Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MAART 2004. - Koninklijk besluit betreffende honing(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-03-2004 en tekstbijwerking tot 14-09-2015)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsveld.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Kenmerken en samenstelling van honing.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Bepalingen inzake de etikettering en de handelspraktijken.
Art. 3-4
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art. 5
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 6-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1975052802  1999022945 



Uitvoeringsbesluit(en):

2015011289 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsveld.
Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op voor menselijke voeding bestemde honing.
  § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Honing :
  een natuurlijke zoete stof die door de bijensoort Apis mellifera wordt bereid uit bloemennectar of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijen worden vergaard, verwerkt door vermenging met eigen specifieke stoffen, gedeponeerd, gedehydreerd, en in de honingraten opgeslagen en achtergelaten om te rijpen;
  2° Honingsoorten :
  a) naar gelang van de oorsprong :
  i) bloemenhoning / bloemenhoning of nectarhoning / nectarhoning :
  honing die uit plantennectar is verkregen;
  ii) honingdauwhoning / honingdauwhoning :
  honing die voornamelijk is verkregen uit uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten (Hemiptera) op de levende plantendelen of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen;
  b) naar gelang van de wijze van productie en/of presentatie :
  i) raathoning / raathoning :
  honing die door bijen is opgeslagen in de gesloten cellen van kort tevoren door henzelf gemaakte raten of fijne platen was, uitsluitend bestaande uit bijenwas, zonder broed, en die in hele raten of delen daarvan wordt verkocht;
  ii) brokhoning / brokhoning of raatbrokken in honing / honing :
  honing die één of meer brokken raathoning bevat;
  iii) lekhoning / lekhoning :
  honing, verkregen door het laten uitlekken van geopende raten zonder broed;
  iv) slingerhoning / slingerhoning :
  honing, verkregen door het slingeren van geopende raten zonder broed;
  v) pershoning / pershoning :
  honing, verkregen door het samenpersen van raten zonder broed, zonder verwarming of bij matige verwarming van maximaal 45 °C;
  vi) gefilterde honing / gefilterde honing :
  honing, verkregen door zodanige verwijdering van vreemde anorganische of organische stoffen, dat een aanzienlijk deel van de pollen is verwijderd;
  3° Bakkershoning : honing die :
  a) geschikt is voor industrieel gebruik of als ingrediënt in andere, vervolgens verwerkte levensmiddelen;
  en die b) :
  - een vreemde smaak of reuk kan vertonen, of
  - begonnen is te gisten of gegist heeft, of
  - is oververhit.

HOOFDSTUK II. - Kenmerken en samenstelling van honing.
Art.2.§ 1. Honing bestaat hoofdzakelijk uit diverse suikers, voornamelijk fructose en glucose, evenals uit andere stoffen zoals organische zuren, enzymen en vaste deeltjes afkomstig van het vergaren van de honing. De kleur van honing varieert van bijna kleurloos tot donkerbruin.
  § 2. Honing kan vloeibaar, dikvloeibaar of hetzij gedeeltelijk of hetzij geheel gekristalliseerd zijn. De smaak en het aroma variëren, maar zijn een afgeleide van de plant van oorsprong.
  § 3. Wanneer honing als zodanig in de handel wordt gebracht of wordt verwerkt in enig voor menselijke consumptie bestemd product, mogen daar generlei levensmiddeleningrediënten of levensmiddelenadditieven aan worden toegevoegd, noch andere stoffen dan honing. Honing dient zoveel mogelijk vrij te zijn van organische of anorganische vreemde bestanddelen.
  § 4. Behoudens het bepaalde in artikel 1, § 2, 3°, mag de honing geen vreemde smaak of reuk, noch een begin van gisting vertonen, mag de zuurtegraad niet kunstmatig zijn gewijzigd en mag de honing niet zodanig zijn verwarmd dat de natuurlijke enzymen zijn vernietigd of grotendeels geïnactiveerd.
  § 5. Onverminderd [1 artikel 1, § 2, 2°, b), vi)]1, mogen geen pollen noch enig ander bestanddeel dat specifiek is voor honing, aan het product worden onttrokken, tenzij dit bij het verwijderen van vreemde anorganische of organische stoffen onvermijdelijk is.
  § 6. Van honing die als zodanig in de handel wordt gebracht of wordt verwerkt in enig voor menselijke consumptie bestemd product, dient de samenstelling aan de volgende criteria te voldoen :
  1° suikergehalte :
  a) fructose- en glucosegehalte (totaal van beide) :
  - nectarhoning : ten minste 60g/100g;
  )- honingdauwhoning, al dan niet met nectarhoning gemengd : ten minste 45g/100g;
  b) sacharosegehalte :
  - algemeen : ten hoogste 5g/100g;
  - witte acacia (Robinia pseudoacacia), alfalfa (Medicago sativa), menzies banksia (Banksia menziesii), rode hanenkop (Hedysarum), rode eucalyptus (Eucalyptus camadulensis), Eucryphia lucida, Eucryphia milliganii, Citrus spp. :ten hoogste 10g/100g;
  - lavendel (Lavandula spp.), bernagie (Borago officinalis) : ten hoogste 15g/100g;
  2° vochtgehalte :
  - algemeen : ten hoogste 20 %;
  - struikheidehoning (Calluna) en bakkershoning in het algemeen : ten hoogste 23%;
  - bakkershoning van struikheide (Calluna) : ten hoogste 25 %;
  3° gehalte aan niet in water oplosbare stoffen :
  - algemeen : ten hoogste 0,1g/100g;
  - pershoning : ten hoogste 0,5g/100g;
  4° soortelijke elektrische geleiding :
  - andere dan hieronder genoemde honing, en mengsels daarvan : ten hoogste 0,8mS/cm;
  - honingdauwhoning, kastanjebloesemhoning en mengsels daarvan, uitgezonderd mengsels met de hieronder genoemde honingsoorten : ten minste 0,8mS/cm;
  - uitzonderingen : aardbeiboom (Arbutus unedo), dopheide (Erica), eucalyptus, lindebloesem (Tilia spp.), struikheide (Calluna vulgaris), Leptospermum, Melaleuca spp.;
  5° vrije zuren :
  - algemeen : ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per kg;
  - bakkershoning : ten hoogste 80 milli-equivalenten zuur per kg;
  6° diastase-index en gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF), bepaald na bereiding en menging :
  a) diastase-index (Schade-schaal) :
  - algemeen, behalve bakkershoning : ten minste 8;
  - honing met een gering natuurlijk enzymgehalte (bijvoorbeeld honing van citrusvruchten) en een HMF-gehalte van niet meer dan 15 mg/kg : ten minste 3;
  b) HMF :
  - algemeen, behalve bakkershoning : ten hoogste 40 mg/kg (onder voorbehoud van het bepaalde onder a), 2de streepje);
  - honing die volgens de vermelding van oorsprong is uit gebieden met een tropisch klimaat en mengsels daarvan : ten hoogste 80mg/kg.
  ----------
  (1)<KB 2015-08-10/41, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 14-09-2015; zie ook overgangsmaatregelen in art. 5>

HOOFDSTUK III. - Bepalingen inzake de etikettering en de handelspraktijken.
Art.3.§ 1. Het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen is op de in artikel 1, § 2, omschreven producten van toepassing, behoudens de volgende voorwaarden :
  1° de term "honing" / "honig" mag uitsluitend worden gebruikt voor het in artikel 1, § 2, 1°, omschreven product en moet in de handel worden gebruikt ter aanduiding van dat product;
  2° de in artikel 1, § 2, 2° en 3,° genoemde verkoopbenamingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aldaar omschreven producten en moeten in de handel worden gebruikt ter aanduiding van die producten. In plaats van deze benamingen mag ook de verkoopbenaming "honing" / "honig" worden gebruikt, behalve in het geval van gefilterde honing, raathoning, brokhoning of raatbrokken in honing en bakkershoning;
  3° echter,
  a) in het geval van bakkershoning wordt de vermelding "uitsluitend bestemd om te koken" in de onmiddellijke nabijheid van de verkoopbenaming op het etiket aangebracht;
  b) behoudens in het geval van gefilterde honing en bakkershoning, mogen de verkoopbenamingen worden aangevuld met aanduidingen betreffende :
  - bloemen of planten, indien het product er geheel of voor het grootste deel van afkomstig is, en het daaraan zijn organoleptische, fysisch-chemische en microscopische kenmerken ontleent;
  - de regionale, territoriale of topografische oorsprong, indien het product uitsluitend de genoemde oorsprong heeft;
  - specifieke kwaliteitscriteria;
  4° wanneer bakkershoning als ingrediënt in een samengesteld levensmiddel is verwerkt, mag de term "honing" worden gebruikt in de verkoopbenaming van het samengestelde levensmiddel in plaats van de term "bakkershoning". In de lijst van ingrediënten wordt evenwel de volledige term zoals vermeld in artikel 1, § 2, 3°, gebruikt;
  5° [1 het land of de landen van oorsprong waar de honing is vergaard, wordt (worden) op het etiket vermeld.
   Indien de honing van oorsprong is uit meer dan één lidstaat of derde land, mag de verplichte vermelding van de landen van oorsprong, in afwijking van het eerste lid, in voorkomend geval worden vervangen door één van de volgende vermeldingen :
   - "gemengde EU-honing";
   - "gemengde niet-EU-honing";
   - "gemengde EU- en niet-EU-honing";]1
  [1 6° pollen zijn een natuurlijk bestanddeel dat specifiek is voor honing en worden niet als ingrediënt in de zin van artikel 2, tweede lid, onder f) van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van de in artikel 1, § 2 gedefinieerde producten beschouwd.]1
  § 2. Gelet op het koninklijk besluit van 13 september 1999, en met name de voorwaarden en afwijkingen bepaald in de artikelen 3 tot 13, worden de bijzonderheden die volgens het bepaalde onder § 1, eerste lid, 5° moeten worden vermeld, beschouwd als gegevens bedoeld in artikel 2 van bovenvermeld besluit.
  ----------
  (1)<KB 2015-08-10/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 14-09-2015; zie ook overgangsmaatregelen in art. 5>

Art.4.Bij gefilterde honing en bakkershoning vermelden bulkcontainers, verpakkingen en handelsdocumenten duidelijk de volledige verkoopbenaming zoals opgenomen in [1 artikel 1, § 2, 2°, b), vi)]1 en 3°.
  ----------
  (1)<KB 2015-08-10/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 14-09-2015; zie ook overgangsmaatregelen in art. 5>

HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art.5. Het in de handel brengen van de producten bepaald in artikel 1, § 2, wordt toegestaan met ingang van 1 augustus 2003 voor zover zij voldoen aan de in dit besluit vervatte omschrijvingen.
  Het in de handel brengen van producten, bepaald in artikel 1, § 2, die niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit, wordt met ingang van 1 augustus 2004 verboden.
  Producten die niet aan de bepalingen van dit besluit voldoen, maar die vóór 1 augustus 2004 overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 mei 1975 betreffende honing zijn geëtiketteerd, mogen evenwel in de handel worden gebracht zolang de voorraad strekt.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.6. Worden opgeheven :
  1° het koninklijk besluit van 28 mei 1975 betreffende honing;
  2° punt 2 van hoofdstuk IV van de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen.

Art. 7. Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand en Landbouw en Onze Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.