Artikels:
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van de uitvoeringsrichtlijn (EU) 2021/1927 van de Commissie van 5 november 2021 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad wat betreft voorwaarden voor zaden van hybriden van tarwe die zijn geproduceerd door middel van cytoplasmatische mannelijke steriliteit.
Art.2. Dit artikel zet artikel 1 van richtlijn 2021/1927 om.
In bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het punt 5, wordt de zin "Gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad van hybriden van Avena nuda, Avena sativa, Avena strigosa, Oryza sativa, Triticum aestivum, Triticum durum, Triticum spelta en zelfbestuivende xTriticosecale en gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad van hybriden van Hordeum vulgare door middel van een andere techniek dan cytoplasmatische mannelijke steriliteit (CMS)" vervangen als volgt "Gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad van hybriden van Avena nuda, Avena sativa, Avena strigosa, Oryza sativa en zelfbestuivende xTriticosecale en gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad van hybriden van Hordeum vulgare, Triticum aestivum subsp. aestivum, Triticum aestivum subsp. spelta en Triticum turgidum subsp. durum door middel van een andere techniek dan cytoplasmatische mannelijke steriliteit (CMS)";
2° tussen punten 5/1 en 6 wordt een punt 5/2 ingevoegd, luidende:
"5/2. Gewassen voor de productie van basiszaad en gecertificeerd zaad van hybriden van Triticum aestivum subsp. aestivum, Triticum aestivum subsp. spelta en Triticum turgidum subsp. durum door middel van de CMS-techniek:
a) Het gewas moet voldoen aan de onderstaande normen betreffende de afstand tot dicht in de buurt gelegen bestuivingsbronnen die tot ongewenste vreemdbestuiving kunnen leiden:
Gewassen | minimumafstand |
Voor de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS) voor de productie van basiszaad | 300m |
Voor de productie van gecertificeerd zaad | 25m |
b) Het gewas moet voldoende rasecht en raszuiver zijn wat de kenmerken van de kruisingspartners betreft.
Het gewas moet in het bijzonder voldoen aan de volgende normen:
i) Het percentage aan planten die duidelijk rasafwijkend zijn, mag niet meer bedragen dan:
- voor de gewassen voor de productie van basiszaad: 0,1 % voor de instandhouder en de hersteller en 0,3 % voor de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS);
- voor de gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad: 0,3 % voor de hersteller en 0,6 % voor de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS) en 1 % voor het geval de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS) een enkele hybride is.
ii) De mannelijke steriliteit van de vrouwelijke kruisingspartner bedraagt ten minste:
- 99,7 % voor gewassen voor de productie van basiszaad;
- 99 % voor gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad.
iii) De naleving van de eisen van de punten i) en ii) wordt via officiële nacontroles onderzocht.
c) Gecertificeerd zaad mag in gemengde teelt worden geproduceerd van een vrouwelijke, mannelijke steriele kruisingspartner met een mannelijke kruisingspartner die de fertiliteit herstelt.
De verantwoordelijke certificeringsdienst brengt tegen 28 februari van elk jaar bij de Commissie en de andere lidstaten verslag uit van de resultaten van het voorgaande jaar wat betreft de hoeveelheid geproduceerde hybride zaden, de overeenstemming van de veldkeuringen met de respectieve eisen, het percentage van de partijen zaden dat is afgewezen wegens ontoereikende kwaliteitsparameters en alle verdere informatie die deze afwijzing rechtvaardigt. Deze rapportageverplichting is van toepassing tot en met 28 februari 2030.".
In bijlage II van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 1.C wordt vervangen als volgt:
"C. Hybriden van Avena nuda, Avena sativa, Avena strigosa, Hordeum vulgare, Oryza sativa, Triticum aestivum subsp. aestivum, Triticum aestivum subsp. spelta, Triticum turgidum subsp. durum en zelfbestuivende xTriticosecale
De minimale raszuiverheid van zaad van de categorie "gecertificeerd zaad" moet 90 % bedragen.
Voor Hordeum vulgare, Triticum aestivum subsp. aestivum, Triticum aestivum subsp. spelta en Triticum turgidum subsp. durum die met CMS is geproduceerd, bedraagt deze 85 %. Andere onzuiverheden dan de hersteller mogen niet meer dan 2 % bedragen.
De minimale raszuiverheid wordt gecontroleerd via officiële nacontroles op een adequaat gedeelte van de zaadmonsters.
De verantwoordelijke certificeringsdienst brengt tegen 28 februari van elk jaar bij de Commissie en de andere lidstaten verslag uit van de resultaten van het voorgaande jaar wat betreft de hoeveelheid geproduceerde hybride zaden van Triticum aestivum subsp. aestivum, Triticum aestivum subsp. spelta en Triticum turgidum subsp. durum en het percentage van de partijen zaden dat is afgewezen wegens ontoereikende kwaliteitsparameters, de resultaten van de nacontrole en alle verdere informatie die deze afwijzing rechtvaardigt. Deze rapportageverplichting is van toepassing tot en met 28 februari 2030.";
2° in punt 1.E wordt de titel "E. Hybriden van Secale cereale en CMS-hybriden van Hordeum vulgare" vervangen als volgt "E. Hybriden van Secale cereale en CMS-hybriden van Hordeum vulgare, Triticum aestivum subsp. aestivum, Triticum aestivum subsp. spelta en Triticum turgidum subsp. durum".
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2022.