Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

26 JUNI 2007. - Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het koninklijk besluit van 18 juni 1998 betreffende de interventieregeling in de sector groenten en fruit.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Bevoegde diensten.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Bestemming.
Art. 2-7
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998016155 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Bevoegde diensten.
Artikel 1. De bevoegde overheidsdiensten, vermeld in artikel 1, § 5, van het koninklijk besluit van 18 juni 1998 betreffende de interventieregeling in de sector groenten en fruit, zijn :
  1° het Departement Landbouw en Visserij, afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, dat belast is met :
  a) de mededelingen aan en de contacten met de Europese Commissie;
  b) het vaststellen van richtsnoeren inzake de methoden voor het op milieuvriendelijke wijze uit de markt nemen van producten als vermeld in artikel 25 van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit;
  c) het vaststellen van maximumtoeslagen op de communautaire ophoudvergoeding als vermeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 103/2004 van de Commissie van 21 januari 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de regeling inzake interventie en het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit en toeslagen;
  d) het vaststellen van de voorwaarden voor de verwerking als veevoeder of voor eventuele compostering van de uit de markt genomen producten;
  2° het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, hierna het BIRB te noemen, is belast met :
  a) het vaststellen van de wijze waarop interventies gemeld moeten worden;
  b) het in ontvangst nemen van de interventiemeldingen, interventieverklaringen en schuldvorderingen;
  c) de controle van de door de telersvereniging ingediende interventieverklaringen, schuldvorderingen en bewijsstukken;
  d) de erkenning van bestemmelingen van uit de markt genomen producten;
  e) de controle op de telersverenigingen, groeperingen daarvan en de bestemmelingen van uit de markt genomen producten als vermeld in artikel 23 en 24 van Verordening (EG) nr. 103/2004;
  f) de controle op de eindbestemming van de uit de markt genomen producten;
  g) het opstellen van instructies ten behoeve van telersverenigingen en bestemmelingen;
  h) de coördinatie tussen de telersverenigingen of groeperingen daarvan en de instellingen die gratis groenten en fruit ophalen en verdelen;
  i) het vaststellen van de procedures in geval van in natura betaalde verwerking als vermeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 103/2004;
  j) het uitbetalen van de communautaire steun;
  k) het terugvorderen van toegekende of aangevraagde steun en het opleggen van sancties op dat vlak.

HOOFDSTUK II. - Bestemming.
Art.2. De instellingen, organisaties en personen van een van de onderstaande categorieën die in aanmerking willen komen als bestemmeling van uit de markt genomen producten dienen daartoe een aanvraag tot het verkrijgen van een toegangspas in bij het BIRB :
  1° type 1 : liefdadigheidsinstellingen;
  2° type 2 : ziekenhuizen, bejaardentehuizen, strafinrichtingen, vakantiekolonies, kinderdagverblijven en psychiatrische inrichtingen;
  3° type 3 : onderwijsinrichtingen;
  4° type 4 : niet-producenten van groenten en fruit of hun transporteurs;
  5° type 5 : erkende verwerkers van groente-, fruit- en tuinafval.
  De aflevering van een toegangspas geldt als erkenning van de bestemmeling en is geldig voor de periode van één jaar.

Art.3. § 1. De gerechtigde instellingen met een erkenning type 1 moeten voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1° in de statuten of voor feitelijke verenigingen in de doelstellingen vermelden dat het opzet van de rechtspersoon of van de vereniging liefdadigheid is of ernaar verwijzen (OCMW's worden ontheven van die verplichting);
  2° erover waken dat alleen personen als vermeld in artikel 30, lid 1, a) van Verordening (EG) nr. 2200/1996 in aanmerking komen als gerechtigde;
  3° de behoeftigen of begunstigden duidelijk kunnen definiëren op basis van vaststaande criteria en hun aantal correct opgeven;
  4° de producten gratis en uitsluitend uitreiken aan de daartoe bestemde personen. De producten mogen niet worden verkocht;
  5° als de producten verder worden verdeeld aan andere liefdadigheidsinstellingen, een boekhouding bijhouden van die verdeling en die op elk moment ter beschikking houden van de controleagenten.
  § 2. De gerechtigde inrichtingen van type 2 moeten voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1° de behoeftigen of begunstigden duidelijk kunnen definiëren op basis van vaststaande criteria en hun aantal correct opgeven;
  2° de producten gratis en uitsluitend uitreiken aan de daartoe bestemde personen. De producten moeten boven op de normaal aangekochte hoeveelheden worden gebruikt. De producten mogen niet worden verkocht.
  § 3. De gerechtigde inrichtingen van type 3 moeten voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1° de begunstigden duidelijk kunnen definiëren op basis van vaststaande criteria en hun aantal correct opgeven;
  2° de producten gratis en uitsluitend uitreiken aan de leerlingen, buiten de in de schoolkantines verstrekte maaltijden. De producten mogen niet worden verkocht.
  § 4. De gerechtigde inrichtingen van type 4 mogen de producten uitsluitend gebruiken voor de activiteit waarvoor de toegangspas is afgeleverd en mogen geen producten verkopen.
  § 5. De bestemmelingen van type 5 moeten beschikken over een geldige milieuvergunning voor de verwerking van groente-, fruit- en tuinafval.

Art.4. De jaarlijks gratis te verkrijgen uit de markt genomen producten bedragen in geval van beschikbaarheid hoogstens, voor :
  1° type 1 : 125 kilogram groenten en fruit per begunstigde per twaalf maanden;
  2° type 2 : 20 % van de gedurende de laatste twaalf maanden aangekochte hoeveelheden;
  3° type 3 : 10 kilogram fruit per jaar en per regelmatig ingeschreven leerling, gratis uit te reiken buiten de in de schoolkantines verstrekte maaltijden, alsook voor scholen die geen maaltijden verstrekken;
  4° type 4 : 100 ton per te bemesten hectare in geval van groenbemesting en in een evenredige verhouding met het aantal dieren in geval van vervoedering;
  5° type 5 : de vergunde jaarlijkse verwerkingscapaciteit.
  De uit de markt genomen producten worden bij voorkeur ter beschikking gesteld aan de instellingen en organisaties van type 1, vervolgens aan de begunstigden van type 2 en 3 en slechts nadat die afzetmogelijkheden het tempo van beschikbaarheid niet kunnen volgen, aan de begunstigden van type 4 en 5.

Art.5. De vervoerskosten voor producten, uitgereikt aan instellingen type 1, 2 en 3, zijn terugbetaalbaar. De instellingen dienen hiervoor een schuldvordering in bij het BIRB. Die schuldvordering wordt ingediend per schijven van 1.000 euro of als dat bedrag dit niet bereikt wordt, zesmaandelijks.

Art.6. Sorteer- en verpakkingskosten, gedaan voor de gratis uitreiking aan instellingen of organisaties met een erkenning type 1, zijn terugbetaalbaar. De telersverenigingen of groeperingen daarvan dienen hiervoor maandelijks een schuldvordering in bij het BIRB.

Art.7. Indien fraude, het onrechtmatig verdelen van uit de markt genomen producten of andere bedrieglijke praktijken vastgesteld worden bij bestemmelingen van uit de markt genomen producten worden die, onverminderd de in Verordening (EG) 2200/96 en Verordening (EG) nr. 103/2004 vastgestelde sancties, definitief uitgesloten als bestemmeling. Als ze ertoe gehouden zijn een zekerheid te stellen, verliezen ze tevens het bedrag van de genoemde zekerheid.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 8. Het ministerieel besluit van 22 juni 1998 betreffende de interventieregeling in de sector groenten en fruit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 21 december 2001, wordt opgeheven.
  Brussel, 26 juni 2007.
  Y. LETERME.