Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

17 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit betreffende het toezicht uit te oefenen door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1930123150  1946020603  1960060602  1964093005  1974041204  1992016197  1993025365  1997022673  1998022699 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. De ambtenaren van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, hierna " FAGG " genoemd, die ten minste houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau A en die aangeduid zijn om inspectietaken te vervullen, zijn belast met het toezicht op de naleving van de wetten bedoeld in artikel 4, derde lid, 6°, van de wet van 20 juli 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, van hun uitvoeringsbesluiten alsook van de Verordeningen van de Europese Gemeenschap die behoren tot de bevoegdheden van het FAGG.
  § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 moeten over de nodige kennis beschikken met betrekking tot de domeinen die tot de bevoegdheid van het FAGG behoren.

Art.2. § 1. De ambtenaren van het FAGG van niveau B die aangeduid zijn om inspectietaken te vervullen, zijn eveneens belast met het toezicht op de naleving van de wetten opgesomd in artikel 4, derde lid, 6°, van bovenvermelde wet van 20 juli 2006, van hun uitvoeringsbesluiten alsook van de Verordeningen van de Europese Gemeenschap die behoren tot de bevoegdheden van het FAGG.
  § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 moeten over de nodige kennis beschikken met betrekking tot de domeinen die tot de bevoegdheid van het FAGG behoren.

Art.3. De ambtenaren bedoeld in artikel 1 van dit besluit, die in de uitoefening van hun ambt kennis krijgen van een misdaad of van een wanbedrijf, zijn verplicht, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van strafvordering, daarvan dadelijk bericht te geven aan de bevoegde procureur des Konings, en aan die magistraat alle desbetreffende inlichtingen, processen-verbaal en akten te doen toekomen.

Art.4. § 1. Het koninklijk besluit van 30 september 1964 betreffende de farmaceutische inspectie wordt opgeheven.
  § 2. Worden eveneens opgeheven :
  - de woorden " de inspecteurs der apotheken en " in artikel 25 van het koninklijk besluit van 31 december 1930 houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies;
  - artikel 16 van het besluit van de Regent van 6 februari 1946 houdende reglement op het bewaren en het verkopen van giftstoffen;
  - artikel 49 van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 december 1992 en 27 februari 2003;
  - de woorden " door de farmaceutische inspecteurs alsmede door de inspecteurs en de adjunct-inspecteurs van de algemene farmaceutische inspectie opgespoord en vastgesteld. Ze worden eveneens " in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 12 april 1974 betreffende sommige verrichtingen in verband met stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1993 en 12 augustus 2000;
  - de woorden " , de inspecteurs en de adjunct-inspecteurs van de Algemene Farmaceutische Inspectie " in artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 december 1991 houdende aanwijzing van de ambtenaren, belast met de opsporing en de vaststelling van de overtredingen van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale of met anti-hormonale werking;
  - artikel 20 van het koninklijk besluit van 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2003;
  - artikel 8, § 2 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten;
  - artikel 43 van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 houdende regeling van sommige psychotrope stoffen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 2006.

Art. 5. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 17 december 2008.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. L. ONKELINX.