23 JULI 2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van artikelen 1, 3 en 4 van het ministerieel besluit van 8 maart 2007 betreffende de herverdeling van de steunbedragen via de reserve
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 8 maart 2007 betreffende de herverdeling van de steunbedragen via de reserve, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 juni 2009 en 5 oktober 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in punt 2° wordt de datum "21 april 2009" vervangen door de datum "21 april 2011";
2° in punt 2° wordt de zinsnede "artikel 5" vervangen door de zinsnede "artikel 4 en 5";
3° punt 4° wordt opgeheven;
4° punt 5° wordt vervangen door wat volgt :
" 5° regionaal gemiddelde : de gemiddelde eenheidswaarde van alle Vlaamse gewone toeslagrechten, op 1 januari 2012; ";
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 oktober, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
" De reserve wordt gebruikt om een bedrag toe te kennen aan landbouwers als vermeld in artikel 41, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003, die voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 4 van dit ministerieel besluit, of die wegens specifieke omstandigheden over minder hectaren dan toeslagrechten beschikken. ";
2° in het tweede lid wordt de zin "De formulieren voor de aanvraag van referentiebedragen uit de reserve of voor de toepassing van het programma, vermeld in het eerste lid, kunnen op verzoek van de landbouwer bij de buitendiensten van de bevoegde entiteit verkregen worden." vervangen door de zin "De formulieren voor de aanvraag, vermeld in het programma voor jonge landbouwers of in het programma voor landbouwers die over minder hectaren dan toeslagrechten beschikken, kunnen op verzoek van de landbouwer bij de buitendiensten van de bevoegde entiteit verkregen worden.";
3° er worden een derde lid en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
" De landbouwer kan gebruik maken van het digitale formulier dat ter beschikking gesteld wordt op het e-loket om zijn aanvraag, vermeld in het programma voor jonge landbouwers, in te dienen. De landbouwer dient de digitale aangifte uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag in.
In het derde lid wordt verstaan onder e-loket : het e-loket, vermeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden. "
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit, opgeheven door het ministerieel besluit van 5 oktober 2010, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
" Art. 4. § 1. Een landbouwer, met zetel van zijn bedrijf in het Vlaamse gewest, die voldoet aan de volgende voorwaarden, komt in aanmerking om een bedrag uit de reserve aan te vragen :
1° hij is op 1 januari 2012 jonger dan veertig jaar;
2° hij heeft tijdelijk noch definitief toeslagrechten overgedragen met overdrachtdatum vanaf 22 april 2011 tot en met 21 april 2012;
3° hij heeft al zijn beschikbare toeslagrechten geactiveerd in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin hij de reserveaanvraag indient;
4° hij beschikt op 21 april van het jaar waarin hij de reserveaanvraag indient over minstens één gewoon toeslagrecht of toeslagrechtnummer met een eenheidswaarde die lager is dan 90 procent van het regionale gemiddelde;
5° hij beschikt over een brutobedrijfsresultaat van minstens 50.000 euro per bedrijf. Het brutobedrijfsresultaat van het landbouwbedrijf wordt berekend door de oppervlakte van de teelten en de aantallen dieren te vermenigvuldigen met een gemiddeld brutobedrijfsresultaat per eenheid en het resultaat te verhogen met de steun uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Als dat nodig is, kan het resultaat berekend worden met controleerbare boekhoudkundige gegevens van het laatste boekjaar.
§ 2. Als de aanvraag door de bevoegde instantie wordt aanvaard, worden alle gewone Vlaamse toeslagrechten die de aanvrager op 21 april van het jaar waarin hij de reserveaanvraag indient in eigendom en in gebruik heeft, en die een eenheidswaarde hebben lager dan 90 procent van het regionale gemiddelde, opgehoogd tot maximaal 90 procent van dat regionale gemiddelde, rekening houdend met een eventuele budgettaire begrenzing van de reserve.
Er wordt een reserve aangehouden om de geplande uitgaven in het kader van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, te kunnen financieren. Dat bedrag wordt jaarlijks door de bevoegde entiteit vastgesteld afhankelijk van de behoeften.
§ 3. De toeslagrechtenreserve wordt voor 50 % gereserveerd voor landbouwers die zijn gestart vanaf 1 januari 2007 en voor de overige 50 % voor de landbouwers die zijn gestart voor 1 januari 2007. ".
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
Brussel, 23 juli 2012.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS