28 JUNI 2011. - Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders
Toepassingsgebied
Art. 1
Definities
Art. 2
Ongewenste stoffen
Art. 3
Toevoegingsmiddelen
Art. 4
Categorieën van voedermiddelen
Art. 5
Wijzigingsbepalingen
Art. 6
Opheffingsbepalingen
Art. 7-8
BIJLAGE.
Art. N
Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Dit besluit :
1° stelt normen vast voor de ongewenste stoffen in diervoeders en voorziet in de omzetting van de Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding;
2° voorziet in de omzetting van Richtlijn 82/475/EEG van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschappen, tot vaststelling van de categorieën van ingrediënten die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor huisdieren;
3° regelt de status van de bestaande additieven zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeders dat de voorwaarden vaststelt voor het in de handel brengen en het gebruik van de toevoegingsmiddelen die krachtens Richtlijn 70/524/EEG toegelaten zijn, evenals ureum en zijn derivaten en de aminozuren, de zouten van aminozuren of analoge stoffen, die zijn opgenomen in punt 2.1, 3 of 4 van de bijlage bij Richtlijn 82/471/EEG;
4° regelt het gebruik van niet-vergunde toevoegingsmiddelen voor onderzoek voor wetenschappelijke doeleinden zoals bedoeld in artikel 3, 2 van dezelfde Verordening .
§ 2. Dit besluit is, behalve voor wat betreft de bepalingen van artikel 3, niet van toepassing op diervoeders in doorvoer of bestemd voor uitvoer naar derde landen voor zover de zendingen vergezeld zijn van bewijsstukken of, indien de producten zich in fabrieken, bereidingsplaatsen, magazijnen, opslagplaatsen of pakhuizen bevinden, bij de producten een duidelijk zichtbaar bordje is geplaatst met de vermelding " Uitvoer " en de eigenaar of de houder ervan door middel van afdoende documenten ten laatste op het tijdstip van levering het bewijs van deze bestemming kan leveren.
Definities
Art.2. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de Minister : de Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen;
2° ongewenste stoffen: alle stoffen en producten, met uitzondering van ziekteverwekkers, die aanwezig zijn in en/of op het product dat bestemd is voor het voederen van dieren en die een potentieel gevaar opleveren voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu of die de dierlijke productie ongunstig kunnen beïnvloeden.
§ 2. Daarnaast zijn eveneens de definities zoals vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 767/2009 van toepassing.
Ongewenste stoffen
Art.3. § 1. Onverminderd de bepalingen inzake verontreinigde materialen, is het verboden diervoeders in te voeren, in de handel te brengen of te gebruiken die gehalten aan ongewenste stoffen bevatten die hoger zijn dan de door de Minister vastgestelde maximumgehalten.
§ 2. Het is verboden om verontreinigde materialen met het oog op verdunning te vermengen met hetzelfde product of met andere producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren.
§ 3. De Minister kan maatregelen nemen om de bronnen van ongewenste stoffen in diervoeders te beperken of weg te nemen.
§ 4. Het is verboden diervoeders die stoffen met hormonale of antihormonale activiteit bevatten, in te voeren, in het verkeer te brengen of te gebruiken.
Toevoegingsmiddelen
Art.4. § 1. De Minister bepaalt, in toepassing van artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, welke toevoegingsmiddelen mogen worden in de handel gebracht, verwerkt of gebruikt, alsmede hun gebruiksvoorwaarden.
§ 2. De Minister of zijn afgevaardigde kan, in toepassing van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, een derogatie verlenen voor het gebruik van een niet-toegelaten toevoegingsmiddel voor onderzoek voor wetenschappelijke doeleinden volgens de procedure die hij vaststelt.
Categorieën van voedermiddelen
Art.5. De lijst van categorieën van voedermiddelen die mogen worden vermeld ter vervanging van de opsomming van de verschillende voedermiddelen bij het vermelden van de samenstelling op het etiket van mengvoeders voor niet-voedselproducerende dieren, met uitzondering van pelsdieren, bedoeld in artikel 17, lid 4, van Verordening (EG) nr. 767/2009, is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Wijzigingsbepalingen
Art.6. § 1. Artikel 2, § 1, 4° a) van het koninklijk besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector, vervangen bij het besluit van 1 juli 2008, wordt vervangen als volgt :
" a) de volgende voedermiddelen :
- dierlijk vet;
- vismeel;
- visperssap, ingedikt;
- visolie;
- visolie, geraffineerd, gehard;
zoals gedefinieerd in de communautaire catalogus van voedermiddelen, bedoeld in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie; ".
§ 2. In de bijlage I bij hetzelfde besluit wordt punt II, 2, b, opgeheven.
Opheffingsbepalingen
Art.7. Het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, wordt opgeheven.
Verwijzingen naar het opgeheven besluit gelden als verwijzing naar dit besluit.
Art.8. De Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 juni 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE
BIJLAGE.
Art. N. Categorieën van voedermiddelen die mogen worden vermeld ter vervanging van de opsomming van de verschillende voedermiddelen bij het vermelden van de samenstelling op het etiket van mengvoeders voor niet-voedselproducerende dieren, met uitzondering van pelsdieren, overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders
BENAMING VAN DE CATEGORIE | DEFINITIE |
1. Vlees en dierlijke bijproducten | Alle vleesdelen van geslachte warmbloedige landdieren, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt, en alle producten en bijproducten van de verwerking van karkassen of delen van karkassen van warmbloedige landdieren. |
2. Melk en bijproducten | Alle melkproducten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt en de bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. |
3. Ei en eiproducten | Alle eiproducten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt en de bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. |
4. Oliën en vetten | Alle dierlijke en plantaardige oliën en vetten. |
5. Gist | Alle gisten waarvan de cellen gedood en gedroogd zijn. |
6. Vis- en -bijproducten | Vis of delen daarvan, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt, en alle bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. |
7. Granen | Alle graansoorten ongeacht de presentatie, en de producten verkregen bij de verwerking van de meelkern van graankorrels. |
8. Groenten | Alle soorten groenten en peulvruchten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt. |
9. Plantaardige bijproducten | Bijproducten verkregen bij de verwerking van plantaardige producten, met name granen, groenten, peulvruchten en oliehoudende zaden. |
10. Plantaardige eiwitextracten | Alle producten van plantaardige oorsprong waarvan de eiwitten werden geëxtraheerd die ten minste 50 % ruw eiwit in de droge stof bevatten en die geherstructureerd (getextureerd) kunnen zijn. |
11. Mineralen | Alle anorganische stoffen welke geschikt zijn voor diervoeding. |
12. Suiker | Alle soorten suiker. |
13. Vruchten | Alle soorten vruchten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt. |
14. Noten | Alle pitten uit schaalvruchten. |
15. Zaden | Alle zaden in gehele staat of grof gemalen. |
16. Algen | Alle soorten algen, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt. |
17. Schaal- en weekdieren | Alle schaaldieren, weekdieren en schelpdieren vers of geconserveerd, en de bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. |
18. Insecten | Alle soorten insecten in alle ontwikkelingsstadia. |
19. Bakkerijproducten | Alle producten van de bakkerij, waaronder brood, cake, koekjes en deegwaren. |