28 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1995 betreffende diervoeders bestemd voor een bijzondere voeding
Art. 1-4
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 20 juli 1995 betreffende diervoeders bestemd voor een bijzondere voeding wordt vervangen als volgt :
" Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel. "
Art.2. De artikelen 1 tot 3 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt :
" Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van Richtlijn 2008/38/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel.
Art. 2. In het kader van dit besluit zijn de definities zoals vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders van toepassing.
Art. 3. § 1. De lijst van bestemmingen voor diervoeders met een bijzonder voedingsdoel zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 767/2009 is opgenomen in deel B van de bijlage bij dit besluit.
§ 2. Onverminderd andere bepalingen die van toepassing zijn op diervoeders, worden diervoeders met een bijzonder voedingsdoel in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de voorwaarden zoals opgenomen in deel A van de bijlage bij dit besluit. "
Art.3. In de bijlage, deel A - Algemene bepalingen - van hetzelfde besluit worden de punten 2 en 4 vervangen als volgt :
" 2. Als in kolom 2 of kolom 4 van deel B een groep toevoegingsmiddelen is vermeld, moet het gebruik van die toevoegingsmiddelen, om aan de vastgestelde essentiële kenmerken te voldoen, op grond van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad zijn toegelaten.
4. Als in kolom 4 van deel B bij een bepaalde te vermelden stof die ook als toevoegingsmiddel is toegelaten, " totaal " staat, moet het vermelde gehalte betrekking hebben op, naar gelang van het geval, de van nature aanwezige hoeveelheid als geen toevoeging heeft plaatsgevonden, dan wel op de totale hoeveelheid van de stof, van nature aanwezig en toegevoegd als toevoegingsmiddel. "
Art. 4. De Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 juni 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE