28 MEI 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van verscheidende bepalingen betreffende plaagorganismen bij planten op zaden en ander plantaardig teeltmateriaal
Art. 1-12
BIJLAGEN.
Art. N
2000016088 2000016089 2005031184 2006031467 2006031468 2006031469 2006031652 2009031536 2015031892 2016031873
Artikel 1. Bij dit besluit wordt uitvoeringsrichtlijn (EU) 2020/177 van de Commissie van 11 februari 2020 tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad, Richtlijnen 93/49/EEG en 93/61/EEG van de Commissie en Uitvoeringsrichtlijnen 2014/21/EU en 2014/98/EU wat betreft plaagorganismen bij planten op zaden en ander plantaardig teeltmateriaal, hierna "richtlijn 2020/177" omgezet.
Art.2. Dit artikel zet het eerste artikel van richtlijn 2020/177 om.
In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2005 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen wordt het punt 5 van bijlage I vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.
In hetzelfde besluit wordt I.3 van bijlage II vervangen door de bijlage II gevoegd bij dit besluit.
Art.3. § 1. Dit artikel zet artikel 2 van richtlijn 2020/177 om.
§ 2. In het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen wordt het punt 3.A van bijlage I vervangen als volgt :
"A. Oryza sativa :
Het aantal planten dat duidelijk als wilde planten of als planten met rode zaden kan worden herkend, mag niet meer bedragen dan :
- 0 voor de productie van basiszaad;
- 1 per 100 m2 voor de productie van gecertificeerd zaad van de eerste en de tweede generatie."
§ 3. In hetzelfde besluit wordt punt 6 van bijlage I vervangen door de bijlage III gevoegd bij dit besluit.
§ 4. In hetzelfde besluit wordt punt 3 van bijlage II vervangen door de bijlage IV gevoegd bij dit besluit.
§ 5. In bijlage II van hetzelfde besluit wordt een punt 4 ingevoegd, gevoegd als bijlage V bij dit besluit.
Art.4. § 1. Dit artikel zet artikel 3 van richtlijn 2020/177 om.
§ 2. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 december 2006 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, wordt bijlage I vervangen door de bijlage VI gevoegd bij dit besluit.
§ 3. In hetzelfde besluit wordt punt I.4 van bijlage II vervangen als volgt :
"4. Het teeltmateriaal moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen.
Het teeltmateriaal moet voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen en plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied die zijn opgenomen in de krachtens Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde uitvoeringshandelingen, alsook aan de krachtens artikel 30, § 1, van die verordening vastgestelde maatregelen."
Art.5. § 1. Dit artikel zet artikel 4 van richtlijn 2020/177 om.
§ 2. In het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal van siergewassen en siergewassen moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, van de erkenning van de laboratoria en van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers bij te houden lijsten van bovenvermelde gewassen, wordt artikel 4 vervangen als volgt :
" Art. 4. Het teeltmateriaal van siergewassen moet, althans bij visuele inspectie, op de productieplaats nagenoeg vrij zijn bevonden van alle in de bijlage vermelde plaagorganismen met betrekking tot het respectieve teeltmateriaal van siergewassen.
De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van siergewassen dat in de handel wordt gebracht, mag, althans bij visuele inspectie, de in de bijlage vastgestelde respectieve drempelwaarden niet overschrijden.
Het teeltmateriaal van siergewassen moet, althans bij visuele inspectie, nagenoeg vrij zijn van andere plaagorganismen dan de in de bijlage vermelde plaagorganismen met betrekking tot het specifieke teeltmateriaal van siergewassen, die de bruikbaarheid en de kwaliteit van dat materiaal schaden, en van tekenen of symptomen daarvan.
Het materiaal moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de krachtens Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad vastgestelde uitvoeringshandelingen, alsook aan de krachtens artikel 30, § 1, van die verordening vastgestelde maatregelen."
§ 3. In hetzelfde besluit wordt artikel 4/1 opgeheven.
§ 4. In hetzelfde besluit wordt bijlage I vervangen door de bijlage VII gevoegd bij dit besluit.
Art.6. § 1. Dit artikel zet artikel 5 van richtlijn 2020/177 om.
§ 2. In het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal en plantgoed van groenten, met uitzondering van zaad, moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, en van de erkenning van de laboratoria, wordt artikel 4 vervangen als volgt :
"Art. 4. Het teeltmateriaal en het plantgoed van groentegewassen moeten, althans bij visuele inspectie, op de productieplaats nagenoeg vrij zijn bevonden van alle in de bijlage vermelde plaagorganismen met betrekking tot het respectieve teeltmateriaal en plantgoed.
De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen die in de handel worden gebracht, mag, althans bij visuele inspectie, de in de bijlage vastgestelde respectieve drempelwaarden niet overschrijden.
Het teeltmateriaal en het plantgoed van groentegewassen moeten bij visuele inspectie nagenoeg vrij zijn bevonden van andere plaagorganismen dan de in de bijlage vermelde plaagorganismen met betrekking tot het respectieve teeltmateriaal en plantgoed, die de bruikbaarheid en de kwaliteit van dat teeltmateriaal en dat plantgoed van groentegewassen schaden.
Het teeltmateriaal en het plantgoed van groentegewassen moeten tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad en de krachtens die verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen, en aan de krachtens artikel 30, § 1, van die verordening vastgestelde maatregelen."
§ 3. In hetzelfde besluit wordt bijlage I vervangen door de bijlage VIII gevoegd bij dit besluit.
Art.7. § 1. Dit artikel zet artikel 6 van richtlijn 2020/177 om.
§ 2. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie, wordt punt I.5 van bijlage I vervangen als volgt :
"5. Het gewas moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen.
Het gewas moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de krachtens Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad vastgestelde uitvoeringshandelingen, alsook aan de krachtens artikel 30, § 1, van die verordening vastgestelde maatregelen."
§ 3. In hetzelfde besluit, wordt punt 2 van bijlage II vervangen als volgt :
"2. Het zaad moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen.
Het zaad moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de krachtens Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde uitvoeringshandelingen, alsook aan de krachtens artikel 30, § 1, van die verordening vastgestelde maatregelen."
§ 4. In hetzelfde besluit wordt het punt 3.B van bijlage II vervangen door de bijlage IX gevoegd bij dit besluit.
Art.8. Dit artikel zet artikel 7 van richtlijn 2020/177 om.
In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen, wordt bijlage I vervangen door bijlage X gevoegd aan dit besluit.
In hetzelfde besluit, wordt bijlage II vervangen door bijlage XI gevoegd aan dit besluit.
Art.9. Dit artikel zet artikel 8 van richtlijn 2020/177 om.
In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, wordt punt 4 van bijlage I vervangen door bijlage XII gevoegd aan dit besluit.
In hetzelfde besluit, wordt punt I.5 van bijlage II vervangen door bijlage XIII gevoegd aan dit besluit.
Art.10. § 1. Dit artikel zet artikel 9 van richtlijn 2020/177 om.
§ 2. In het ministerieel besluit van 18 december 2015 tot vaststelling van minimumeisen en EU-klassen voor prebasispootgoed van aardappelen, en tot vaststelling van EU-klassen voor basispootgoed en gecertificeerd pootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen, wordt artikel 3 vervangen als volgt :
"Art. 3. § 1. Het prebasispootgoed van aardappelen voldoet aan de volgende minimumeisen :
a) het is afkomstig van moederplanten die vrij zijn van de volgende plaagorganismen : Pectobacterium spp., Dickeya spp., Candidatus Liberibacter solanacearum, Candidatus Phytoplasma solani, de aardappelspoelknolviroïde, het aardappelbladrolvirus en de aardappelvirussen A, M, S, X en Y;
b) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere rassen bedragen samen niet meer dan 0,01 %;
c) het maximumaantal veldgeneraties is vier;
d) gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen zijn niet boven de in de onderstaande tabel opgenomen drempelwaarden aanwezig op het prebasispootgoed van aardappelen :
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in geteelde planten voor prebasispootgoed van aardappelen |
Zwartbenigheid (Dickeya Samson et al. spp. [1DICKG]; Pectobacterium Waldee emend. Hauben et al. spp. [1PECBG]) | 0 % |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] | 0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] | 0 % |
Door virussen veroorzaakte mozaïeksymptomen en symptomen veroorzaakt door het aardappelbladrolvirus [PLRV00] | 0,1 % |
Aardappelspoelknolviroïde [PSTVD0] | 0 % |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in de directe nateelt van prebasispootgoed van aardappelen |
Symptomen van virusinfecties | 0,5 % |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in partijen van prebasispootgoed van aardappelen |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] | 0 % |
Ditylenchus destructor Thorne [DITYDE] | 0 % |
Lakschurft die knollen voor meer dan 10 % van hun oppervlak bedekt, veroorzaakt door Thanatephorus cucumeris (A.B. Frank) Donk [RHIZSO] | 1,0 % |
Poederschurft die knollen voor meer dan 10 % van hun oppervlak bedekt, veroorzaakt door Spongospora subterranea (Wallr.) Lagerh. [SPONSU] | 1,0 % |
Gereguleerde niet-quarantaine- organismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de planten van prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PBTC |
Blackleg (Dickeya Samson et al. spp. [1DICKG]; Pectobacterium Waldee emend. Hauben et al. spp. [1PECBG]) | 0 % |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] | 0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] | 0 % |
Door virussen veroorzaakte mozaïeksymptomen en symptomen veroorzaakt door Potato leaf roll virus [PLRV00] | 0 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] | 0 % |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen inde directe nateelt van prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PBTC |
Symptomen van virusziekten | 0 % |
Gereguleerde niet-quarantaine- organismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de partijen prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PBTC, massa |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] | 0 % |
Ditylenchus destructor Thorne [DITYDE] | 0 % |
Lakschurft veroorzaakt door Thanatephorus cucumeris (A.B. Frank) Donk [RHIZSO] | 0 % |
Poederschurft veroorzaakt door Spongospora subterranea (Wallr.) Lagerh. [SPONSU] | 0 % '' |
Gereguleerde niet-quarantaine- organismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de planten van prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PB |
Blackleg (Dickeya Samson et al. spp. [1DICKG]; Pectobacterium Waldee emend. Hauben et al. spp. [1PECBG]) | 0 % |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] | 0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] | 0 % |
Door virussen veroorzaakte mozaïeksymptomen en symptomen veroorzaakt door Potato leaf roll virus [PLRV00] | 0,1 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] | 0 % |
Gereguleerde niet-quarantaine- organismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in de directe nateelt van prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PB |
Symptomen van virusziekten | 0,5 % |
Gereguleerde niet-quarantaine- organismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de planten van prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PB |
Blackleg (Dickeya Samson et al. spp. [1DICKG]; Pectobacterium Waldee emend. Hauben et al. spp. [1PECBG]) | 0 % |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] | 0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] | 0 % |
Door virussen veroorzaakte mozaïeksymptomen en symptomen veroorzaakt door Potato leaf roll virus [PLRV00] | 0,1 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] | 0 % |
Gereguleerde niet-quarantaine- organismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in de directe nateelt van prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PB |
Symptomen van virusziekten | 0,5 % |