11 MAART 2024. - Koninklijk besluit betreffende het oneigenlijk gebruik van distikstofmonoxide
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. De invoer, de uitvoer, de doorvoer, de vervaardiging, de bewaring, dit wil zeggen de opslag onder de vereiste voorwaarden, de etikettering, het vervoer, het bezit, de makelarij, de verkoop en het te koop stellen, het voorschrijven, het afleveren of het aanschaffen, tegen betaling of kosteloos, zowel fysiek als online van distikstofmonoxide is verboden.
§ 2. Er is geen misdrijf wanneer de handelingen uit § 1 gesteld worden wanneer de distikstofmonoxide bestemd is voor medische of technische doeleinden of als voedingsadditief, ongeacht de hoeveelheid.
De wettelijkheid van de verkoop van distikstofmonoxide wordt vastgesteld op basis van de mondelinge verklaring van de koper.
Art.2. § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, worden de volgende personen belast met het toezicht op de bepalingen van dit besluit en de opsporing van de inbreuken hierop:
1° de contractuele en statutaire inspecteurs en controleurs van de inspectiedienst van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid;
2° de leden van het operationeel kader van de lokale en federale politie;
3° de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen bij de uitoefening van hun functie.
§ 2. Voor de uitoefening van het toezicht, beschikken de personen bedoeld in paragraaf 1, 1° bijkomend over de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 11, 11/1, 11bis en 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten.
Art.3. § 1. Inbreuken op artikel 1, § 1 worden gestraft met de straffen bepaald in artikel 2bis, § 1 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 worden gestraft met de straffen waarin is voorzien in artikel 2ter, desgevallend 1°, 2° of 3° van de voormelde wet, het misdrijf van de invoer, de doorvoer, de bewaring, dit wil zeggen de opslag onder de vereiste voorwaarden, het vervoer, het bezit, of het aanschaffen, tegen betaling of kosteloos, van distikstofmonoxide wanneer dit voor persoonlijk gebruik is.
§ 3. Artikel 6 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, is van toepassing op de misdrijven bedoeld in artikel 1, § 1.
Art. 4. De minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.