27 OKTOBER 2021. - Ministerieel besluit tot wijziging van verschillende besluiten met betrekking tot de reglementering van de handel in en de keuring van zaden
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van de uitvoeringsrichtlijn (EU) 2021/971 van de Commissie van 16 juni 2021 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, bijlage I bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, bijlage I bij Richtlijn 2002/54/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, bijlage I bij Richtlijn 2002/55/EG betreffende het in de handel brengen van groentezaad, en bijlage I bij Richtlijn 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, wat het gebruik van biochemische en moleculaire technieken betreft.
Art.2. Dit artikel zet artikel 1, 1) van richtlijn 2021/971 om.
In bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2005 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, wordt een punt 7. gevoegd, dat luidt als volgt:
"7. Wanneer na de toepassing van de punten 4 en 6 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de certificeringsdienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen."
Art.3. Dit artikel zet artikel 1, 2) van richtlijn 2021/971 om.
In bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen, wordt een punt 8. gevoegd, dat luidt als volgt:
"8. Wanneer na de toepassing van de punten 3 en 7 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de certificeringsinstantie voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen.".
Art.4. Dit artikel zet artikel 1, 3) van richtlijn 2021/971 om.
In bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende reglementering van de handel in de keuring van bietenzaad van landbouwrassen, in deel A. Gewas, wordt een punt 5bis ingevoegd tussen punten 5 en 6, dat luidt als volgt:
"5bis. Wanneer na de toepassing van de punten 2 tot en met 5 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de certificeringsdienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen.".
Art.5. Dit artikel zet artikel 1, 4) van richtlijn 2021/971 om.
In bijlage I van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie, wordt een punt 3bis ingevoegd tussen punten 3 en 4, dat luidt als volgt:
"3bis. Wanneer na de toepassing van de punten 1, 2 en 3 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de certificeringsdienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen.".
Art.6. Dit artikel zet artikel 1, 5) van richtlijn 2021/971 om.
In bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, wordt een punt 3bis ingevoegd tussen punten 3 en 4, dat luidt als volgt:
"3bis. Wanneer na de toepassing van de punten 1 en 3 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de certificeringsdienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen.".
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2022.