Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 APRIL 2019. - Koninklijk besluit betreffende de gestandaar- diseerde verpakking van sigaretten, roltabak en waterpijptabak



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities
Afdeling 1. - Toepassingsbied
Art. 1-2
Afdeling 2. - Definities
Art. 3
HOOFDSTUK 2. - Uitzicht en inhoud van de verpakkingseenheden en buitenverpakkingen van sigaretten, roltabak en waterpijptabak
Afdeling 1. - Relatie met koninklijk besluit van 5 februari 2016
Art. 4
Afdeling 2. - Algemene bepalingen
Art. 5-9
Afdeling 3. - Verpakkingseenheden van roltabak
Art. 10
HOOFDSTUK 3. - Vermeldingen op de verpakkingen
Art. 11
HOOFDSTUK 4. - Verpakkingseenheden van sigarettenhulzen, van papier voor roltabak en van filters
Art. 12
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Afdeling 1. - Strafbepalingen
Art. 13
Afdeling 2. - Inwerkingtreding
Art. 14
Afdeling 3. - Uitvoering
Art. 15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019012056 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities
Afdeling 1. - Toepassingsbied
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/40/EU van 3 april 2014 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten, en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG.

Art.2. Dit besluit is van toepassing op sigaretten, roltabak, waterpijptabak, sigarettenhulzen, sigarettenpapier en papier voor roltabak en definieert de kleur en elementen die op de verpakkingen van deze producten voorkomen.

Afdeling 2. - Definities
Art.3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° tabak: de bladeren en andere natuurlijke, getransformeerde of niet-verwerkte delen van de tabaksplant, met inbegrip van geëxpandeerde en gereconstitueerde tabak;
  2° product op basis van tabak: product dat geconsumeerd kan worden en dat, al is het slechts ten dele, bestaat uit tabak, ook indien genetisch gemodificeerd;
  3° roltabak: tabak die door consumenten of kleinhandelaars kan worden gebruikt voor het maken van sigaretten;
  4° sigaret: een tabaksrolletje dat geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en dat nader is omschreven in artikel 4 van de wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak ;
  5° waterpijptabak: tabaksproduct dat geconsumeerd kan worden voor consumptie door middel van een waterpijp. Voor de toepassing van dit besluit wordt waterpijptabak aangemerkt als een voor roken bestemd tabaksproduct. Indien een product door middel van waterpijpen én als roltabak kan worden gebruikt, wordt het beschouwd als roltabak;
  6° buitenverpakking: de verpakking waarin producten op basis van tabak in de handel worden gebracht en die een verpakkingseenheid of een aantal verpakkingseenheden bevat; transparante buitenverpakkingen worden niet als buitenverpakking beschouwd;
  7° verpakkingseenheid: de kleinste individuele verpakking van een product op basis van tabak dat in de handel wordt gebracht ;
  8° handelsbenaming: de combinatie van maximum drie woorden die toelaten producten op basis van tabak te onderscheiden;
  9° transparante buitenverpakking: de verpakking in cellofaan zonder enige kleurnuance en/of zonder enig motief of ander element, hierna "oververpakking" genoemd ;
  10° kleinhandelaar: verkooppunt waar tabaksproducten in de handel worden gebracht, ook als dat door een natuurlijk persoon gebeurt;
  11° Minister: de Minister van Volksgezondheid.

HOOFDSTUK 2. - Uitzicht en inhoud van de verpakkingseenheden en buitenverpakkingen van sigaretten, roltabak en waterpijptabak
Afdeling 1. - Relatie met koninklijk besluit van 5 februari 2016
Art.4. De verpakkingseenheden en de buitenverpakkingen respecteren de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 februari 2016 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten.

Afdeling 2. - Algemene bepalingen
Art.5. § 1. De verpakkingseenheden en de buitenverpakkingen, hebben één kleurnuance. Voor de binnenkant van de verpakkingseenheden kan de fabrikant kiezen tussen twee kleurnuances.
  § 2. De Minister stelt de kleurnuances vast.

Art.6. § 1. Naast het product op basis van tabak, mag een verpakkingseenheid enkel een bekleding die deel uitmaakt van de verpakking, bevatten.
  § 2. De Minister stelt de kleur en de karakteristieken van de bekleding vast.

Art.7. § 1. Alle technieken zijn verboden die erop gericht zijn om de neutraliteit en de uniformiteit van de verpakkingseenheden, de buitenverpakking of de oververpakkingen aan te tasten, onder meer de technieken die erop gericht zijn om specifieke visuele, olfactorische en auditieve kenmerken hieraan toe te kennen.
  De Minister kan een lijst met de voornaamste verboden technieken vaststellen.
  § 2. Binnenin de verpakkingseenheden, de buitenverpakkingen en de oververpakkingen is elke bijlage of elk ander element verboden.

Art.8. § 1. Het papier van sigaretten, van hulzen en voor roltabak bestaat uit één kleurnuance. De fabrikant kan voor het filteromhulsel tussen twee kleurnuances kiezen.
  § 2. De Minister stelt de kleurnuances vast die in paragraaf 1 bedoeld worden.

Art.9. § 1. De binnen- en buitenoppervlakken van de verpakkingseenheden, van de buitenverpakkingen en van de oververpakking zijn effen en, in het geval van balkvormige verpakkingseenheden of buitenverpakkingen, effen en vlak.
  § 2. De Minister kan bijkomende karakteristieken vastleggen voor de oppervlakken bedoeld in paragraaf 1.

Afdeling 3. - Verpakkingseenheden van roltabak
Art.10. § 1. Wanneer de verpakkingseenheid van roltabak voorzien is van een lip waardoor deze opnieuw kan worden gesloten, is de lip:
  1° zonder markering;
  2° transparant en kleurloos.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 zijn de kenmerken toegestaan die strikt noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de cilinder of voor het proces inzake de opening of de sluiting van de verpakkingseenheid of de buitenverpakking.
  § 3. Een verpakkingseenheid van roltabak met een cilindervorm of balkvorm kan een zilverkleurig aluminiumdeksel hebben zonder toon- of nuancevariatie en zonder textuur. Dit deksel maakt deel uit van de binnenverpakking.
  § 4. De Minister kan de kenmerken bedoeld in paragraaf 2 bepalen.
  § 5. De Minister kan bijkomende karakteristieken vastleggen voor het aluminiumdeksel bedoeld in paragraaf 3.

HOOFDSTUK 3. - Vermeldingen op de verpakkingen
Art.11. § 1. Enkel de volgende vermeldingen zijn leesbaar en uniform op een verpakkingseenheid of een buitenverpakking aangebracht:
  1° de handelsbenaming;
  2° de naam, het postadres, het e-mailadres en het telefoonnummer van de fabrikant;
  3° het aantal inbegrepen sigaretten of de aanduiding van het gewicht in gram aan roltabak of waterpijptabak;
  4° de fiscaal kenteken;
  5° de gezondheidswaarschuwingen voorzien door het koninklijk besluit van 5 februari 2016 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten;
  6° de andere wettelijk verplichte elementen.
  § 2. De verpakkingseenheden en de buitenverpakkingen kunnen een streepjescode bevatten.
  § 3. De handelsbenaming mag niet op de binnenkant van de verpakkingseenheid, noch op de binnenkant van de buitenverpakking worden aangebracht.
  § 4. De Minister stelt de plaats en de modaliteiten voor het afdrukken van de vermeldingen die bedoeld zijn in de paragrafen 1 en 2, op de verpakkingseenheden of buitenverpakkingen, alsook hun kenmerken vast.

HOOFDSTUK 4. - Verpakkingseenheden van sigarettenhulzen, van papier voor roltabak en van filters
Art.12. De artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11, § 1, 1° en 2°, en §§ 2 tot 4 zijn van toepassing op verpakkingseenheden van sigarettenhulzen, op verpakkingseenheden van papier voor roltabak en op verpakkingseenheden van filters wanneer de handelsbenamingen ervan hun naamsbekendheid hoofdzakelijk halen uit een product op basis van tabak.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Afdeling 1. - Strafbepalingen
Art.13. § 1. Het is verboden producten in de handel te brengen die niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit. Deze producten zijn als schadelijk te beschouwen in de zin van artikel 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.
  § 2. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde wet van 24 januari 1977.

Afdeling 2. - Inwerkingtreding
Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, uitgezonderd voor de kleinhandelaar voor wie dit besluit in werking treedt op 1 januari 2021.

Afdeling 3. - Uitvoering
Art. 15. De Minister bevoegd voor Economie, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.