Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 DECEMBER 1986. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, in hoofde van de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren. (NOTA 1 : De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ; Inwerkingtreding : 01-01-2005) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-03-1992 en tekstbijwerking tot 26-09-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1.Uitsluitend voor het vervullen van de taken die, binnen de perken van de wetgevingen met de toepassing waarvan zij belast zijn, tot de respectieve bevoegdheid van de in het tweede lid opgesomde instellingen van openbaar nut behoren, alsmede voor het vervullen van de taken die hun zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling betreffende de sociale zekerheid, worden de leidend ambtenaar van elk van die instellingen, alsmede de ambtenaren en beambten van de diensten, die hij wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden aanwijst, gemachtigd, onverminderd artikel 2 van dit besluit, toegang te hebben tot uitsluitend de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
  De instellingen beoogd in het eerste lid zijn :
  1° de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  2° de (Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden); <KB 1995-05-19/56, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 13-08-1995>
  3° de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen;
  4° de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der diamantnijverheid;
  5° de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der ondernemingen voor binnenscheepvaart;
  6° de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders gebezigd door de ladings- en lossingsondernemingen en door de stuwadoors in de havens, losplaatsen, stapelplaatsen en stations;
  7° [1 Fedris;]1
  8° [2 ...]2
  9° het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers;
  10° het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  11° de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers;
  12° (de Rijksdienst voor pensioenen); <KB 1992-03-06/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-03-1992>
  13° de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
  14° de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
  15° de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;
  (16° de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;
  17° de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid.) <KB 1992-03-06/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-03-1992>
  ----------
  (1)<KB 2018-09-06/13, art. 92, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2018-09-06/13, art. 93, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.2. De informatiegegevens bekomen met toepassing van artikel 1 mogen slechts gebruikt worden voor doeleinden van inwendig beheer. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
  Voor de toepassing van het eerste lid zijn geen derden :
  1° de natuurlijke personen op wie die informatiegegevens betrekking hebben en hun wettelijke vertegenwoordigers;
  2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983;
  3° binnen de perken van de informatiegegevens die hen moeten worden ter beschikking gesteld, de natuurlijke of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen die ertoe gehouden zijn die informatiegegevens te kennen of er moeten kunnen over beschikken, om de verplichtingen uit te voeren welke hun, in het kader van de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 1, zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling betreffende de sociale zekerheid, alsmede elke instelling van Belgisch recht die een opdracht van algemeen belang vervult en erkend is voor het uitvoeren van voormelde verplichtingen of die, voor het uitvoeren, onder dezelfde voorwaarden, van de werken die haar in het raam van die verplichtingen worden toevertrouwd, nominatief is aangewezen door de Koning om mededeling te bekomen van de nodige informatiegegevens;
  4° de buitenlandse sociale zekerheidsinstellingen binnen de perken van de toepassing van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid;
  5° de Belgische Maatschappij voor Mechanografie ter toepassing van de sociale wetten, v.z.w., uitsluitend voor het uitvoeren van werken die haar, voor het vervullen van de taken die tot hun respectieve bevoegdheden behoren, worden toevertrouwd door een instelling bedoeld in artikel 1 of door een openbare overheid of een instelling beoogd in 2°, binnen de perken van de informatiegegevens die haar uitsluitend voor de uitvoering van die werken moeten worden ter beschikking gesteld;
  6° elke instelling van Belgisch recht die een opdracht van algemeen belang vervult en nominatief is aangewezen door de Koning om mededeling van de nodige informatiegegevens te bekomen, uitsluitend voor het uitvoeren van werken die haar, voor het vervullen van de taken die tot hun respectieve bevoegdheden behoren, worden toevertrouwd door een instelling bedoeld in artikel 1 of door een openbare overheid of een instelling beoogd in 2°, binnen de perken van de informatiegegevens die haar uitsluitend voor de uitvoering van die werken moeten worden ter beschikking gesteld;
  7° elke instelling van Belgisch recht die een opdracht van algemeen belang vervult en nominatief is aangewezen door de Koning om mededeling te bekomen van de nodige informatiegegevens, uitsluitend voor de uitvoering van wetenschappelijke, navorsings- of onderzoekswerkzaamheden, binnen de perken van de informatiegegevens die haar ter beschikking moeten worden gesteld uitsluitend voor de uitvoering van die werkzaamheden.
  De in het tweede lid, 3° tot 7°, vermelde personen, instellingen en verenigingen mogen slechts over de bedoelde informatiegegevens beschikken gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van die verplichtingen en werken en enkel tot dat doel.

Art.3. Voor de toepassing van artikel 1, eerste lid, dient te worden verstaan :
  1° wat betreft de instellingen beoogd in artikel 1, tweede lid, 4° tot 6°, onder "de leidend ambtenaar" en "de ambtenaren en beambten" respectievelijk : "de persoon belast met de leiding" en "de personeelsleden";
  2° wat betreft de instelling beoogd in artikel 1, tweede lid, 10°, onder "de leidend ambtenaar" : "de leidend ambtenaar in de zin bedoeld in de artikelen 109, 110 of 111 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering".

Art. 4. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Openbaar Ambt en Decentralisatie, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.