23 JULI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen
Art. 1-9
Artikel 1. Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 3. Om voor de subsidiëring in aanmerking te komen, moeten de onderwijsinstellingen, vermeld in artikel 2, door de bevoegde entiteit zijn erkend. De erkenningsaanvraag moet jaarlijks ingediend worden voor de aanvangsdatum, vermeld in het contract schoolfruit.
Onderwijsinstellingen die al erkend zijn bij het begin van het schooljaar, kunnen vanaf het schooljaar 2010-2011 een keer per schooljaar elektronisch een bijkomende erkenningsaanvraag indienen voor bijkomende leerlingen. De periode waarin die aanvraag ingediend moet worden, loopt vanaf de eerste schooldag na de kerstvakantie tot en met 31 januari van het schooljaar in kwestie.
De ministers bepalen de wijze waarop de erkenningsaanvraag moet worden ingediend. ".
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 1°, a), wordt tussen het woord " in " en het woord " één " het woord " minimaal " ingevoegd;
2° aan paragraaf 1, 1°, worden een punt k) en l) toegevoegd, die luiden als volgt :
" k) de gesubsidieerde groenten en fruit te verstrekken, in minstens één portie per week gedurende minstens vijftien weken per schooljaar, niet als onderdeel van de schoolmaaltijden, voor leerlingen die ingeschreven zijn overeenkomstig artikel 3, tweede lid;
l) in een bijdrage van de onderwijsinstelling van minstens 1 euro te voorzien voor leerlingen die ingeschreven zijn overeenkomstig artikel 3, tweede lid. "
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 5. § 1. In het kader van de schoolfruitregeling kunnen de erkende onderwijsinstellingen per ingeschreven leerling per schooljaar maximaal 4 euro steun krijgen. Dat maximumbedrag wordt toegekend als de onderwijsinstelling per ingeschreven leerling per schooljaar kosten heeft van minstens 6 euro, en als de onderwijsinstelling aan de volgende voorwaarden voldoet :
1° ze leeft de verbintenis, vermeld in artikel 4, 1°, na;
2° ze levert een bijdrage van minstens 2 euro per leerling per schooljaar, waarbij de onderwijsinstelling zelf kan beslissen hoe die bijdrage gefinancierd wordt;
3° ze verstrekt geen producten die zijn opgenomen in bijlage 1 van de verordening;
4° ze vraagt alleen steun voor kosten zoals vermeld in artikel 5, eerste lid, a, van de verordening, die gemaakt zijn op schooldagen;
5° ze houdt een overzicht bij waarin de volgende gegevens worden vermeld :
a) de leverancier van de groenten en het fruit;
b) de soorten aangekochte groenten en fruit;
c) het factuurnummer van de aangekochte groenten en het aangekochte fruit;
d) de aankoopprijs van de groenten en het fruit;
e) de aangekochte hoeveelheid groenten en fruit.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de erkende onderwijsinstellingen per leerling die is opgenomen in de bijkomende erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 3, tweede lid, maximaal 2 euro steun krijgen. Dat maximumbedrag wordt toegekend als de onderwijsinstelling per ingeschreven leerling per schooljaar kosten heeft van minstens 3 euro, en als de onderwijsinstelling aan de volgende voorwaarden voldoet :
1° ze leeft de verbintenis, vermeld in artikel 4, 1°, na;
2° ze levert een bijdrage van minstens 1 euro per leerling per schooljaar, waarbij ze zelf kan beslissen hoe die bijdrage gefinancierd wordt;
3° ze verstrekt geen producten die zijn opgenomen in bijlage 1 van de verordening;
4° ze vraagt alleen steun voor kosten als vermeld in artikel 5, eerste lid, a, van de verordening, die gemaakt zijn op schooldagen;
5° ze houdt een overzicht bij waarin de volgende gegevens worden vermeld :
a) de leverancier van de groenten en het fruit;
b) de soorten aangekochte groenten en fruit;
c) het factuurnummer van de aangekochte groenten en het aangekochte fruit;
d) de aankoopprijs van de groenten en het fruit;
e) de aangekochte hoeveelheid groenten en fruit.
§ 3. De ministers kunnen de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1 en 2, verder uitwerken. "
Art.4. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
" Onderwijsinstellingen moeten de steunaanvragen trimestrieel indienen. ";
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Leerlingen die zijn opgenomen in de bijkomende erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 3, tweede lid, mogen vanaf het tweede trimester opgenomen worden in de steunaanvraag. "
Art.5. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
" § 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 wordt de sanctie, vermeld in artikel 13, tiende lid, van de verordening toegepast als bepaalde delen van de verbintenis niet worden nageleefd en deze onregelmatigheid als een ernstige nalatigheid beschouwd wordt.
De ministers bepalen de criteria voor het vaststellen van de ernst van de onregelmatigheid. "
Art.6. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden " per aangetekende brief " opgeheven.
Art.7. Op de steunaanvragen die ingediend worden na de inwerkingtreding van dit besluit, maar die betrekking hebben op het schooljaar 2009-2010, blijft de reglementering van toepassing zoals ze van kracht was voor de inwerkingtreding van dit besluit.
De wijzingen aangebracht bij artikel 2, 1°, artikel 5 en artikel 6 zijn evenwel van toepassing op de steunaanvragen, vermeld in het eerste lid.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2010.
Artikel 2, 1°, artikel 5 en 6 hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2009.
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 juli 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN