfde verordening, op voorwaarde dat hij voor de betreffende partij een conform analysecertificaat kan voorleggen dat werd afgeleverd door de leverancier van de voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden;
In afwijking van dezelfde Verordening, wordt de bemonsteringsfrequentie die in punt A.3. van afdeling 3.3. betreffende bemonsteringsvoorschriften voor kiemgroenten in dezelfde verordening is vastgesteld, teruggebracht tot één monster per jaar."
Art. N2.
Bijlage IV. Lijst van te koelen levensmiddelen en de temperatuurvoorwaarden
Aard van de levensmiddelen | Temperatuur van de levensmiddelen |
1) Gekoeld vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, gekweekte wilde hoefdieren en grof vrij wild; | ≤ +7,0 ° C |
2) Gekoeld vers slachtafval van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, gekweekt wild, vrij wild, pluimvee en lagomorfen; | ≤ +4,0 ° C |
3) Gekoeld vers vlees van pluimvee, gekweekte loopvogels, lagomorfen en klein vrij wild; | ≤ +4,0 ° C |
4) Vleesproducten; | ≤ +7,0 ° C |
5) Gehakt vlees en vleesbereidingen; | ≤ +4,0 ° C |
6) Vleesextracten, gesmolten dierlijke vetten, kanen, gezouten bloed, gezouten bloedplasma en behandelde magen, blazen en darmen; | ≤ +7,0 ° C |
7) Levend bewaarde visserijproducten; | Temperatuur die geen negatief effect heeft op de voedselveiligheid en de overleving |
8) Verse visserijproducten, geheel of bewerkt, verse slakken en kikkerbilletjes, verse eetbare delen van mariene zoogdieren en aquatische reptielen, alsook producten van gekookte en gekoelde schaaldieren en weekdieren en de kant-en-klare levensmiddelen met verse visserijproducten; | Temperatuur welke die van smeltend ijs benadert: ≤ +4,0 ° C |
9) Verwerkte visserijproducten, verwerkte producten van slakken, kikkerbilletjes, eetbare delen van mariene zoogdieren en aquatische reptielen; | ≤ +4,0 ° C |
10) Rauwe melk; | ≤ +6,0 ° C |
11) Salades of aardappel- of groentenpuree of kroketten van aardappelen of van groenten of schotels en gerechten samengesteld uit één of meer van deze levensmiddelen of bereidingen; | ≤ +7,0 ° C |
12) Geschilde, versneden, vermalen groenten of fruit, één of meerdere soorten; vers geperste vruchten- of groentesappen van één of meerdere soorten; | ≤ +7,0 ° C |
13) Gekiemde zaden of scheuten; | ≤ +7,0 ° C |
14) Gepasteuriseerde melk, verse of gepasteuriseerde room, verse of gepasteuriseerde karnemelk (botermelk); | ≤ +7,0 ° C |
15) Yoghurt en andere gefermenteerde melksoorten dan deze die thermisch behandeld en aseptisch afgevuld werden; | ≤ +7,0 ° C |
16) Verse kaas (jonge kaas zonder korst, gemaakt op basis van melk of wei, die nog niet gerijpt is), geraspte kaas, zachte kaas, geportioneerde kaas; | ≤ +7,0 ° C |
17) Vloeibare eiproducten, waarvan het suikergehalte lager dan 50 % is of waarvan het zoutgehalte lager is dan 15 %; | ≤ +7,0 ° C |
18) Producten van de banketbakkerij die room of surrogaten van room bevatten, desserten van het type pudding, rijstpap, chocomousse; | ≤ +7,0 ° C |
19) Gekookte gepelde eieren; | ≤ +7,0 ° C |
20) Rijst-, granen-, quinoa- of pastasalade of gekookte pasta, rijst, granen of quinoa; | ≤ + 7,0 ° C |
21) De levensmiddelen die een vermelding dragen waaruit blijkt dat zij koel moeten bewaard worden, zonder indicatie van een specifieke bewaartemperatuur. | ≤ +7,0 ° C |