29 AUGUSTUS 2013. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de contractuele betrekkingen in de sector melk en zuivelproducten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-09-2013 en tekstbijwerking tot 23-12-2015)
HOOFDSTUK I. - Doel en begripsomschrijving
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Erkenning van de organisaties
Art. 3-5, 5/1
HOOFDSTUK III. - Controles en sancties van de organisaties
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV. - Contractuele onderhandelingen
Art. 8
HOOFDSTUK V. - Contractuele betrekkingen
Art. 9-10
HOOFDSTUK V/1. [1 - Uitbreiding van de voorschriften en verplichte financiële bijdragen]1
Art. 10/1, 10/2
HOOFDSTUK VI. - Bevoegde dienst
Art. 11
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 12
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Doel en begripsomschrijving
Artikel 1.Bij dit besluit wordt [1 Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad]1, gedeeltelijk uitgevoerd.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit en van zijn uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :
1° [1 "Verordening" : Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad;]1
2° "de organisaties" : de organisaties van producenten, de verenigingen van organisaties van producenten en de interprofessionele organisaties;
3° "de Minister" : de Minister van Landbouw.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
HOOFDSTUK II. - Erkenning van de organisaties
Art.3.De Minister erkent de organisaties die erom verzoeken in de zin van [1 artikel 161 en artikel 163]1 van de Verordening, waarvan de zetel op het grondgebied van het Waalse Gewest is gevestigd en die de voorwaarden bepaald bij die Verordening en bedoeld in artikel 5 naleven.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art.4. De Minister bepaalt de erkenningsprocedure voor die organisaties alsmede de documenten die bij de erkenningsaanvragen gevoegd moeten worden.
Art.5.§ 1. De Minister bepaalt :
1° de erkenningsvoorwaarde voor de organisaties van producenten die bepaald is in [1 artikel 161, § 1, b]1 van de Verordening en andere bijkomende voorwaarden;
2° erkenningsvoorwaarden voor de verenigingen van organisaties van producenten ter aanvulling van die bedoeld in de [1 artikelen 156, § 2]1 van de Verordening;
3° erkenningsvoorwaarden voor de interprofessionele organisaties ter aanvulling van die bedoeld in de [1 artikelen 157 en 163, § 1]1 van de Verordening.
§ 2. De Minister wordt ertoe gemachtigd om met inachtneming van de Europese wetgeving de in § 1 bedoelde erkenningsprocedure aan te vullen en om zuiver procedurele bijkomende voorwaarden toe te voegen, die vereist worden voor de behandeling van de erkenningsaanvragen van die organisaties alsmede de lijst van de documenten die bij de erkenningsaanvragen te voegen zijn.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art. 5/1. [1 De organisatie beschikt, op straffe van onontvankelijkheid, over 30 dagen na de kennisgeving van de weigering van de erkenning om haar bezwaren schriftelijk en overeenkomstig de voorschriften van de artikelen D.15. en D.16 van het Waalse Landbouwwetboek mee te delen aan de bevoegde dienst bij de Regering.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2015-12-10/05, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
HOOFDSTUK III. - Controles en sancties van de organisaties
Art.6. De Minister bepaalt de maatregelen voor de controle op de naleving van de in artikel 3 bedoelde voorwaarden door de organisaties.
De Minister bepaalt de administratieve entiteit die bevoegd is voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde controles.
Art.7.§ 1. De Minister bestraft de in artikel 3 bedoelde organisaties en verenigingen in geval van niet-naleving of onregelmatigheden in de uitvoering van de in de Verordening bepaalde maatregelen.
§ 2. De Minister trekt een erkenning tijdelijk of definitief in als :
1° niet meer wordt voldaan aan de erkenningsvoorwaarden;
2° de organisaties op verzoek van de bevoegde diensten weigeren de nodige documenten of de bewijsstukken binnen de voorgeschreven termijnen te verstrekken;
3° de interprofessionele organisatie de bepalingen van [1 artikel 157, § 3]1 van de Verordening niet naleeft of onder het toepassingsgebied van [1 de artikelen 163 en 210, § 4]1, van de Verordening valt;
4° de interprofessionele organisatie niet voldoet aan de in [1 artikel 210, § 1, 2]1, van de Verordening bedoelde kennisgevingsverplichting;
5° de controles door de organisaties afgeremd of belet worden;
6° de Europese Commissie een negatief advies uitbrengt;
[1 7° de uitbreiding van de voorschriften onrechtmatig gebruikt wordt.]1
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
HOOFDSTUK IV. - Contractuele onderhandelingen
Art.8.Overeenkomstig [1 artikel 149, § 2, d]1, en in naar behoren gerechtvaardigde gevallen waarin een landbouwer twee verschillende productie-eenheden heeft waarvan één zich buiten het grondgebied van het Waalse Gewest bevindt, kan die landbouwer lid zijn van twee organisaties die in zijn naam over elk contract voor de levering van rauwe melk onderhandelen.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
HOOFDSTUK V. - Contractuele betrekkingen
Art.9.De contracten en offertes bepaald in [1 artikel 148]1 van de Verordening zijn niet verplicht.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art.10.De Minister bepaalt de administratieve entiteit waarbij de aangiften van de eerste kopers van rauwe melk bedoeld in [1 artikel 151]1 van de Verordening worden ingediend.
----------
(1)<BWG 2015-12-10/05, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
HOOFDSTUK V/1. [1 - Uitbreiding van de voorschriften en verplichte financiële bijdragen]1
----------
(1)
Art. 10/1. [1 De Regering kan op verzoek van een erkende organisatie die representatief wordt erkend in de zin van artikel 18 van het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 2015 tot erkenning van de producentenorganisaties, de unies van producentenorganisaties en brancheorganisaties, hierna het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 2015 genoemd, bepaalde overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen van die organisatie voor een beperkte periode verbindend verklaren overeenkomstig de artikelen 18 tot 20 van het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 2015.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2015-12-10/05, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art. 10/2. [1 Met inachtneming van artikel 21 van het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 2015 kan de Regering beslissen dat de niet bij de organisatie aangesloten natuurlijke of rechtspersonen de volle financiële bijdrage of een gedeelte daarvan aan de organisatie moeten betalen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2015-12-10/05, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
HOOFDSTUK VI. - Bevoegde dienst
Art.11. De Minister wijst de bevoegde diensten aan die met name belast zijn met :
1° de ontvangst en het onderzoek van de erkenningsaanvragen en van de bewijsstukken;
2° de verlening van de erkenning;
3° de ontvangst van de veranderingen in de samenstelling van de organisaties van de producenten;
4° de ontvangst van de communicatie van de organisaties betreffende het productievolume waarvoor ze onderhandelen;
5° de communicatie en de contacten met de Europese Commissie;
6° de toepassing van schorsingen, de intrekking van de erkenning en de bepaling van straffen.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art.12. De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
Concordantietabel | |
Verordening 1234/2007 | Besluit van de Waalse Regering |
Artikel 123,4. | Artikel 5, § 3 |
Artikel 126bis, 1., 2., 4., a) 4, b) 4., c) | Artikelen 4 en 5, § 1 Artikel 5, § 2 Artikelen 3 en 4 Artikel 6 Artikel 7 |
Artikel 126ter, 1. Artikel 126ter, 3, b) 3, c) 3., d) | Artikel 4 Artikel 6 Artikel 7, § 1 Artikel 7, § 2 |
Artikel 126quater, 2., d) | Artikel 8 |
Artikel 185septies | Artikel 9 |
Artikel 185sexies | Artikel 10 |
Besluit van de Waalse Regering | Verordening 1234/2007 |
Artikel 1 | Geen concordantie |
Artikel 2 | Geen concordantie : definitie |
Artikel 3 | Artikel 126bis, 4., a) Artikel 126ter, 3., a) Artikel 126bis, 1. en 126ter, 1. |
Artikel 4 | Artikel 126bis, 4. a) en 126ter, 3, a) |
Artikel 5, § 1 | Artikel 126bis, 1., b) |
Artikel 5, § 2 | Geen concordantie : machtiging om bijkomende voorwaarden goed te keuren |
Artikel 5, § 3 | Geen concordantie : machtiging om bijkomende voorwaarden goed te keuren |
Artikel 6 | Artikel 126bis, 4., b) en 126ter, 3°, b) |
Artikel 7, § 1 | Artikel 126bis, 4., c) en 126ter, 3, c) |
Artikel 7, § 2 | Artikel 126ter, 3., d) |
Artikel 8 | Artikel 126quater, 2., d) |
Artikel 9 | Artikel 185septies |
Artikel 10 | Artikel 185sexies |
Artikel 11 | Geen concordantie : Bevoegde dienst |
Artikel 12 | Geen concordantie : uitvoerbaar |