11 MAART 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens
Art. 1-2
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
Artikel 1. In artikel 9 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens, wordt de zin " Die methoden worden beschreven in de bijlagen 2.A. en 2.B. " vervangen als volgt :
" Die methoden worden beschreven in de bijlagen 2.A., 2.B., 2.C., 2.D. en 2.E. "
Art.2. In hetzelfde besluit wordt drie bijlagen 2.C., 2.D. en 2.E. toegevoegd, die als bijlage I, II en III zijn gevoegd bij dit besluit.
Brussel, 11 maart 2009.
B. CEREXHE
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1.
Bijlage 2.C.van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens - Indelingstoestel VCS 2000-3C en bijbehorende methode voor de raming van het aandeel mager vlees.
1° Beschrijving van het indelingstoestel
De VCS 2000-3C is een fotoverwerkingssysteem voor de automatische bepaling van het geraamde aandeel mager vlees. Het apparaat wordt online gebruikt in het slachtproductiesysteem, waar de geslachte halve varkens automatisch door drie camera's worden gefilmd. De fotogegevens worden vervolgens verwerkt aan de hand van speciaal daarvoor bestemde software.
Het systeem bestaat uit :
- een installatie met de volgende onderdelen voor de beoordeling van het profiel van de ham :
a) een positioneringsinrichting die ervoor zorgt dat de linkerkarkashelft orthogonaal in beeld wordt gebracht;
b) een monochrome camera die zich in een beschermend omhulsel bevindt;
c) een witte achtergrond;
d) een belichtingsinstallatie, bestaande uit twee lichtbronnen die de achtergrond belichten zodat er een sterk en schaduwvrij contrast ontstaat met het te meten karkas;
e) een sjabloon die het mogelijk moet maken om op elk moment het systeem te verifiëren. Het sjabloon bestaat uit een uitgezaagd vlak dat de beeldanalyse verifieert op basis van een horizontale breedtemaat en een hoekmeting. Het sjabloon zal ofwel van het type zijn om te worden opgehangen ofwel van het type om op de grond te worden geplaatst;
- een installatie met de volgende onderdelen voor de beoordeling van de volledige binnenzijde van het karkas :
a) een mechanische positioneringsinrichting waarbij de te meten karkashelft met de binnenzijde loodrecht op de kleurencamera's wordt gepositioneerd. Een aanvullende positioneringsinrichting wordt geplaatst waarbij beide karkashelften uit elkaar worden gedreven door de karkashelft die niet wordt gemeten tijdelijk te blokkeren;
b) twee kleurencamera's die zich in een beschermend omhulsel bevinden;
c) een blauwe achtergrond;
d) een belichtingsinstallatie, bestaande uit twee lichtbronnen die de binnenzijde van het karkas belichten zodat er een helder en scherp beeld ontstaat;
e) een sjabloon die het mogelijk moet maken om op elk moment het systeem te verifiëren. Het sjabloon bestaat uit een uitgezaagd vlak dat de beeldanalyse verifieert op basis van een horizontale breedtemaat. Het sjabloon dient tevens voor de controle van de helderheid van het beeld;
- een beeldanalyse-eenheid : de beeldanalyse-eenheid omvat de hardware en de software voor de beeldanalyse.
De meetwaarden worden door het apparaat zelf omgezet in een schatting van het aandeel mager vlees.
2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees
Het geraamde aandeel mager vlees van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule :
Y^ = 54,078892 + 0,037085*X5 + 0,256113*X15 + 0,021655*X16 + 33,97699*X59 - 0,149103*X88 - 0,106705*X90 - 0,0768985*X91 - 0,079832*X95 - 0,079042*X96 - 0,084983*X97 + 0,039831*X107 - 0,681172*X108 + 0,234541*X109 - 0,059871*X113 - 4,149651*X120 - 36,8824*X147 - 19,9219*X149 - 7,512613*X156 - 0,086669*X168 - 0,545069*X171 -
0,386719*X173 - 0,025001*X175 - 1,410422*X186 - 0,32873*X192 - 0,260074*X193 - 0,08137*X196 + 141,2392*X198 - 141,236*X199 - 12,7862*X222 - 27,3973*X227 - 289,576*X228 + 425,3549*X233 + 14,62961*X234 - 0,97067*X242 - 2,084821*X243 - 3,11945*X259 + 14,72706*X270 - 0,949448*X273
waarbij :
Y^ = geraamd aandeel mager vlees van het geslachte varken
X5 = de gemiddelde afstand van de zwaartepuntlijn tot de buitenkant van de ham
X15 = de hoek tussen de zwaartepuntlijn en de X-as
X16 = de hoek tussen de zwaartepuntlijn en de raaklijn op de ham
X59 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte dorsaal van de zwaartepuntlijn en de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn
X88 = de minimale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 en 2
X90 = de maximale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in het craniale derde van het karkas
X91 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X95 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 4
X96 = gemiddelde dikte rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in het craniale derde van het karkas
X97 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 4
X107 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn en de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 2
X108 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 3 en de oppervlakte van het rugspek(met inbegrip van het zwoerd) in sector 3
X109 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 4 en de oppervlakte van het rugspek(met inbegrip van het zwoerd) in sector 4
X113 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 5
X120 = de verhouding tussen de lengte van de ham, gemeten op de zwaartepuntlijn en de hambreedte ter hoogte van een derde van het hamoppervlak
X147 = de verhouding tussen de minimale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 en 2 en de gemiddelde karkashoogte
X149 = de verhouding tussen de maximale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in het craniale derde van het karkas en de gemiddelde karkashoogte
X156 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 4 en de gemiddelde karkashoogte
X168 = de verhouding tussen de afstand tussen de referentiepunten op de ham en de voorpoot, gemeten op de Y-as en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X171 = de verhouding tussen de afstand tussen de referentiepunten op de ham en de voorpoot, gemeten op de zwaartelijn, en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X173 = de verhouding tussen de gemiddelde karkashoogte in de craniale twee derden van het karkas en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X175 = de verhouding tussen de lengte van de wervelkolom in sector 1 en de gemiddelde dikte van het rugspek(met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X186 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 4 en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X192 = de verhouding tussen de dikte van het spierweefsel + rugspek (met inbegrip van het zwoerd) ter hoogte van twee derden van de karkaslengte (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X193 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het spierweefsel + rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 5 (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X196 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het spierweefsel in sector 5 (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X198 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte dorsaal van de zwaartepuntlijn en de volledige karkasoppervlakte
X199 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn en de volledige karkasoppervlakte
X222 = de verhouding tussen de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 en de volledige karkasoppervlakte
X227 = de verhouding tussen de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 5 en de volledige karkasoppervlakte
X228 = de verhouding tussen de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 en 2 en de volledige karkasoppervlakte
X233 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 2 en de volledige karkasoppervlakte
X234 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 3 en de volledige karkasoppervlakte
X242 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte in het caudale negende deel van het karkas en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X243 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn in het caudale negende deel van het karkas en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X259 = de verhouding tussen de oppervlakte in sector 2 (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X270 = de verhouding tussen de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 3 en 4 en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
X273 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 1 en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5
De oppervlakten worden gemeten in mm2, de hoeken in graden, en de afstanden, hoogtes, diktes en breedtes in mm.
De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg.
3° Gebruiksaanwijzing
Bij aanvang van iedere slachtdag wordt het beeldanalysesysteem met behulp van een sjabloon geverifieerd.
Beoordelingen van het profiel van de ham worden uitgevoerd op de linkerkarkashelft.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 maart 2009 houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens.
Brussel, 11 maart 2009.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid,
B. CEREXHE
Art. N2. Bijlage 2.
Bijlage 2.D. van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens - Indelingstoestel Hennessy Grading Probe (HGP4) en bijbehorende methode voor de raming van het aandeel mager vlees.
1° Beschrijving van het indelingstoestel
Het indelingstoestel HGP4 is uitgerust met een sonde die een diameter heeft van 5,95 mm (bij het mes aan de punt van de sonde 6,3 mm), met fotodiode en fotodetector, en die een meetbereik heeft van 0 tot 120 mm. Aan de hand van de meetwaarden verschaft de HGP4 zelf een schatting van het magere vleesaandeel.
2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees
Het geraamde aandeel mager vlees van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule :
Y^ = 65,42464 - 1,06279*X1 + 0,17920*X2
waarbij :
Y^ = geraamd aandeel mager vlees van het geslachte varken
X1 = rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten op 6 centimeter van de middellijn van het hele geslachte varken tussen de derde laatste en de vierde laatste rib;
X2 = spierdikte in millimeter, gemeten op 6 centimeter van de middellijn van het hele geslachte varken tussen de derde laatste en de vierde laatste rib
De formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen 60 en 130 kg.
3° Gebruiksaanwijzing
Bij de aanvang van iedere slachtdag moet de meetsonde geverifieerd worden aan de hand van het testblokje.
Dat testblokje stelt een vaste waarde van vet- en vleesdikte voor (20 mm vet en 48 mm vlees). Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de verificatie verricht, moeten kunnen worden afgedrukt. Als de testwaarden de toegestane afwijking van 1 mm spekdikte of 1 mm spierdikte overschrijden, moet het slachthuis het indelingstoestel onmiddellijk door de constructeur laten herijken.
Het karkas wordt met de meetsonde geprikt :
a) in de linkerslachthelft;
b) tussen de derde laatste en de vierde laatste rib;
c) horizontaal en evenwijdig aan het kliefvlak;
d) 6 cm van het kliefvlak.
De mespunt van de meetsonde moet tot in de buikholte worden doorgeprikt.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.S. 25-03-2009, p. 24036)
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 maart 2009 houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens.
Brussel, 11 maart 2009.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid,
B. CEREXHE
Art. N3. Bijlage 3.
Bijlage 2.E. van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens - Indelingstoestel Optiscan-TP System en bijbehorende methode voor de raming van het aandeel mager vlees.
1° Beschrijving van het indelingstoestel
Door middel van een handmatig bediend toestel worden op twee welbepaalde plaatsen op het karkas een spekdikte en vleesdikte optisch bepaald. Een fotoverwerkingssysteem maakt van beide meetpunten een foto die wordt opgeslagen en later kan worden gecontroleerd. Aan de hand van die gegevens wordt door middel van de onderstaande formule het aandeel mager vlees in het karkas bepaald.
2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees
Het geraamde aandeel mager vlees van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule :
Y^ = 53,04153 - 0,68318*X1 + 0,23131*X2
waarbij :
Y^ = geraamd aandeel mager vlees van het geslachte varken
X1 = spekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten op de plaats waar die het dunst is op de lendenspier (musculus gluteus medius )
X2 = dikte van de lendenspier in millimeter, dat is de afstand tussen de top (craniaal) van de lendenspier (musculus gluteus medius ) en de bovenrand (dorsaal) van het ruggenmergkanaal
De formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen 60 en 130 kg.
3° Gebruiksaanwijzing
Bij de aanvang van iedere slachtdag wordt het toestel geverifieerd aan de hand van het bijbehorende testblokje. Dat testblokje stelt een vaste waarde van spekdikte en dikte van de lendenspier voor. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de verificatie verricht, moeten kunnen worden afgedrukt. Als de testwaarden de toegestane afwijking van 1 mm spekdikte of 1 mm dikte van de lendenspier overschrijden, moet het slachthuis het indelingstoestel onmiddellijk door de constructeur laten herijken.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.S. 25-03-2009, p. 24037)
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 maart 2009 houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 september 2005 tot vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens.
Brussel, 11 maart 2009.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het landbouwbeleid,
B. CEREXHE