Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

23 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998016222 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen wordt een § 2bis ingevoegd, luidende :
  " § 2bis. Iedere persoon die in het kader van het werkprogramma bedoeld in artikel 8 (2) van de voornoemde Richtlijn 91/414/EEG een werkzame stof, waarvoor België als verslaggever is aangewezen door de Europese Commissie, in bijlage I van deze Richtlijn opgenomen wenst te zien en daartoe een kennisgeving indient, is gehouden bij de indiening voor de administratieve behandeling en evaluatie ervan een retributie van 1.250 EUR te betalen aan het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen. ".

Art.2. Een 9de § opgesteld als volgt wordt toegevoegd aan artikel 2 van hetzelfde besluit :
  " Indien een waarvoor product de bijdrage geldt opnieuw uitgevoerd wordt, nadat het op de markt is gebracht, wordt de voornoemde bijdrage terugbetaald aan de uitvoerder door het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen. ".

Art.3. Een 5e paragraaf opgesteld als volgt wordt toegevoegd aan artikel 3 van hetzelfde besluit :
  " § 5. Als een monster van voedermiddelen of van toevoegingsmiddelen aangehaald in het artikel 1, § 1, 4°bis van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen en de toelating van operatoren en handelaars in de sector van de dierenvoeding wordt genomen om het gehalte aan polychlorobifenyl (PCB) of aan dioxines te bepalen op aanvraag van de operator, moet de operator een retributie betalen van 25 EUR aan het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen. ".

Art.4. Een 6de § opgesteld als volgt wordt toegevoegd aan artikel 3 van hetzelfde besluit :
  " § 6. De fabrikanten en operatoren bedoeld in het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen en de toelating van operatoren en handelaars in de sector van de dierenvoeding, moeten een verplichte jaarlijkse bijdrage, waarvan het bedrag 1,5 pro duizend bedraagt van het omzetcijfer gerealiseerd tijdens het vorige boekhoudkundig jaar, storten in het Begrotingsfonds voor de grondstoffen.
  Deze bepaling is niet van toepassing op de ingevoerde producten.
  De in rekening te nemen omzet voor de fabrikanten is deze verbonden aan het op de markt brengen van toevoegingsmiddelen, voormengsels bereid met toevoegingsmiddelen, de mengvoeders en de bijzondere stikstofhoudende stoffen, gefabriceerd hetzij in hun eigen installaties, hetzij tegen loon.
  De omzet voor de operatoren is deze verbonden aan het op de markt brengen van voedermiddelen en toevoegingsmiddelen zoals bedoeld in artikel 1, § 1, 4°bis van het voornoemd koninklijk besluit.
  De fabrikanten en de operatoren zoals bedoeld hierboven dienen een verklaring op erewoord af te leggen waarbij de omzet, zoals gedefinieerd in deze § en die gerealiseerd is tijdens het laatste afgesloten boekhoudkundig jaar wordt meegedeeld.
  Deze verklaring dient door een bedrijfsrevisor, een externe accountant of een erkende boekhouder te worden gecertificeerd.
  Deze verklaring moet ten laatste op 1 juli van ieder jaar maar voor de eerste maal op 1 november 2001 worden opgestuurd naar het volgende adres :
  Ministerie van Middenstand en Landbouw
  Inspectie-generaal Grondstoffen en Verwerkte producten (DG4)
  WTC III - 8e verdieping
  S. Bolivarlaan 30
  1000 BRUSSEL
  Bij gebrek aan het tijdig indienen van deze verklaring wordt de totale omzet van het bedrijf, zoals deze bekend is bij de bevoegde overheidsdiensten, in aanmerking genomen. Op eenvoudige aanvraag verstrekt de Nationale bank van België alle desbetreffende inlichtingen.
  De bijdrage moet gestort worden aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen vóór 1 september van ieder jaar. Bij in gebreke blijven wordt dit bedrag automatisch verhoogd met 50 %.
  Indien deze bijdrage niet geregistreerd werd op de rekening van het hier bedoelde Fonds vóór 15 september wordt de procedure tot intrekking van de erkenning, de registratie of de toelating die het bedrijf bezit in toepassing van de bepalingen van het voornoemde koninklijk besluit, ingezet. ".
  Voor het jaar 2001, worden de voornoemde data van 1 en 15 september vervangen door respectievelijk 15 november en 1 december.

Art.5. § 2 van artikel 8 van dit besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
  " Iedere persoon die een dossier indient bij de Inspectie-generaal Grondstoffen en Verwerkte producten met het oog op een toelating voor het op de markt brengen van een genetisch gemodificeerd organisme bedoeld door het koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodifieerde organismen of producten die er bevatten, is gehouden een retributie van 1.250 EUR te betalen aan het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen.
  Deze retributie bedraagt 6.200 EUR als België optreedt als verslaggever op EU vlak. ".

Art.6. Voor de periode lopende vanaf de dag van het inwerkingtreding van dit besluit tot 31 december 2001, zijn de bedragen "50 000 BEF", "100 BEF", "1 000 BEF" et "250 000 BEF" van toepassing respectievelijk in plaats van de bedragen "1.250 EUR", "2,5 EUR", "25 EUR" en "6.200 EUR".

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 23 oktober 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
  Mevr. M. AELVOET.