19 MAART 1981. - Koninklijk besluit tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen en preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan.
Art. 1-2, 2bis, 3-10
Artikel 1. (Dit besluit regelt in het belang van de volksgezondheid en de eerlijkheid van de handelsverrichtingen de indeling, de verpakking en het kenmerken, met het oog op het op de markt brengen of het gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten bedoeld bij titel III, hoofdstuk III, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, zoals dit hoofdstuk en de bijlagen ervan, werden gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 1978, 9 april 1980, 13 februari 1981, van 6 september 1983 en van 27 februari 1986.) <KB 1987-01-14/30, art. 1, 002>
(Onder "op de markt brengen" in de zin van dit artikel, dient te worden verstaan, het invoeren, het te koop stellen, de verkoop, de verdeling, het slijten, de afstand van de goederen gratis of onder bezwarende titel.) <KB 11-04-1985, art. 1>
Art.2. Zijn toepasselijk op de stoffen en preparaten bedoeld bij artikel 1, de titel III, hoofdstuk III, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming in zijn artikel 723bis, punten 1 tot 6, 8 tot 14 en 15, §§ 6 en 7.
De in deze teksten voorziene vermelding op het etiket van de naam en het adres van de fabrikanten of van iedere persoon die deze stoffen of preparaten ter beschikking van de arbeiders brengt wordt vervangen door de vermelding van de naam en het adres van de fabrikant of van iedere persoon die deze stoffen of preparaten op de markt brengt.
Art. 2bis. <KB 11-04-1985, art. 2> De bepaling van artikel 723bis, 13, 2° van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming volgens dewelke het niet nodig is de risicovermeldingen en de veiligheidsaanbevelingen te vermelden voor de stoffen en preparaten die ondergebracht zijn in de categorie "schadelijk" indien de inhoud van de verpakking 125 milliliter niet overschrijdt, is niet van toepassing op de stoffen en preparaten van die categorie die in het klein aan het grote publiek worden verkocht.
Art.3. Naast de uitzonderingen bedoeld bij artikel 723bis, 1, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, zijn eveneens uitgesloten uit de toepassing van dit besluit :
1° de stoffen en preparaten die worden uitgevoerd naar landen die geen deel uitmaken van de Europese Gemeenschappen;
2° inzake de oplosmiddelen, de preparaten in transit die zijn onderworpen aan een douane-controle voor zover ze niet worden bewerkt of verwerkt.
De bepalingen van dit artikel verminderen geenzins de toepassing van de uitvoeringsbesluiten van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.
Art.4. Zijn onderworpen aan de bepalingen van dit besluit alle personen, die stoffen of preparaten zoals bedoeld in artikel 1 van dit besluit op de markt brengen in zover dat zij handelen in een andere hoedanigheid dan die bedoeld bij artikel 28 van het Algemeen Reglement van de arbeidsbescherming.
Art.5. De bepalingen van het eerste lid van artikel 698 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming zijn niet van toepassing op de personen bedoeld bij dit besluit.
Art.6. De vermeldingen die op de etiketten dienen te worden aangebracht, zijn gesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar de gevaarlijke stoffen en preparaten bedoeld in dit besluit, te koop worden aangeboden.
Art.7. De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord door de inspecteurs en controleurs van het Algemeen Bestuur van de Volksgezondheid, de inspecteurs en controleurs van de Economische Algemene inspectie, alsook de ambtenaren en beambten daartoe aangewezen door de Minister van Volksgezondheid of door de Minister van Economische Zaken.
Art.8. De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden gestraft door de straffen bepaald door de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica.
Wanneer deze inbreuken evenwel geen gevolgen hebben of kunnen hebben op de gezondheid van de verbruikers, worden ze bestraft volgens de wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
De gevaarlijke stoffen en preparaten die niet beantwoorden aan de beschikkingen van het onderhavige besluit en die toegelaten waren op de datum van het van kracht worden van dit besluit kunnen verder verkocht worden tijdens een periode van zes maanden vanaf deze datum van inwerkingtreding.
Art. 10. Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.