Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 MAART 1975. - Wet betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten. (NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij DVR2013-06-28/15, art. 81, 5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014)(Opgeheven voor het Waalse Gewest bij WLW2014-03-27/65, art. D.418, 4°, 013; Inwerkingtreding : 15-06-2014; zie ook de overgangsmaatregelen in art. D.420) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-01-1991 en tekstbijwerking tot 05-06-2014)



Inhoudstafel:


Art. 1-4, 4bis, 5, 5bis, 6-8, 8bis, 9-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  1963022706  1971031007  1975110702  1977122205  1980031002  1980100201  2005023110  2005023112  2005023114  2005023115  2005036519  2005036625  2005036647  2005036648  2005036658  2005036670  2006035027  2006035038  2006035039  2006035111  2006035179  2006035199  2006035208  2006035264  2006035265  2006035474  2006035501  2006035523  2006035571  2006035583  2006035584  2006035650  2006035657  2006035658  2006036011  2006036042  2006036060  2006036061  2006036203  2006036369  2006036377  2006036568  2006036594  2006036611  2006036612  2006036613  2006036614  2006036698  2006036715  2006036741  2006036742  2006036776  2006036802  2006036834  2006036837  2006036855  2006036863  2006036918  2006036989  2006037010  2006037011  2006037032  2006037080  2006037095  2006200490  2006200905  2006200957  2006202525  2006202605  2006202756  2006202757  2006202854  2006203314  2006203315  2006203316  2006203317  2007022023  2007022028  2007022170  2007022322  2007023104  2007035247  2007035279  2007035419  2007035434  2007035467  2007035539  2007035541  2007035567  2007035588  2007035591  2007035641  2007035975  2007036046  2007036068  2007036421  2007036423  2007036486  2007036488  2007036576  2007036620  2007036621  2007036714  2007036741  2007036795  2007036885  2007036915  2007037009  2007037010  2007037011  2007037012  2007037014  2007037067  2007037135  2007037166  2007037256  2007037302  2007200878  2007201283  2007202250  2007202791  2007203152  2007203155  2007203203  2007203414  2007203461  2007203603  2008011476  2008018207  2008035440  2008035506  2008036137  2008036140  2008036238  2008036240  2008036379  2008036465  2008200299  2008200300  2008200474  2008200475  2008200643  2008200792  2008200798  2008200843  2008200923  2008200947  2008201064  2008201308  2008201462  2008201894  2008202049  2008202125  2008202150  2008202157  2008202488  2008202634  2008202635  2008202819  2008202820  2008203438  2008203529  2008203553  2008203554  2008203619  2008204757  2009024173  2009024235  2009024440  2009027190  2009031138  2009031551  2009031628  2009035039  2009035162  2009035345  2009035560  2009035661  2009035733  2009035759  2009035848  2009035902  2009035903  2009035908  2009035958  2009036161  2009200139  2009200142  2009200324  2009200780  2009201196  2009201392  2009201393  2009201462  2009202171  2009202278  2009202312  2009202912  2009203045  2009203639  2009203660  2009204369  2009204370  2009204798  2009204874  2009205430  2009205587  2009205885  2009205966  2009205967  2009205976  2010011438  2010027051  2010031428  2010035158  2010035199  2010035200  2010035327  2010035479  2010035622  2010035623  2010035643  2010035647  2010035704  2010035714  2010035716  2010035761  2010035783  2010035908  2010035913  2010035978  2010035989  2010036034  2010201479  2010201513  2010201756  2010202197  2010202223  2010202254  2010202474  2010202850  2010203302  2010203797  2010204071  2010204104  2010204517  2010204603  2010204633  2010205065  2010205109  2010205110  2010205221  2010205433  2010205635  2010205727  2010205743  2010206229  2010206301  2010206311  2010206563  2010206601  2011018202  2011024326  2011031486  2011031487  2011035078  2011035505  2011035518  2011035521  2011035767  2011035809  2011035903  2011035981  2011036022  2011200224  2011200325  2011201046  2011201723  2011203039  2011203121  2011203184  2011203342  2011204110  2011204127  2011204137  2011204457  2011204864  2011205194  2011205379  2011205540  2011206453  2012018420  2012021109  2012024043  2012031267  2012035060  2012035372  2012035400  2012035470  2012035493  2012035564  2012035567  2012035572  2012035575  2012035683  2012035887  2012036009  2012036136  2012036224  2012036254  2012036265  2012200819  2012202111  2012203035  2012203762  2012203863  2012203959  2012204960  2012206257  2012206385  2012206705  2012207152  2012207510  2013027078  2013031343  2013031418  2013031555  2013035011  2013035017  2013035252  2013035266  2013035277  2013035295  2013035470  2013035517  2013035546  2013035761  2013035995  2013036021  2013036087  2013200561  2013200920  2013201096  2013201449  2013201908  2013202411  2013204797  2013204986  2013205213  2014011226  2014018021  2014018271  2014201464  2014201756  2015018401  2015024128  2016018344  2017013430  2017013431  2017030514  2018012237  2018012856  2018031133  2020042175  2021031436  2021032860  2021040462  2021040463  2021041479  2023043799  2023046163  2024000052  2024000857  2024003836  2024006429 



Artikels:

Artikel 1.Deze wet is van toepassing op de voortbrengselen van de landbouw, van de tuinbouw, van de zeevisserij, met inbegrip van de produkten van de teelt van ongewervelde zeedieren, en van de veeteelt, met inbegrip van zuivelprodukten evenals van eieren en eiprodukten.
  Beschouwd worden als:
  1. zuivelprodukten: (melk van dieren) en elk produkt afgeleid van deze grondstof hetzij door bewerking of verwerking, hetzij door thermische of mechanische behandeling, hetzij door indamping of verdamping, hetzij door stremming of gisting, hetzij door afkoeling of bevriezing, hetzij door toevoeging van andere stoffen, hetzij door onttrekking van een of meer bestanddelen; <W 1999-02-05/35, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  2. eieren en eiprodukten: gehele eieren van pluimvee en produkten ervan die bestaan uit de van de schaal en schaalvliezen ontdane gehele of gedeeltelijke inhoud van de eieren, waaraan al dan niet andere stoffen zijn toegevoegd.
  (3. dierlijke bijproducten : niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, zoals bepaald in de Verordening EG 1774/2002 van de Raad en van het Europees Parlement van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en meer in het bijzonder de bijproducten bestemd voor technisch gebruik, de bijproducten bestemd voor diagnose, onderzoek en onderwijs, de niet-verwerkte bijproducten bestemd voor gebruik in dierenvoeding en de bijproducten bestemd voor taxidermie.) <W 2007-03-01/37, art. 106, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>

  Artikel 1. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.2. Deze wet heeft tot doel:
  1. de belangen te vrijwaren van de voortbrengers, de kwekers, de vissers, de verdelers, de bereiders, de veilingen, de gebruikers en de verbruikers, door middel van maatregelen die ertoe strekken bedrog en vervalsing te voorkomen en praktijken te weren die tot gevolg hebben afbreuk te doen aan de normale voorwaarden van mededinging;
  2. de plantaardige en dierlijke produktie te bevorderen, te verbeteren en te beschermen;
  3. afzetgebieden te behouden, te verwerven en uit te breiden op de binnenlandse en buitenlandse markten.

Art.3.§ 1. De Koning kan ten aanzien van de in deze wet bedoelde produkten:
  [1° alle maatregelen nemen voor de uitvoering van de gemeenschappelijke ordeningen der markten, tot stand gebracht op grond van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, alsmede voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden;
  2° de voorwaarden bepalen inzake produktie, zeevisserij, aanvoer, verwerking, bewerking, analyse, samenstelling, aanwezigheid van residuen, bewaring, vervoer, behandeling, vervaardiging, bereiding, opslag, indeling, kwaliteit, hoeveelheid, maat, gewicht, vorm, heffing, prijs, afhouding, toeslag, subsidie, oorsprong, herkomst, triëring, verpakking, presentatie, conditionering en reclame waaraan die produkten moeten voldoen. Deze voorwaarden kunnen ertoe strekken voor bedoelde produkten algemeen geldende minimumvereisten in te voeren om in de handel te worden gebracht, verworven, aangeboden, ten verkoop tentoongesteld, in bezit gehouden, bereid, vervoerd, verkocht, geleverd, onder kosteloze of bezwarende titel afgestaan, ingevoerd, uitgevoerd of doorgevoerd. Deze voorwaarden kunnen eveneens ertoe strekken een op kwaliteitsverschillen of bepaalde karakteristieken gebaseerd onderscheid te maken tussen de in de handel gebrachte produkten;] <W 1990-12-29/30, art. 214, 1°, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991>
  [3°] de merken, loodjes, verzegelingen, labels, etiketten, getuigschriften, attesten, bordjes, tekens, verpakkingen, benamingen of andere aanwijzingen of stukken bepalen waaruit het bestaan van de sub 1° bedoelde voorwaarden bewezen of te kennen gegeven wordt; <W 1990-12-29/30, art. 214, 2°, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991>
  [4°] de activiteiten van de personen die de onder 1° genoemde handelingen stellen onderwerpen aan een voorafgaande machtiging of erkenning verleend door (de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft) of door de instelling of de ambtenaar daartoe gemachtigd door (de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft); <W 1990-12-29/30, art. 214, 2°, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991> <W 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  [5°] de voorwaarden bepalen tot het verkrijgen en behouden van een machtiging of erkenning als bedoeld in 3°, met inbegrip van het opleggen van de betaling van een vergoeding en het vaststellen van het bedrag ervan; <W 1990-12-29/30, art. 214, 2°, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991>
  [6°] de controlemaatregelen vaststellen bestemd om de uitvoering te verzekeren van de krachtens bovenstaande bepalingen uitgevaardigde reglementeringen en de regelen die moeten worden nageleefd door de personen waarop deze reglementeringen van toepassing zijn, evenals de vergoedingen die hiervoor kunnen worden gevorderd [en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.] <W 1990-12-29/30, art. 214, 2°, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991> <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : onbepaald >
  [7° bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden een vergoeding of een voorschot kan verleend worden bij een verbod tot het in de handel brengen om redenen van volksgezondheid of dierengezondheid. In dat geval kan de Belgische Staat de financiële last van het verbod tot het in de handel brengen terugvorderen van de vermoedelijke of bewezen verantwoordelijke van de oorzaak van het verbod.] <W 1999-02-05/35, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  [8° de vergoedingen vaststellen die de operatoren moeten betalen voor het verkrijgen van een gezondheidscertificaat voor de uitvoer van dierlijke bijproducten.] <W 2008-06-08/30, art. 48, 008; Inwerkingtreding : 26-06-2008>
  § 2. De Koning kan de wijze en de voorwaarden van monsterneming vaststellen, de ontledingsmethoden bepalen, het tarief van de ontledingen vaststellen evenals de voorwaarden bepalen voor de inrichting en de werking van de ontledingslaboratoria met het oog op hun erkenning door [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft]. <W 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  [Het vorig lid is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.] <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  § 3. De Koning kan de uitoefening van sommige van de bij dit artikel bepaalde machten, die hij aanwijst, aan [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] overdragen. <W 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>

  Art. 3. (VLAAMSE GEWEST)  <Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>     Art. 3. WAALS GEWEST  <Opgeheven bij DWG 2013-06-27/15, art. 62, 011; Inwerkingtreding : 09-08-2013>

Art.4.<W 1999-02-05/35, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999> Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet, kan de Koning de voorwaarden bepalen waaronder [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] representatieve beroepsorganisaties van producenten, kopers en/of van verwerkers van bepaalde producten erkent en regels goedkeurt die deze representatieve beroepsorganisaties inzake de productie en het op de markt brengen van bepaalde producten vaststellen. <W 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  De erkende representatieve beroepsorganisaties onderwerpen zich aan het toezicht van de Minister en zijn afgevaardigden.
  De goedgekeurde regels hebben de rechtsgevolgen van verordeningen en binden de categorieën van betrokken personen. Zij worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad als bijlage bij het ministerieel besluit tot goedkeuring.
  Het ministerieel besluit tot goedkeuring heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de regels in werking treden. Het houdt op uitwerking te hebben bij het verstrijken van de duur van deze regels.

  Art. 4. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 4bis.<Ingevoegd bij W 1990-12-29/30, art. 215, 002; Inwerkingtreding : 19-01-1991, bij arrest 53/92 van 9 juli 1992, vernietigt het Arbitragehof het artikel 215 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen, in zoverre het de beroepsorganisaties machtigt, door overeenkomsten van het bedrijfsleven, de overdracht van leveringsrechten van bieten afhankelijk te stellen van het schriftelijk akkoord van de titularis van de rechten die het genot van gronden overlaat>
  § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet, kan de Koning de voorwaarden bepalen waaronder de Minister van Landbouw de representatieve beroepsorganisaties van suikerfabrikanten en van de verkopers van bieten erkent en de overeenkomsten van het betrokken bedrijfsleven goedkeurt waarbij de individuele en collectieve betrekkingen tussen suikerfabrikanten en de verkopers van bieten worden geregeld, alsmede de rechten en verplichtingen van de contracterende partijen.
  Deze overeenkomsten van het betrokken bedrijfsleven kunnen inzonderheid regels bevatten met betrekking tot de voorwaarden voor aankoop, levering, ontvangst en betaling van bieten, met betrekking tot de voorwaarden van de verdeling van leveringsrechten, het beheer van deze rechten en de overdracht van deze rechten van de titularis naar een derde met of zonder overdracht van het genot van gronden en met of zonder het schriftelijk akkoord van de titularis van de rechten die het genot van gronden overlaat en met betrekking tot de voorwaarden waaronder de afhoudingen verricht kunnen worden door de suikerfabrikanten op de betalingen van de bieten met het oog op het dekken van de kosten van de activiteiten van de beroepsorganisaties of met het oog op het verzekeren van de behartiging van de belangen die zij vertegenwoordigen of de financiering van een deelname in het kapitaal van ondernemingen van de betrokken sector.
  § 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet, kan de Koning de voorwaarden bepalen waaronder de Minister van Landbouw representatieve beroepsorganisaties erkent, hetzij van de suikerfabrikanten, hetzij van de bietenverkopers, hetzij van de suikerfabrikanten en bietenverkopers en de gemeenschappelijke regels, vastgesteld door deze representatieve beroepsorganisaties, goedkeurt.
  Die gemeenschappelijke regels kunnen betrekking hebben op de produktie en het op de markt brengen van de bieten en van de suiker, alsmede op de behartiging van de vertegenwoordigde belangen.
  Die gemeenschappelijke regels mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de overeenkomsten van het bedrijfsleven, bedoeld in § 1.
  § 3. De erkende representatieve beroepsorganisaties onderwerpen zich aan het toezicht van de Minister van Landbouw of van zijn afgevaardigden met betrekking tot hun boekhouding en met betrekking tot de toepassing van de goedgekeurde overeenkomsten van het bedrijfsleven en gemeenschappelijke regelen.
  Het toezicht kan uitgeoefend worden door ambtenaren die als waarnemer aan vergaderingen van de beheersorganen deelnemen.
  De goedgekeurde overeenkomsten van het betrokken bedrijfsleven en gemeenschappelijke regels hebben de rechtsgevolgen van verordeningen en binden de categorieën van betrokken personen. Zij worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad als bijlage bij het ministerieel besluit tot goedkeuring.
  Het ministerieel besluit tot goedkeuring heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de overeenkomst en gemeenschappelijke regels in werking treden. Het houdt op uitwerking te hebben bij het verstrijken van de duur van deze overeenkomsten en regels.
  § 4. De Koning kan de samenstelling, de opdracht en de werkwijze bepalen van de Suikercommissie. <Bij arrest nr. 53/92 van 9 juli 1992 (B.St. 27-08-1992, p. 18816) heeft het Arbitragehof dit artikel vernietigd; Opheffing : 19-01-1991, in zoverre het de beroepsorganisaties machtigt, door overeenkomsten van het bedrijfsleven, de overdracht van leveringsrechten van bieten afhankelijk te stellen van het schriftelijk akkoord van de titularis van de rechten die het genot van gronden toelaat>

  Art. 4bis. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.5.[Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie wordt overtreding van deze wet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de gerechtelijke agenten bij de parketten, de leden van de rijkswacht en de ambtenaren van de gemeentelijke politie, alsmede naargelang van het geval [de statutaire en contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de personeelsleden van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, de ambtenaren van het Bestuur der Douane en Accijnzen, de inspecteurs en controleurs van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie]. Zij mogen vaststellingen verrichten op grond van waarnemingen vanuit de lucht, de zee of het land met behulp van alle beschikbare technische middelen.] <W 1999-02-05/35, art. 23, 1°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999> <W 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007> <W 2007-03-01/37, art. 107, 1°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  Degenen onder hen die de eed, voorgeschreven bij het decreet van 20 juli 1831, niet zouden afgelegd hebben, zullen hem voor de vrederechter afleggen. [De personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu leggen, voorafgaand aan de uitoefening van hun functie, de eed af in handen van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid of zijn afgevaardigde.] <W 2007-03-01/37, art. 107, 2°, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  De door deze overheidspersonen opgemaakte processen-verbaal hebben bewijskracht tot het tegenbewijs is geleverd; een afschrift daarvan wordt binnen vijftien dagen na de vaststelling aan de overtreders betekend.
  Dezelfde overheidspersonen kunnen monsters nemen en deze door een daartoe erkend laboratorium laten ontleden.
  In de uitoefening van hun opdracht mogen zij fabrieken, magazijnen, bergplaatsen, kantoren, vervoermiddelen, bedrijfsgebouwen, stallen, veilingen, markten, vismijnen, [vissersvaartuigen, slachthuizen, versnijdingslokalen, diepvriesinstallaties,] trieerinstellingen, koelhuizen, stapelhuizen, stations en de in de open lucht gelegen bedrijven betreden. <W 1999-02-05/35, art. 23, 2°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  [Zij mogen de plaatsen die tot woning dienen, slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank.] <W 1999-02-05/35, art. 23, 3°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  Zij kunnen zich alle inlichtingen [, bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens] doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten en overgaan tot alle nuttige vaststellingen, eventueel met de medewerking van deskundigen, gekozen uit een lijst door [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] opgemaakt. <W 1999-02-05/35, art. 23, 4°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999> <W 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  [Indien bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen, wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt, waarvan één kopie aan de houder wordt overhandigd.] <W 1999-02-05/35, art. 23, 5°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  [Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.] <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

  Art. 5. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 5bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 24; Inwerkingtreding : 29-03-1999> Wanneer een overtreding van deze wet of van één van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 5 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
  Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
  De waarschuwing vermeldt :
  a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepaling(en);
  b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
  c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings.
  (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

Art.6. § 1. (Onverminderd de toepassing in voorkomend geval, van de strengere straffen bepaald, hetzij bij het Strafwetboek, hetzij bij artikel 231 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 houdende coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met een geldboete van honderd frank tot honderdduizend frank of met één van die straffen alleen :) <W 1999-02-05/35, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  1° hij die een bij artikel 3, § 1, 2°, bedoeld voorwerp, stuk of aanduiding, opgelegd bij een krachtens artikel 3 genomen besluit, namaakt of vervalst en hij die, wetens, gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, stuk of aanduiding;
  2° hij die, gebruik makend van een bij artikel 3, § 1, 2°, bedoeld voorwerp, stuk of aanduiding, opgelegd bij een krachtens artikel 3 genomen besluit, bedrog pleegt nopens de oorsprong, de hoedanigheid of de hoeveelheid van het produkt en hij die bedrieglijk gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, stuk of aanduiding;
  3° hij die nalaat een merk, lood, verzegeling, label, etiket of enigerlei aanduiding aan te brengen waar dit opgelegd is bij een krachtens artikel 3 getroffen besluit;
  4° hij die, hetzij door berichten, plakbrieven of andere wijzen van aankondiging, hetzij door het gebruik van een bij artikel 3, § 1, 2°, bedoelde voorwerp, stuk of aanduiding, veinst of valselijk beweert dat het produkt door de overheid werd gecontroleerd of erkend of zich valselijk op deze controle of erkenning beroept;
  5° hij die een monster van een krachtens artikel 3 gereglementeerd produkt vervalst of doet vervalsen;
  6° hij die een produkt in de handel brengt, verwerft, aanbiedt, ten verkoop tentoonstelt, in bezit houdt, bereidt, vervoert, verkoopt, levert, afstaat, invoert, uitvoert of doorvoert, wanneer die handeling door een krachtens artikel 3 genomen besluit verboden is;
  7° hij die, zonder machtiging of erkenning, een produkt in de handel brengt, verwerft, aanbiedt, ten verkoop tentoonstelt, in bezit houdt, bereidt, vervoert, verkoopt, levert, afstaat, invoert, uitvoert of doorvoert, wanneer ingevolge een krachtens artikel 3 genomen besluit een machtiging of erkenning voor die handeling is vereist;
  8° hij die zich verzet tegen bezoeken, inspecties, controles, monsternemingen of vragen naar inlichtingen of documenten door de in artikel 5 bepaalde overheden of die, wetens, onjuiste inlichtingen of documenten verstrekt.
  § 2. Bij herhaling binnen drie jaar na de vorige veroordeling wegens een der misdrijven bepaald bij § 1, kunnen de gevangenisstraffen en geldboete worden verdubbeld. De rechtbank kan daarenboven de sluiting bevelen van de inrichting van de veroordeelde voor een termijn van acht dagen tot één jaar.
  § 3. De bepalingen van boek 1 van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op de in dit artikel bepaalde misdrijven van toepassing.

Art.7. Overtreding van bepalingen van deze wet of van krachtens artikel 3 genomen besluiten die niet in artikel 6 zijn bepaald, wordt gestraft met een geldboete van één frank tot vijfentwintig frank en met gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen of met één van die straffen alleen.
  Bij herhaling binnen twee jaar na de laatste veroordeling voor één van die overtredingen worden deze gestraft met de bij artikel 6 bepaalde straffen.

Art.8.<W 1999-02-05/35, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999> § 1. Overtredingen van deze wet en van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken, hetzij van strafrechtelijke vervolgingen, hetzij van een administratieve geldboete, onverminderd de schorsing of intrekking van de voorafgaande machtiging of erkenning bedoeld bij artikel 3, § 1, 4°.
  De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
  § 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
  Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
  § 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van de ontvangst van het proces-verbaal, om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
  Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die hij bepaalt, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen.
  § 4. De beslissing van de aangewezen ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum.
  Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
  Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
  In voorkomend geval kan het bedrag van de administratieve boete worden vermeerderd met het bedrag dat overeenkomt met het economisch voordeel van de overtreding.
  § 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
  § 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
  § 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
  § 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
  De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
  Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
  § 9. De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboeten.
  De administratieve geldboeten worden gestort, naargelang de overtreding, op ofwel het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, ofwel het Landbouwfonds, ofwel het Fonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
  § 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete.
  (§ 11. Dit artikel is niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

  Art. 8. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 8bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35, art. 27; Inwerkingtreding : 29-03-1999> De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 kunnen, bij administratieve maatregel, bewarend beslag leggen op producten alsmede op productiemiddelen waarvan zij vermoeden dat zij niet beantwoorden aan de bepalingen van een krachtens deze wet genomen besluit.
  De duur van dit bewarend beslag mag dertig dagen niet overschrijden. Dit bewarend beslag wordt gelicht bij beslissing van de overheidspersoon die het heeft gelegd, door het verstrijken van de termijn of door het beslag voorzien bij artikel 9.
  (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

Art.9.(Federaal) [§ 1.] De overheidspersonen bedoeld in artikel 5 mogen, in geval van overtreding, de producten [alsmede de productiemiddelen] in beslag nemen. <W 1999-02-05/35, art. 28, 1°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  Wanneer de inbeslaggenomen produkten bederfelijk zijn, mogen zij, op tussenkomst van [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] of zijn gemachtigde en voor zover zulks verenigbaar is met de eisen van de volksgezondheid, verkocht worden of tegen betaling van een vergoeding teruggegeven worden aan de eigenaar; in dit geval mag er slechts over worden beschikt overeenkomstig de richtlijnen verstrekt door de door [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] aangewezen ambtenaren. De ontvangen som wordt op de griffie van de rechtbank gedeponeerd totdat over het misdrijf uitspraak is gedaan. Dit bedrag treedt in de plaats van de in beslag genomen produkten, zowel voor wat de verbeurdverklaring als wat de eventuele teruggave aan de belanghebbende betreft. <KB 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  De in beslag genomen produkten worden, naar gelang van het geval, door het bestuur van registratie en domeinen of door het bestuur van douanen en accijnzen verkocht.
  Wanneer de eisen van de volksgezondheid de verkoop of de teruggave van de produkten niet toegelaten worden deze, op tussenkomst van [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] of zijn gemachtigde, hetzij ontaard, of verwerkt en tot een ander gebruik bestemd, hetzij vernietigd, alles op kosten van de overtreder. <KB 2007-03-01/37, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  [§ 2. De overheidspersonen bedoeld in artikel 5, mogen bij betrapping op heterdaad vissersvaartuigen naar een Belgische haven opbrengen met het doel onmiddellijk een vervolging in te stellen en, als zulks nodig mocht blijken, het vissersvaartuig voor rekening en op risico van de eigenaar of exploitant aan de ketting leggen.
  Het aan de ketting gelegd vissersvaartuig wordt onmiddellijk vrijgegeven in ruil voor het stellen, door de eigenaar of de exploitant, van een borgtocht vastgesteld door de verbalisant.
  De borgtocht dient te worden betaald in handen van de verbalisant die hem in bewaring geeft bij het registratiekantoor in welks ambtsgebied zich de bevoegde rechtbank bevindt.
  De zeevisserijproducten die op zee in beslag worden genomen mogen terug in zee worden gebracht op tussenkomst van de overheidspersonen bedoeld in artikel 5.] <W 1999-02-05/35, art. 28, 2°, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1999>
  [§ 3. Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.] <KB 2001-02-22/33, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

  Art. 9. (VLAAMSE GEWEST)
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.10. Bij veroordeling kan de rechtbank altijd de verbeurdverklaring en ook de vernietiging van de in beslag genomen produkten bevelen. De verbeurdverklaring wordt steeds uitgesproken en de vernietiging wordt steeds bevolen wanneer de aard en de samenstelling van het produkt dit vergen. De vernietiging door de rechtbank bevolen, gebeurt op kosten van de veroordeelde.
  De rechtbank kan daarenboven bekendmaking van het vonnis bevelen in een of meer dagbladen en de aanplakking ervan op de plaatsen en gedurende de tijd welke zij vaststelt, alles op kosten van de veroordeelde.

Art.11. De bepalingen van de artikelen 5 tot 10 zijn van toepassing bij overtreding van de verordeningen van de Europese Economische Gemeenschap die van kracht zijn in het Rijk en materies betreffen welke op grond van deze wet tot de verordeningsbevoegdheid van de Koning behoren.

Art.12. De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit binnen het toepassingsgebied van deze wet alle vereiste maatregelen treffen ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het E.E.G.-Verdrag en de krachtens dit Verdrag tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.

Art.13. <W 1999-02-05/37, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 10-04-1999> § 1. De bepalingen van deze wet kunnen toegepast worden op de zeevisserij door Belgische vissersvaartuigen in de territoriale zee, de Belgische visserijzone en in de volle zee en door andere vissersvaartuigen in de territoriale zee en de Belgische visserijzone.
  § 2. Alleen de correctionele rechtbank van Brugge is bevoegd voor de misdrijven inzake zeevisserij.

Art. 14. § 1. Opgeheven worden:
  1° de wet van 30 maart 1936 betreffende het verbieden der surrogaten van sommige zuivelprodukten;
  2° de wet van 26 maart 1937 betreffende het vervaardigen en verhandelen van margarine, oleo-margarine en toebereide voedingsvetstoffen, gewijzigd bij de wetten van 19 juni 1937 en 19 maart 1951;
  3° de wet van 20 juli 1962 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.
  § 2. De verordeningsbepalingen, getroffen krachtens voornoemde wetten, blijven van kracht tot ze worden opgeheven of vervangen door besluiten die voor de uitvoering van deze wet worden getroffen.