Details





Titel:

3 DECEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de certificering van hop en hopproducten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-12-2010 en tekstbijwerking tot 13-03-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1, 1/1, 2-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1988016240  2002016021 



Uitvoeringsbesluit(en):

2015035480  2015035509  2017011811  2018012265  2018012266  2020040374 



Artikels:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° bevoegde entiteit : [1 [3 het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie]3]1;
  2° [2 hop: de producten, vermeld in bijlage I, deel VI van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, en nader omschreven in de definities, vermeld in bijlage II, deel III, van de voormelde verordening;]2
  3° hopproducten : de producten die vervaardigd zijn uit hop die in de Europese Unie is geoogst of die uit derde landen is ingevoerd, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1295/2008 van de Commissie van 18 december 2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen;
  3° aanvrager : de producent van hop of de exploitant van het certificeringscentrum die de certificering bij de bevoegde entiteit aanvraagt;
  4° Verordening (EG) nr. 1850/2006 : Verordening (EG) nr. 1850/2006 van de Commissie van 14 december 2006 betreffende de wijze van certificering van hop en hopproducten.
  ----------
  (1)<BVR 2014-12-19/B3, art. 136, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<BVR 2018-09-14/16, art. 95, 003; Inwerkingtreding : 30-12-2018>
  (3)<BVR 2024-01-26/31, art. 32, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.1/1.
  <Opgeheven bij BVR 2018-09-14/16, art. 96, 003; Inwerkingtreding : 30-12-2018>

Art.2.Vanaf de oogst 2010 is de bevoegde entiteit belast met de certificering van hop en hopproducten ter uitvoering van [1 artikel 77 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad]1, en met de controle op de gelijkwaardigheid van de verklaringen die ingevoerde hop en uit hop vervaardigde producten vergezellen, vermeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1295/2008 van de Commissie van 18 december 2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen.
  ----------
  (1)<BVR 2018-09-14/16, art. 97, 003; Inwerkingtreding : 30-12-2018>

Art.3.Om erkend te worden moet een certificeringscentrum beschikken over adequate voorzieningen als vermeld in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1850/2006, om partijen hop te bemonsteren, te beoordelen op de minimumeisen en te persen. Een certificeringscentrum kan de beoordeling zelf uitvoeren of in opdracht laten uitvoeren.
  Onder adequate voorzieningen als vermeld in het eerste lid wordt verstaan :
  1° een geijkt weegtoestel om balen af te wegen;
  2° een installatie om balen te persen;
  3° een vochtigheidsmeter die voldoet aan de eisen, vermeld in bijlage II.B.2. van Verordening (EG) nr. 1850/2006;
  4° een weegschaal met een nauwkeurigheid van ten minste 0,1 g en zeven met een maaswijdte van 10 mm, 3 mm en 0,8 mm als het certificeringscentrum zelf monsters beoordeelt.
  [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, erkent de certificeringscentra overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1850/2006. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, kan de erkenning intrekken als het certificeringscentrum niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in het eerste of het tweede lid.]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-09-14/16, art. 98, 003; Inwerkingtreding : 30-12-2018>

Art.4. § 1. Als de persing in een certificeringscentrum plaatsvindt, houdt de exploitant een register bij van alle gecertificeerde en niet-gecertificeerde partijen die geperst worden, en van de resultaten van de analyses op de andere minimumeisen dan het vochtgehalte, vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr. 1850/2006.
  Om de balen te wegen wordt gebruikgemaakt van de adequate voorzieningen, vermeld in artikel 3.
  § 2. Als de persing bij de producent van hop plaatsvindt, houdt die een register bij van alle gecertificeerde en niet-gecertificeerde partijen die geperst worden, en van de resultaten van de analyses op de andere minimumeisen dan het vochtgehalte, vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr. 1850/2006.
  Om de balen te wegen wordt gebruikgemaakt van een geijkt weegtoestel.

Art.5. Afhankelijk van de plaats van certificering brengt hetzij de producent van hop, hetzij de exploitant van het certificeringscentrum de bevoegde entiteit op de hoogte van de uit te voeren certificering. De kennisgeving vindt plaats ten minste 24 uur voor het tijdstip van certificering.
  De bevoegde entiteit controleert ter plaatse of de partij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in Verordening (EG) nr. 1850/2006. De bevoegde entiteit brengt de aanvrager op de hoogte van de goedkeuring of de afkeuring van de partij.

Art.6.Als de partij aan de certificeringscriteria beantwoordt, overhandigt de bevoegde entiteit een certificaat als vermeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. [1 1850]1/2006, aan de aanvrager.
  ----------
  (1)<BVR 2018-09-14/16, art. 99, 003; Inwerkingtreding : 30-12-2018>

Art.7. Als een partij door de bevoegde entiteit wordt afgekeurd, beschikt de aanvrager over vijf werkdagen om bij de bevoegde entiteit een bezwaarschrift in te dienen. Na ontvangst van een bezwaarschrift voert de bevoegde entiteit een bijkomend onderzoek uit. De kosten van dat bijkomende onderzoek worden gedragen door de aanvrager die het bezwaarschrift heeft ingediend, tenzij het bijkomende onderzoek het bezwaar bevestigt en het resultaat van de controle waartegen het bezwaar werd aangetekend, op basis van het bijkomende onderzoek in zijn voordeel wordt gewijzigd.

Art.8. De natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, huurder, gebruiker, of in welke hoedanigheid ook, een recht uitoefent op cultuurgronden, braakliggende gronden, bossen of wouden, of op elk ander terrein, daarin begrepen de gronden van nijverheidsinstellingen, gebouwen, opslagplaatsen en vervoermiddelen, vernietigt wilde hopplanten elk jaar voor 1 juni in een straal van vijf kilometer rond elk hopveld of hopvermeerderingsveld.

Art.9. De producent van hop vernietigt elk jaar voor 1 juli de mannelijke hopplanten op zijn hopveld.

Art.10.
  <Opgeheven bij BVR 2022-12-23/16, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.11.
  <Opgeheven bij BVR 2018-09-14/16, art. 101, 003; Inwerkingtreding : 30-12-2018>

Art.12. Artikel 33 en 34 van het koninklijk besluit van 19 november 1987 betreffende de bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen worden opgeheven.

Art.13. Het koninklijk besluit van 21 december 2001 betreffende de certificering in de sector hop, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, wordt opgeheven.

Art.14. De certificeringscentra die erkend zijn op basis van het koninklijk besluit van 21 december 2001 betreffende de certificering in de sector hop, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, behouden die erkenning voor de resterende duurtijd ervan.

Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2010.

Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.