Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding



Inhoudstafel:


Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991025076 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van richtlijn 2013/46/EU van de Commissie van 28 augustus 2013 tot wijziging van richtlijn 2006/141/EG met betrekking tot de eisen betreffende de eiwitten voor volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding.

Art.2. De bijlage bij het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 september 1993, 11 oktober 1997, 9 januari 2000, 26 juni 2000, 12 februari 2004, 27 september 2006, 19 november 2007 en 26 april 2009, wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Art.3. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. In de bijlage bij het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punten 1.2.1 tot 1.2.1.3.3 worden opgeheven.
  2° de woorden "koemelkeiwit" worden vervangen door de woorden "koemelk- of geitenmelkeiwit" in de volgende punten :
  - in de titel van punt 2.1 van punt 5.1.2.1
  - in noot nr. 1 van punt 2.1 van punt 5.1.2.1
  - in de titel van punt 2.3 van punt 5.1.2.1
  - in de titel van punt 10.1 van punt 5.1.2.1
  - in de titel van punt 10.2 van punt 5.1.2.1
  - de tweede lid van punt 5.1.4.1
  - in de titel van punt 2.1 van punt 5.2.2.1
  - in de titel van punt 2.3 van punt 5.2.2.1
  - in de titel van punt 8.1 van punt 5.2.2.1
  - in de titel van punt 8.2 van punt 5.2.2.1
  - in de tweede lid van punt 5.2.4.1.
  3° in punt 2.2 van punt 5.1.2.1 wordt het volgende punt 4 toegevoegd :
  "4. Eiwitkwaliteit
  Het gehalte aan onmisbare en onder voorwaarden onmisbare aminozuren van moedermelk, uitgedrukt in mg per 100 kJ en 100 kcal, is als volgt :


<td colspan="3" valign="top">(1) 1 kJ = 0,239 kcal
 Per 100 kJ (1) Pour 100 kcal
Arginine
  Cystine
  Histidine
  Isoleucine
  Leucine
  Lysine
  Methionine
  Fenylalanine
  Threonine
  Tryptofaan
  Tyrosine
  Valine
16
  6
  11
  17
  37
  29
  7
  15
  19
  7
  14
  19
69
  24
  45
  72
  156
  122
  29
  62
  80
  30
  59
  80
".
  4° punt 2.2 van punt 5.2.2.1 wordt vervangen als volgt :
  "2.2 Bereidingen uit eiwithydrolysaten


Minimaal (1) Maximaal
0,45 g/100 kJ (1,8 g/100 kcal) 0,8 g/100 kJ (3,5 g/100 kcal)
(1) Bij opvolgzuigelingenvoeding vervaardigd van eiwithydrolysaten, waarvan het eiwitgehalte tussen het minimum en 0,56 g/100 kJ (2,25 g/100 kcal) ligt, wordt de geschiktheid van de volledige zuigelingenvoeding als specifieke voeding voor zuigelingen aangetoond door middel van passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van dergelijke studies, met inachtneming van de specificaties hieronder voor de eiwitgehalte, de eiwitbron en de eiwitbewerking bij de vervaardiging van opvolgzuigelingenvoeding vervaardigd van wei-eiwithydrolysaten uit koemelk :
  1. Eiwitgehalte
  Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,25


Minimum Maximum
0,44 g/100 kJ (1,86 g/100 kcal) 0,7 g/100 kJ (3 g/100 kcal)
2. Eiwitbron
  Wei-eiwit van gedemineraliseerde zoete wei, vervaardigd van koemelk na enzymatische precipitatie van casenen met behulp van chymosine, bestaande uit :
  a) 63 % caseno-glycomacropeptide-vrij wei-eiwitisolaat met een minimaal eiwitgehalte van 95 % droge stof, een eiwitdenaturatie van minder dan 70 % en een maximaal asgehalte van 3 %; en
  b) 37 % wei-eiwitconcentraat van zoete wei met een minimaal eiwitgehalte van 87 % droge stof, een eiwitdenaturatie van minder dan 70 % en een maximaal asgehalte van 3,5 %.
  3. Eiwitbewerking
  Het eiwit wordt in twee fasen gehydrolyseerd met behulp van een trypsinepreparaat; tussen de twee hydrolysefasen vindt een warmtebehandeling plaats (3 tot 10 minuten bij 80 tot 100 ° C).
  Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de opvolgzuigelingenvoeding een beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden onmisbaar aminozuur bevatten die ten minste gelijk is aan de hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is dan 3, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet groter is dan 2.
  4. Eiwitkwaliteit
  Het gehalte aan onmisbare en onder voorwaarden onmisbare aminozuren van moedermelk, uitgedrukt in mg per 100 kJ en 100 kcal, is als volgt :


<td colspan="3" valign="top">(1)1 kJ = 0,239 kcal
 Per 100 kJ (1) Pour 100 kcal
Arginine
  Cystine
  Histidine
  Isoleucine
  Leucine
  Lysine
  Methionine
  Fenylalanine
  Threonine
  Tryptofaan
  Tyrosine
  Valine
16
  6
  11
  17
  37
  29
  7
  15
  19
  7
  14
  19
69
  24
  45
  72
  156
  122
  29
  62
  80
  30
  59
  80
". "