9 FEBRUARI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-04-2007 en tekstbijwerking tot 15-07-2024)
Art. 1-8
2007035588 2008035506 2008200923 2008201308 2008204595 2009035848 2009035958 2010035643 2010203797 2011035518 2011035767 2011203121 2011204836 2011205379 2012035466 2012035564 2012035572 2012206257 2013035277 2014035885 2014202404 2014203634 2015035057 2015035154 2015035231 2015035443 2015035906 2015035918 2015203469 2016035666 2016035763 2017010992 2017020368 2019030350 2020040943 2021040524 2022040611 2023042471 2024000401 2024006066
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet : het decreet van 22 december 2006 tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
2° de ministers : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu;
3° [1 [3 bevoegde entiteit: het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;]3;]1
4° [2 [4 verzamelaanvraag: het aanvraagsysteem dat het geospatiaal en diergebonden aanvraagsysteem, vermeld in artikel 65, lid 4, a), van verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013, omvat]4.]2
----------
(1)<BVR 2014-12-19/B3, art. 91, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<BVR 2018-09-14/16, art. 50, 006; Inwerkingtreding : 30-12-2018>
(3)<BVR 2024-01-26/31, art. 22, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
(4)<BVR 2024-04-19/59, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.2.§ 1.[4 De bevoegde entiteit is belast met]4 de identificatie en registratie in het GBCS van de landbouwers en van de landbouwgronden, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet.
[3 ...]3
§ 2. De ministers bepalen de nadere uitvoeringswijze van de voorwaarde voor het exclusieve gebruik en het exclusieve beheer van de productiemiddelen van een bedrijf als vermeld in artikel 4, § 3, 2°, van het decreet.
§ 3. Bij het overnemen, het opstarten of het stopzetten van een [5 bedrijf of een]5 exploitatie maken de betrokken exploitanten, voorafgaandelijk aan respectievelijk het overnemen, het opstarten of het stopzetten, hiervan melding bij [2 de bevoegde [4 entiteit]4]2. [2 De bevoegde [4 entiteit]4]2 zorgt voor de unieke identificatie van de betrokkenen in het GBCS vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet, of past in voorkomend geval, de bestaande identificatie van de betrokkenen in het GBCS vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet, aan.
[5 De ministers kunnen nadere regels bepalen voor de identificatie bij het overnemen, het opstarten of het stopzetten van een bedrijf of exploitatie, voor de weigering van de registratie.]5
----------
(1)<BVR 2014-12-19/B3, art. 92, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<BVR 2014-12-19/B3, art. 92/1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(3)<BVR 2018-09-14/16, art. 51, 006; Inwerkingtreding : 30-12-2018>
(4)<BVR 2024-01-26/31, art. 23, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
(5)<BVR 2024-04-19/59, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.3.[1 Ter uitvoering van artikel 3, Ї 1, vierde lid en artikel 5, Ї 2, van het decreet registreren de landbouwers zich uiterlijk op 31 december 2025 conform artikel 3, Ї 1, eerste lid, 1А, van het decreet via de gegevensbronnen, vermeld in artikel 3, Ї 1, eerste lid, 1А, van het decreet, of de andere gegevensbronnen, vermeld in artikel 3, Ї 1, tweede lid, van het decreet. De voormelde landbouwers zijn uiterlijk op 31 december 2025 geяdentificeerd en geregistreerd bij de bevoegde entiteit.
Als de landbouwer niet voldoet aan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid, wordt niet overgegaan tot de identificatie en de registratie van de landbouwer in het GBCS, vermeld in artikel 1, 14А, van het decreet, en kunnen er bijgevolg geen betalingen of voordelen toegekend worden op basis van de sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie, vermeld in artikel 1, 14А /1 van het decreet.
De minister bevoegd voor het landbouwbeleid, kan bepalen welke de andere gegevensbronnen zijn, vermeld in artikel 3, Ї 1, tweede lid, van het decreet en voor welke categorieыn van landbouwers die gegevensbronnen aangewend worden voor hun identificatie en registratie bij de bevoegde entiteit. ]1
----------
(1)<BVR 2024-04-19/59, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.4.§ 1. [5 In deze paragraaf wordt verstaan onder het besluit van 21 april 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De volgende aangiftes, aanvragen en meldingen gebeuren via de verzamelaanvraag:
1А de aangifte van alle landbouwareaal, vermeld in artikel 3 van het besluit van 21 april 2023;
2А de aangifte van stallen, gebouwen, niet-landbouwareaal en percelen in het kader van het Mestdecreet van 22 december 2006;
3А de aangifte van percelen waarop dieren geplaatst zijn, in het kader van diergebonden steunmaatregelen;
4А de aangifte en de aanvraag van een teelttoestemming voor hennep, vermeld in artikel 12 van het besluit van 21 april 2023;
5А een aanvraag van nieuwe betalingsrechten of van een verhoging van betalingsrechten uit de reserve, vermeld in artikel 31 van het besluit van 21 april 2023;
6А de activering van betalingsrechten, vermeld in artikel 20 van het besluit van 21 april 2023;
7А de betalingsaanvraag voor inkomenscompensatie en onderhoudssubsidie voor bebossing van landbouwgronden, vermeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende het verlenen van subsidies voor bebossing in herbevestigd agrarisch gebied en in agrarisch gebied vastgesteld in ruimtelijke uitvoeringsplannen en voor herbebossing of in artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 betreffende de subsidiыring van de bebossing van landbouwgronden ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO);
8А de aanvraag voor herverdelende inkomenssteun, vermeld in artikel 35 van het besluit van 21 april 2023;
9А de aanvraag voor de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers, vermeld in artikel 38 van het besluit van 21 april 2023;
10А de aanvraag van de subsidie voor het behoud van de duurzame zoogkoeienhouderij, vermeld in artikel 44 van het besluit van 21 april 2023;
11А de aanvraag van de subsidie voor het afsluiten van een als subsidiabel erkende brede weersverzekering, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2019 betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector;
12А de aangifte van percelen voor biocertificering en de percelen die al gecertificeerd zijn, vermeld in artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2021 over de biologische productie en de etikettering van biologische producten;
13А de aanvraag van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 tot het verlenen van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen;
14А de steun- en betalingsaanvragen voor agromilieuklimaatmaatregelen en ecoregelingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit;
15А de betalingsaanvragen voor de verbintenissen voor de maatregel de teelt van vezelvlas en vezelhennep met verminderde bemestingstechniek en de maatregel de verwarringstechniek in de fruitteelt, die nog lopen op 1 januari 2024 en die gesloten zijn overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 2А, respectievelijk artikel 2, eerste lid, 4А van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatregelen, met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020, en de betalingsaanvragen voor verbintenissen voor de maatregel de voortzetting van de biologische productiemethode, die nog lopen op 1 januari 2024 en die gesloten zijn overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 tot het verlenen van hectaresteun voor de biologische productiemethode met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020;
16А de betalingsaanvraag voor de aanplantsubsidie voor boslandbouwsystemen en de steun- en betalingsaanvraag voor onderhoud van boslandbouwsystemen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen;
17А de facultatieve aangifte van systemen voor grondgebruik waarbij de teelt van bomen wordt gecombineerd met landbouw op dezelfde grond, vermeld in artikel 3, Ї 3, 9А, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, gewijzigd bij het decreet van 20 april 2012 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur, en in artikel 6.1, 4А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
18А de aangifte van plantenpaspoortplichtige geslachten en soorten van planten en plantaardige producten waarop de activiteiten van de professionele marktdeelnemer betrekking hebben, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022 tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal;
19А verklaringen van de landbouwer in het kader van artikel 4 van het besluit van 21 april 2023;
20А de betalingsaanvraag van de beheerovereenkomsten, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.]5
§ 2. De landbouwer meldt elke wijziging in het gebruik van de percelen landbouwgrond zoals hij ze in de verzamelaanvraag heeft aangegeven.
§ 3. [4 De terzake bevoegde minister bepaalt de verdere voorwaarden en regels ter uitvoering en beheer van § 1 en § 2 en de regels aangaande de werking van de verzamelaanvraag.]4
----------
(1)<BVR 2011-09-09/06, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
(2)<BVR 2012-03-23/24, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
(3)<BVR 2014-04-25/D7, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 17-07-2014>
(4)<BVR 2018-09-14/16, art. 52, 006; Inwerkingtreding : 30-12-2018>
(5)<BVR 2024-04-19/59, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.5. Het gebruik van een perceel landbouwgrond als vermeld in artikel 3, § 3, van het decreet, omvat het uitbaten van een aaneengesloten stuk landbouwgrond met inbegrip van het houden van de eigen dieren daarop. De landbouwer baat de landbouwgrond uit op basis van het genotrecht waarover hij voor het perceel in kwestie beschikt ten gevolge van een eigendomsrecht, een pachtrecht, een cultuurcontract, een vruchtgebruik, een opstalrecht, een erfpacht, een huurrecht of een gebruikrecht om niet. Gelijktijdig gebruik door verscheidene landbouwers is uitgesloten.
Art.6. Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006, wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.