24 JANUARI 1977. - Wet betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-10-1989 en tekstbijwerking tot 04-06-2024)
Art. 1-3, 3/1, 4-6
Art. 6 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 6bis, 7
Art. 7 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 7bis, 8-11, 11/1, 11/2, 11bis, 12-15, 15/1, 15/2, 15/2, 16-22, 22bis, 22ter, 22quater, 23-27
1954033101 1977120105 1978051009 1978072702 1979102801 1980020408 1980071801 1981000433 1981000477 1981000554 1981001520 1981001631 1982000186 1982000226 1982001000 1982001043 1982001705 1982001964 1983013130 1983013234 1983013268 1983013340 1984013053 1984013184 1984013209 1984013300 1985013024 1985013077 1985013285 1985013286 1985013287 1985013347 1985013352 1985013353 1986011316 1986025365 1987011134 1987025094 1987025128 1987025129 1987025170 1987025370 1988016090 1988025021 1988025129 1988025271 1988025321 1988025330 1988025377 1989025083 1989025251 1989025353 1989027634 1989029348 1990025007 1990025056 1990025061 1990025160 1990025167 1990028439 1991016170 1991025006 1991025070 1991025076 1991025106 1991025114 1991025175 1991025176 1991025177 1991025178 1991025179 1991025268 1991025362 1991025363 1991025364 1991925105 1992025005 1992025029 1992025030 1992025086 1992025110 1992025140 1992025183 1992025209 1992025307 1992025313 1992025393 1993016046 1993025034 1993025098 1993025149 1993025152 1993025164 1993025179 1993025181 1993025219 1993025306 1993027060 1993916155 1993925326 1994016091 1994025018 1994025209 1994025232 1994025296 1995025040 1995025122 1995025189 1995025236 1995025271 1995025289 1995025296 1995025297 1996003190 1996016081 1996016126 1996016211 1996022013 1996022020 1996022110 1996022121 1996022240 1996022359 1996022475 1997022149 1997022150 1997022400 1997022478 1997022514 1997022621 1997022626 1997022650 1997022659 1997022671 1997022673 1997022891 1997027583 1998022018 1998022019 1998022102 1998022104 1998022196 1998022224 1998022292 1998022299 1998022305 1998022404 1998022442 1998022526 1998022536 1998022574 1998022641 1998022661 1998022695 1998022759 1998022812 1998022813 1998022833 1998022834 1998022870 1998022957 1999016204 1999016205 1999016249 1999016252 1999016331 1999016380 1999016393 1999016415 1999016421 1999022067 1999022155 1999022161 1999022162 1999022215 1999022242 1999022260 1999022516 1999022535 1999022563 1999022568 1999022569 1999022570 1999022574 1999022575 1999022576 1999022577 1999022585 1999022586 1999022587 1999022588 1999022589 1999022596 1999022597 1999022598 1999022599 1999022600 1999022618 1999022619 1999022621 1999022622 1999022625 1999022626 1999022627 1999022638 1999022651 1999022675 1999022679 1999022680 1999022725 1999022741 1999022742 1999022767 1999022768 1999022769 1999022806 1999022807 1999022811 1999022812 1999022815 1999022825 1999022832 1999022833 1999022834 1999022842 1999022862 1999022863 1999022864 1999022903 1999022908 1999022910 1999022922 1999022944 1999022945 1999022962 1999022977 1999022986 1999022987 1999024142 1999024143 1999024145 2000016054 2000016120 2000016232 2000016242 2000022065 2000022101 2000022130 2000022131 2000022140 2000022141 2000022142 2000022143 2000022205 2000022345 2000022460 2000022535 2000022544 2000022601 2000022892 2001003354 2001016043 2001016086 2001016146 2001016250 2001022112 2001022113 2001022114 2001022115 2001022135 2001022136 2001022168 2001022497 2001022583 2001022793 2001022794 2001022898 2002000249 2002000886 2002016046 2002016105 2002022001 2002022023 2002022096 2002022097 2002022155 2002022205 2002022248 2002022289 2002022294 2002022297 2002022298 2002022436 2002022475 2002022495 2002022531 2002022622 2002022828 2003022005 2003022169 2003022277 2003022445 2003022459 2003022677 2003022678 2003022679 2003022708 2003022710 2003022902 2003023034 2003023054 2004011145 2004011146 2004011147 2004011148 2004011149 2004011150 2004011151 2004011282 2004022020 2004022035 2004022097 2004022098 2004022174 2004022202 2004022413 2004022462 2004022562 2004022672 2004022686 2004022735 2004022814 2004022815 2004022816 2004022838 2004022896 2004022977 2004022978 2004023028 2005011075 2005022034 2005022055 2005022123 2005022148 2005022155 2005022233 2005022383 2005022384 2005022400 2005022485 2005022574 2005022600 2005022601 2005022705 2005022731 2005022898 2005022916 2005022921 2005022955 2005023027 2005023033 2005023098 2005023102 2005023110 2005023112 2005023114 2005023115 2006011022 2006022085 2006022148 2006022221 2006022374 2006022476 2006022492 2006022493 2006022713 2006022726 2006022727 2006022796 2006022797 2006022810 2006022811 2006022812 2006022827 2006022829 2006022859 2006022860 2006022906 2006023027 2006023054 2006023072 2006023109 2006023290 2006023316 2007022060 2007022233 2007022296 2007022299 2007022300 2007022301 2007022305 2007022322 2007022464 2007022465 2007022499 2007022511 2007022521 2007022717 2007022718 2007022774 2007022990 2007023058 2007023085 2007023130 2007023226 2007023227 2007023314 2007023437 2007023438 2007023522 2007023531 2007023596 2008011475 2008011476 2008011485 2008018207 2008018389 2008024034 2008024114 2008024150 2008024152 2008024303 2008024336 2008024353 2008024355 2008024356 2008024405 2008024406 2008024415 2009011203 2009018015 2009018498 2009024042 2009024047 2009024084 2009024159 2009024173 2009024183 2009024185 2009024237 2009024293 2009024335 2009024359 2009024495 2010024022 2010024036 2010024037 2010024117 2010024148 2010024376 2010024391 2011011049 2011018202 2011024029 2011024049 2011024141 2011024147 2011024276 2011024326 2012011120 2012018072 2012018369 2012024015 2012024028 2012024029 2012024030 2012024031 2012024065 2012024121 2012024127 2012024182 2012024269 2012205181 2013011553 2013018196 2013018445 2013024118 2014011226 2014018021 2014018271 2014024019 2014024116 2014024180 2014024182 2014024194 2014024317 2014024324 2014024331 2014024363 2014024364 2015011289 2015018401 2015024151 2015024224 2016011248 2016011510 2016024042 2016024043 2016024101 2016024102 2016024110 2016024147 2016024148 2016024201 2016024250 2016024262 2016024295 2017010231 2017012586 2017012783 2017012841 2017013412 2017020410 2017040637 2018010994 2018014256 2018015006 2018015027 2018030048 2018031550 2018040427 2018A15006 2019011848 2019012056 2019012059 2019012788 2019030977 2019040711 2019040766 2020010084 2020030859 2021020986 2021021873 2021021875 2021022853 2021031006 2021031665 2021040696 2021041991 2021042012 2022020460 2022032603 2022033402 2022034085 2022040558 2023030025 2023042512 2023045489 2023048044 2023048045 2023048562 2024000052 2024001125 2024002313 2024002967 2024003836 2024006807 2024009440 2024010244
Artikel 1.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
1° Voedingsmiddelen : ieder produkt of zelfstandigheid bestemd voor de menselijke voeding, daarin begrepen genotmiddelen, zout, toekruiden, (...). <W 1989-03-22/41, art. 1, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
2° Andere produkten :
a) ([1 ...]1 technologische hulpstoffen;) <W 1989-03-22/41, art. 1, 2°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>;
b) voorwerpen en stoffen bestemd om met voedingsmiddelen in aanraking te komen;
c) (detergentia, reinigings- en onderhoudsmiddelen;) <W 1989-03-22/41, art. 1, 3°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
d) tabak, produkten op basis van tabak en soortgelijke produkten [2 , hierna tabaksproducten genoemd]2;
e) cosmetica;
f) (gebruiksartikelen die bij het gebruik, hetzij door het innemen van delen ervan, hetzij door het inademen ervan, hetzij door contact met het lichaam een fysiologische uitwerking kunnen hebben;) <W 1989-03-22/41, art. 1, 5°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
g) (aërosolen gebruikt voor voedingsmiddelen (...).) <W 1989-03-22/41, art. 1, 6°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> <W 2002-12-18/59, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 16-02-2003>
(h) voedingsmiddelen die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid van de consumenten.) <W 2002-12-18/59, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 16-02-2003>
(i) tatoeage-inkten.) <W 2004-12-27/30, art. 123, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
3° Handel of in de handel brengen :
Het invoeren, vervoeren voor verkoop of levering, in bezit houden met het oog op verkoop, aanbieden, verkopen, verdelen, slijten, onder kosteloze of bezwarende titel afstaan.
4° Fabricage of fabriceren :
De fabricage en de bereiding voor de handel, (...) of voor levering aan de verbruiker, hieronder begrepen de wijze van fabricage of van bereiding, de verpakking en de etikettering.
[3 5° Verordening 2019/1020: Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011;]3
[4 6° Bier: de drank verkregen na alcoholische gisting van een wort die hoofdzakelijk bereid is uit zetmeel- en suikerhoudende grondstoffen, waarvan tenminste 60 % gerst- of tarwemout, alsmede hop, eventueel in verwerkte vorm, en brouwwater;
7° Wijn: drank gemaakt op basis van alcoholische vergisting van druiven (of eventueel andere vruchten) met een maximum alcoholpercentage van 15 % waaraan geen alcohol werd toegevoegd;
8° Gedistilleerde drank: een alcoholhoudende drank die bestemd is voor menselijke consumptie en die geproduceerd wordt door:
a) de distillatie van op natuurlijke wijze gegiste producten, al dan niet met toegevoegde aroma's;
b) de maceratie of soortgelijke bewerkingen van plantaardige materialen in ethylalcohol;
c) de toevoeging van aroma's, suikers of andere zoetstoffen, en/of landbouwproducten en/of voedingsmiddelen aan ethylalcohol;
9° Ziekenhuizen: ziekenhuizen zoals gedefinieerd in artikel 2 van de wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen.]4 <W 1989-03-22/41, art. 1, 8°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
----------
(1)<W 2012-12-27/15, art. 35, 018; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
(2)<W 2016-06-22/03, art. 60, 020; Inwerkingtreding : 11-07-2016>
(3)<W 2022-05-18/08, art. 47, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
(4)<W 2024-03-21/21, art. 2, 031; Inwerkingtreding : 12-04-2024>
Art.2.In het belang van de volksgezondheid of met het doel bedrog of vervalsing op dit gebied te voorkomen, kan de Koning regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op de fabricage, de uitvoer en de handel van voedingsmiddelen.
Deze bevoegdheid omvat onder andere de mogelijkheid de samenstelling van de voedingsmiddelen te bepalen, de overeenstemmende benamingen ervan vast te stellen alsook de aanwijzingen te reglementeren die nuttig zijn voor de informatie op voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.
De Koning kan, meer in het bijzonder, op voorstel of na advies van de Hoge Gezondheidsraad, regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op het in de handel brengen van dieetvoedingsmiddelen, vitamines en voedingsmiddelen waaraan vitamines, oligo-elementen of andere nutriënten werden toegevoegd.
De Koning kan sommige dieetvoedingsmiddelen, die Hij aanduidt, onderwerpen aan registratie onder de voorwaarden en volgens de regels die Hij bepaalt.
[1 De Koning kan, na advies van de Adviesraad inzake voedingsbeleid en gebruik van andere consumptieproducten bedoeld in artikel 22, de handel van bepaalde voedingsmiddelen voorbehouden aan het bezitten van diploma's of attesten die Hij bepaalt.
In het belang van de volksgezondheid kan de Koning de melding van bijwerkingen gerelateerd aan het gebruik van voedingsmiddelen verplichten. Hij bepaalt de modaliteiten van deze melding na advies van de Adviesraad inzake voedingsbeleid en gebruik van andere consumptieproducten bedoeld in artikel 22.]1
[2 De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voorschriften over de experimenten op de menselijke persoon reglementeren voor bepaalde voedingsmiddelen of andere producten die Hij aanduidt, na advies van het Comité voor Bio-ethiek. Deze experimenten omvatten tests, studies of onderzoeken uitgevoerd op vrijwilligers zonder therapeutische doelstellingen. Deze voorschriften kunnen betrekking hebben op de producten, de bescherming van deelnemers, de voorwaarden en procedures voor experimenten, de aansprakelijkheid en administratieve verplichtingen.]2
----------
(1)<W 2022-07-12/18, art. 5, 028; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
(2)<W 2024-03-21/30, art. 2, 032; Inwerkingtreding : 15-04-2024>
Art.3. In het belang van de volksgezondheid kan de Koning daarenboven :
1° onverminderd het reglement inzake de arbeidshygiëne en de gezondheid van de arbeiders :
a) (voor alle personen die aan de fabricage of de handel medewerken en die door deze werkzaamheden rechtstreeks in aanraking komen met de in artikel 1 bepaalde voedingsmiddelen en andere produkten, algemene maatregelen voorschrijven ten einde alle gevaren voor verontreiniging of besmetting van die voedingsmiddelen en andere produkten uit te sluiten;) <W 1989-03-22/41, art. 2, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
b) de aandoeningen bepalen waarvoor de personen, verdacht van besmetting door één van deze aandoeningen, kunnen verplicht worden zich aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen en waarvoor, zo nodig, hun bedrijvigheid kan beperkt of verboden worden door de directeur-generaal van het Bestuur der Volksgezondheid of door zijn gemachtigde. De Koning regelt de voorwaarden voor de organisatie van dergelijke onderzoeken, alsmede de mededeling van het resultaat ervan en bepaalt de voorwaarden, modaliteiten en regels van de procedure van beroep tegen de maatregelen houdende beperking of verbod van de bedrijvigheid; dit beroep heeft geen schorsende kracht;
2° a) (de in lid 1 en 2 van artikel 2 bedoelde maatregelen van toepassing maken op de voorwerpen en stoffen bestemd om in aanraking te komen met voedingsmiddelen en het gebruik van deze voorwerpen en stoffen regelen en verbieden;) <W 1989-03-22/41, art. 2, 2°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
b) regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op het gebruik van voor voedingsmiddelen bestemde verpakkingen welke van die aard zijn dat zij door hun vorm of voorkomen voor de verbruiker een gevaar kunnen opleveren;
3° a) (onverminderd de voorschriften van de wetgeving inzake gezondheid en veiligheid van de arbeiders alsmede de salubriteit van het werk en van de werkplaatsen, regels vaststellen voor de voedingsmiddelen en andere produkten, inzake de salubriteit en de hygiëne van de plaatsen waar de in lid 1 van artikel 2 bedoelde werkzaamheden plaatsgrijpen alsmede van de plaatsen waar voedingsmiddelen worden verbruikt, en het gebruik van die plaatsen voor dergelijke doeleinden verbieden;) <W 1989-03-22/41, art. 2, 3°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
b) een regeling uitwerken om het gebruik van die plaatsen aan vergunning te onderwerpen;
c) het gebruik en de hygiëne reglementeren van de voertuigen aangewend tot vervoer van voedingsmiddelen, het gereedschap, de recipiënten en de apparaten bestemd om met de voedingsmiddelen in aanraking te worden gebracht, alsmede de distributieapparaten voor voedingsmiddelen;
4° a) (de in lid 1 en 2 van artikel 2 bedoelde maatregelen van toepassing maken op detergentia en op reinigings- en onderhoudsmiddelen;) <W 1989-03-22/41, art. 2, 4°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
b) het gebruik van deze produkten in de voedingsnijverheid reglementeren;
5° op voorstel of na advies van de Hoge Gezondheidsraad de zelfstandigheden bepalen die de voorwerpen en stoffen als bedoeld onder 2° en de produkten als bedoeld onder 4° van dit artikel niet of slechts in beperkte mate mogen bevatten, alsmede de grenzen en voorwaarden waaraan de aanwezigheid van deze zelfstandigheden in de voorwerpen, stoffen of produkten gebonden is.
(6° regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op de fabricage, de uitvoer en de handel van de produkten bedoeld in artikel 1, 2°, h).) <W 1989-03-22/41, art. 2, 5°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
Art. 3/1. [1 De handel of het in de handel brengen en de fabricage van voor voedingsmiddelen voor kinderen van 0 tot 3 jaar bestemde verpakkingen die bisfenol A bevatten, zijn verboden. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2012-09-04/07, art. 2, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.4. § 1. De Koning stelt de lijst op van de toevoegsels die in voedingsmiddelen mogen worden aangewend en bepaalt hun zuiverheidsnormen. Hij wijst de voedingsmiddelen aan waarvoor de toevoegsels toegelaten zijn en stelt hun maximumhoeveelheid vast, alsmede de wijze van uitdrukken daarvan. Hij bepaalt de inlichtingen die met betrekking tot de toevoegsels op de verpakking van de voedingsmiddelen moeten worden aangebracht.
§ 2. Iedere aanvraag tot inschrijving op de lijst van de toevoegsels wordt voor advies aan de Hoge Gezondheidsraad voorgelegd.
Het advies betreft de schadelijkheid van het toevoegsel en de graad waarin het door het menselijk organisme wordt geduld.
Het handelt bovendien over de noodzaak, het nut en de wenselijkheid van het gebruik van het toevoegsel en, in voorkomend geval, over de noodzaak van de voorlichting van de verbruiker betreffende de aanwezigheid en de hoeveelheid van het toevoegsel.
§ 3. Niet in de handel mogen worden gebracht voedingsmiddelen die niet toegelaten toevoegsels of toegelaten toevoegsels in een niet toegelaten hoeveelheid bevatten of die niet geëtiketteerd zijn zoals voorgeschreven.
§ 4. De Koning kan regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op de handel en de uitvoer van toevoegsels voor voedingsmiddelen, alsook regels stellen voor de etikettering ervan.
Art.5. § 1. Op voorstel of na advies van de Hoge Gezondheidsraad kan de Koning de aanwezigheid van contaminanten in voedingsmiddelen reglementeren, verbieden of beperken.
§ 2. De Koning stelt de lijst op van contaminanten die niet of slechts in een door Hem bepaalde hoeveelheid in de voedingsmiddelen mogen voorkomen. In voorkomend geval omschrijft Hij in welk voedingsmiddel en in welke hoeveelheid de contaminanten mogen aanwezig zijn, alsmede de wijze van uitdrukken van de maximaal toegelaten hoeveelheid.
§ 3. Voor iedere inschrijving van een contaminant op de lijst bedoeld in § 2 is een voorafgaand advies van de Hoge Gezondheidsraad vereist. Het advies betreft enerzijds de onvermijdelijke aanwezigheid van het contaminant in het betrokken voedingsmiddel en anderzijds de schadelijkheid ervan en de graad tot welke het contaminant door het menselijk organisme wordt geduld in de toegelaten dosis.
§ 4. Niet in de handel mogen worden gebracht voedingsmiddelen die verboden contaminanten bevatten of die contaminanten bevatten in hoeveelheden groter dan door de Koning bepaald.
Art.6.§ 1. [In het belang van de volksgezondheid of met het doel bedrog of vervalsing op dit gebied te voorkomen, kan de Koning :
a) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid en in artikel 3, 2°, a), en 3°, c), toepassen op tabak, produkten op basis van tabak en soortgelijke produkten alsmede op cosmetica;
b) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, en in artikel 3, 2°, a), en 3°, c), toepassen op de aroma's en technische hulpstoffen bedoeld in artikel 1, 2°, a), alsmede op de gebruiksartikelen bedoeld in artikel 1, 2°, f);
c) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, toepassen op de in artikel 1, 2°, g) bedoelde aërosolen.] <W 1989-03-22/41, art. 3, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
[d) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, en in artikel 5 toepassen op tatoeage-inkten.] <W 2004-12-27/30, art. 124, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
[e) de maatregelen bedoeld in artikel 3, 3°, a) en b), toepassen op cosmetica en hun ingrediënten.] <W 2007-03-01/37, art. 122, 013; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 2. Op voorstel of na advies van de Hoge Gezondheidsraad kan de Koning de zelfstandigheden bepalen die de in artikel 1, 2°, d) tot g) [en i)] bedoelde produkten niet of slechts in een door Hem bepaalde hoeveelheid mogen bevatten alsmede de grenzen en voorwaarden bepalen waaraan de aanwezigheid van deze zelfstandigheden gebonden is. <W 2004-12-27/30, art. 124, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
§ 3. De Koning kan sommige cosmetica [en tatouage-inkten], die Hij aanduidt, onderwerpen aan registratie onder de voorwaarden en volgens de regels die Hij bepaalt. <W 2004-12-27/30, art. 124, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
[§ 4. [9 Het is verboden tabaksproducten aan te bieden of te verkopen aan minachttienjarigen.
De verantwoordelijke voor wiens rekening dit product werd verkocht of aangeboden, kan eveneens aansprakelijk worden gesteld in geval van niet-naleving van dit verbod.
Elke persoon die tabaksproducten verkoopt aan een jonge persoon die minder dan vijfentwintig jaar lijkt, moet van deze persoon eisen dat die aantoont dat de leeftijd van achttien jaar bereikt is.
In het belang van de volksgezondheid kan de Koning plaatsen, waar tabaksproducten in de handel worden gebracht, onderwerpen aan het aanbrengen van waarschuwingen met betrekking tot de schadelijkheid van tabaksproducten en/of van vermeldingen met betrekking tot de verkoopsvoorwaarden bedoeld in het eerste lid.]9
[8 § 4/1. Het is verboden tabaksproducten in de handel te brengen via automatische distributieapparaten, tenzij via semi-geautomatiseerde verkoop in de detailhandel waarbij er een leeftijdscontrole aan de kassa wordt uitgevoerd en op voorwaarde dat de tabaksproducten uit het zicht werden gehaald.]8
§ 5. De Koning kan de verkoop en/of de aanbieding, samen met tabaksproducten, van producten die bestemd zijn om gezondheidswaarschuwingen op tabaksproducten te maskeren, verbieden.] <W 2004-07-19/46, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
§ 6. [9 Het is verboden om elke drank of product waarvan het effectief alcoholvolumegehalte hoger is dan 0,5 % vol, te verkopen, te schenken of aan te bieden aan minachttienjarigen.
In afwijking van het eerste lid mogen bieren en wijnen, zoals gedefinieerd in deze wet, verkocht, geserveerd of aangeboden worden aan plus-zestienjarigen met uitzondering van bier waaraan een gedistilleerde drank, of een aroma van een gedistilleerde drank, is toegevoegd.
De verantwoordelijke voor wiens rekening deze drank of dit product werd verkocht, geserveerd of aangeboden, kan eveneens aansprakelijk worden gesteld in geval van niet-naleving van dit verbod.]9]1
[4 § 7. Het is verboden om metalen patronen met distikstofmonoxide ten behoeve van spuitbusvullingen voor huishoudelijk gebruik te verkopen aan jongeren onder de achttien jaar. Dit verbod geldt ook voor de e-commercesites. Die sites moeten op de webpagina's waar dit gas online kan worden gekocht, duidelijk aangeven dat de verkoop van dit product aan minderjarigen verboden is, ongeacht het voor het gas gebruikte omhulsel.
Aan iedereen die van plan is dit soort product met distikstofmonoxide in de handel te kopen, mag worden gevraagd te bewijzen dat hij/zij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.
In het belang van de volksgezondheid mag de Koning alle maatregelen nemen om te voorkomen dat minderjarigen zich metalen patronen met distikstofmonoxide verschaffen.]4
[5 Een waarschuwing voor het gevaar van het gebruik van distikstofmonoxide wordt aangebracht op elk recipiënt dat metalen patronen met distikstofmonoxide ten behoeve van spuitbusvullingen voor huishoudelijk gebruik bevat en dat zonder die waarschuwing niet mag worden verkocht. De Koning bepaalt de nadere voorwaarden met betrekking tot die waarschuwing.]5
[6 § 8. De Koning kan de financieringsmodaliteiten bepalen van de middelen die nodig zijn om te voldoen aan verplichtingen die op grond van deze wet of van een uitvoeringsbesluit ervan of van de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake worden opgelegd in de strijd tegen illegale handel in tabaksproducten.]6
----------
(1)<W 2009-12-10/35, art. 14, 015; Inwerkingtreding : 10-01-2010>
(2)<W 2016-12-18/02, art. 115, 021; Inwerkingtreding : 06-01-2017>
(3)<W 2019-07-12/14, art. 2, 023; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
(4)<W 2021-02-11/18, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 05-03-2021>
(5)<W 2021-02-11/18, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 23-02-2022>
(6)<W 2022-05-18/08, art. 48, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
(7)<W 2022-11-29/02, art. 10, 029; Inwerkingtreding : 09-12-2023>
(8)<W 2022-11-29/02, art. 11, 029; Inwerkingtreding : 09-12-2023>
(9)<W 2024-03-21/21, art. 3,1°, 031; Inwerkingtreding : 12-04-2024>
Art.6 TOEKOMSTIG RECHT. § 1. [In het belang van de volksgezondheid of met het doel bedrog of vervalsing op dit gebied te voorkomen, kan de Koning :
a) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid en in artikel 3, 2°, a), en 3°, c), toepassen op tabak, produkten op basis van tabak en soortgelijke produkten alsmede op cosmetica;
b) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, en in artikel 3, 2°, a), en 3°, c), toepassen op de aroma's en technische hulpstoffen bedoeld in artikel 1, 2°, a), alsmede op de gebruiksartikelen bedoeld in artikel 1, 2°, f);
c) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, toepassen op de in artikel 1, 2°, g) bedoelde aërosolen.] <W 1989-03-22/41, art. 3, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
[d) de maatregelen bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, en in artikel 5 toepassen op tatoeage-inkten.] <W 2004-12-27/30, art. 124, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
[e) de maatregelen bedoeld in artikel 3, 3°, a) en b), toepassen op cosmetica en hun ingrediënten.] <W 2007-03-01/37, art. 122, 013; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 2. Op voorstel of na advies van de Hoge Gezondheidsraad kan de Koning de zelfstandigheden bepalen die de in artikel 1, 2°, d) tot g) [en i)] bedoelde produkten niet of slechts in een door Hem bepaalde hoeveelheid mogen bevatten alsmede de grenzen en voorwaarden bepalen waaraan de aanwezigheid van deze zelfstandigheden gebonden is. <W 2004-12-27/30, art. 124, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
§ 3. De Koning kan sommige cosmetica [en tatouage-inkten], die Hij aanduidt, onderwerpen aan registratie onder de voorwaarden en volgens de regels die Hij bepaalt. <W 2004-12-27/30, art. 124, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
[§ 4. [9 Het is verboden tabaksproducten aan te bieden of te verkopen aan minachttienjarigen.
De verantwoordelijke voor wiens rekening dit product werd verkocht of aangeboden, kan eveneens aansprakelijk worden gesteld in geval van niet-naleving van dit verbod.
Elke persoon die tabaksproducten verkoopt aan een jonge persoon die minder dan vijfentwintig jaar lijkt, moet van deze persoon eisen dat die aantoont dat de leeftijd van achttien jaar bereikt is.
In het belang van de volksgezondheid kan de Koning plaatsen, waar tabaksproducten in de handel worden gebracht, onderwerpen aan het aanbrengen van waarschuwingen met betrekking tot de schadelijkheid van tabaksproducten en/of van vermeldingen met betrekking tot de verkoopsvoorwaarden bedoeld in het eerste lid.]9
[8 § 4/1. Het is verboden tabaksproducten in de handel te brengen via automatische distributieapparaten, tenzij via semi-geautomatiseerde verkoop in de detailhandel waarbij er een leeftijdscontrole aan de kassa wordt uitgevoerd en op voorwaarde dat de tabaksproducten uit het zicht werden gehaald.]8
§ 5. De Koning kan de verkoop en/of de aanbieding, samen met tabaksproducten, van producten die bestemd zijn om gezondheidswaarschuwingen op tabaksproducten te maskeren, verbieden.] <W 2004-07-19/46, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
§ 6. [9 Het is verboden om elke drank of product waarvan het effectief alcoholvolumegehalte hoger is dan 0,5 % vol, te verkopen, te schenken of aan te bieden aan minachttienjarigen.
In afwijking van het eerste lid mogen bieren en wijnen, zoals gedefinieerd in deze wet, verkocht, geserveerd of aangeboden worden aan plus-zestienjarigen met uitzondering van bier waaraan een gedistilleerde drank, of een aroma van een gedistilleerde drank, is toegevoegd.
De verantwoordelijke voor wiens rekening deze drank of dit product werd verkocht, geserveerd of aangeboden, kan eveneens aansprakelijk worden gesteld in geval van niet-naleving van dit verbod.]9]1
[10 § 6/1. Het is verboden alcoholische dranken in de handel te brengen:
1° via automatische distributieapparaten;
2° in tankstations aan snelwegen tussen 22u en 7u. Het in de handel brengen met het oog op consumptie ter plaatse in het restaurant is toegelaten;
3° in ziekenhuizen, met uitzondering van niet gekoeld bier en niet-gekoelde wijn. Het in de handel brengen met het oog op consumptie ter plaatse in de cafetaria is toegelaten.]10
[4 § 7. Het is verboden om metalen patronen met distikstofmonoxide ten behoeve van spuitbusvullingen voor huishoudelijk gebruik te verkopen aan jongeren onder de achttien jaar. Dit verbod geldt ook voor de e-commercesites. Die sites moeten op de webpagina's waar dit gas online kan worden gekocht, duidelijk aangeven dat de verkoop van dit product aan minderjarigen verboden is, ongeacht het voor het gas gebruikte omhulsel.
Aan iedereen die van plan is dit soort product met distikstofmonoxide in de handel te kopen, mag worden gevraagd te bewijzen dat hij/zij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.
In het belang van de volksgezondheid mag de Koning alle maatregelen nemen om te voorkomen dat minderjarigen zich metalen patronen met distikstofmonoxide verschaffen.]4
[5 Een waarschuwing voor het gevaar van het gebruik van distikstofmonoxide wordt aangebracht op elk recipiënt dat metalen patronen met distikstofmonoxide ten behoeve van spuitbusvullingen voor huishoudelijk gebruik bevat en dat zonder die waarschuwing niet mag worden verkocht. De Koning bepaalt de nadere voorwaarden met betrekking tot die waarschuwing.]5
[6 § 8. De Koning kan de financieringsmodaliteiten bepalen van de middelen die nodig zijn om te voldoen aan verplichtingen die op grond van deze wet of van een uitvoeringsbesluit ervan of van de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake worden opgelegd in de strijd tegen illegale handel in tabaksproducten.]6
[11 § 9. Het is verboden tabaksproducten te verkopen in tijdelijke verkooppunten.]11
[12 § 10. Het is verboden tabaksproducten te verkopen in voedingswinkels van meer dan 400m2 [13 , met uitzondering van de verkoop aan professionelen die werkzaam zijn in de tabakshandel. De producten mogen niet beschikbaar zijn voor particuliere consumenten]13.]12
(1)<W 2009-12-10/35, art. 14, 015; Inwerkingtreding : 10-01-2010>
(2)<W 2016-12-18/02, art. 115, 021; Inwerkingtreding : 06-01-2017>
(3)<W 2019-07-12/14, art. 2, 023; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
(4)<W 2021-02-11/18, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 05-03-2021>
(5)<W 2021-02-11/18, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 23-02-2022>
(6)<W 2022-05-18/08, art. 48, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
(7)<W 2022-11-29/02, art. 10, 029; Inwerkingtreding : 09-12-2023>
(8)<W 2022-11-29/02, art. 11, 029; Inwerkingtreding : 09-12-2023>
(9)<W 2024-03-21/21, art. 3,1°, 031; Inwerkingtreding : 12-04-2024>
(10)<W 2024-03-21/21, art. 3,3°, 031; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
(11)<W 2024-03-21/21, art. 3,4°, 031; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
(12)<W 2024-03-21/21, art. 3,5°, 031; Inwerkingtreding : 01-04-2025>
(13)<W 2024-05-18/13, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 14-06-2024>
Art. 6bis. <Ingevoegd bij W 1989-03-22/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> Wanneer bepaalde voedingsmiddelen of andere produkten een ernstig en dreigend gevaar betekenen voor de volksgezondheid en dit gevaar niet of onvoldoende kan worden bestreden op grond van deze wet of de besluiten genomen ter uitvoering van deze wet, kan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, bij een met redenen omklede beslissing en zonder het inwinnen van de in deze wet voorgeschreven adviezen, maatregelen nemen die beletten dat ze in de handel komen of blijven.
De aldus genomen maatregel vervalt ten laatste bij het einde van de (zesde maand) die volgt op deze waarin hij in werking is getreden. <W 2004-12-27/30, art. 125, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
Deze maatregel kan hoogstens voor één periode van dezelfde duur worden verlengd.
(De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de producten die behoren tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Art.7.§ 1. In het belang van de (volksgezondheid) kan de Koning regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op de reclame :
1° betreffende de voedingsmiddelen in verband met hun samenstelling of met diëtetische eigenschappen of met hun uitwerking op de gezondheid; <W 1989-03-22/41, art. 5, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
2° (betreffende de produkten bedoeld in artikel 1, 2°, a), c), e) en f), in verband met hun samenstelling of met hun uitwerking op de gezondheid. <W 1989-03-22/41, art. 5, 2°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
§ 2. (In het belang van de volksgezondheid kan de Koning regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven (...) in verband met de reclame voor alcohol en alcoholhoudende dranken.) <W 1989-03-22/41, art. 5, 3°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> <W 1997-12-10/37, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
(§ 2bis. 1° Het is verboden reclame te voeren voor en te sponsoren door tabak, producten op basis van tabak en soortgelijke producten, hierna tabaksproducten genoemd.
Als reclame en sponsoring worden beschouwd elke mededeling of handeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de verkoop te bevorderen, ongeacht de plaats, de aangewende communicatiemiddelen of de gebruikte technieken.
2° Het in het 1° bedoelde verbod is niet van toepassing op :
- (reclame voor tabaksproducten in dagbladen en tijdschriften die buiten de Europese Unie worden uitgegeven, behoudens wanneer die reclame of de invoer van dergelijke dagbladen of tijdschriften er hoofdzakelijk toe strekt tabaksproducten op de Belgische of communautaire markt te promoten;) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
- de incidentele reclame voor tabaksproducten in het kader van de mededeling aan het publiek van evenementen in het buitenland, behoudens wanneer die reclame of de mededeling aan het publiek van het evenement er hoofdzakelijk toe strekt reclame voor tabaksproducten te voeren voor de Belgische markt;
- [2 ...]2
(- reclame voor tabaksproducten in gedrukte publicaties, die uitsluitend bestemd zijn voor personen die werkzaam zijn in de tabakshandel.) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
3° (Het is verboden een merk, dat zijn bekendheid hoofdzakelijk aan een tabaksproduct ontleent, voor reclame op andere gebieden te gebruiken, zolang het merk voor een tabaksproduct wordt gebruikt.
Deze bepaling doet geen afbreuk aan het recht van ondernemingen om onder hun merknaam reclame te maken voor andere dan tabaksproducten, mits :
- de omzet van, zelfs door een andere onderneming, onder dezelfde merknaam op de markt gebrachte tabaksproducten niet meer dan de helft bedraagt van de omzet van andere producten dan tabak van het merk in kwestie, en
- dit merk oorspronkelijk is gedeponeerd voor andere dan tabaksproducten.) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
(4° De verboden bedoeld in de bepaling onder 3° zijn niet van toepassing op :
- de reclame voor een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, in dagbladen en publicaties die buiten de Europese Unie worden uitgegeven, behoudens wanneer die reclame of de invoer van dergelijke dagbladen of tijdschriften er hoofdzakelijk toe strekt reclame voor dergelijk merk te voeren voor de Belgische of communautaire markt;
- de toevallige reclame voor een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, in het kader van de bekendmaking aan het publiek van een evenement dat zich in het buitenland afspeelt, behoudens wanneer die reclame of de bekendmaking aan het publiek van dit evenement er toe strekt dergelijk merk op de Belgische markt te promoten;
- het aanbrengen van een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, op affiches in en aan de voorgevel van winkels die producten van dat merk verkopen;
- de reclame voor een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, in gedrukte publicaties die uitsluitend bestemd zijn voor personen die producten van een dergelijk merk in de handel brengen.
In afwijking van punt 3° kan de Minister toestaan dat een merk, dat zijn bekendheid met name aan een tabaksproduct ontleent, wordt gebruikt voor reclame indien het onmogelijk is een link te leggen tussen het tabaksproduct en de afgeleide producten. De minister stelt de nadere voorwaarden vast inzake de tenuitvoerlegging van deze bepaling. Daartoe houdt hij met name rekening met het feit dat de naam, het merk, het symbool en enig ander onderscheidend teken van het product of de dienst voorkomen in een duidelijk andere vorm dan die van de tabaksproducten.) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
§ 3. [1 ...]1
[3 De Koning kan de nadere regels voor de stockage van tabaksproducten bepalen.]3
----------
(1)<W 2009-12-22/05, art. 17,2°, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<W 2020-03-15/21, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(3)<W 2024-05-18/13, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 14-06-2024>
Art.7 TOEKOMSTIG RECHT. § 1. In het belang van de (volksgezondheid) kan de Koning regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven op de reclame :
1° betreffende de voedingsmiddelen in verband met hun samenstelling of met diëtetische eigenschappen of met hun uitwerking op de gezondheid; <W 1989-03-22/41, art. 5, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
2° (betreffende de produkten bedoeld in artikel 1, 2°, a), c), e) en f), in verband met hun samenstelling of met hun uitwerking op de gezondheid. <W 1989-03-22/41, art. 5, 2°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
§ 2. (In het belang van de volksgezondheid kan de Koning regels stellen en verbodsmaatregelen voorschrijven (...) in verband met de reclame voor alcohol en alcoholhoudende dranken.) <W 1989-03-22/41, art. 5, 3°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> <W 1997-12-10/37, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
(§ 2bis. 1° Het is verboden reclame te voeren voor en te sponsoren door tabak, producten op basis van tabak en soortgelijke producten, hierna tabaksproducten genoemd.
Als reclame en sponsoring worden beschouwd elke mededeling of handeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de verkoop te bevorderen, ongeacht de plaats, de aangewende communicatiemiddelen of de gebruikte technieken.
2° Het in het 1° bedoelde verbod is niet van toepassing op :
- (reclame voor tabaksproducten in dagbladen en tijdschriften die buiten de Europese Unie worden uitgegeven, behoudens wanneer die reclame of de invoer van dergelijke dagbladen of tijdschriften er hoofdzakelijk toe strekt tabaksproducten op de Belgische of communautaire markt te promoten;) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
- de incidentele reclame voor tabaksproducten in het kader van de mededeling aan het publiek van evenementen in het buitenland, behoudens wanneer die reclame of de mededeling aan het publiek van het evenement er hoofdzakelijk toe strekt reclame voor tabaksproducten te voeren voor de Belgische markt;
- [2 ...]2
(- reclame voor tabaksproducten in gedrukte publicaties, die uitsluitend bestemd zijn voor personen die werkzaam zijn in de tabakshandel.) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
3° (Het is verboden een merk, dat zijn bekendheid hoofdzakelijk aan een tabaksproduct ontleent, voor reclame op andere gebieden te gebruiken, zolang het merk voor een tabaksproduct wordt gebruikt.
Deze bepaling doet geen afbreuk aan het recht van ondernemingen om onder hun merknaam reclame te maken voor andere dan tabaksproducten, mits :
- de omzet van, zelfs door een andere onderneming, onder dezelfde merknaam op de markt gebrachte tabaksproducten niet meer dan de helft bedraagt van de omzet van andere producten dan tabak van het merk in kwestie, en
- dit merk oorspronkelijk is gedeponeerd voor andere dan tabaksproducten.) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
(4° De verboden bedoeld in de bepaling onder 3° zijn niet van toepassing op :
- de reclame voor een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, in dagbladen en publicaties die buiten de Europese Unie worden uitgegeven, behoudens wanneer die reclame of de invoer van dergelijke dagbladen of tijdschriften er hoofdzakelijk toe strekt reclame voor dergelijk merk te voeren voor de Belgische of communautaire markt;
- de toevallige reclame voor een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, in het kader van de bekendmaking aan het publiek van een evenement dat zich in het buitenland afspeelt, behoudens wanneer die reclame of de bekendmaking aan het publiek van dit evenement er toe strekt dergelijk merk op de Belgische markt te promoten;
- het aanbrengen van een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, op affiches in en aan de voorgevel van winkels die producten van dat merk verkopen;
- de reclame voor een merk, dat zijn naamsbekendheid voornamelijk aan een tabaksproduct te danken heeft, in gedrukte publicaties die uitsluitend bestemd zijn voor personen die producten van een dergelijk merk in de handel brengen.
In afwijking van punt 3° kan de Minister toestaan dat een merk, dat zijn bekendheid met name aan een tabaksproduct ontleent, wordt gebruikt voor reclame indien het onmogelijk is een link te leggen tussen het tabaksproduct en de afgeleide producten. De minister stelt de nadere voorwaarden vast inzake de tenuitvoerlegging van deze bepaling. Daartoe houdt hij met name rekening met het feit dat de naam, het merk, het symbool en enig ander onderscheidend teken van het product of de dienst voorkomen in een duidelijk andere vorm dan die van de tabaksproducten.) <W 2004-07-19/46, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2004 en Inwerkingtreding : 31-07-2005, zie W 2004-07-19/46, art. 5>
§ 3. [3 Tabaksproducten mogen niet worden uitgestald aan en in verkooppunten.]3
[4 De Koning kan de nadere regels voor de stockage van tabaksproducten bepalen.]4
(1)<W 2009-12-22/05, art. 17,2°, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<W 2020-03-15/21, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(3)<W 2024-03-21/21, art. 4, 031; Inwerkingtreding : 01-04-2025>
(4)<W 2024-05-18/13, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 14-06-2024>
Art. 7bis. <ingevoegd bij L 2006-11-17/47, art. 2; Inwerkingtreding : 28-01-2007> § 1. Behoudens toepassing van de bepalingen van artikel 7, kan de Koning geheel of gedeeltelijk de overeenkomsten gesloten tussen de verenigingen bedoeld in § 3 van dit artikel goedkeuren, indien hun bedoeling is om een redelijk gebruik van alcoholhoudende dranken aan te moedigen.
§ 2. De bepalingen van de overeenkomsten die zijn goedgekeurd door de Koning worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
§ 3. De overeenkomsten bedoeld in § 1 moeten tenminste gesloten zijn met :
1. twee beroepsverenigingen die minstens 80 % van de Belgische producenten van alcoholhoudende dranken vertegenwoordigen;
2. twee verenigingen die de belangen van de consument vertegenwoordigen;
3. twee beroepsverenigingen die de Horeca sector vertegenwoordigen en vertegenwoordigd zijn binnen het paritair Comité voor het hotelbedrijf, ingesteld krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr 58954/CO/302 van 27 augustus 2001.
Art.8.<W 1989-03-22/41, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> [1 § 1.]1 De gegevens die [2 in de etikettering]2 voorkomen en die dwingend zijn voorgeschreven in uitvoering van deze wet [2 of door de Europese verordeningen en beschikkingen of besluiten ter zake]2, zijn minstens gesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar de produkten op de markt worden aangeboden.
[1 § 2. [2 In afwijking van paragraaf 1 worden de gegevens die dwingend voor tabaksprodukten zijn voorgeschreven in uitvoering van deze wet of door de Europese verordeningen en beschikkingen of besluiten ter zake, in elk geval gesteld in het Nederlands, Frans en Duits, onafhankelijk van het taalgebied waar de produkten op de markt worden gebracht.]2]1
----------
(1)<W 2016-06-22/03, art. 61, 020; Inwerkingtreding : 11-07-2016>
(2)<W 2022-07-12/18, art. 6, 028; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.9. § 1. De Koning bepaalt de procedure voor het indienen van de individuele aanvragen die aanleiding geven tot het uitbrengen van een advies door de Hoge Gezondheidsraad.
§ 2. Op voorstel of na advies van de Hoge Gezondheidsraad kan de Koning, volgens een procedure die Hij bepaalt, wijzigingen aanbrengen in de beslissingen die Hij zou genomen hebben op grond van artikel 3, 5°, van artikel 4, § 1, van artikel 5, § 2, en van artikel 6, § 2.
Art.10.(De Koning kan een vergoeding opleggen, waarvan Hij het bedrag en de wijze van heffing bepaalt, voor alle aanvragen die met toepassing van deze wet worden ingediend, alsmede voor alle bewijsstukken die met toepassing van deze wet worden afgegeven.
De Koning kan eveneens, bij een in Ministerraad overlegd besluit, een vergoeding opleggen, waarvan Hij het bedrag en de wijze van heffing bepaalt, voor het uitvoeren van controles en inspecties bedoeld in artikel 11.) <W 1994-02-09/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 1994-06-05>
[1 Het bedrag van deze vergoedingen wordt gestort, hetzij op de rekening van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, hetzij in het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten.]1
[1 De Koning wordt gemachtigd om de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, te wijzigen, te vervangen of op te heffen.]1
----------
(1)<W 2014-04-10/23, art. 188, 019; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
Art.11.§ 1. [2 § 1. Onverminderd de ambtsbevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, zien de daartoe door de Koning aangewezen statutaire of contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu toe op de uitvoering van de bepalingen van deze wet en van zijn uitvoeringsbesluiten evenals van de verordeningen van de Europese Unie en die behoren tot de bevoegdheden van Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu door, voorzien van behoorlijke legitimatiebewijzen die door de Koning verder worden uitgewerkt, onaangekondigde inspecties uit te voeren.
De contractuele personeelsleden leggen voorafgaand aan de uitoefening van hun functie, de eed af in handen van de minister of van zijn aangestelde.
De door de Koning aangewezen statutaire of contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu belast met het toezicht op de toepassing van deze wet en op de ter uitvoering ervan getroffen besluiten hebben, binnen de perken van de uitoefening van hun bevoegdheid, zonder voorafgaande verwittiging, toegang tot alle plaatsen die worden gebruikt voor de handel van voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde producten en tot de daaraan grenzende opslagplaatsen en tot andere plaatsen die aan hun toezicht onderworpen zijn of waarvan zij redelijkerwijze vermoeden dat er inbreuken gepleegd worden op de bepalingen van de wetgevingen waarop zij toezicht uitoefenen. Zij kunnen deze doorzoeken, zelfs indien deze voor het publiek niet toegankelijk zijn.
Zij hebben zonder voorafgaande verwittiging te allen tijde toegang tot de plaatsen die dienen voor de fabricage van voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde producten die voor de handel bestemd zijn, alsook tot de plaatsen waar deze zijn opgeslagen.
Het bezoek aan plaatsen die uitsluitend als woning dienen is slechts toegestaan tussen 5 uur `s ochtends en 9 uur `s avonds en kan slechts gebeuren met verlof van de rechter [5 van de politierechtbank of met voorafgaande en schriftelijke toestemming van de bewoner]5.
Zij mogen de overlegging eisen van alle handelsdocumenten en bescheiden betreffende voedingsmiddelen en andere bij deze wet bedoelde producten en van alle documenten verplicht gesteld bij de krachtens deze wet uitgevaardigde besluiten.
Zij mogen overgaan tot de controle van transporten, openbaar vervoer en vervoermiddelen.]2
[4 Zij mogen natuurlijke en rechtspersonen identificeren aan de hand van het telefoonnummer van de betrokkene of het IP-adres dat aan de bron van de elektronische communicatie ligt.
Hiertoe mogen zij op met redenen omkleed verzoek de verstrekking van de identificatiedocumenten en -gegevens vorderen van:
1° de operator van een elektronische-communicatienetwerk; en
2° iedereen die binnen het Belgisch grondgebied, op welke wijze ook een dienst beschikbaar stelt of aanbiedt, die bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische-communicatienetwerken, of er in bestaat gebruikers toe te laten via een elektronische-communicatienetwerk informatie te verkrijgen, te ontvangen of te verspreiden. Hieronder wordt ook de verstrekker van een elektronische-communicatiedienst begrepen.
Onverminderd een eventuele delegatie, dient elk identificatieverzoek voorafgaandelijk door het diensthoofd van de Inspectiedienst Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu schriftelijk goedgekeurd te worden.
Met het oog op de identificatie van de betrokkene kan het diensthoofd van de Inspectiedienst Consumptieproducten de medewerking vorderen van de personen of instellingen bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 3° tot 22°, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, op basis van de referentie van een elektronische banktransactie die voorafgaandelijk meegedeeld is door een operator in de zin van artikel 2, 11°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.]4
§ 2. (Zij stellen de overtredingen van de desbetreffende wetten en besluiten vast in processen-verbaal die gelden tot het tegendeel bewezen is.
[1 Ze kunnen overgaan tot het verhoor van de overtreder en tot elk ander nuttig verhoor.]1
Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen [2 dertig dagen]2 na de vaststelling van de overtreding aan de geverbaliseerde overgezonden.) <W 1994-02-09/36, art. 2, 2°, 003; Inwerkingtreding : 1994-06-05>
[1 Ze kunnen, bij de uitoefening van hun opdrachten, de hulp van de politiemacht inroepen.]1
[2 Zij kunnen overgaan tot de verzegeling van automatische distributieapparaten die niet voldoen aan artikel 6, §§ 4 en 6. [3 De voorwaarden hiervoor worden uitgewerkt door de minister.]3
Zij kunnen overgaan tot elk onderzoek, controle en verhoor en alle inlichtingen inwinnen die zij nodig achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van de wetgeving waarop zij toezicht uitoefenen, werkelijk worden nageleefd, en inzonderheid de identiteit opnemen van gelijk welke persoon, wiens verhoor zij nodig achten voor de uitoefening van het toezicht.]2
[6 Ze kunnen overgaan tot de tijdelijke sluiting van een gecontroleerde handelszaak met een duur van één uur tot dertig dagen in het geval van een ernstig en dreigend gevaar voor de volksgezondheid of in het geval van het herhaaldelijk, over een periode van een jaar, niet-respecteren van artikel 6, § 4 of § 6, of artikel 7, § 2bis.
De maatregel waarbij een tijdelijke sluiting wordt opgelegd, wordt schriftelijk gemotiveerd en door afgifte tegen ontvangstbewijs of per aangetekend schrijven ter kennis gebracht aan de overtreder en bevat minstens volgende elementen:
1° de datum en het uur waarop de maatregel ingaat en eindigt. In het geval van een ernstig en dreigend gevaar voor de volksgezondheid kan de maatregel onmiddellijk ingaan;
2° de datum en het uur van de kennisgeving;
3° de identiteit van de in dit artikel bedoelde ambtenaren, de hoedanigheid waarin zij optreden en de administratie waartoe zij behoren;
4° de feitelijke en juridische grondslag;
5° de plaats waarop de maatregel betrekking heeft.]6
(§ 3. Het proces-verbaal houdende vaststelling van de overtredingen bedoeld in artikel 19 en opgesteld door de door de Koning aangestelde toezichthoudende (personen, bedoeld in § 1), wordt overgemaakt aan de krachtens artikel 19 aangestelde ambtenaar. Indien dit proces-verbaal is opgemaakt door de burgemeester of diens gemachtigde kan het eveneens aan deze ambtenaar worden toegezonden. <W 2003-12-22/42, art. 231, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
Wanneer toepassing wordt gemaakt van artikel 11bis, wordt het proces-verbaal aan de procureur des Konings pas toegezonden, wanneer aan de waarschuwing geen gevolg is gegeven.) <W 1989-03-22/41, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
(§ 4. De Koning kan andere regelen voor de inspectie en controle vaststellen, ten einde te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de internationale verdragen en de krachtens die verdragen tot stand gekomen internationale akten.) <W 1994-02-09/36, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 1994-06-05>
(§ 5. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2012-12-27/15, art. 36, 018; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
(2)<W 2014-04-10/23, art. 189, 019; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
(3)<W 2016-12-18/02, art. 117, 021; Inwerkingtreding : 06-01-2017>
(4)<W 2022-07-20/14, art. 44, 027; Inwerkingtreding : 18-08-2022>
(5)<W 2024-05-18/13, art. 4,1°, 033; Inwerkingtreding : 14-06-2024>
(6)<W 2024-05-18/13, art. 4,2°, 033; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art. 11/1.[1 § 1. De statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 11 van deze wet mogen zich begeven in alle plaatsen waar zij hun controle uitoefenen, ook online, zich voordoende als zijnde klanten of potentiële klanten [2 en producten als testaankopen of als productmonsters kopen, indien nodig ook met gebruikmaking van een fictieve identiteit]2, zonder dat zij hun hoedanigheid en de omstandigheid dat de bij deze gelegenheid gedane vaststellingen kunnen worden aangewend voor de uitoefening van het toezicht, moeten mededelen. De betrokken persoon of personen waarbij vaststellingen worden gedaan mogen niet worden geprovoceerd in de zin van het artikel 30 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering. De statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 11 van deze wet mogen deze bevoegdheid enkel uitoefenen indien het voor de uitoefening van het toezicht noodzakelijk is om de reële omstandigheden die gelden voor gewone cliënten of potentiële cliënten te kunnen vaststellen. Zij blijven vrij van straf indien in dit kader strikt noodzakelijke strafbare feiten worden gepleegd.
[2 De omstandigheden van het uitoefenen van deze bevoegdheid, met name de aanleiding voor het voeren van dit onderzoek en de eventuele fictieve identiteit waarvan gebruik werd gemaakt, dient, in voorkomend geval, vermeld te worden in de waarschuwing of in het proces-verbaal van vaststelling van overtreding.]2
§ 2. Overeenkomstig artikel 14, lid 4, a), van de Verordening 2019/1020 mogen de statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 11 van deze wet marktdeelnemers gelasten relevante documenten, technische specificaties, gegevens of informatie over de conformiteit en de technische aspecten van het product te verstrekken, met inbegrip van toegang tot ingebedde software voor zover die toegang nodig is om de conformiteit van het product met de toepasselijke harmonisatiewetgeving van de Europese Unie te beoordelen, ongeacht de vorm, het formaat, het opslagmedium of de plaats waar zulke documenten, technische specificaties, gegevens of informatie worden bewaard, en deze informatie te (laten) kopiëren.
§ 3. Overeenkomstig artikel 14, lid 4, k), van de Verordening 2019/1020, mogen de statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 11van deze wet, wanneer er geen andere doeltreffende middelen voorhanden zijn om een ernstig risico weg te nemen, de verwijdering van inhoud in verband met de betrokken producten van een online interface gelasten of de expliciete vermelding vereisen van een waarschuwing voor eindgebruikers wanneer zij zich toegang verschaffen tot een online interface, of indien niet aan een verzoek is voldaan, aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij verplichten de toegang tot de online interface te beperken, onder meer door een relevante derde te verzoeken dergelijke maatregelen uit te voeren.
§ 4. Overeenkomstig artikel 14, lid 4, c), van de Verordening 2019/1020, mogen de statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 11 van deze wet gelasten relevante informatie te verstrekken die nodig is om de eigendom van websites te kunnen nagaan wanneer de informatie in kwestie verband houdt met het voorwerp van het onderzoek.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2022-05-18/08, art. 49, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
(2)<W 2024-05-18/13, art. 5, 033; Inwerkingtreding : 14-06-2024>
Art.11/2. [1 De statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 11 kunnen voor de inbreuken bedoeld in artikel 6, § 4 en § 6, vaststellingen doen met behulp van minderjarigen, enkel na voorafgaande schriftelijke toestemming van het diensthoofd van de inspectiedienst Consumptieproducten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en enkel indien het voor de uitoefening van het toezicht noodzakelijk is om de reële omstandigheden die gelden voor gewone klanten of potentiële klanten te kunnen vaststellen.
Gesprekken die worden gevoerd met deze manier van vaststellen kunnen worden opgenomen.
De betrokken fysieke of rechtspersonen waarbij vaststellingen worden gedaan mogen niet worden geprovoceerd in de zin van het artikel 30 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering.
De omstandigheden van het uitoefenen van deze bevoegdheid, met name de aanleiding voor het voeren van dit onderzoek met minderjarigen, dient, in voorkomend geval, vermeld te worden in de waarschuwing of in het proces-verbaal van vaststelling van overtreding, zonder vrijgave van de identiteit van de minderjarigen die als mystery shopper optraden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-05-18/13, art. 6, 033; Inwerkingtreding : 14-06-2024>
Art. 11bis.<Ingevoegd bij W 1989-03-22/41, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> Wanneer een overtreding van deze wet of van een uitvoeringsbesluit ervan [1 of van de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake]1 is vastgesteld, kan de door de Koning krachtens artikel 11 van deze wet aangestelde (personen) een waarschuwing richten tot de overtreder waarbij die tot stopzetting van de overtreding wordt aangemaand. <W 2003-12-22/42, art. 232, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
[2 Een afschrift van de waarschuwing wordt binnen de tien dagen na de vaststelling van de overtreding aan de overtreder overgemaakt door overhandiging in de hand ervan of door het versturen per gewone post of per elektronische post via het systeem eBox zoals bepaald in de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.]2
De waarschuwing vermeldt :
a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wetsbepaling of -bepalingen;
b) de termijn waarin zij dienen te worden stopgezet;
c) dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, het proces-verbaal zal worden overgemaakt aan de ambtenaar die belast is met de toepassing van de procedure die is bepaald in artikel 19 en dat de procureur des Konings zal kunnen worden ingelicht.
(Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2012-12-27/15, art. 37, 018; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
(2)<W 2022-05-18/08, art. 50, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
Art.12. (De Koning bepaalt de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de monsters worden genomen.
Hij kan tevens de ontledingsmethoden bepalen.) <W 1989-03-22/41, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
De ontleding van de monsters geschiedt in de laboratoria die daartoe erkend zijn overeenkomstig de voorwaarden die de Koning bepaalt.
De Koning kan eveneens de wijze van werken van deze laboratoria bij de ontleding van de monsters regelen.
(Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Art.13.[1 Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot duizend euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft:
1° hij die, zonder de fabrikant of de invoerder te zijn, de artikelen 6, §§ 4, 4/1, 6, 6/1, 7, 9 en 10, en artikel 8 en de besluiten geno-men ter uitvoering van artikelen 2, 3, 2°, 4° en 6°, 4, §§ 3 en 4, 5, § 4, en 6 overtreedt;
2° hij die, zonder de fabrikant of de invoerder te zijn, voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde producten in de handel brengt wanneer deze voedingsmiddelen of producten bedorven, schadelijk of door een verordening van het algemeen, provinciaal of gemeentelijk bestuur schadelijk verklaard zijn;
3° hij die de maatregelen genomen in uitvoering van artikel 2, lid 6, overtreedt;
4° hij die de bepalingen van artikel 3/1 overtreedt;
5° hij die de maatregel genomen ter uitvoering van artikel 6bis overtreedt;]1
[2 5° eenieder die de maatregelen genomen in uitvoering van artikel 2, lid 6, overtreedt.]2
----------
(1)<W 2024-03-21/21, art. 5, 031; Inwerkingtreding : 12-04-2024>
(2)<W 2024-03-21/30, art. 3, 032; Inwerkingtreding : 15-04-2024>
Art.14.[1 Met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van vijftig euro tot drieduizend euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde producten fabriceert of invoert en hij die, zonder de fabrikant of de invoerder te zijn, wetens voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde producten in de handel brengt met overtreding van artikel 6, §§ 4, 4/1, 6, 6/1, 7, 9 en 10, en artikel 8 en de besluiten genomen ter uitvoering van artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, 1°, a), en 2° tot 5°, 4, § 4, 6 en 10.]1
----------
(1)<W 2024-03-21/21, art. 6, 031; Inwerkingtreding : 12-04-2024>
Art.15.§ 1. Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van honderd tot vijftienduizend frank of met een dezer straffen alleen wordt gestraft hij die fabriceert of invoert :
1° voedingsmiddelen wanneer zij één of meer niet toegelaten toevoegsels of contaminanten bevatten of wanneer zij een hoeveelheid toevoegsels of contaminanten bevatten groter dan die welke door de Koning bepaald is, met overtreding van de besluiten genomen ter uitvoering van de artikelen 4, § 3 en 5, § 4;
2° voedingsmiddelen wanneer zij één of meer toegelaten toevoegsels bevatten en niet de vereiste inlichtingen dragen betreffende de aanwezigheid of het gehalte van deze toevoegsels in het voedingsmiddel, met overtreding van de besluiten genomen ter uitvoering van artikel 4, § 3;
3° tabak, produkten op basis van tabak, soortgelijke produkten (, cosmetica of tatouage-inkten), wanneer deze niet toegelaten stoffen bevatten of wanneer zij een te grote hoeveelheid van één of meer toegelaten stoffen bevatten, met overtreding van de besluiten genomen ter uitvoering van artikel 6, § 2; <W 2004-12-27/30, art. 126, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
4° produkten bedoeld in artikel 1, 2°, b), c), f) of g), wanneer deze niet toegelaten stoffen bevatten of een te grote hoeveelheid van één of meer toegelaten stoffen bevatten met overtreding van de besluiten genomen ter uitvoering van artikelen 3, 5° en 6, § 2;
5° voedingsmiddelen, met overtreding van de besluiten genomen ter uitvoering van artikel 2, lid 3;
6° dieetvoedingsmiddelen (, cosmetica of tatoeage-inkten), wanneer niet vooraf voldaan is aan de voorschriften betreffende de registratie ervan, met overtreding van de besluiten genomen ter uitvoering van de artikelen 2, vierde lid en 6, § 3; <W 2004-12-27/30, art. 126, 012; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
7° (voedingsmiddelen en andere produkten die bedorven of schadelijk zijn of die door een verordening van het algemeen, provinciaal of gemeentelijk bestuur schadelijk zijn verklaard.) <W 1989-03-22/41, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, zonder de fabrikant of de invoerder te zijn, voedingsmiddelen of andere produkten in de handel brengt, en die wetens het bepaalde onder 1° tot 7° niet in acht neemt.
§ 2. Met de straffen bedoeld onder § 1 wordt gestraft :
1° hij die zich niet onderwerpt aan het medisch onderzoek bedoeld bij artikel 3, 1°, b), of die het verbod of de beperking van zijn activiteit niet in acht neemt;
2° hij die het bepaalde in de besluiten genomen ter uitvoering van artikel 7, § 1 en § 2 (in verband met de reclame voor alcohol en alcoholische dranken) overtreedt. Deze bepaling is niet van toepassing op de uitgevers, drukkers en in het algemeen op alle personen die bij de verspreiding van de reclame betrokken zijn, indien zij de naam vermelden van de in België gevestigde persoon die er de auteur van is of die het initiatief tot het verspreiden ervan genomen heeft. <W 1997-12-10/37, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 11-02-1998>
§ 3. [3 Met gevangenisstraf van één maand tot een jaar en met geldboete van tienduizend tot honderdduizend euro of met één van deze straffen alleen worden gestraft, de fabrikant, de invoerder, de uitgever en de drukker die artikel 7, § 2bis en 3 van deze wet over-treden.
Met gevangenisstraf van één maand tot een jaar en met geldboete van tweehonderdvijftig tot honderdduizend euro of met één van deze straffen alleen wordt gestraft hij die artikel 7, § 2bis en 3 van deze wet overtreedt en die niet vermeld is in het eerste lid.]3
----------
(1)<W 2016-12-18/02, art. 119, 021; Inwerkingtreding : 06-01-2017>
(2)<W 2018-10-30/06, art. 72, 022; Inwerkingtreding : 26-11-2018>
(3)<W 2024-03-21/21, art. 7, 031; Inwerkingtreding : 12-04-2024>
Art. 15/1. [1 Naast de in artikelen 13 en 14 voorziene straffen kan de rechtbank bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 6, § 4 en § 6 de sluiting bevelen voor een termijn van één dag tot zes maanden. Deze sluiting kan worden opgelegd voor een handelszaak, winkel of eender welke publiek toegankelijke plaats waar de inbreuk werd begaan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2022-05-18/08, art. 51, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
Art. 15/2. [1 Indien een inbreuk op de besluiten genomen in uitvoering van deze wet eveneens een inbreuk inhoudt op de besluiten genomen in uitvoering van artikel VI.9 van het Wetboek van economisch recht, zijn alleen de straffen bepaald in dit Wetboek van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2023-11-05/07, art. 72, 030; Inwerkingtreding : 21-12-2023>
Art.15/2. 1 Naast de in artikel 15, § 3 voorziene straffen kan de rechtbank bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 7, § 2bis de fabrikant verbieden tabaksproducten te verkopen waarvoor verboden reclame is gemaakt, voor een periode van ten minste een jaar en ten hoogste vijf jaar.]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-03-21/21, art. 8, 031; Inwerkingtreding : 31-12-2025>
Art.16.[1 Onverminderd de toepassing van de bij de artikelen 269 tot 274 van het Strafwetboek gestelde straffen wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot drie maanden en met een geldboete van honderd euro tot tweeduizend euro of met een dezer straffen alleen, hij die zich verzet tegen de bezoeken, inspecties, onderzoeken, controles, verhoren, inzage van documenten, monsterneming, verzameling van bewijsmateriaal of inbeslagneming of andere te laten verrichten door de personen die gemachtigd zijn om overtredingen van deze wet en van de besluiten, ter uitvoering van deze wet genomen of van de Europese verordeningen en beschikkingen of besluiten ter zake, op te sporen en vast te stellen alsook hij die zich ertegen verzet, hij die voornoemde personen beledigt [2 , bedreigt]2 en hij die weigert een identiteitsdocument voor te leggen.]1
----------
(1)<W 2014-04-10/23, art. 192, 019; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
(2)<W 2018-10-30/06, art. 73, 022; Inwerkingtreding : 26-11-2018>
Art.17. § 1. De bepalingen van de artikelen 13 tot 15 doen geen afbreuk aan de voorschriften van de artikelen 454 tot 457 en 498 tot 504 van het Strafwetboek.
§ 2. In geval van herhaling binnen drie jaar na een veroordeling wegens een misdrijf omschreven bij deze wet of bij ter uitvoering van deze wet vastgestelde besluiten, kan de straf worden verdubbeld.
§ 3. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn toepasselijk op de misdrijven omschreven in de artikelen 13 tot 16.
Art.18.§ 1. (Wanneer voedingsmiddelen of andere produkten als bedoeld in deze wet bedorven of schadelijk zijn of schadelijk zijn verklaard door een verordening van het algemeen, provinciaal of gemeentelijk bestuur, kunnen de in artikel 11 bedoelde (personen) die voedingsmiddelen of andere produkten met toestemming van de betrokken persoon buiten gebruik stellen voor de menselijke voeding, respectievelijk voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, of ze wegnemen ten einde ze buiten gebruik te stellen.) <W 1989-03-22/41, art. 14, 1°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> <W 2003-12-22/42, art. 234, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
§ 2. Indien de betrokken persoon de bedorven toestand, het schadelijk of schadelijk verklaarde karakter of indien hij niet instemt met het buiten gebruik stellen of met het wegnemen, worden de voedingsmiddelen of andere in § 1 bedoelde produkten in beslag genomen en onder sekwester geplaatst en nemen de voornoemde (personen) monsters. <W 2003-12-22/42, art. 234, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
Naargelang van de uitslag van de analyse worden het sekwester en de inbeslagname opgeheven of gehandhaafd.
§ 3. In de gevallen bedoeld in § 2 en indien de voedingsmiddelen en andere in § 1 bedoelde produkten, wegens hun aard of hun toestand, niet kunnen worden bewaard zonder te ontaarden, worden zij voor de menselijke voeding of voor hun normale bestemming onbruikbaar gemaakt door tussenkomst van de bekeurende (persoon), bijgestaan door één van de in artikel 11 bedoelde (personen) die gezamenlijk het proces-verbaal over het buiten gebruik stellen van die voedingsmiddelen of produkten ondertekenen. <W 2003-12-22/42, art. 234, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
(§ 4. geschrapt) <W 1989-03-22/41, art. 14, 2°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
(§ 4.) Onverminderd de toepassing van de artikelen 42 en 43 van het Strafwetboek, spreekt de rechter, als maatregel ter vrijwaring van de volksgezondheid, de verbeurdverklaring uit van de bedorven, schadelijke of door een verordening van het algemeen, provinciaal of gemeentelijk bestuur schadelijk verklaarde voedingsmiddelen of (andere in deze wet bedoelde produkten). <W 1989-03-22/41, art. 14, 2°, 3°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
[1 § 4/1. De in artikel 11 bedoelde personen kunnen overgaan tot de inbeslagname van dranken of andere producten op basis van alcohol die werden verkregen met miskenning van artikel 6, § 6. Deze personen kunnen de inbeslaggenomen dranken ter plaatse vernietigen. In geen geval is vergoeding verschuldigd.]1
(§ 5.) Wanneer voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde produkten die voorhanden gehouden worden in een fictief, openbaar op particulier entrepot of die ten uitvoer worden aangeboden bedorven, schadelijk of door een verordening van het algemeen bestuur schadelijk verklaard zijn, kan de invoer ervan worden geweigerd en kunnen zij worden teruggezonden of voor menselijke voeding, respectievelijk voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, buiten gebruik gesteld.
Ingeval de terugzending of het buiten gebruik stellen wordt geweigerd, worden de voedingsmiddelen of andere in deze wet bedoelde produkten buiten gebruik gesteld op kosten van de invoerder en overeenkomstig de door de Koning vastgestelde bepalingen. <W 1989-03-22/41, art. 14, 2°, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
[2 § 5/1. Kosten van activiteiten die verband houden met gevallen van niet-conformiteit van andere producten bedoeld in deze wet zijn ten laste van de eigenaar of, bij gebreke, ten laste van de houder ervan. Deze kosten omvatten onder meer: kosten voor vernietiging, voor buitengebruikstelling, voor bewaring, voor inbeslagname, voor verzegeling of plaatsing onder sekwester, voor uitvoeren van testen en voor opslag. Deze kosten kunnen samen met de bestuurlijke geldboete worden teruggevorderd. Blijft de betrokkene in gebreke binnen de gestelde termijn om de geldboete te betalen en/of de kosten terug te betalen, dan kan de ambtenaar het bedrag voor de bevoegde rechtbank vorderen. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.]2
(§ 6. Met uitzondering van §§ 4 en 5, zijn de bepalingen van dit artikel niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2016-12-18/02, art. 120, 021; Inwerkingtreding : 06-01-2017>
(2)<W 2022-05-18/08, art. 52, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
Art.19.<W 1989-03-22/41, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> Bij overtreding van deze wet of van de besluiten genomen ter uitvoering ervan [1 of van de Europese verordeningen en beschikkingen/besluiten ter zake]1 kan de ambtenaar, daartoe aangesteld door de Koning binnen [2 de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu]2, een geldsom bepalen waarvan de vrijwillige betaling door de dader van de overtreding, de publieke vordering doet vervallen. Wordt de betaling geweigerd, dan wordt het dossier aan de procureur des Konings toegezonden.
[2 Het bedrag van de te betalen geldsom mag niet lager zijn dan de helft van het minimum noch hoger zijn dan het maximum van de voor de overtreding bepaalde geldboete.]2
Bij samenloop van verschillende misdrijven worden de bedragen van de geldsommen samengevoegd, zonder dat het totale bedrag hoger mag zijn dan het dubbele van het maximum van de boete bepaald in artikel 15.
Het bedrag van deze geldsommen wordt verhoogd met de opdeciemes die van toepassing zijn op de strafrechtelijke geldboeten.
De betalingsmodaliteiten worden door de Koning vastgesteld.
[2 De geldsom wordt gestort aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten.]2
(Dit artikel is niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2012-12-27/15, art. 40, 018; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
(2)<W 2014-04-10/23, art. 193, 019; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
Art.20.§ 1. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, binnen het toepassingsgebied van deze wet alle vereiste maatregelen treffen ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de internationale verdragen en de krachtens die verdragen tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.
§ 2. De bepalingen van de artikelen 13 tot 19, 24 en 25 zijn van toepassing bij overtreding van de besluiten genomen bij toepassing van § 1 van dit artikel, alsmede van de verordeningen van de [1 Europese Unie]1 [2 en de respectievelijke uitvoeringsverordeningen]2 die van kracht zijn in het Rijk en materies betreffen welke op grond van deze wet tot de verordeningsbevoegdheid van de Koning behoren.
§ 3. In geval van niet-naleving van de bepalingen genomen ter uitvoering van de in § 1 bedoelde internationale verdragen of akten die geen overtreding uitmaakt van de artikelen 13 en 18 van deze wet, wordt deze gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van zesentwintig tot vijftienduizend frank of met één dezer straffen alleen.
Binnen de grenzen bepaald in vorig lid omschrijft de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit nader de overtredingen en de straffen toepasselijk op elk daarvan.
(§ 4. Wanneer de besluiten genomen ter uitvoering van deze wet en waarvoor het advies van de Hoge Gezondheidsraad wettelijk is voorgeschreven, het gevolg zijn van verplichtingen voortvloeiend uit internationale verdragen en internationale akten getroffen op grond van die verdragen, is dit advies niet vereist.) <W 1989-03-22/41, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
(§ 5. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de materies die behoren tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<W 2012-12-27/15, art. 41, 018; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
(2)<W 2022-05-18/08, art. 53, 026; Inwerkingtreding : 09-06-2022>
Art.21. § 1. <Wijzigingsbepaling van art. 1 van de W 1933-08-14/30>
§ 2. Op de door de Koning vastgestelde data worden opgeheven :
1° de wet van 25 september 1906 het vervaardigen, invoeren, vervoeren, verkopen, alsook het ten verkoop in voorraad hebben van alsemlikeuren verbiedende;
2° het koninklijk besluit nr. 57 van 20 december 1934 aangaande brandewijnen;
3° het koninklijk besluit nr. 58 van 20 december 1934 betreffende wijn, vruchtenwijn, wijnachtige dranken en oenologische produkten;
4° de wet van 8 juli 1935 betreffende boter, margarine, bereide vetten en andere eetbare vetten;
5° de wet van 3 april 1975 tot bescherming tegen de gevaren van het roken van sigaretten.
Art.22. § 1. Bij het (Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) wordt een (Adviesraad inzake voedingsbeleid en gebruik van andere consumptieproducten) opgericht waarvan de Koning de samenstelling en de werking regelt. <W 2003-12-22/42, art. 236, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004> <W 2007-03-01/37, art. 123, 1°, 013; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 2. (Deze Raad) brengt, op verzoek van de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, advies uit over alle problemen betreffende de in deze wet bedoelde voedingsmiddelen en andere produkten. <W 2007-03-01/37, art. 122, 2°, 013; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
§ 3. De (Adviesraad inzake voedingsbeleid en gebruik van andere consumptieproducten) moet geraadpleegd worden in verband met de besluiten, genomen ter uitvoering van deze wet, die betrekking hebben op (de samenstelling, de etikettering van en de reclame voor) de in deze wet bedoelde voedingsmiddelen en andere produkten, met uitzondering evenwel van de besluiten genomen ter uitvoering van internationale verplichtingen en die waarvoor in de wet het advies van de Hoge Gezondheidsraad vereist is. <W 1989-03-22/41, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989> <W 2007-03-01/37, art. 123, 3°, 013; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Het advies wordt uitgebracht binnen een termijn van 2 maanden; na deze termijn is het advies niet meer vereist.
Art. 22bis. <Ingevoegd bij W 2008-07-24/35, art. 101; Inwerkingtreding : 17-08-2008> Binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, worden een expertenstuurgroep en expertencomités hieronder opgesomd opgericht bestaande uit deskundigen ter ondersteuning van het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan :
- een Expertenstuurgroep;
- een Comité voor de toekenning van het logo van het NVGP-B;
- een Wetenschappelijke werkgroep fysieke activiteit;
- een Wetenschappelijke werkgroep herformulering voedingsmiddelen;
- een Wetenschappelijke werkgroep zuigelingenvoeding en voeding van jonge kinderen;
- een Wetenschappelijke werkgroep micronutriënten;
- een Wetenschappelijke werkgroep ondervoeding;
- een Wetenschappelijke werkgroep Voedselconsumptiepeiling.
Deze comités adviseren omtrent en onderzoeken, zowel op eigen initiatief als op vraag van de Minister of de Voorzitter van het Directiecomité, over de aspecten van het nutritioneel beleid die behoren tot de bevoegdheid van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De Koning bepaalt de werking, de samenstelling en de vergoeding van de comités.
Art. 22ter. [1 Bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, wordt een Commissie van advies voor plantenbereidingen opgericht, die tot opdracht heeft hem advies te verlenen over aangelegenheden die betrekking hebben op de fabricage, de handel en de samenstelling van voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels betreffende de samenstelling, de werking en de vergoeding van de leden van deze Commissie, en de aangelegenheden waarvoor ze geraadpleegd moet worden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2012-12-27/15, art. 42, 018; Inwerkingtreding : 10-01-2013>
Art. 22quater. [1 Bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, wordt een Commissie van nutrivigilantie opgericht, die bevoegd is voor de beoordeling van bijwerkingen gerelateerd aan het gebruik van voedingsmiddelen. De Koning bepaalt de modaliteiten inzake de samenstelling, de werking en de vergoeding van de leden van deze Commissie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2022-07-12/18, art. 7, 028; Inwerkingtreding : 22-09-2022>
Art.23. De bepalingen van deze wet doen geen afbreuk aan de rechten die de vigerende wetten aan de gemeentelijke overheid verlenen om zich te vergewissen van de echtheid en van de gezonde toestand van de te koop gestelde voedingsmiddelen en om de overtredingen te beteugelen van de verordeningen welke dienaangaande door deze overheid zijn uitgevaardigd.
Art.24. <wijzigingsbepaling>
Art.25. <wijzigingsbepaling>
(NOTA : In artikel 25, tweede lid, van dezelfde wet, worden de woorden " beambte " en " ambtenaar " vervangen door het woord " persoon " <W 2003-12-22/42, art. 237, 010; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
Art.26. De wet van 20 juni 1964 betreffende het toezicht op voedingswaren of -stoffen en andere produkten, gewijzigd bij de wet van 13 februari 1975, wordt opgeheven.
De verordeningen die ter uitvoering van de wetten van 4 augustus 1890 en van 20 juni 1964 werden getroffen, blijven van kracht tot wanneer zij worden opgeheven.
(De artikelen 11, § 3, en 19 treden in werking de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit tot aanstelling van de in artikel 19 bedoelde ambtenaar.) <W 1989-03-22/41, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 05-11-1989>
Art. 27. De besluiten ter uitvoering van deze wet worden genomen op voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.