8 DECEMBER 2009. - Ministerieel besluit betreffende de gewestelijke steun die aan de melkproducenten verleend wordt in het kader van de buitengewone daling van de melkprijzen
Art. 1-11
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "besluit" : het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 voor de investeringen in de landbouwsector;
2° ["administratie" : de directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, of diens afgevaardigde.] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
Art.2. Binnen de perken van de beschikbare berotingskredieten kan een de minimis-steun toegekend worden aan de melkproducenten die schatkistproblemen ondervinden ingevolge de buitengewone of onverwachte daling van de melkprijs en die daarom een lening aangaan bij een erkende kredietinstelling.
Art.3.De steun bedoeld in artikel 2 wordt verleend als volgt :
1° de toekenning van een rentesubsidie voor hoogstens twee jaar, waarvan de maximumvoet gelijk is aan het gemiddelde van de OLO-rentevoet over twee jaar van het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal in de loop waarvan het krediet wordt aangegaan, verhoogd met 1 %, zonder evenwel 4 % te mogen overschrijden;
2° [de toekenning van een overheidsgarantie op maximum 70 % van het in aanmerking komende kapitaal, voor een duur gelijk aan de duur van het krediet, waarbij die duur niet meer dan zeven jaar mag bedragen;] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
3° de tenlasteneming van de kosten voor het aanleggen van het kredietdossier, met een maximumbedrag van 150 euro.
Het in het vorige lid bedoelde totaalbedrag van de steun mag niet hoger zijn dan 7.500 euro, waarvan het bedrag van elke de minimis-steun die verleend werd in de loop van het lopende jaar en van de twee voorafgaande jaren afgetrokken wordt.
Art.4.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie bedoeld in artikel 2 moet de melkproducent voldoen aan de volgende voorwaarden :
1° een landbouwer zijn in de zin van artikel 1, 3°, van het besluit;
2° [houder zijn van een melkquotum overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 9 september 2004 betreffende de toepassing van de extraheffing in de sector melk en zuivelproducten, en zich houden aan dat jaarlijkse melkquotum, leasings inbegrepen;] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
3° [op korte termijn schatkistproblemen ondervinden ingevolge de buitengewone daling van de melkprijs en betalingsacherstanden hebben t.o.v. leveranciers, dienstenverstrekkers of andere schuldenaars op korte termijn;] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
4° een beheersboekhouding voeren overeenkomstig artikel 4 § 1, derde lid, van het besluit;
5° [zich ertoe verbinden het aangegane krediet bij voorrang te bestemmen voor de terugbetaling van de schulden aan de leveranciers, dienstenverstrekkers of andere schuldenaars op korte termijn;] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
6° zich ertoe verbinden deel te nemen aan het programma inzake analyse van de melkbedrijven dat op initiatief van de administratie gevoerd wordt;
7° geen "onderneming in moeilijkheden" zijn in de zin van Verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun in de landbouwsector.
De toegekende steun wordt door de administratie opgeschort indien de verplichtingen bedoeld in het eerste lid, 1°, 2°, 4° tot 6°, niet nagekomen worden. Die beslissing wordt betekend aan de landbouwer en aan de kredietinstelling.
§ 2. De steunaanvrager mag een vereniging of een groepering van melkproducenten zijn in de zin van artikel 1, 7° en 20°, van het besluit.
Indien de rechthebbende een vereniging van melkproducenten is, mag ieder van haar leden een individuele steunaanvraag indienen.
[Indien de aanvrager een groepering van melkproducenten is, mag enkel de groepering een eenmalige steunaanvraag indienen.] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
Art.5.§ 1. [Het in aanmerking komende leningsbedrag mag niet hoger zijn dan het jaarlijkse melkquotum, vermenigvuldigd met een forfaitair bedrag van 0,10 euro, zonder 50.000 euro te mogen overschrijden. De steun wordt slechts toegekend indien dat jaarlijkse quotum 50 000 liter of meer bedraagt.
Het in aanmerking te nemen melkquotum is het jaarlijkse melkquotum dat overeenstemt met de melkperiode in de loop waarvan de aanvraag wordt ingediend, met inbegrip van het quotum van de levering aan het melkbedrijf en van het quotum van rechtstreekse verkopen, leasing uitgezonderd.] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
§ 2. De leningsovereenkomst moet ook aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° [de lening kan in maximum zeven jaar terugbetaald worden]; < Erratum, zie B.St. 11-01-2010, p. 845>
2° de terugbetaling van het kapitaal kan met een jaar uitgesteld worden voor het eerste jaar van de terugbetaling van de lening;
3° [voorzien dat in geval van voortijdige terugbetaling van het krediet geen hergebruiksvergoeding of geen uitgavekost van de gecrediteerde geëist kan worden indien ze plaatsvindt vanaf zijn tweede jaarlijkse vervaldatum;] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
4° gesloten zijn voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art.6. Er mag geen steunaanvraag ingediend worden als de door de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie bekendgemaakte prijs hoger is dan 29,89 euro, excl. BTW, per 100 kilo in de loop van drie opeenvolgende maanden.
Art.7. § 1. De aanvraag wordt door de kredietinstelling waarmee de melkproducent de leningsovereenkomst gesloten heeft bij de administratie ingediend aan de hand van een type-formulier waarvan de vorm en de inhoud door de administratie bepaald worden.
Om ontvankelijk te zijn moet de steunaanvraag vergezeld gaan van een afschrift van de leningsovereenkomst of van het overeenkomstaanbod en van de volgende gegevens :
1° de naam en voornamen van de melkproducent, of zijn firma en zijn rechtsvorm als het om een rechtspersoon gaat;
2° de geboorteplaats en -datum van de melkproducent of de oprichtingsdatum indien het om een rechtspersoon gaat;
3° het nummer van de identiteitskaart van de melkproducent of zijn inschrijvingsnummer bij de Kruisbank der Ondernemingen als het om een rechtspersoon gaat.
De administratie kan de melkproducent en de kredietinstelling verzoeken om de bijkomende gegevens en stukken die ze nodig acht om de aanvraag te onderzoeken.
§ 2. De steunaanvragen moeten uiterlijk 31 augustus 2010 ingediend worden.
Art.8.§ 1. De administratie stuurt binnen tien werkdagen na ontvangst van de steunaanvraag een bericht van ontvangst van het volledig of onvolledig verklaarde dossier aan de aanvrager.
§ 2. [Indien het dossier onvolledig is, stuurt de administratie een schrijven aan de kredietinstelling om haar te wijzen op de bijkomende gegevens en stukken waarvan ze wenst kennis te nemen. De instelling beschikt over twintig werkdagen, te rekenen van de datum van verzending van het schrijven, om haar dossier aan te vullen. Indien het dossier na afloop van die termijn nog steeds onvolledig is, wordt de aanvraag verworpen.] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
Art.9.[§ 1. De Minister beslist over de aanvraag op voorstel van de administratie.
De administratie betekent die beslissing aan de kredietinstelling.
§ 2. De aanvrager kan slechts één steunaanvraag krachtens dit besluit indienen] <Erratum, B.St. 10-03-2010, p. 14967>
Art.10. § 1. De kredietinstelling verzoekt de administratie jaarlijks d.m.v. een schuldvorderingsverklaring waarvan de vorm en de inhoud door de administratie bepaald worden om de storting van de toegekende steun betreffende de kredietovereenkomst gesloten met de melkproducent.
De schuldvorderingsverklaring wordt door de kredietinstelling ingediend in de loop van het kwartaal dat voorafgaat aan de jaarlijkse vervaldatum van het krediet.
§ 2. De administratie onderzoekt de schuldvorderingsverklaring en kan de melkproducent en de kredietinstelling verzoeken om de bijkomende gegevens en stukken die ze nodig acht om haar onderzoek te voeren.
§ 3. Binnen de bij dit besluit vastgelegde perken stort de administratie aan de kredietinstelling :
1° het eerste jaar : de rentesubsidie en de tenlasteneming van de kosten voor het aanleggen van het kredietdossier;
2° het tweede jaar : de rentesubsidie.
De administratie kan nauwkeurigere modaliteiten bepalen voor de storting van de individuele steun.
Art. 11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Namen, 8 december 2009.
B. LUTGEN