18 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.
HOOFDSTUK I. - Onderneming voor spoorvervoer.
Afdeling 1. - Omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht.
Art. 1-4
Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 21 maart 1991.
Art. 5-6
HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen.
Art. 7-38
HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen.
Art. 39-41
1891072550 1926072350 1936102401 1939121901 1955052101 1957071202 1961021401 1963021203 1963042504 1963080914 1963110402 1966070402 1967102410 1968080501 1969040109 1970060309 1971041001 1973072404 1974121902 1981001048 1986022284 1986022285 1989011371 1990022394 1990022427 1991021064 1991021311 1991022102 1991022151 1991022534 1991022552 1991022617 1992022143 1992022496 1992022644 1993022083 1994021117 1994022016 1994022044 1994071454 1995022025 1995022027 1995022196 1995022264 1995801651 1996021237 1996022014 1996022015 1996022186 1996022302 1997012015 1997014079 1997021198 1997022014 1997022071 1997022189 1997022386 1997022563 1997022665 1997022818 1997022912 1997022988 1998000733 1998021087 1998022006 1998022125 1998022807 1998022869 1999022057 1999022542 2000003530 2000022184 2000022651 2000022855 2001000369 2001022201 2001022535 2001022691 2001022932 2002014075 2002021488 2002022539 2002022684 2002022723 2002022916 2002023103 2002A22265 2003014056 2003021093 2003022410 2003022411 2003022904 2003023129 2003A22999 2004014131 2004022066 2004022199 2004022421 2004022564
2004014237 2004014301 2004014303 2005014162 2006014263 2006014264 2006A14263 2006A14264 2007014204 2007014205 2007A14205
HOOFDSTUK I. - Onderneming voor spoorvervoer.
Afdeling 1. - Omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht.
Artikel 1. Op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 2 wordt de dochtervennootschap die door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna de " N.M.B.S. " genoemd) is opgericht met de naam " Nieuwe N.M.B.S. " en met als doel het vervoer per spoor van reizigers en goederen, ingedeeld bij de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Op dezelfde datum wordt Nieuwe N.M.B.S., zonder onderbreking van de continuïteit van haar rechtspersoonlijkheid, een naamloze vennootschap van publiek recht, beheerst door dezelfde wet.
Art.2. Binnen dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, stelt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad :
1° de statuten van Nieuwe N.M.B.S. vast die gelden vanaf haar omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht;
2° de voorlopige regels vast betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 3, § 2, van voornoemde wet van 21 maart 1991, die gelden als eerste beheerscontract tot de inwerkingtreding van het beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van dezelfde wet.
Art.3. De artikelen 37, 38, 39, § 1, 48 en 49 van voornoemde wet van 21 maart 1991 zijn niet van toepassing op Nieuwe N.M.B.S.. Boek XII van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op haar omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht overeenkomstig dit besluit. Artikel 214, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is van toepassing op deze omzetting.
Art.4. § 1. De N.M.B.S. brengt in Nieuwe N.M.B.S. de volgende activa en passiva in :
1° de activa die betrekking hebben op de activiteiten van de N.M.B.S. inzake vervoer per spoor van reizigers en goederen, en waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad;
2° de schulden en andere passiva waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad.
Deze inbreng wordt vergoed door aandelen in het kapitaal van Nieuwe N.M.B.S..
§ 2. De inbreng bedoeld in § 1 brengt van rechtswege de overdracht aan Nieuwe N.M.B.S. mee van de activa en passiva die er deel van uitmaken. De inbreng heeft uitwerking op 1 januari 2005. Hij is tegenstelbaar aan derden vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een bericht dat de inbreng bevestigt.
Zo leningen of andere financièle schulden die deel uitmaken van de inbreng bedoeld in § 1, niet kunnen worden overgedragen aan Nieuwe N.M.B.S. met bevrijding van de N.M.B.S. van haar verbintenissen, wordt de overdracht van de betreffende verbintenissen en lasten aan Nieuwe N.M.B.S. tot stand gebracht door een andere techniek met evenwaardig resultaat.
§ 3. Uiterlijk op 30 november 2004 stelt de Koning de lijsten vast bedoeld in § 1, eerste lid.
Deze lijsten worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, waar eenieder er kosteloos kennis van kan nemen en er een volledige of gedeeltelijke kopie van kan bekomen mits betaling van de griffierechten.
Indien de activa bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, zakelijke rechten op onroerende goederen omvatten, worden deze beschreven in een bijzondere afdeling van de lijst van activa. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten. De bijzondere afdeling van de lijst wordt overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf 1 januari 2005.
Titel III van boek XI van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op de inbreng bedoeld in § 1.
§ 4. In afwijking van artikel 23 van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, wordt de vergunning van spoorwegonderneming van de N.M.B.S. vanaf 1 januari 2005 aan Nieuwe N.M.B.S. overgedragen. Hetzelfde geldt voor het veiligheidsattest bedoeld in artikel 37 van hetzelfde besluit en voor de spoorweginfrastructuurcapaciteit toegewezen aan de N.M.B.S.. De artikelen 32 en 34 van hetzelfde besluit zijn niet van toepassing op de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit of in het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur.
§ 5. De inbreng bedoeld in § 1 is vrijgesteld van elke belasting. De Koning regelt, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, de wijze waarop deze vrijstelling geschiedt.
Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 21 maart 1991.
Art.5. In voornoemde wet van 21 maart 1991 wordt een titel IX ingevoegd, die luidt als volgt :
" Titel IX. - Nieuwe N.M.B.S.
HOOFDSTUK I. - Doel en opdrachten van openbare dienst.
Art. 216. Nieuwe N.M.B.S. is een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht. Zij ressorteert onder de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven.
Art. 217. Nieuwe N.M.B.S. heeft tot doel :
1° het vervoer per spoor van reizigers en goederen;
2° het vervoer van goederen in het algemeen en de logistieke diensten die daarmee verband houden;
3° de verwerving, de bouw, het onderhoud, het beheer en de financiering van rollend spoorwegmaterieel.
Nieuwe N.M.B.S. kan, zelf of via deelneming in bestaande of op te richten Belgische, buitenlandse of internationale instellingen, alle commercièle, industrièle of financièle verrichtingen doen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of ten dele, verband houden met haar doel of de verwezenlijking of ontwikkeling ervan kunnen vergemakkelijken of bevorderen, met inbegrip van het stellen van zekerheden voor schulden van verbonden vennootschappen of vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat.
De fabricage en de verkoop van goederen of diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de spoorwegactiviteit, worden inzonderheid geacht de verwezenlijking of ontwikkeling van het maatschappelijk doel te kunnen bevorderen.
Art. 218. De opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S. omvatten :
1° het binnenlands vervoer van reizigers met treinen van de gewone dienst, alsook het aandoen van binnenlandse bestemmingen door hogesnelheidstreinen;
2° het grensoverschrijdende vervoer van reizigers, dit wil zeggen het vervoer met treinen van de gewone dienst voor het deel van het nationale traject dat niet gedekt is door 1° en tot de stations gelegen op de naburige netwerken bepaald in het beheerscontract;
3° de prestaties die Nieuwe N.M.B.S. moet leveren voor de behoeften van de Natie.
Art. 219. § 1. De raad van bestuur van de Nieuwe N.M.B.S. stelt het in artikel 26 bedoeld ondernemingsplan op voor de duur van het beheerscontract en past het jaarlijks aan. Dit plan geeft de doeleinden en de strategie van de onderneming aan rekening houdend met de mobiliteitsdoeleinden bepaald door de Ministerraad.
§ 2. Verplichte bestanddelen van het ondernemingsplan zijn :
1° de structuur en de kenmerken van het transportaanbod op het spoorwegnet en de onthaalpunten;
2° de investeringen in rollend materieel en in de onthaalzones voor reizigers in de stations, alsook de middelen voor de financiering van deze investeringen;
3° de vooruitzichten inzake personeelsbehoeften;
4° de evolutie van de exploitatierekeningen weergegeven in een financieel plan;
5° de beschrijving van de algemene exploitatievoorwaarden betreffende de sectoren die niet tot de opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S. behoren.
§ 3. Het ondernemingsplan en de jaarlijkse aanpassingen daaraan worden meegedeeld aan de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven. In afwijking van artikel 26, tweede lid, worden de elementen bedoeld in § 2, 1° tot 4°, als noodzakelijk deel voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S., goedgekeurd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, na raadpleging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna de " N.M.B.S. " genoemd).
§ 4. Het ondernemingsplan is een voorafgaande voorwaarde voor het afsluiten van het beheerscontract. In geval van vernieuwing van het beheerscontract wordt het plan uiterlijk twaalf maanden vóór de vervaldag van het lopende beheerscontract opgesteld. Artikel 3, § 2, 9°, is niet van toepassing.
§ 5. Nieuwe N.M.B.S. stelt een vervoersplan op in uitvoering van het beheerscontract. Elke significante wijziging aan dit plan behoeft de goedkeuring van de Ministerraad.
HOOFDSTUK II. - Financièle en boekhoudkundige bepalingen.
Art. 220. Artikel 40, § 2, is niet van toepassing op Nieuwe N.M.B.S..
Art. 221. § 1. Dit artikel zet artikel 9(4) om van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, ingevoegd bij de richtlijn 2001/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001.
§ 2. Onverminderd artikel 27, § 1, houdt Nieuwe N.M.B.S. in haar interne boekhouding afzonderlijke rekeningen aan voor haar activiteiten met betrekking tot het goederenvervoer per spoor. De bijlage bij de jaarrekening van Nieuwe N.M.B.S. bevat een afzonderlijke balans en resultatenrekening voor deze activiteiten.
§ 3. De bijdragen gestort voor de activiteiten met betrekking tot de verstrekking van vervoerdiensten voor reizigers in het kader van de opdrachten van openbare dienst, moeten afzonderlijk worden vermeld in de overeenkomstige rekeningen en mogen niet worden overgedragen naar de activiteiten met betrekking tot de verstrekking van andere vervoerdiensten of naar enige andere activiteit.
HOOFDSTUK III. - Bestuur.
Art. 222. De artikelen 18 tot 23 zijn niet van toepassing op Nieuwe N.M.B.S..
Art. 223. § 1. De raad van bestuur is samengesteld uit maximum tien leden, met inbegrip van de gedelegeerd bestuurder. Het aantal bestuurders wordt bepaald door de statuten.
Ten minste één derde van de bestuurders moet van het andere geslacht zijn dan dat van de andere bestuurders.
§ 2. De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Indien de Staat aandelen van Nieuwe N.M.B.S. bezit, benoemt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, een aantal bestuurders in verhouding tot het aantal stemmen dat verbonden is aan de aandelen in het bezit van de Staat. De overige bestuurders worden daarna benoemd door de andere aandeelhouders.
De bestuurders worden gekozen op grond van de complementariteit van hun competentie inzake financièle analyse, boekhoudkundig beheer, juridische aspecten, kennis van de vervoersector, deskundigheid inzake mobiliteit, personeelsbeheer en sociale relaties.
De bestuurders worden benoemd voor een termijn van zes jaar en zijn herverkiesbaar. De door de Koning benoemde bestuurders kunnen slechts door de Koning worden ontslagen, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad.
§ 3. Wanneer een plaats van bestuurder openvalt, hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien tot een definitieve benoeming gebeurt overeenkomstig § 2.
§ 4. Bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, benoemt de Koning de voorzitter van de raad van bestuur onder de bestuurders. De voorzitter van de raad van bestuur behoort tot een andere taalrol dan de gedelegeerd bestuurder.
Bij staking van de stemmen in de raad van bestuur is de stem van de voorzitter beslissend.
De voorzitter kan te allen tijde ter plaatse kennis nemen van de boeken, correspondentie, notulen en in het algemeen van alle documenten en geschriften van Nieuwe N.M.B.S.. Hij kan van de leden van het directiecomité, de gemachtigden en de personeelsleden van Nieuwe N.M.B.S. alle ophelderingen of inlichtingen vorderen en alle verificaties verrichten die hij nodig acht voor de uitoefening van zijn mandaat. Hij kan zich laten bijstaan door een deskundige, op kosten van de vennootschap.
Art. 224. § 1. Het directiecomité is belast met het dagelijks bestuur en de vertegenwoordiging wat dit bestuur aangaat, alsmede met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.
De leden van het directiecomité vormen een college.
Zij kunnen de taken onder elkaar verdelen. Onder voorbehoud van de bevoegdheden die hem door deze wet zijn opgedragen als college, kan het directiecomité sommige van zijn bevoegdheden delegeren aan één of meer van zijn leden of aan personeelsleden. Hij kan de subdelegatie ervan toestaan. Hij stelt de raad van bestuur in kennis van de bevoegdheidsdelegaties krachtens dit lid.
§ 2. Het directiecomité wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder. De raad van bestuur bepaalt het aantal overige leden van het directiecomité en benoemt deze leden op voordracht van de gedelegeerd bestuurder en na advies van het benoemings- en bezoldigingscomité.
De andere leden van het directiecomité dan de gedelegeerd bestuurder worden ontslagen door de raad van bestuur.
Alle leden van het directiecomité vervullen een voltijdse functie binnen Nieuwe N.M.B.S.. Met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder mogen zij niet de hoedanigheid van bestuurder van Nieuwe N.M.B.S. hebben.
§ 3. De gedelegeerd bestuurder wordt benoemd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Hij wordt ontslagen door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad.
§ 4. Nieuwe N.M.B.S. wordt geldig vertegenwoordigd jegens derden en in rechte door de gedelegeerd bestuurder en de daartoe door de raad van bestuur aangewezen algemeen directeur, die gezamenlijk optreden.
Alle akten van bestuur of akten die de vennootschap verbinden, worden gezamenlijk ondertekend door de gedelegeerd bestuurder en de daartoe door de raad van bestuur aangewezen algemeen directeur. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de akten waarvan de goedkeuringswijze afwijkt van deze § 4.
De gedelegeerd bestuurder behoort tot een andere taalrol dan deze van de algemeen directeur.
Art. 225. Bij de uitoefening van hun mandaat en in acht genomen de belangen van de vennootschap, zijn de leden van de organen van Nieuwe N.M.B.S. gehouden tot discretie.
Art. 226. § 1. De algemene vergadering stelt de bezoldiging van de leden van de raad van bestuur vast op voorstel van het benoemings- en bezoldigingscomité. De vergadering houdt hierbij rekening met de prestaties van de mandatarissen, in acht genomen onder andere hun lidmaatschap van de bij wet bepaalde comités en de doelstellingen van de onderneming.
§ 2. De rechten, met inbegrip van de bezoldiging, en plichten van de gedelegeerd bestuurder en van de andere leden van het directiecomité, enerzijds, en van Nieuwe N.M.B.S., anderzijds, worden geregeld door een bijzondere overeenkomst tussen de partijen. Bij de onderhandelingen over deze overeenkomst wordt Nieuwe N.M.B.S. vertegenwoordigd door haar raad van bestuur met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder. Overeenkomstig artikel 228, § 2, tweede lid, wint de raad van bestuur de voorstellen van het benoemings- en bezoldigingscomité in met betrekking tot de bezoldiging en de voordelen toe te kennen aan de gedelegeerd bestuurder en aan de andere leden van het directiecomité.
De gedelegeerd bestuurder of het lid van het directiecomité dat zich, op het ogenblik van zijn benoeming, in een statutaire band bevindt met de Staat of enige andere rechtspersoon van publiek recht die onder de Staat ressorteert, wordt van rechtswege ter beschikking gesteld overeenkomstig de bepalingen van het betrokken statuut voor de hele duur van het mandaat van de betrokkene bij Nieuwe N.M.B.S.. Gedurende deze periode behoudt hij evenwel zijn rechten op bevordering en op loonsverhoging.
Als de gedelegeerd bestuurder of een lid van het directiecomité zich op het ogenblik van zijn benoeming in een contractuele band bevindt met de Staat of met enige andere rechtspersoon van publiek recht die onder de Staat ressorteert, wordt de betrokken overeenkomst van rechtswege geschorst voor de hele duur van het mandaat van de betrokkene bij Nieuwe N.M.B.S.. Gedurende deze periode behoudt hij evenwel zijn rechten op loonsverhoging.
§ 3. De in §§ 1 en 2 bedoelde bezoldigingen zijn ten laste van Nieuwe N.M.B.S.. Indien de betrokken bezoldigingen een variabel bestanddeel bevatten, mogen in de berekeningsbasis geen elementen voorkomen die als bedrijfskosten worden aangemerkt.
Art. 227. § 1. De raad van bestuur mag in zijn midden een auditcomité oprichten. In voorkomend geval wordt dit comité ingericht overeenkomstig de bepalingen van §§ 2 en 3.
§ 2. Het auditcomité bestaat uit ten minste drie bestuurders, anderen dan de gedelegeerd bestuurder, die door de raad van bestuur worden benoemd. Dit comité telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, de voorzitter van de raad eventueel niet meegeteld.
Het auditcomité mag de gedelegeerd bestuurder uitnodigen op zijn vergaderingen, die er zetelt met raadgevende stem. De Regeringscommissaris neemt eveneens met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van dit comité.
§ 3. Het auditcomité voert de taken uit die de raad van bestuur eraan toevertrouwt. Bovendien heeft het de opdracht om de raad van bestuur bij te staan door onderzoek van de financièle informatie, met name de jaarrekening, het jaarverslag en de tussentijdse verslagen. Het auditcomité staat ook in voor de betrouwbaarheid en de integriteit van de financièle verslagen inzake risicobeheer.
Ten minste veertien dagen vóór de vergadering waarop de raad van bestuur de jaarrekening vaststelt, legt de raad deze ter advies voor aan het auditcomité.
Art. 228. § 1. De raad van bestuur richt in zijn midden een benoemings- en bezoldigingscomité op.
Het benoemings- en bezoldigingscomité bestaat uit vier bestuurders, waaronder de voorzitter van de raad van bestuur, die het comité voorzit, en de gedelegeerd bestuurder. De raad van bestuur benoemt de overige leden van dit comité. Het telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.
§ 2. Het benoemings- en bezoldigingscomité brengt overeenkomstig artikel 224, § 2, eerste lid, advies uit over de kandidaturen die door de gedelegeerd bestuurder worden voorgedragen met het oog op de benoeming van de leden van het directiecomité.
De raad van bestuur bepaalt, op voorstel van het benoemings- en bezoldigingscomité, de bezoldiging en de voordelen die worden toegekend aan de leden van het directiecomité. Het comité volgt deze aangelegenheden continu op.
Art. 229. § 1. Onverminderd andere beperkingen bepaald bij of krachtens de wet of de statuten van Nieuwe N.M.B.S., is het mandaat van lid van de raad van bestuur of van het directiecomité onverenigbaar met het mandaat of de functie van :
1° lid van het Europees Parlement;
2° lid van de Wetgevende Kamers;
3° minister of Staatssecretaris;
4° lid van de Raad of van de Regering van een Gemeenschap of een Gewest;
5° gouverneur van een provincie of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad.
Bovendien mogen geen andere bestuurders dan de gedelegeerd bestuurder personeelsleden zijn van Nieuwe N.M.B.S. in de zin van artikel 232, § 1.
De leden van het directiecomité mogen geen burgemeester, schepen of voorzitter zijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
§ 2. Wanneer één van de leden van de raad van bestuur of van het directiecomité de bepalingen van § 1 overtreedt, moet hij binnen een termijn van drie maanden de betrokken mandaten of functies neerleggen. Indien hij nalaat dit te doen, wordt hij na afloop van deze termijn van rechtswege geacht zijn mandaat bij Nieuwe N.M.B.S. te hebben neergelegd, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtsgeldigheid van de handelingen die hij inmiddels heeft gesteld, of van de beraadslagingen waaraan hij inmiddels heeft deelgenomen.
Art. 230. § 1. Nieuwe N.M.B.S. is onderworpen aan het toezicht van de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven. Dit toezicht wordt uitgeoefend door tussenkomst van een Regeringscommissaris die wordt benoemd en ontslagen door de Koning op voordracht van de minister.
De minister kan een plaatsvervanger aanduiden voor het geval de Regeringscommissaris eventueel verhinderd zou zijn of om deze laatste bij te staan in zijn opdracht.
De Koning regelt de uitoefening van de opdrachten van de Regeringscommissaris en zijn bezoldiging. Deze bezoldiging is ten laste van Nieuwe N.M.B.S..
§ 2. De Regeringscommissaris ziet toe op de naleving van de wet, van de statuten en van het beheerscontract. Hij ziet er op toe dat het beleid van Nieuwe N.M.B.S., inzonderheid het beleid met toepassing van artikel 13, de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst niet in het gedrang brengt.
De Regeringscommissaris brengt verslag uit bij de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven. Hij brengt verslag uit aan de minister van begroting aangaande alle beslissingen van de raad van bestuur of het directiecomité die een weerslag hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
§ 3. De Regeringscommissaris wordt uitgenodigd op alle vergaderingen van de raad van bestuur en van het directiecomité en heeft er een raadgevende stem. Hij kan te allen tijde ter plaatse kennis nemen van de boeken, correspondentie, notulen en in het algemeen van alle documenten en geschriften van Nieuwe N.M.B.S.. Hij kan van de bestuurders, de leden van het directiecomité, de gemachtigden en de personeelsleden van Nieuwe N.M.B.S. alle ophelderingen of inlichtingen vorderen en alle verificaties verrichten die hij nodig acht voor de uitoefening van zijn opdracht.
Nieuwe N.M.B.S. stelt de Regeringscommissaris de menselijke en materièle middelen ter beschikking die nodig zijn voor de uitoefening van zijn opdracht.
§ 4. De Regeringscommissaris tekent binnen een termijn van vier vrije dagen beroep aan bij de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven tegen elke beslissing van de raad van bestuur of van het directiecomité die hij strijdig acht met de wet, de statuten of het beheerscontract of waarvan hij oordeelt dat zij nadeel kan berokkenen aan de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S.. Het beroep is opschortend.
De termijn bedoeld in het eerste lid gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing is genomen, voor zover de Regeringscommissaris daarop regelmatig was uitgenodigd en, in het tegenovergestelde geval, op de dag waarop hij van de beslissing kennis heeft genomen. Wanneer een beroep wordt gedaan op de schriftelijke procedure bepaald in artikel 521, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen, begint de termijn te lopen op de dag waarop de Regeringscommissaris kennis heeft genomen van de aldus aangenomen beslissing.
De minister kan de betrokken beslissing vernietigen binnen een termijn van acht vrije dagen ingaand op dezelfde dag als de in het eerste lid bedoelde termijn. Hij betekent de vernietiging aan het betrokken bestuursorgaan. Indien de minister de vernietiging niet heeft uitgesproken binnen voornoemde termijn, wordt de beslissing definitief, onverminderd de bepalingen van het laatste lid.
In geval van weerslag op de algemene uitgavenbegroting van de Staat, vraagt de minister het akkoord van de minister van begroting. Indien deze beide ministers niet tot een akkoord komen binnen de in het derde lid bedoelde termijn van acht vrije dagen, wordt over de aangelegenheid beslist binnen een termijn van dertig vrije dagen ingaand op dezelfde dag als de in het eerste lid bedoelde termijn, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde procedure.
§ 5. Elk jaar brengt de raad van bestuur bij de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven verslag uit over de uitvoering door Nieuwe N.M.B.S. van haar taken van openbare dienst.
Elk jaar brengt de minister bij de Wetgevende Kamers verslag uit over de toepassing van deze titel.
HOOFDSTUK IV. - Oriëntatiecomité.
Art. 231. § 1. Binnen Nieuwe N.M.B.S. wordt een orièntatiecomité opgericht. Dit comité bestaat uit zes vertegenwoordigers van Nieuwe N.M.B.S. en zes vertegenwoordigers van de gewestelijke vervoermaatschappijen. Deze laatsten worden benoemd volgens de nadere regels bepaald in een samenwerkingsakkoord met de Gewesten.
§ 2. Het oriëntatiecomité geeft op eigen initiatief of op verzoek van de raad van bestuur advies over elke maatregel die de samenwerking met de gewestelijke vervoermaatschappijen kan beïnvloeden. Indien de raad van bestuur wenst af te wijken van het advies van het comité, motiveert hij zijn standpunt.
HOOFDSTUK V. - Personeel.
Art. 232. § 1. Nieuwe N.M.B.S. beschikt over het personeel dat nodig is voor de verwezenlijking van haar opdrachten, haar ter beschikking gesteld door de N.M.B.S.. Het statuut van het personeel van de N.M.B.S., met inbegrip van het syndicaal statuut, blijft van toepassing op dit personeel. Tijdens de periode van hun terbeschikkingstelling staan de personeelsleden evenwel onder het gezag van Nieuwe N.M.B.S..
De voorwaarden en nadere regels van de terbeschikkingstelling van het personeel krachtens het eerste lid worden vastgesteld in een overeenkomst die zal worden gesloten tussen de N.M.B.S. en Nieuwe N.M.B.S.. Deze overeenkomst evenals alle wijzigingen ervan zijn onderworpen aan het voorafgaand akkoord van de Nationale Paritaire Commissie bedoeld in artikel 233, die beslist met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen.
§ 2. Hoofdstuk III van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers is niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van personeel bedoeld in § 1.
Art. 233. In afwijking van artikel 30, § 1, worden de bevoegdheden die door titel I, hoofdstuk VIII worden toegekend aan de paritaire commissie van de betrokken onderneming, uitgeoefend door de Nationale Paritaire Commissie bedoeld in artikel 13 van de wet van 23 juli 1926 tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. "
Art.6. Vanaf 1 januari 2005 neemt de N.M.B.S. de naam " N.M.B.S. Holding " aan en neemt Nieuwe N.M.B.S. de naam " Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ", afgekort " N.M.B.S. ", aan.
Op dezelfde datum wordt de eerste zin van artikel 216 van voornoemde wet van 21 maart 1991, ingevoegd bij dit besluit, vervangen door de volgende zin :
" De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, afgekort N.M.B.S., is een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht. "
Op dezelfde datum worden in de andere bepalingen van de titels VIII en IX van dezelfde wet, de woorden " Nieuwe N.M.B.S. " vervangen door het woord " N.M.B.S. " en worden de woorden " Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " en " N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen.
Art.7. § 1. In de artikelen 2, tweede lid, 3, 5, en 6, derde lid, van de wet van 25 juli 1891 houdende herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991, worden de woorden " van de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " van Infrabel ".
§ 2. In de artikelen 4, eerste lid, 7, derde lid, en 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door het woord " Infrabel ".
§ 3. In artikel 10, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 3 mei 1999 en gewijzigd bij de wetten van 2 augustus 2002 en 9 juli 2004, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 4. In artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999, worden de woorden " de N.M.B.S.-bedienden " vervangen door de woorden " de bedienden van N.M.B.S. Holding en de personeelsleden van spoorwegondernemingen ".
§ 5. In artikel 15 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 3 mei 1999 en hersteld bij de wet van 9 juli 2004, worden de woorden " van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " van N.M.B.S. Holding, het Fonds voor Spoorweginfrastructuur, Infrabel of één of meer spoorwegondernemingen ".
Art.8. § 1. Het opschrift van de wet van 23 juli 1926 tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, wordt vervangen als volgt : " wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen ".
§ 2. Artikel 1bis van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 452 van 29 augustus 1986 en vervangen bij de wet van 21 maart 1991, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 1bis. De vennootschap heeft tot doel :
1° deelnemingen te verwerven, aan te houden en te beheren in Belgische of buitenlandse vennootschappen of verenigingen waarvan de activiteit zich geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, situeert op het vlak van het vervoer per spoor van reizigers of goederen, van het vervoer van goederen in het algemeen en de logistieke diensten die daarop betrekking hebben, of van de verwerving, de bouw, het onderhoud, het beheer of de financiering van spoorweginfrastructuur of rollend spoorwegmaterieel, en alle verrichtingen te verwezenlijken die rechtstreeks of onrechtstreeks met deze deelnemingen verband houden;
2° alle activiteiten uit te oefenen inzake coördinatie, financiering en ondersteuning van verbonden vennootschappen of vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van personeel aan deze vennootschappen en het stellen van zekerheden voor hun schulden;
3° activiteiten uit te oefenen inzake veiligheid en bewaking op het gebied van de spoorwegen;
4° stations en hun aanhorigheden te verwerven, te bouwen, te onderhouden, te beheren en uit te baten;
5° informatiesystemen en telecommunicatienetwerken te verwerven, te ontwikkelen, te onderhouden, te beheren en uit te baten en, in het algemeen, haar onroerend en roerend patrimonium te valoriseren;
6° alle andere activiteiten op het gebied van de spoorwegen uit te oefenen die een meerwaarde voor haar groep kunnen creëren.
De vennootschap mag, in Belgiè en in het buitenland, alle handelingen stellen en verrichtingen doen die nodig of dienstig zijn voor de verwezenlijking van haar doel. "
§ 3. Artikel 2, eerste lid, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt :
" De vennootschap draagt de naam N.M.B.S. Holding'. "
§ 4. In artikel 4, zesde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 1992, worden de woorden " kan de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " kan N.M.B.S. Holding of, in voorkomend geval, Infrabel ".
§ 5. In artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1962, 21 april 1965, 10 oktober 1967 en 21 maart 1991 en het koninklijk besluit van 30 september 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden " door de Voorzitter van de Raad van bestuur, de raad van beheer, het directiecomité of de gewestelijke commissies, waarvan hieronder sprake is " vervangen door de woorden " door de raad van bestuur, de voorzitter van de raad of het directiecomité van N.M.B.S. Holding, door de gewestelijke commissies bedoeld in het tweede lid of door de raad van bestuur of het directiecomité van Infrabel of van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ";
2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden " van N.M.B.S. Holding, Infrabel of de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " ingevoegd tussen de woorden " het directiecomité " en " meent ";
3° het zesde lid wordt vervangen als volgt :
" N.M.B.S. Holding, Infrabel en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen zijn onderworpen aan het gemeen recht wat de arbeidsduur en de vrijheid van vereniging betreft ";
4° in het zevende lid worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 6. In artikel 13bis van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 1°, worden de woorden " van de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " van N.M.B.S. Holding ";
2° de bepaling onder 3° wordt vervangen door de volgende tekst :
" 3° drie leden worden benoemd door de raad van bestuur van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ".
§ 7. In artikel 14 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
§ 8. Artikel 15 van dezelfde wet wordt opgeheven.
§ 9. In artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1960, worden de woorden " of door haar toedoen " vervangen door de woorden " of Infrabel, of door hun toedoen ".
Art.9. In artikel 56undecies, eerste lid, b), van de gecoördineerde wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, en in artikel 57, eerste lid, 2°, van dezelfde wetten, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 1951, 22 december 1989 en 30 december 2001, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ". In artikel 149, tweede lid, 1°, van dezelfde wetten worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.10. In artikel 1, tweede lid, van de wet van 21 mei 1955 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor arbeiders worden de woorden " de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.11. In de artikelen 1, tweede lid, en 11, § 2, van de wet van 12 juli 1957 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedienden worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.12. In artikel 115, zesde lid, van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, gewijzigd bij de wet van 21 mei 1991, en in artikel 117, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 maart 2001, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.13. In artikel 1, 1°, van de wet van 12 februari 1963 betreffende de inrichting van een ouderdoms- en overlevingspensioenregeling ten behoeve van de vrijwillig verzekerden worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.14. In de artikelen 3bis en 18, laatste lid, van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.15. In artikel 1, eerste lid, e), van de wet van 4 juli 1966 houdende toekenning van een vakantiegeld en van een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld aan de gepensioneerden van de openbare diensten worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.16. In artikel 2, eerste lid, van koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers worden de woorden " de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.17. In artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 augustus 1968 tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privé-sector, gewijzigd bij de wetten van 20 juni 1975, 25 januari 1999 en 3 februari 2003, en in de artikelen 4, § 1, en 11, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 juni 1975 en 6 mei 2002, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.18. In artikel 10, eerste lid, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.19. Artikel 2, § 1, tweede lid, c), van de gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, wordt vervangen door de volgende tekst :
" c) de personen die zich in een statutair verband bevinden met N.M.B.S. Holding ".
Art.20. Artikel 4, 3°, van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, wordt vervangen door de volgende tekst :
" 3° de personen die zich in een statutair verband bevinden met N.M.B.S. Holding ".
Art.21. In artikel 4, § 1, c), van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening worden de woorden " de stationsgebouwen van de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " de spoorwegstations ".
Art.22. § 1. Artikel 1, § 3, 1°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel wordt vervangen door de volgende tekst :
" 1° N.M.B.S. Holding ".
§ 2. In artikel 8, § 1, 1°, c), van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 21 maart 1991, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.23. In artikel 38, § 3bis, zesde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, ingevoegd bij koninklijk besluit nr. 401 van 18 april 1986, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.24. In artikel 10, § 1, eerste lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991 en het koninklijk besluit van 18 februari 1997, worden de woorden " N.M.B.S. Holding, Infrabel " ingevoegd tussen de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " en de woorden " de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen ".
Art.25. In artikel 3, § 1, eerste lid, a), derde gedachtestreepje, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.26. In het opschrift van afdeling 2 van titel VI, hoofdstuk I, en artikel 205 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.27. § 1. Artikel 1, § 4, 2°, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 1992, wordt vervangen als volgt :
" 2° N.M.B.S. Holding, Infrabel en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ".
§ 2. Artikel 2, § 2, 2°, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
" 2° N.M.B.S. Holding ".
§ 3. Artikel 18, § 2, derde lid, van dezelfde wet, wordt opgeheven.
§ 4. In artikel 22, § 1, eerste lid, 6°, van dezelfde wet vervallen de woorden " deze laatste voorwaarde is niet van toepassing op de leden van de raad van bestuur van de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen ".
§ 5. In artikel 30, § 6, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen " worden vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ";
2° de woorden " zoals gewijzigd door artikel 163 van deze wet " vervallen.
§ 6. In artikel 49 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, en § 3, tweede lid, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ";
2° § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
" Bij N.M.B.S. Holding, Infrabel en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen oefent de Nationale Paritaire Commissie bedoeld in artikel 13 van de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uit ".
§ 7. Het opschrift van titel V van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : " N.M.B.S. Holding ".
§ 8. Artikel 155 van dezelfde wet wordt opgeheven.
§ 9. Artikel 156 van dezelfde wet, _ gewijzigd bij de wet van 22 maart 2002, wordt vervangen als volgt :
" Art. 156. De opdrachten van openbare dienst van N.M.B.S. Holding omvatten :
1° het aanhouden en beheer van haar deelnemingen in het kapitaal van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en van Infrabel;
2° de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen;
3° het verwerven, de bouw, het onderhoud en het beheer van de stations en hun aanhorigheden;
4° de instandhouding van het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie;
5° de andere opdrachten van openbare dienst waarmee zij belast is door of krachtens de wet. "
§ 10. Artikel 157 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
" Art. 157. De toelagen bedoeld in artikel 3, § 2, 4°, omvatten deze bedoeld in verordening (EEG) nr. 1192/69 van de Raad van 26 juni 1969 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de normalisatie van de rekeningstelsels op het gebied van de spoorwegondernemingen. "
§ 11. De artikelen 158 tot 160 van dezelfde wet worden opgeheven.
§ 12. In artikel 161 van dezelfde wet, opgeheven bij het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en hersteld bij de wet van 22 maart 2002, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 13. Artikel 161bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002 en vervangen bij de wet van 22 december 2003, wordt opgeheven.
§ 14. In artikel 161ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en gewijzigd bij de wetten van 24 december 2002 en 9 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 2 wordt aangevuld met het volgend lid :
" Het auditcomité en het benoemings- en bezoldigingscomité tellen evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden ";
2° in § 5, eerste lid, 2°, en tweede lid, en § 5bis, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ";
3° in § 6, eerste lid, wordt 1° opgeheven.
§ 15. Hoofdstuk IIIbis van titel V van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en bestaande uit de artikelen 161quater en 161quinquies, wordt opgeheven.
§ 16. In artikel 162 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 22 maart 2002, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 17. In artikel 162bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2 vervallen de eerste twee zinnen van het derde lid;
2° in § 5, derde lid, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding " en worden de twee laatste zinnen vervangen als volgt : " Hij kan zich laten bijstaan door een deskundige, op kosten van de vennootschap ";
3° in § 6 worden de woorden de " N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 18. In artikel 162ter, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 19. In artikel 162quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste, zevende en achtste lid worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ";
2° in het zesde lid vervalt de tweede zin.
§ 20. In de artikelen 162quinquies, 162sexies en 162nonies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 21. In artikel 162decies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ";
2° in het tweede lid worden 1° en 2° opgeheven;
3° het derde en vierde lid worden opgeheven.
§ 22. Artikel 162undecies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002, wordt opgeheven.
Art.28. In artikel 68, § 6, eerste lid, 4°, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.29. In de artikelen 6 en 32, eerste lid, 10°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in artikel 118 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, en in artikel 187 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1997, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.30. De wet van 17 maart 1997 betreffende de financiering van het HST-project, gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999, 2 januari 2001 en 22 december 2003, wordt opgeheven.
Art.31. In artikel 20, eerste lid, van de wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de rijkswacht worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.32. In artikel 12, eerste lid, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.33. In artikel 10, laatste lid, van de wet van 30 maart 2001 betreffende het pensioen van het personeel van de politiediensten en hun rechthebbenden, ingevoegd bij de wet van 3 februari 2003, worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.34. In artikel 12, tweede lid, van de wet van 22 maart 2002 houdende wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, worden de woorden " de N.M.B.S. " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
Art.35. Artikel 493 van de programmawet van 24 december 2002 wordt opgeheven.
Art.36. § 1. In artikel 48 van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 juni 2004, worden de woorden " een ontwerp van netverklaring " vervangen door de woorden " een netverklaring ".
§ 2. In artikel 98, eerste en derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " vervangen door de woorden " N.M.B.S. Holding ".
§ 3. Artikel 100, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 juni 2004, wordt vervangen als volgt :
" De Minister oefent de bevoegdheden van de beheerder van de spoorweginfrastructuur bedoeld in de hoofdstukken VIII en IX uit tot 31 december 2004 ".
Art.37. § 1. In artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " Uiterlijk op 15 november 2004 " vervangen door de woorden " Uiterlijk op 30 november 2004 ";
2° het derde lid wordt vervangen als volgt :
" Indien de activa bedoeld in § 1, 2°, zakelijke rechten op onroerende goederen omvatten, worden deze beschreven in een bijzondere afdeling van de lijst van activa. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten. De bijzondere afdeling van de lijst wordt overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf 1 januari 2005. "
§ 2. In artikel 3, § 5, tweede lid, van hetzelfde besluit vervalt de laatste zin.
§ 3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, in zoverre het een nieuw artikel 199 in voornoemde wet van 21 maart 1991 invoegt, wordt artikel 199, § 1, 1°, vervangen door de volgende tekst :
" 1° het verwerven, de bouw, de vernieuwing, het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur ".
§ 4. In artikel 5 van hetzelfde besluit, in zoverre het een nieuw artikel 200 in voornoemde wet van 21 maart 1991 invoegt, wordt artikel 200, § 5, aangevuld als volgt : " Artikel 3, § 2, 9°, is niet van toepassing. "
§ 5. In artikel 5 van hetzelfde besluit, in zoverre het een nieuw artikel 207 in voornoemde wet van 21 maart 1991 invoegt, worden aan artikel 207 de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, eerste lid, wordt aangevuld als volgt : " Het aantal bestuurders wordt bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad ";
2° in § 2 vervallen in de eerste zin van het derde lid de woorden " met dien verstande dat de helft van de oorspronkelijke bestuurders worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar ";
3° § 4, derde lid, wordt aangevuld als volgt : " Hij kan zich laten bijstaan door een deskundige, op kosten van de vennootschap ".
§ 6. In artikel 5 van hetzelfde besluit, in zoverre het een nieuw artikel 208 in voornoemde wet van 21 maart 1991 invoegt, wordt artikel 208 aangevuld met de volgende bepaling :
" § 4. Infrabel wordt geldig vertegenwoordigd jegens derden en in rechte door de gedelegeerd bestuurder en de daartoe door de raad van bestuur aangewezen algemeen directeur, die gezamenlijk optreden. "
Alle akten van bestuur of akten die de vennootschap verbinden, worden gezamenlijk ondertekend door de gedelegeerd bestuurder en de daartoe door de raad van bestuur aangewezen algemeen directeur. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de akten waarvan de goedkeuringswijze afwijkt van deze § 4. "
De gedelegeerd bestuurder behoort tot een andere taalrol dan deze van de algemeen directeur.
§ 7. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen als volgt :
" Het Fonds heeft ten doel het verwerven en het aanhouden van de spoorweginfrastructuur die aan het Fonds wordt overgedragen met toepassing van artikel 14, § 1er, 1° ";
2° in § 2 vervalt de tweede zin.
§ 8. Artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" De Koning kan, tegen de voorwaarden die Hij bepaalt, de Staatswaarborg toekennen aan de verbintenissen van het Fonds ingevolge leningen die door het Fonds worden overgenomen met toepassing van artikel 14, § 1, 2°, of die door het Fonds worden uitgegeven of aangegaan met toepassing van het eerste lid, of ingevolge overeenkomsten tot dekking van de wisselkoers- en interestrisico's betreffende dergelijke leningen. "
§ 9. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 1°, worden de woorden " bestaande uit eigendomsrechten of andere zakelijke of persoonlijke rechten op het geheel of een deel van deze infrastructuur " ingevoegd tussen de woorden " betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur " en " en andere activa ";
2° § 2, derde lid, wordt vervangen als volgt :
" De zakelijke rechten op onroerende goederen bedoeld in § 1, 1°, worden beschreven in een afzonderlijke afdeling van de lijst van activa. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten. De afzonderlijke afdeling van de lijst wordt overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf 1 januari 2005 ";
3° in § 3 wordt het volgende lid ingevoegd tussen het eerste en tweede lid :
" Zo leningen of andere schulden niet kunnen worden overgedragen aan het Fonds met bevrijding van de N.M.B.S. van haar verbintenissen, wordt de overdracht van de betreffende verbintenissen en lasten aan het Fonds tot stand gebracht door een andere techniek met evenwaardig resultaat ";
4° artikel 14 wordt aangevuld met een § 5, luidende :
" § 5. Het beheer en de tegeldemaking van activa die aan het Fonds worden overgedragen met toepassing van § 1, 1°, en specifiek worden aangeduid in de lijst van activa vastgesteld met toepassing van § 2, eerste lid, worden exclusief toevertrouwd aan de vennootschap opgericht met toepassing van het koninklijk besluit van 18 november 1996 waarbij de Regie der gebouwen ertoe wordt gemachtigd zich te verenigen met andere rechtspersonen. Deze vennootschap kan in naam en voor rekening van het Fonds deze activa verkopen of er elk zakelijk of persoonlijk gebruiksrecht op vestigen of overdragen ten gunste van derden, met dien verstande dat elke verrichting waarbij de tegenprestatie EUR 1 miljoen (één miljoen euro) overschrijdt, vooraf moet worden goedgekeurd door de minister bevoegd voor de spoorwegen en door de minister bevoegd voor financièn. De nadere voorwaarden voor de uitvoering en vergoeding van deze opdracht worden geregeld in een overeenkomst tussen het Fonds en de betrokken vennootschap, goedgekeurd door dezelfde ministers, of, bij gebreke van een dergelijke overeenkomst tegen 31 december 2004, door de Koning. "
§ 10. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende leden :
" Geen enkele van de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit heeft tot gevolg dat de waarborgen die door de Staat zijn toegekend voor leningen of andere schulden uitgegeven of aangegaan door de N.M.B.S. of HST-Fin vóór die verrichtingen, vervallen of worden gewijzigd, in voorkomend geval niettegenstaande de wijziging van schuldenaar in het kader van die reorganisatieverrichtingen.
De fiscale vrijstellingen die door of krachtens de wet zijn toegekend voor de inkomsten uit leningen of andere schulden uitgegeven of aangegaan door de N.M.B.S. of HST-Fin, blijven van toepassing binnen dezelfde grenzen en tegen dezelfde voorwaarden, in voorkomend geval niettegenstaande de overdracht van deze leningen in het kader van de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit. "
§ 11. Artikel 20 wordt aangevuld met het volgende lid :
" In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 5 in werking op 1 januari 2005 in zoverre het in voornoemde wet van 21 maart 1991 een nieuw artikel 208, § 2, derde lid, eerste zin, een nieuw artikel 209, § 1, tweede en derde lid, en een nieuw artikel 212, § 2, invoegt. "
Art.38. De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " in alle wettelijke en reglementaire bepalingen.
HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen.
Art.39. Niettegenstaande enige strijdige contractuele bepaling heeft geen enkele van de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit tot gevolg dat de bepalingen van enige overeenkomst gesloten tussen de N.M.B.S. en één of meer derden vóór 1 januari 2005 worden gewijzigd of dat zulke overeenkomst wordt beèindigd, en geen enkele van deze reorganisatieverrichtingen geeft enige partij het recht om zulke overeenkomst eenzijdig te wijzigen of te beèindigen.
Geen enkele van de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit heeft tot gevolg dat de waarborgen die door de Staat zijn toegekend voor leningen of andere schulden uitgegeven of aangegaan door de N.M.B.S. of HST-Fin vóór die verrichtingen, vervallen of worden gewijzigd, in voorkomend geval niettegenstaande de wijziging van schuldenaar in het kader van die reorganisatieverrichtingen.
De fiscale vrijstellingen die door of krachtens de wet zijn toegekend voor de inkomsten uit leningen of andere schulden uitgegeven of aangegaan door de N.M.B.S. of HST-Fin, blijven van toepassing binnen dezelfde grenzen en tegen dezelfde voorwaarden, in voorkomend geval niettegenstaande de overdracht van deze leningen in het kader van de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit. "
Art.40. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van :
1° artikel 5, dat in werking treedt op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 2;
2° de artikelen 6 tot 29, 31 tot 34, 36, § 2, en 38, die in werking treden op 1 januari 2005;
3° de artikelen 30 en 35, die in werking treden op de datum van de fusie bedoeld in artikel 15, § 2, van het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur.
In afwijking van het eerste lid, 1°, treedt artikel 5 in werking op 1 januari 2005 in zoverre het in voornoemde wet van 21 maart 1991 een nieuw artikel 224, § 2, derde lid, eerste zin, en een nieuw artikel 226, § 2, tweede en derde lid, invoegt.
In afwijking van het eerste lid, 2°, treedt artikel 27, § 17, 1°, in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 41. Onze minister bevoegd voor Financiën, Onze minister bevoegd voor de overheidsbedrijven, Onze minister bevoegd voor economie, Onze minister bevoegd voor de pensioenen, Onze minister bevoegd voor sociale zaken, Onze minister bevoegd voor de regulering van het spoorvervoer en Onze minister bevoegd voor de middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
(Gegeven te Brussel, op 18 oktober 2004.) <Erratum, B.S. 09.11.2004, p. 75422>
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
M. VERWILGHEN
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
R. DEMOTTE
De Minister van Middenstand en Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE
De Minister van Werk,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Mobiliteit,
R. LANDUYT
De Minister van Pensioenen,
B. TOBBACK.