Details





Titel:

10 JANUARI 1991. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel [23, § 2, tweede lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994,] tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen. <KB 1996-05-10/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> (NOTA 1 : De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ; Inwerkingtreding : 01-01-2005) (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2022-05-18/08, art. 191) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-06-1996 en tekstbijwerking tot 03-05-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-4, 4bis, 5, 5bis, 6-7, 7bis, 7ter, 8-10
Bijlage.
Art. N1-7N1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1980022502 





Artikels:

Artikel 1.<KB 1996-05-10/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> De nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, omvat de prestaties opgenomen in de hoofdstukken I, II [1 IV, V [2 , VI en VII]2]1 van de bijlage bij dit besluit en de toestellen opgenomen in hoofdstuk III van genoemde bijlage.
  ----------
  (1)<KB 2010-10-22/12, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2010-11-19/09, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 25-12-2010>

Art.2. Elke prestatie en elk toestel wordt in de bijlage bij dit besluit aangeduid met een codenummer.

Art.3.De omschrijving van elke prestatie opgenomen in de hoofdstukken I [1 II [2 , V en VII]2]1 van de bijlage wordt gevolgd door een vermenigvuldigingsfactor (R) en door een coëfficiëntgetal dat de betrekkelijke waarde van elke verstrekking aangeeft. Het bedrag van het honorarium voor elke prestatie wordt gevormd door het product van de vermenigvuldigingsfactor en haar coëfficiëntgetal. Dit bedrag is het maximumbedrag dat door de verstrekker aan de gerechtigde mag worden aangerekend. <KB 2002-04-15/34, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
  ----------
  (1)<KB 2010-10-22/12, art. 2, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2010-11-19/09, art. 2, 014; Inwerkingtreding : 25-12-2010>

Art.4.[1 De waarde van de vermenigvuldigingsfactor R, zoals bedoeld in dit besluit, wordt vastgesteld door het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Behalve indien het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging de eerder vastgestelde waarde aanpast, wordt de waarde van de vermenigvuldigingsfactor R geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.]1
  ----------
  (1)<KB 2010-10-22/12, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>

Art. 4bis.<ingevoegd bij KB 1996-05-10/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> § 1. De omschrijving van elke prestatie opgenomen in hoofdstuk IV van de bijlage wordt gevolgd door het bedrag van de honoraria voor elke prestatie. Dit bedrag is het maximumbedrag dat door de [2 arts]2 tegelijk erkend als [2 arts-specialist]2 in de cardiologische revalidatie en als [2 arts-specialist]2, ofwel in de cardiologie, ofwel in de interne geneeskunde, ofwel in de pediatrie, ofwel in de fysische geneeskunde, op wiens aanvraag en onder wiens toezicht het programma wordt uitgevoerd, aan de rechthebbende mag worden aangerekend. In geval deze [2 arts]2 een specialist in de fysische geneeskunde is, dient de equipe bovendien een [2 arts-specialist]2 in de cardiologie, in de inwendige geneeskunde of in de pediatrie te bevatten.
  § 2. [1 Het bedrag van de honoraria voor de in § 1 vermelde prestaties wordt, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
   De eerste maal dat deze bepaling wordt toegepast, zal evenwel rekening worden gehouden met het verschil tussen enerzijds de spilindex waaraan voormelde honoraria sinds hun laatste aanpassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit gekoppeld zijn en anderzijds de waarde van het gezondheidsindexcijfer zoals bedoeld in de artikelen 1 en 2 van voormeld koninklijk besluit van 8 december 1997.]1
  ----------
  (1)<KB 2010-10-22/12, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art.5.[1 Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen vermeld in de hoofdstukken I.A, II en VII van de bijlage bedraagt 75 pct. van de honoraria zoals bedoeld in artikel 3 van onderhavig besluit. Voor de rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van bovenvermelde gecoördineerde wet bedraagt het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming evenwel 90 pct. van genoemde honoraria.
   Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen opgenomen in de hoofdstukken I. A bis, I.A ter en I.B van de bijlage bedraagt 100 pct. van de honoraria zoals bedoeld in artikel 3 van onderhavig besluit.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-03-29/40, art. 1, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 5bis.[1 Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties opgenomen in Hoofdstuk IV van de bijlage bedraagt 90 pct. van de honoraria zoals bedoeld in artikel 4bis, § 1, van onderhavig besluit.
  [2 Voor de rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van bovenvermelde gecoördineerde wet bedraagt het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming evenwel 95 pct. van genoemde honoraria.]2]1
  ----------
  (1)<KB 2010-11-17/02, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
  (2)<KB 2024-03-29/40, art. 2, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.6. De personen die verstrekkingen verrichten moeten een verstrekkingenregister bijhouden volgens de regels goedgekeurd door het (Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging.) <KB 1996-05-10/30, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996>

Art.7.Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de toestellen bedoeld in hoofdstuk III van de bijlage bij dit besluit bedraagt 100 pct. van de prijs :
  - die is vermeld in de rubrieken 1 en 5 van hoofdstuk III van de bijlage bij dit besluit, voor de aldaar beschreven toestellen;
  - die is vastgesteld door het College van [1 artsen-directeurs]1 voor de toestellen bedoeld in de rubrieken 2 en 4 van hoofdstuk III van genoemde bijlage;
  - die is vastgesteld door de adviserend [1 arts]1 voor het toestel bedoeld in rubriek 3 van hoofdstuk III van genoemde bijlage.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 7bis. [1 Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties opgenomen in de hoofdstukken V en VI bedraagt 100 pct. van de prijs die met de bedoelde prestaties overeenstemt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2010-10-22/12, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>

Art. 7ter.[1 Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties opgenomen in hoofdstuk VI van de bijlage bedraagt :
   a) [3 ...]3
   b) [3 ...]3
   c) [2 ...]2
   d) [3 ...]3]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2010-10-22/12, art. 6, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2011-10-17/12, art. 7, 015; Inwerkingtreding : 01-12-2011>
  (3)<KB 2013-02-11/40, art. 4, 016; Inwerkingtreding : 01-04-2013>

Art.8. De bijlage bij het koninklijk besluit van 25 februari 1980 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 juli 1980, 2 augustus 1985, 3 maart 1986, 2 juli 1986, 8 november 1987, 27 april 1988 en 17 november 1989, wordt opgeheven.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1991.

Art.10. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage.
Art. N1. <Om technische redenen werd deze bijlage in fictieve artikelen onderverdeeld : 1N1 - 4N1>

Art. 1N1.Hoofdstuk I. - Diëtetiek- en podologie-verstrekkingen. <Hersteld bij KB 2003-03-10/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-03-2003>
  A. [23 Diëtiekverstrekkingen voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie (met zorgtraject-contract)
794010
   Individuele diëtetische evaluatie en/of interventie (zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwaliteitsvereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische verstrekkingen en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast) voor de rechthebbende die een zorgtraject-contract chronische nierinsufficiëntie heeft gesloten (namelijk een samenwerkingscontract dat is ondertekend in het kader van de zorgtrajecten zoals bedoeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten), met een minimumduur van 30 minuten.. . . . . . ............................ R 17.5
   1. Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794010 mag worden verleend voor elke rechthebbende bedoeld in artikel 3, 2°, van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 die een zorgtraject-contract heeft gesloten, op voorwaarde dat:
   - de verstrekking voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtraject-contract met de rechthebbende heeft getekend en die de precieze doelstellingen van de voorgeschreven diëtetische verstrekkingen bepaalt; het voorschrift vermeldt dat het gaat om een voorschrift in het kader van de zorgtrajecten. De verstrekking kan eventueel ook worden voorgeschreven door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende;
   - de diëtist voor de patiënt een voedingsdossier bijhoudt met informatie over zijn huidige voedingsgewoonten, de voorgestelde aanpassingen, de afgesproken therapeutische doelen en de resultaten;
   - de diëtist jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de huisarts.
   2. Bovenvermelde verzekeringstegemoetkoming in de diëtetische verstrekkingen is beperkt tot twee verstrekkingen per kalenderjaar voor alle verstrekkingen 794010 samen, behalve voor de patiënten die een zorgtraject-contract hebben gesloten en die lijden aan chronische nierinsufficiëntie en zich in stadium 4 (3 verstrekkingen per kalenderjaar) of stadium 5 (4 verstrekkingen per kalenderjaar) bevinden. De voorschrijvende arts bewaart in het globaal medisch dossier van de rechthebbende de elementen die aantonen dat werd voldaan aan de voorwaarden inzake het aantal voorgeschreven vergoedbare verstrekkingen.
   Op dezelfde dag mogen twee diëtetische verstrekkingen plaatsvinden; in dat geval bedraagt de minimumduur 60 minuten.
   Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd:
   - voor verstrekkingen gedurende een hospitalisatie;
   - als de rechthebbende in een ander reglementair of conventioneel kader reeds verstrekkingen geniet die diëtetiek omvatten.
   3. Door een getuigschrift van verzorging verklaart de diëtist dat de geattesteerde verstrekking werd voorgeschreven door een huisarts en voldoet aan de voorgaande voorwaarden inzake doelgroep van de verstrekking, duur van de verstrekking, het bijhouden van een voedingsdossier en het jaarlijks schriftelijk rapporteren aan de voorschrijvende arts.
   4. Deze verstrekkingen van diëtisten komen bovendien slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een erkende diëtist die over een visum van de FOD Volksgezondheid beschikt en die tevens als diëtist is ingeschreven bij het RIZIV. Om ingeschreven te worden bij het RIZIV moeten de diëtisten de verbintenis aangaan:
   1° zich op straffe van terugbetaling te houden aan de in dit hoofdstuk vermelde voorwaarden om diëtetiekverstrekkingen te attesteren;
   2° en zich te houden aan de voorziene honoraria voor deze verstrekkingen.]23
  [13 A bis. [22 Diëtetiekverstrekkingen voor kinderen met overgewicht of obesitas
   794916 Individuele diëtistische indicatiestelling voor een kind met overgewicht of obesitas, met een minimumduur van 60 minuten . . . . . R 40.74
   794931 Individuele diëtistische evaluatie en/of interventie voor een kind met overgewicht of obesitas, met een minimumduur van 30 minuten . . . . . R 20.37
   1. Kinderen met overgewicht of obesitas, zijn kinderen met een BMI-waarde die hoger of gelijk is aan de drempelwaarde voor hun leeftijd en geslacht uit onderstaande tabel:


Drempelwaarde (uitgedrukt in BMI*) Valeur seuil (exprimée en IMC*)
Leeftijd kind Jongens Meisjes Age de l'enfant Garçons Filles
2 jaar 18,36 18,09 2 ans 18,36 18,09
3 jaar 17,85 17,64 3 ans 17,85 17,64
4 jaar 17,52 17,35 4 ans 17,52 17,35
5 jaar 17,39 17,23 5 ans 17,39 17,23
6 jaar 17,52 17,33 6 ans 17,52 17,33
7 jaar 17,88 17,69 7 ans 17,88 17,69
8 jaar 18,41 18,28 8 ans 18,41 18,28
9 jaar 19,07 18,99 9 ans 19,07 18,99
10 jaar 19,80 19,78 10 ans 19,80 19,78
11 jaar 20,51 20,66 11 ans 20,51 20,66
12 jaar 21,20 21,59 12 ans 21,20 21,59
13 jaar 21,89 22,49 13 ans 21,89 22,49
14 jaar 22,60 23,27 14 ans 22,60 23,27
15 jaar 23,28 23,89 15 ans 23,28 23,89
16 jaar 23,89 24,34 16 ans 23,89 24,34
17 jaar 24,46 24,70 17 ans 24,46 24,70
Bron: Extended International (IOTF) Body Mass Index Cut-Offs for Thinness, Overweight and Obesity in Children
   * De Body Mass Index-waarde (afgekort BMI) is gelijk aan het gewicht (in kg) gedeeld door het kwadraat van de lengte (in meter).
   2. Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794916 mag verleend worden voor iedere rechthebbende die beantwoordt aan elk van de volgende voorwaarden:
   a. de rechthebbende is van 2 tot en met 17 jaar oud op de datum van de verstrekking;
   b. een diëtetiekbegeleiding is voorgeschreven door een arts. Het voorschrift bevat de ingevulde groeicurve met de evolutie van het gewicht en de lengte van het kind en informatie over medicatiegebruik, comorbiditeiten, risicofactoren (onder meer van sociaal-psychologische aard) en eerdere interventies, voor zover deze informatie verband houdt met het overgewicht. Volgens de gegevens uit het voorschrift is de rechthebbende een kind met overgewicht of obesitas.
   c. de diëtist die de verstrekking realiseert, rapporteert schriftelijk aan de behandelende arts van de rechthebbende;
   d. de diëtist die de verstrekking realiseert, houdt voor het kind een voedingsdossier bij.
   3. Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794931 mag verleend worden voor iedere rechthebbende die beantwoordt aan elk van de volgende voorwaarden:
   a. de verstrekking 794916 is gerealiseerd geweest voor de rechthebbende op een eerdere datum;
   b. de diëtist die de verstrekking 794916 heeft verricht, heeft vastgesteld dat de rechthebbende een kind met overgewicht of obesitas is op de datum van de verstrekking 794916;
   c. de diëtist die de verstrekking realiseert, rapporteert schriftelijk aan de behandelende arts van de rechthebbende;
   d. de diëtist die de verstrekking realiseert, houdt voor het kind een voedingsdossier bij.
   4. Per rechthebbende kunnen de verstrekkingen 794916 en 794931 uitsluitend verleend worden in het kader van een begeleidingstraject voor de behandeling van overgewicht of obesitas, dat aan elk van de volgende voorwaarden beantwoordt:
   a. het traject vangt aan met de verstrekking 794916 die éénmaal vergoedbaar is per rechthebbende;
   b. het traject vangt aan op de datum dat de verstrekking 794916 werd verricht en duurt 2 jaar;
   c. in het eerste jaar van het traject kunnen er maximum 5 verstrekkingen 794931 gerealiseerd worden voor de rechthebbende;
   d. in het tweede jaar van het traject, dat aanvangt één jaar na de datum waarop de verstrekking 794916 werd verricht, kunnen er maximum 4 verstrekkingen 794931 gerealiseerd worden voor de rechthebbende;
   e. de verstrekking 794931 mag ook aangerekend worden indien de raadpleging op afstand plaatsvindt (videoraadpleging);
   f. de diëtist die de verstrekkingen realiseert, rapporteert bij herhaling schriftelijk aan de behandelende arts van de rechthebbende: nss de verstrekking 794916, op het einde van het eerste jaar van het traject en op het einde van het tweede jaar van het traject. Indien het traject vroegtijdig beëindigd wordt, rapporteert de diëtist na de laatste verstrekking aan de behandelende arts. In de laatste verslaggeving aan de behandelende arts wordt de reden van de stopzetting van het traject meegedeeld. In voorkomend geval wordt in dat kader vermeld dat het begeleidingstraject wordt stopgezet omdat het kind, volgens de diëtist, onvoldoende gemotiveerd is voor de begeleiding.
   5. Het voedingsdossier dat door de diëtist wordt bijgehouden bevat de ingevulde groeicurve met de evolutie van het gewicht en de lengte van het kind en met informatie over zijn huidige voedingsgewoonten, de voorgestelde aanpassingen, de afgesproken doelen en de resultaten van de begeleiding. Het voedingsdossier bevat ook een kopie van de verslaggeving aan de behandelende arts van de rechthebbende.
   6. De ouders of een voogd van het kind kunnen aanwezig zijn bij de verstrekkingen. Mits instemming van het kind kan er maximum één verstrekking 794931 gerealiseerd worden, met alleen de ouders of voogd van het kind erbij, in afwezigheid van het kind.
   7. Per kind kan er 1 keer een begeleidingstraject gerealiseerd worden, ongeacht de arts die dit begeleidingstraject voorschrijft en de diëtist die dit begeleidingstraject realiseert. De diëtist dient de patiënt en zijn ouders hierover in te lichten voor aanvang van de eerste verstrekking van het traject.
   Op eenzelfde dag kan er maximum 1 verstrekking 794916 of 794931 plaatsvinden.
   8. Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd:
   a. voor prestaties gedurende een hospitalisatie;
   b. als de rechthebbende in een ander reglementair of conventioneel kader reeds verstrekkingen geniet die diëtetiek omvatten.
   9. Door een getuigschrift van verzorging verklaart de diëtist dat de geattesteerde verstrekking werd voorgeschreven door een arts en voldoet aan de voorgaande voorwaarden inzake doelgroep van de verstrekking, duur van de verstrekking, verloop van het begeleidingstraject, het bijhouden van een voedingsdossier en het jaarlijks schriftelijk rapporteren aan de behandelende arts van de rechthebbende.
   10. Deze verstrekkingen van diëtisten komen bovendien slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een erkende diëtist die over een visum van de FOD Volksgezondheid beschikt en die tevens als diëtist is ingeschreven bij het RIZIV. Om ingeschreven te worden bij het RIZIV moeten de diëtisten de verbintenis aangaan:
   a. zich op straffe van terugbetaling te houden aan de in dit hoofdstuk vermelde voorwaarden om diëtetiekverstrekkingen te attesteren;
   b. en zich te houden aan de voorziene honoraria voor deze verstrekkingen.]22]13
  [17 A ter. [24 Diëtiekverstrekkingen voor patiënten met diabetes (met of zonder zorgtraject-contract)
771794
   Individuele diëtetische evaluatie en/of interventie (zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwaliteitsvereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische verstrekkingen en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast) voor de rechthebbende die een zorgtraject-contract diabetes type 2 heeft gesloten (namelijk een samenwerkingscontract dat is ondertekend in het kader van de zorgtrajecten zoals bedoeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten), met een minimumduur van 30 minuten..... . . . . . ............................................R 17.5
771816
   Individuele diëtetische evaluatie en/of interventie (zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwaliteitsvereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische verstrekkingen en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast), voor de diabetische rechthebbende die geen zorgtraject-contract heeft ondertekend, met een minimumduur van 30 minuten . . . . . . . . . . R 17.5
   1. Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 771794 mag worden verleend voor elke rechthebbende bedoeld in artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 die een zorgtraject-contract heeft gesloten, op voorwaarde dat:
   - de verstrekking voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtraject-contract met de rechthebbende heeft getekend en die de precieze doelstellingen van de voorgeschreven diëtetische verstrekkingen bepaalt; het voorschrift vermeldt dat het gaat om een voorschrift in het kader van de zorgtrajecten. De verstrekking kan eventueel ook worden voorgeschreven door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende;
   - de diëtist voor de patiënt een voedingsdossier bijhoudt met informatie over zijn huidige voedingsgewoonten, de voorgestelde aanpassingen, de afgesproken therapeutische doelen en de resultaten;
   - de diëtist jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de huisarts.
   2. Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 771816 mag worden verleend voor elke aan diabetes lijdende rechthebbende die geen zorgtraject-contract heeft ondertekend, op voorwaarde dat:
   - voor de rechthebbende het honorarium van de verstrekking 400374 of 400396, zoals omschreven in artikel 2, B van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, is aangerekend;
   - de verstrekking 771816 wordt voorgeschreven door de huisarts die het globaal medisch dossier (GMD) beheert, zoals omschreven in artikel 2, B, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, of door een huisarts die deel uitmaakt van een geregistreerde groepering van huisartsen waarvan een lid het GMD beheert;
   - de verstrekking 771816 wordt voorgeschreven op de datum dat de verstrekking 400374 of 400396 is aangerekend of uiterlijk op 31 december van het volgende kalenderjaar; de huisarts kan de doelstellingen van de voorgeschreven diëtetische verstrekkingen bepalen;
   - de diëtist voor de patiënt een voedingsdossier bijhoudt met informatie over zijn huidige voedingsgewoonten, de voorgestelde aanpassingen, de onderwerpen waarover educatie werd gegeven, de afgesproken therapeutische doelen en de resultaten;
   - de diëtist jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de voorschrijvende arts.
   3. Bovenvermelde verzekeringstegemoetkoming in de diëtetische verstrekkingen is beperkt tot twee verstrekkingen per kalenderjaar voor alle verstrekkingen 771794 en 771816 samen. De voorschrijvende arts bewaart in het globaal medisch dossier van de rechthebbende de elementen die aantonen dat werd voldaan aan de voorwaarden inzake het aantal voorgeschreven vergoedbare verstrekkingen.
   Op dezelfde dag mogen twee diëtetische verstrekkingen plaatsvinden; in dat geval bedraagt de minimumduur 60 minuten.
   Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd:
   - voor verstrekkingen gedurende een hospitalisatie;
   - als de rechthebbende in een ander reglementair of conventioneel kader reeds verstrekkingen geniet die diëtetiek omvatten.
   4. Door een getuigschrift van verzorging verklaart de diëtist dat de geattesteerde verstrekking werd voorgeschreven door een huisarts en voldoet aan de voorgaande voorwaarden inzake doelgroep van de verstrekking, duur van de verstrekking, het bijhouden van een voedingsdossier en het jaarlijks schriftelijk rapporteren aan de voorschrijvende arts.
   5. Deze verstrekkingen van diëtisten komen bovendien slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een erkende diëtist die over een visum van de FOD Volksgezondheid beschikt en die tevens als diëtist is ingeschreven bij het RIZIV. Om ingeschreven te worden bij het RIZIV moeten de diëtisten de verbintenis aangaan:
   1° zich op straffe van terugbetaling te houden aan de in dit hoofdstuk vermelde voorwaarden om diëtetiekverstrekkingen te attesteren;
   2° en zich te houden aan de voorziene honoraria voor deze verstrekkingen.]24]17
  B. [2 [14 Podologieverstrekkingen voor patiënten met diabetes (met of zonder zorgtraject-contract)]14
   794032 Individueel podologisch onderzoek of podologische behandeling (zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast), voor de patiënt met type 2-diabetes die een zorgtrajectcontract heeft gesloten (namelijk een samenwerkingscontract in het kader van de zorgtrajecten zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het Koninklijk Besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten), met een minimumduur van 45 minuten . . . . . R 26,25
   771153 Individueel podologisch onderzoek of podologische behandeling (zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast), voor de rechthebbende die geen zorgtrajectcontract heeft ondertekend,[6 ...]6 met een minimumduur van 45 minuten . . . . . R 26,25
   1. [7 Een verzekeringstegemoetkoming in de prestatie 794032 mag worden verleend voor elke aan type 2-diabetes lijdende rechthebbende die een zorgtraject-contract heeft gesloten, op voorwaarde dat :
   - de prestatie voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtraject-contract met de rechthebbende heeft getekend, door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende of door de endocrino-diabetoloog die het zorgtraject-contract mede heeft ondertekend. Voor rechthebbenden die, eventueel tijdelijk, worden opgevolgd in het kader van een overeenkomst voor diabetespatiënten die gesloten is met het Verzekeringscomité, kan de verstrekking ook worden voorgeschreven door een arts die bevoegd is om de verstrekkingen in het kader van die overeenkomst voor te schrijven. Het voorschrift vermeldt dat het gaat om een voorschrift in het kader van de zorgtrajecten. Indien de prestatie wordt voorgeschreven door een endocrino-diabetoloog of een arts die bevoegd is om verstrekkingen in het kader van een overeenkomst voor diabetespatiënten voor te schrijven, dient deze arts de huisarts van de patiënt hierover te informeren.
   - de rechthebbende tot één van de volgende risicogroepen behoort :
   o groep 1 (verlies van gevoeligheid in de voet, op voorwaarde dat dit blijkt uit een 10g-monofilament)
   o groep 2a (lichte orthopedische misvormingen zoals prominente metatarsaalkoppen met minimale eelten en/of soepele hamer- of klauwtenen en/of beperkte hallux valgus < 30° )
   o groep 2b (ernstiger orthopedische afwijkingen)
   o groep 3 (vaatlijden of vroegere voetwonden of amputatie of Charcot)
   - [19 het voorschrift de risicogroep vermeldt waartoe de rechthebbende behoort, en, in voorkomend geval, of de rechthebbende recht heeft op 4 podologieverstrekkingen per jaar, overeenkomstig de bepalingen van punt B.3.;]19
   - de podoloog voor de patiënt een dossier bijhoudt waarin de hem toevertrouwde akten en technische prestaties genoteerd worden;
   - de podoloog jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de huisarts.]7
   2. [8 Een verzekeringstegemoetkoming in de prestatie 771153 mag worden verleend voor elke aan diabetes lijdende rechthebbende die geen zorgtraject-contract heeft ondertekend, op voorwaarde dat :
   - voor de rechthebbende het honorarium van [18 de verstrekking 400374 of 400396]18, zoals omschreven in artikel 2, B van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, is aangerekend. Rechthebbenden die worden opgevolgd in het kader van een overeenkomst voor diabetespatiënten die gesloten is met het Verzekeringscomité komen ook in aanmerking voor deze prestatie;
   - de prestatie 771153 wordt voorgeschreven door de huisarts die het Globaal Medisch Dossier (GMD), zoals omschreven in artikel 2, B van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, beheert of door een huisarts die deel uitmaakt van een geregistreerde groepering van huisartsen waarvan een lid het GMD beheert. Voor rechthebbenden die worden opgevolgd in het kader van een overeenkomst voor diabetespatiënten die gesloten is met het Verzekeringscomité, kan de verstrekking ook worden voorgeschreven door een arts die bevoegd is om de verstrekkingen in het kader van die overeenkomst voor te schrijven. Indien de prestatie wordt voorgeschreven door een endocrino-diabetoloog of een arts die bevoegd is om verstrekkingen in het kader van een overeenkomst voor diabetespatiënten voor te schrijven, dient deze arts de huisarts van de patiënt hierover te informeren;
   - de prestatie 771153 wordt voorgeschreven op de datum dat [25 de verstrekking 400374 of 400396]25 is aangerekend of uiterlijk op 31 december van het volgende kalenderjaar. Voor rechthebbenden die worden opgevolgd in het kader van een overeenkomst voor diabetespatiënten die gesloten is met het Verzekeringscomité, dient de verstrekking te worden voorgeschreven tijdens de periode van tenlasteneming in het kader van die overeenkomst;
   - de rechthebbende tot één van de volgende risicogroepen behoort :
   o groep 1 (verlies van gevoeligheid in de voet, op voorwaarde dat dit blijkt uit een 10g-monofilament)
   o groep 2a (lichte orthopedische misvormingen zoals prominente metatarsaalkoppen met minimale eelten en/of soepele hamer- of klauwtenen en/of beperkte hallux valgus < 30° )
   o groep 2b (ernstiger orthopedische afwijkingen)
   o groep 3 (vaatlijden of vroegere voetwonden of amputatie of Charcot)
   - [20 het voorschrift de risicogroep vermeldt waartoe de rechthebbende behoort, en, in voorkomend geval, of de rechthebbende recht heeft op 4 podologieverstrekkingen per jaar, overeenkomstig de bepalingen van punt B.3.;]20
   - de podoloog voor de patiënt een dossier bijhoudt waarin de hem toevertrouwde akten en technische prestaties genoteerd worden;
   - de podoloog jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de voorschrijvende arts.]8
   3. [21 Bovenvermelde verzekeringstegemoetkoming in de podologieverstrekkingen is beperkt tot twee prestaties per kalenderjaar voor alle prestaties 794032 en 771153 samen.
   Voor de volgende 2 categorieën rechthebbenden is de verzekeringstegemoetkoming in de podologieverstrekkingen echter beperkt tot vier prestaties per kalenderjaar voor alle prestaties 794032 en 771153 samen:
   - de rechthebbenden die - op het ogenblik van het voorschrift voor de in punt B bedoelde podologieverstrekkingen - worden opgevolgd in het kader van een met het Verzekeringscomité gesloten revalidatieovereenkomst inzake derdelijns curatieve diabetische voetklinieken en voor wie bijgevolg nog een akkoord tot tenlasteneming in dit kader lopende is;
   - de rechthebbenden die in het verleden werden opgevolgd in het kader van een met het Verzekeringscomité gesloten revalidatieovereenkomst inzake derdelijns curatieve diabetische voetklinieken. Voor deze rechthebbenden moet een door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming in het kader van bovenvermelde overeenkomst zijn verstreken in de 5 kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van het voorschrift van de in punt B. bedoelde podologieverstrekkingen. Indien in dit verband ten minste één dag van de door de adviserend arts in het kader van bovenvermelde overeenkomst toegestane periode valt binnen de 5 kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van het voorschrift voor de podologieverstrekkingen, kan de rechthebbende worden beschouwd als een rechthebbende die in het verleden werd tenlaste genomen in het kader van een derdelijns curatieve diabetische voetkliniek.
   Die prestaties mogen niet op dezelfde dag plaatsvinden.
   Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd voor prestaties gedurende een hospitalisatie.]21
   4. [9 Door een getuigschrift van verzorging verklaart de podoloog dat de geattesteerde verstrekking werd voorgeschreven door een arts en voldoet aan de voorgaande voorwaarden inzake doelgroep van de verstrekking, duur van de verstrekking, het bijhouden van een dossier en het jaarlijks schriftelijk rapporteren aan de voorschrijvende arts.]9
   5. [15 De verstrekkingen van podologen voorzien in onderhavig koninklijk besluit komen bovendien slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een erkende podoloog die over een visum van de FOD Volksgezondheid beschikt en die tevens als podoloog is ingeschreven bij het RIZIV. Om ingeschreven te worden bij het RIZIV moeten de podologen de verbintenis aangaan:
   1° zich op straffe van terugbetaling te houden aan de hoger vermelde voorwaarden om de podologische verstrekkingen te attesteren;
   2° en zich te houden aan de voorziene honoraria voor deze verstrekkingen.]15
   De Dienst voor geneeskundige verzorging maakt de lijst op van de erkende podologen en wijst hun een erkenningsnummer toe.]2
  C. [10 ...]10
  ----------
  (1)<KB 2010-10-22/12, art. 7, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2010-10-22/12, art. 8, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (3)<KB 2017-04-09/06, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (4)<KB 2017-04-09/06, art. 2, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (5)<KB 2017-04-09/06, art. 3, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (6)<KB 2017-04-09/06, art. 4, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (7)<KB 2017-04-09/06, art. 5, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (8)<KB 2017-04-09/06, art. 6, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (9)<KB 2017-04-09/06, art. 7, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (10)<KB 2017-04-09/06, art. 8, 018; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (11)<KB 2020-01-26/01, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 01-04-2020>
  (12)<KB 2020-01-26/01, art. 2, 020; Inwerkingtreding : 01-04-2020>
  (13)<KB 2020-01-26/01, art. 3, 020; Inwerkingtreding : 01-04-2020>
  (14)<KB 2020-01-26/01, art. 4, 020; Inwerkingtreding : 01-04-2020>
  (15)<KB 2020-01-26/01, art. 5, 020; Inwerkingtreding : 01-04-2020>
  (16)<KB 2023-12-17/10, art. 2, 023; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (17)<KB 2023-12-17/10, art. 3, 023; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (18)<KB 2023-12-17/10, art. 4, 023; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (19)<KB 2024-03-17/11, art. 1, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (20)<KB 2024-03-17/11, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (21)<KB 2024-03-17/11, art. 3, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (22)<KB 2024-03-29/35, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 01-12-2023>
  (23)<KB 2024-03-29/40, art. 3, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (24)<KB 2024-03-29/40, art. 4, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (25)<KB 2024-03-29/40, art. 5, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 2N1.Hoofdstuk II. - Orthoptische verstrekkingen.
  771536 771540


Individuele zitting voor revalidatie door een
  orthoptist die ten minste 30 minuten duurt
[R] 17,5.
<KB 2002-04-15/34, art. 3, 007; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-06-2002>

  (771551-771562


Individuele revalidatiezitting door een
  orthoptist, die ten minste 60 minuten duurt
R 35.
<KB 2004-04-25/73, art. 1, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-07-2004>
) <KB 2004-04-25/73, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
  (A. De zittingen 771536-771540 en 7715
  - orthoptische oefeningen;
  - amblyopiebehandeling;
  - visuele stimulatie van slechtziende rechthebbenden;
  - stimulatie van de visuele functies van rechthebbenden met neurofysiologische stoornissen;
  - aanpassen van prismaglazen;
  - aanpassen en leren manipuleren van "low-vision" hulpmiddelen.
  B. 1. De zitting 771536-771540 moet worden voorgeschreven door een [2 arts-specialist]2 voor oftalmologie.
  2. De zitting 771551-771562 moet worden voorgeschreven door een [2 arts-specialist]2 voor oftalmologie met een aanvullende erkenning als [2 arts-specialist]2 voor functionele revalidatie. Zij wordt voorbehouden aan de rechthebbenden met een gezichtsdeficiëntie die gekenmerkt wordt door ofwel een gecorrigeerde gezichtsscherpte lager dan of gelijk aan 3/10 aan het beste oog, of door een of meer aantastingen van het gezichtsveld die meer dan 50 % van de centrale zone van 30° beslaan of die het gezichtsveld concentrisch verminderen tot minder dan 20°, ofwel door een volledige altitudinale hemianopsie, een oftalmoplegie, een oculomotorische apraxie of een oscillopsie (subjectieve instabiliteit van het gezichtsveld), ofwel door een ernstige gezichtsstoornis (zoals : visuele agnosie, verwaarlozing van een lichaamshelft, ontbreken van discriminatie figuur-achtergrond...) die voortvloeit uit een geobjectiveerde cerebrale pathologie.
  3. In alle gevallen moet de voorschrijvend [2 arts]2 de volgende elementen preciseren :
  - de aard van de stoornissen en van de gezichtsdeficiëntie, die het voorschrift van orthoptiezittingen rechtvaardigt;
  - de doelstellingen die deze [2 arts]2 nastreeft met het voorschrift van die zittingen;
  - het type aangevraagde zittingen, alsook hun aantal en frequentie.
  C. 1. De aanvraag tot tegemoetkoming moet onverwijld op verzoek van de rechthebbende worden ingediend bij de adviserend [2 arts]2 van zijn ziekenfonds, zijn gewestelijke dienst of de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. De tegemoetkoming wordt geweigerd voor zittingen die meer dan 30 dagen vóór de datum van ontvangst door de adviserend [2 arts]2, zijn verricht.
  2. De aanvraag moet de identificering van de orthoptist die de zittingen zal uitvoeren, mogelijk maken.
  D. 1. Ieder akkoord voor verzekeringstegemoetkoming mag maximum betrekking hebben op een periode van drie maanden.
  2. Indien de tegemoetkomingsperiode moet worden verlengd, moet een medisch evolutieverslag, opgesteld door een [2 arts-specialist]2 voor oftalmologie met een aanvullende erkenning van [2 arts-specialist]2 voor functionele revalidatie, aan de aanvraag worden toegevoegd.
  3. Voor eenzelfde pathologische toestand mag de periode van de verzekeringstegemoetkoming in totaal de duur van 6 maanden vanaf de eerste verrichte zitting, ongeacht het type zitting, niet overschrijden. Zij kan nooit verlengd of hernieuwd worden na deze duur.
  4. Eenzelfde rechthebbende kan per dag maar één enkele verzekeringstegemoetkoming ontvangen voor een zitting 771536-771540 of voor een zitting 771551-771562.
  5. Een rechthebbende kan geen verzekeringstegemoetkoming ontvangen voor een zitting 771536-771540 of voor een zitting 771551-771562, gedurende een periode van tegemoetkoming van de verzekering vastgelegd door het College van [2 artsen-directeurs]2 in het kader van de revalidatieovereenkomst afgesloten met welke revalidatie-eenheid dan ook voor de functionele revalidatie van rechthebbenden getroffen door een gezichtsstoornis.) <KB 2004-04-25/73, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
  E. De (zittingen verricht door een orthoptist) worden vergoed voor zover ze zijn verleend door iemand die het bewijs van zijn bevoegdheid levert en door het (Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging) is erkend, op voorstel van het College van [2 artsen-directeurs]2. <KB 1996-05-10/30, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996><KB 2004-04-25/73, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
  Het (Verzekeringscomité) maakt de lijst van de orthoptisten op en wijst hun een inschrijvingsnummer toe. <KB 1996-05-10/30, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996>
  [1 De kandidaten voor de erkenning moeten hun inschrijving aanvragen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging en daarbij de bewijsstukken voegen waaruit hun bekwaming blijkt. Daartoe delen zij het type van de verworven opleiding en de gelopen stages (plaats en duur) mee en bezorgen zij een afschrift van de behaalde diploma's of studiegetuigschriften.]1
  De orthoptisten die vroeger zijn erkend door het Rijksfonds voor de sociale reclassering van minder-validen of door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, blijven ambtshalve erkend en bevoegd om vergoedbare verstrekkingen te verrichten.
  F. De orthoptisten verbinden zich ertoe voor de in deze bijlage vermelde verstrekkingen de honoraria na te leven die overeenkomen met de opgegeven coëfficiënten.

  (NOTA : De wijziging gebracht door artikel 4 van het KB 2010-11-19/09 is niet uitgevoerd kunnen worden: in het punt E, 3e lid, bestaan de woorden " voor eensluidend verklaard " niet)

  ----------
  (1)<KB 2010-10-22/12, art. 9, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 3N1. Hoofdstuk III. - Toestellen.

Art. 1.3N1. <ingevoegd bij KB 1996-05-10/30, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> § 1.

Art. 1.1.3N1. <KB 1999-01-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1999> 1. Electrolarynx na laryngectomie.
  771632 - 771643.
  Electrolarynx inclusief oplaadbare batterijen en batterijlader : het aan de rechthebbende aangerekende bedrag met een maximum van (855,23 EUR). <KB 2001-12-11/45, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  Deze verzekeringstegemoetkoming kan slechts worden toegekend :
  - mits het toestel voorgeschreven is door de behandelende specialist voor otorhinolaryngologie;
  - voor gelaryngectomiseerde rechthebbenden waarbij geen spraakprothese kan worden geplaatst noch oesofagusspraak aangeleerd;
  - mits de bedoelde voorschrijver de onmogelijkheid hiervan medisch argumenteert.
  Het toestel moet worden geleverd door een door het RIZIV erkend gehoorprothesist die de nodige instructies voor een goed gebruik geeft.
  De verzekeringstegemoetkoming voor dergelijke toestellen kan slechts hoogstens vijfjaarlijks worden toegekend, en dit uitsluitend voor zover het vroeger geleverde toestel niet bruikbaar meer is.

Art. 2.1.3N1.2. Uitwendige prothesen ingeval van verminking van het gelaat.
  771654 - 771665.
  Uitwendige orbito-oculaire prothese of uitwendige prothese van de neus, van de wang of van de oorschelp, vervaardigd volgens afgietsel.
  (...) <KB 1999-11-22/47, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-03-2000>
  A. De prothese moet worden voorgeschreven door een [1 arts]1, specialist voor uitwendige pathologie.
  Het voorschrift omvat een gedetailleerde beschrijving van de letsels.
  B. Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming wordt door het College van [1 artsen-directeurs]1 vastgesteld op basis van een gedetailleerde beschrijving van de prothese en van een omstandig bestek die zijn opgemaakt door de leverancier.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 3.1.3N1. 3. Haarprothese.
  771691 - 771702.
  (...) <KB 2003-02-26/30, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-03-2003>

Art. 4.1.3N1.
  <Opgeheven bij KB 2023-07-12/06, art. 2, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 5.1.3N1.5. Materieel voor de behandeling thuis van ernstige hemocromatosen.
  771735.
  Infusiepomp : (495,79 EUR). <KB 2001-12-11/45, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (771750.
  Forfaitaire tegemoetkoming voor het toebehoren : (2,78 EUR).) <KB 1996-05-10/30, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> <KB 2001-12-11/45, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  A. De tegemoetkoming mag alleen maar worden toegestaan als de infusiepomp voorgeschreven wordt door een [1 arts]1, specialist voor kindergeneeskunde of voor inwendige geneeskunde. In het voorschrift moeten de aard van de aandoening, de toegepaste behandeling alsmede de frequentie ervan worden vermeld.
  B. De vernieuwing van de tegemoetkoming voor de infusiepomp mag pas worden toegestaan na een termijn van vier jaar na de datum van de vorige levering.
  C. Voor het forfaitair bedrag waarin is voorzien onder nummer 771750, hangt de tegemoetkoming af van de voorgeschreven frequentie en is ze beperkt tot maximum 100 forfaitaire tegemoetkomingen per vier maanden.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 2.3N1.<ingevoegd bij KB 1996-05-10/30, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> § 2. De tegemoetkoming wordt geweigerd voor de toestellen die zijn geleverd langer dan drie maanden voor de datum waarop de aanvraag tot tegemoetkoming door de adviserend [1 arts]1 is ontvangen.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 4N1.<ingevoegd bij KB 1996-05-10/30, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1996> Hoofdstuk IV. - Verstrekkingen voor revalidatie van hartpatiënten.


771201 
Individuele pluridisciplinaire revalidatiezitting met
  minimale duur van 30 minuten. Deze zitting is maximaal
  30 keer vergoedbaar in de loop van een
  revalidatieprogramma voor een gehospitaliseerde patient
  
[35,35 EUR]
<KB 2001-12-11/45, art. 10, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2002>
771212 - 771223 
[<font color="red">1</font> Collectieve pluridisciplinaire revalidatiezitting met minimale duur van 60 minuten, volgend op een individueel revalidatieprogramma
   of volgend op een therapeutische percutane endovasculaire ingreep op de kransslagaders
   onder controle door medische beeldvorming
   die een daghospitalisatie heeft verantwoord en, voor wat het aspect fysieke hertraining betreft,
   zich richtend tot een groep van maximaal acht personen.]<font color="red">1</font> Deze collectieve
  zitting is maximaal 45 keer vergoedbaar in de loop van
  een revalidatieprogramma. Evenwel, in het geval van
  revalidatie volgend op een hart- en/of
  longtransplantatie is deze collectieve zitting maximaal
  90 keer vergoedbaar in de loop van een
  revalidatieprogramma per zitting en per rechthebbende
[25,46 EUR]
<KB 2001-12-11/45, art. 10, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2002>
(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024031711" target="_blank">2024-03-17/11</a>, art. 5, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

  De honoraria vastgesteld voor de revalidatiezittingen onder 771201, 771212 - 771223
  omvatten ook het opstellen door de [7 arts]7 tegelijk erkend als [7 arts-specialist]7 in de cardiologische revalidatie en als [7 arts-specialist]7, ofwel in de cardiologie, ofwel in de interne geneeskunde, ofwel in de pediatrie, ofwel in de fysische geneeskunde, van een pluridisciplinaire evaluatie van de revalidatie met prognose en advies inzake revalidatieprogramma. De eerste evaluatie dient te gebeuren voor het einde van de hospitalisatie en ten laatste voor de vijftiende dag ervan.
  Deze evaluatie omvat een beoordeling door ten minste 2 van de volgende tussenkomende personen : een psycholoog, een sociaal assistent, een diëtist, een ergotherapeut of [6 een ergoloog gevormd inzake professionele integratie]6. Zij omvat ook een afzonderlijk aanrekenbaar cardiologisch onderzoek, eventueel met inspanningsproef (ECG. minstens 4 afleidingen). [2 Indien de patiënt in daghospitalisatie een therapeutische percutane endovasculaire ingreep op de kransslagaders onder controle door medische beeldvorming heeft ondergaan, dient de eerste evaluatie ten laatste te gebeuren op de vijftiende dag na de start van de cardiale revalidatie.]2
  De uitvoering van het revalidatieprogramma onder toezicht van de [7 arts]7 tegelijk erkend als [7 arts-specialist]7 in de cardiologische revalidatie en als [7 arts-specialist]7, ofwel in de cardiologie, ofwel in de interne geneeskunde, ofwel in de pediatrie, ofwel in de fysische geneeskunde, omvat, behalve voor het opmaken van voornoemde evaluatie, ook daarbuiten nog de tussenkomst van minstens twee van de volgende personen : een kinesitherapeut, een psycholoog, een sociaal assistent, een diëtist, een ergotherapeut of [6 een ergoloog gevormd inzake professionele integratie]6.
  A : De verstrekkingen 771201, 771212 - 771223 zijn slechts vergoedbaar na één der navolgende cardiale pathologieën die een ziekenhuisopname heeft verantwoord :
  1° acuut myocardinfarct,
  2° kransslagaderchirurgie,
  3° therapeutische percutane endovasculaire ingreep op het hart en/of de kransslagaders onder controle door medische beeldvorming,
  4° heelkundige ingreep wegens aangeboren of verworven misvorming van het hart of wegens klepletsel,
  5° hart- en/of longtransplantatie,
  6° (...) <KB 2005-07-20/39, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-08-2005>
  7° cardiomyopathie met dysfunctie van de linker hartkamer.
  De laatste twee indicaties moeten worden gespecifieerd door een omstandige anamnese, antecedenten, technische onderzoeken, die de pluridisciplinaire revalidatie verantwoorden.
  De verstrekking 771212 - 771223 is slechts vergoedbaar wanneer ze verleend wordt aan patiënten tijdens deze ziekenhuisopname en gedurende een periode van 6 maanden onmiddellijk na het einde daarvan. Evenwel, na hart- en/of longtransplantatie bedraagt deze periode die onmiddellijk volgt op het einde van de ziekenhuisopname 10 maanden.
  [3 De verstrekking 771212 - 771223 is eveneens vergoedbaar na een therapeutische percutane endovasculaire ingreep op de kransslagaders onder controle door medische beeldvorming die een daghospitalisatie heeft verantwoord en dit gedurende een periode van 6 maanden onmiddellijk na de daghospitalisatie.]3
  B : De verstrekkingen 771201, 771212 - 771223 zijn slechts vergoedbaar wanneer ze verricht worden in een dienst voor cardiale revalidatie waaraan minimaal verbonden zijn : een [7 arts]7 tegelijk erkend als [7 arts-specialist]7 in de cardiologische revalidatie en als [7 arts-specialist]7, ofwel in de cardiologie, ofwel in de interne geneeskunde, ofwel in de pediatrie, ofwel in de fysische geneeskunde, en tevens een kinesitherapeut en een psycholoog en een sociaal assistent. In geval de [7 arts]7 een specialist is in de fysische geneeskunde, moet daarenboven aan de dienst een [7 arts-specialist]7 in de cardiologie, in de inwendige geneeskunde of in de pediatrie verbonden zijn.
  Deze personen moeten ten belope van minstens een halftijdse betrekking effectief aan de dienst verbonden zijn.
  Bovendien moet de dienst, op basis van een schriftelijke overeenkomst die is ondertekend door een verantwoordelijke die het ziekenhuis verbindt, door de [7 arts]7 die verantwoordelijk is voor de dienst en door de betrokken therapeut, ook beroep kunnen doen op een diëtist en op een ergotherapeut of [6 een ergoloog gevormd inzake professionele integratie]6.
  De dienst moet zelf beschikken over een voldoende ruim oefenlokaal uitgerust met voldoende oefentoestellen, apparatuur voor continue monitoring en reanimatiemateriaal, evenals over een van het oefenlokaal gescheiden gespreksruimte.
  Een dienst voor cardiale revalidatie moet aan het College van [7 artsen-directeurs]7 alle inlichtingen overmaken op basis waarvan het College oordeelt of, en vanaf welke datum, een dienst beantwoordt aan hierboven opgesomde voorwaarden inzake personeel, lokalen en uitrusting. Het College maakt de lijst op van de diensten die aan deze voorwaarden beantwoorden en het bepaalt voor elk ervan de periode gedurende dewelke de verstrekkingen voor revalidatie van hartpatiënten dan verricht, kunnen worden aangerekend. Voor een dienst kan deze periode niet langer zijn dan 21 opeenvolgende maanden en eindigt zij op 31 december van een jaar; met het oog op een verlenging ervan moeten de hierboven bedoelde inlichtingen door de dienst aan het College overgemaakt worden vóór de eerste november van het jaar waarin zijn lopende periode eindigt.
  [4 Een bijkomende dienst voor cardiale revalidatie kan door het College van artsen-directeurs enkel worden toegevoegd aan voormelde lijst als de dienst voor cardiale revalidatie aan alle voormelde voorwaarden voldoet en de aanvraag tot toevoeging van die dienst aan voormelde lijst wordt ingediend door een erkend locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk, zoals bedoeld in artikel 14/1, 1°, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor één dienst voor cardiale revalidatie van één ziekenhuis dat tot dat ziekenhuisnetwerk behoort en geen enkele andere dienst voor cardiale revalidatie van een ziekenhuis dat tot dat ziekenhuisnetwerk behoort, op de voormelde lijst is opgenomen.
   Iedere dienst voor cardiale revalidatie die op de lijst van de diensten voor cardiale revalidatie is opgenomen, kan de verstrekkingen 771201 en 771212 - 771223 slechts op één vestigingsplaats verrichten van het ziekenhuis waar de dienst voor cardiale revalidatie deel van uitmaakt.]4
  C : Maximum één verstrekking 771201, 771212 - 771223 is vergoedbaar dezelfde dag. De verstrekkingen 771201, 771212 - 771223 zijn niet onderling cumuleerbaar dezelfde dag.
  De verstrekking 771212 - 771223 is niet cumuleerbaar dezelfde dag met de verstrekkingen 102034, 102071 en 102093 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
  De verstrekkingen 771201 en 771223 zijn niet cumuleerbaar voor de gehospitaliseerde rechthebbende, noch dezelfde dag, noch afwisselend, met de verstrekkingen vermeld in artikel 7, § 1, de verstrekkingen 477116-477120, 477455 - 477466, 477470 - 477481, 477492 - 477503, 477514 - 477525 en 477536 - 477540 vermeld in artikel 20, f), en de verstrekkingen vermeld in artikel 22 van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984.
  De verstrekking 771212 - 771223 is dezelfde dag voor de ambulant behandelde rechthebbende niet cumuleerbaar met de verstrekkingen vermeld in artikel 7, § 1, en in artikel 22, II, van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984.
  De verstrekkingen 771201, 771212 - 771223 zijn ook niet cumuleerbaar met de verstrekkingen verricht in het kader van de overeenkomsten bedoeld bij artikel 22, 6 °, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
  Het toezicht op de cardio-respiratoire functie, dat samengaat met de revalidatiezittingen, mag niet worden aangerekend volgens artikel 20, § 1, e, van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit van 14 september 1984, de dag waarvoor één der verstrekkingen 771201, 771212 - 771223 wordt aangerekend.
  De tegemoetkoming voor de verstrekkingen 771201, 771212 - 771223 is afhankelijk van het akkoord van de adviserend [7 arts]7, die zijn beslissing treft op basis van een aanvraag met vermelding van de begindatum van de revalidatie, van de voorziene periode en de frekwentie der zittingen, en op basis van een kopie van de opgestelde pluridisciplinaire evaluatie van de revalidatie.
  [5 De aanvraag om tegemoetkoming, opgemaakt op een formulier waarvan het model is goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, moet onverwijld door de rechthebbende worden ingediend bij de adviserend arts van zijn verzekeringsinstelling.]5 De tegemoetkoming wordt geweigerd voor de behandelingen die zijn verricht langer dan dertig dagen voor de datum waarop de aanvraag door de adviserend [7 arts]7 is ontvangen.
  In afwijking van artikel 148, § 2, eerste lid, en artikel 150, § 1, van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, en voor zover het individueel geval beantwoordt aan de hierboven vermelde criteria, en de verstrekkingen verricht worden door een dienst opgenomen in de hierboven vermelde lijst, en in de hierboven voorziene omstandigheden, wordt de adviserend [7 arts]7 geacht zijn akkoord te verlenen indien hij binnen de twee weken na ontvangst van voornoemde documenten geen weigeringsbeslissing heeft betekend.
  Elke beslissing tot weigering wordt gemotiveerd.
  (2)<KB 2024-03-17/11, art. 6, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (3)<KB 2024-03-17/11, art. 7, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (4)<KB 2024-03-17/11, art. 8, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (5)<KB 2024-03-17/11, art. 9, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (6)<KB 2024-03-17/11, art. 6, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (7)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 5N1.[1 1. Definities
   In dit hoofdstuk wordt verstaan onder
   a) " Kalenderjaar ": een jaar dat begint op 1 januari en eindigt op 31 december;
   b) " Verzekering ": verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, geregeld bij de gecoördineerde wet van 14 juli 1994;
   c) " GVU-wet ": de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
   d) " Zorgtrajectcontract ": een zorgtraject-contract zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de GVU-wet;
   e) " Zorgtraject diabetes ": zorgtraject geregeld door een "zorgtrajectcontract" voor type 2-diabetes;
   f) " Diabetesovereenkomst voor volwassenen ": de overeenkomst inzake zelfregulatie van diabetes-mellitus-patiënten ondertekend op basis van de artikelen 22, 6° en 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering van geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
   g) " Kinderdiabetesovereenkomst ": de overeenkomst inzake zelfregulatie van diabetes mellitus bij kinderen en adolescenten ondertekend op basis van de artikelen 22, 6° en 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering van geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
   h) " Diabeteseducator ": de diabeteseducator zoals bedoeld in punt 5.3. van dit hoofdstuk;
   i) " Verpleegkundige ": een gegradueerde of gelijkgestelde verpleegkundige, een vroedvrouw die de verpleegkunde mag uitoefenen of een gebrevetteerde verpleegkundige, met uitzondering van elke andere bekwaming;
   j) [5 "Verstrekking opstarttraject": de verstrekking 400374 ou 400396 - opstarttraject voor een patiënt met diabetes mellitus type 2 volgens het zorgprotocol opgemaakt door het Verzekeringscomité, zoals bedoeld in artikel 2, B., van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;]5
   k) " Gemeenschappelijke verblijfplaats ": een rust- en verzorgingstehuis, een rustoord voor bejaarden, een centrum voor kortverblijf, een hersteloord, een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden of elke andere instelling die, zonder als rustoord te zijn erkend, de gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van de bejaarden is (artikel 34, 11° en 12° van de GVU-wet);
   l) " Locoregionale structuur ": een lokale of regionale structuur zoals geregeld door de gemeenschappen en de gewesten, bijvoorbeeld een lokaal multidisciplinair netwerk.
   2. Rechthebbenden van de verstrekkingen
   A. [5 De verstrekkingen educatie die verband houden met het opstarttraject en die in punt 3.1. van dit hoofdstuk worden vermeld, komen in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming als ze worden verleend aan een rechthebbende met type 2 diabetes waarvoor de huisarts voorafgaandelijk het opstarttraject heeft aangerekend in de loop van het kalenderjaar of het voorgaande kalenderjaar.]5
   B. De verstrekkingen educatie die verband houden met het zorgtraject diabetes en die in punt 4.1. van dit hoofdstuk worden vermeld, komen uitsluitend in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming als ze worden verleend aan een rechthebbende met type 2 diabetes die aan alle volgende voorwaarden voldoet:
   a. zijn toestand vereist en laat toe dat hij diabeteseducatieverstrekkingen krijgt;
   b. [2 hij heeft een zorgtrajectcontract voor type 2 diabetes gesloten dat geldig is op de datum van het voorschrift bedoeld in het punt 4.2., B of dat in werking treedt binnen de 3 maanden die volgen op die datum.]2
   3. Verstrekkingen educatie die verband houden met de [5 verstrekking opstarttraject]5
   3.1 Vergoedbare verstrekkingen
   3.1.1. Individuele zittingen
   794253 Individuele zitting diabeteseducatie door een diabeteseducator: informatie over de ziekte en de levensstijl gedurende minstens 30 minuten, in zijn praktijkkamer, in de praktijkkamer van de huisarts, of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71
   794275 Individuele zitting diabeteseducatie door een diëtist: educatie diëtetiek gedurende minstens 30 minuten, in zijn praktijkkamer, in de praktijkkamer van de huisarts, of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71
   794290 Individuele zitting diabeteseducatie door een apotheker: aansporen tot therapietrouw gedurende minstens 30 minuten, in een lokaal ter beschikking gesteld door de apotheker, in de praktijkkamer van de huisarts, of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71
   794312 Individuele zitting diabeteseducatie door een verpleegkundige: opvolgingsbezoek/zelfmanagementondersteuning gedurende minstens 30 minuten, bij de rechthebbende thuis R 19,71
   3.1.2. Groepszittingen
   794334 Groepszitting diabeteseducatie door een diabeteseducator: informatie over de ziekte en de levensstijl gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de diabeteseducator van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32
   794356 Groepszitting diabeteseducatie door een diëtist: educatie diëtetiek, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de diëtist van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32
   794371 Groepszitting diabeteseducatie door een apotheker: aansporen tot therapietrouw, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de apotheker van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32
   794393 Groepszitting diabeteseducatie door een kinesitherapeut: aansporen tot lichaamsbeweging, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de kinesitherapeut van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32
   3.1.3. Voorwaarden verbonden aan individuele zittingen en groepszittingen
   De zittingen 794253 en 794334 worden verleend door een diabeteseducator, bedoeld in punt 5.3. Het is de opdracht van de diabeteseducator tijdens die zittingen
   a) de rechthebbende duidelijke en begrijpelijke informatie te geven over diabetes en de behandeling ervan:
   1) oorzaken, verloop, eventuele verwikkelingen;
   2) herkennen, corrigeren en voorkomen van hyper- en hypoglycemieën;
   3) effect van geneesmiddelen op de glycemie, teneinde de therapietrouw te verbeteren (met name de hoofd- en nevenwerkingen van antidiabetica of andere geneesmiddelen...);
   4) adequaat reageren bij ziekte, koorts, braken;
   5) op reis te nemen maatregelen.
   b) de rechthebbende te motiveren om zijn levensstijl en -hygiëne aan te passen:
   1) evenwichtige voeding, stoppen met roken, lichaamsbeweging;
   2) voeten regelmatig controleren en gepast schoeisel dragen;
   3) een goede mond- en tandverzorging aanhouden.
   c) de rechthebbende maatschappelijke informatie te geven (meer bepaald over het rijbewijs enz.);
  [5 d) in samenspraak met de patiënt te bepalen, in functie van de noden van de patiënt, welke andere zorgverleners kunnen geraadpleegd worden voor het verlenen van diabeteseducatie.]5
   De zittingen 794275 en 794356 worden verleend door een diëtist. Tijdens die zittingen geeft de diëtist de rechthebbende nuttige informatie over evenwichtige voeding aangepast aan zijn diabetes:
   a) bereiding en spreiding van de maaltijden in functie van de behandeling;
   b) rekening houden met de soorten, de verdeling en de hoeveelheden koolhydraten en vetten;
   c) etiketten op voedingsmiddelen correct lezen;
   d) opvolging dieet om gewicht te verliezen.
   De zittingen 794290 en 794371 worden verleend door een apotheker. Het is de opdracht van de apotheker tijdens die zittingen, de voorbereiding ervan en/of de opvolging ervan
   a) voorafgaandelijk alle geneesmiddelen (antidiabetica of andere middelen) die de rechthebbende inneemt en diens therapietrouw te onderzoeken (posologie, ogenblik van de inname, ondervonden problemen, bezorgdheden, vergetelheden...);
   b) gedetailleerde en begrijpelijke informatie aan de rechthebbende te geven over de geneesmiddelen, het juiste gebruik ervan, het beste moment voor de inname ervan, het omgaan met bijwerkingen, de combinaties die moeten worden vermeden (bijv. NSAID en metformine), het omgaan met problemen (bijv. hypoglycemie) en de alarmsignalen die een medische raadpleging noodzakelijk maken;
   c) documentatie te verstrekken die de kernboodschappen bevat die gevalideerd zijn en afgestemd zijn op de medicatie;
   d) therapietrouw te bevorderen en hulpmiddelen voor te stellen (informatiefolders, medicatieschema's, weekdoos, ...);
   e) de therapietrouw inzake de medicatie op te volgen;
   f) feedback te geven aan de voorschrijvende arts en deze onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke bevinding waarvoor een snel optreden bij de rechthebbende gerechtvaardigd is.
   De verstrekkingen 794312 worden verleend door een verpleegkundige. Het is de opdracht van de verpleegkundige tijdens die zittingen
   a) op basis van een anamnese, de evaluatie van de algemene toestand en de opvolging ervan, de aanwezige risico's en eventuele problemen te detecteren, te onderzoeken en te objectiveren;
   b) de rechthebbende op de hoogte te brengen van de conclusies over de mogelijke problemen en risico's die aan het licht zijn gekomen;
   c) de rechthebbende te adviseren en hem te motiveren tot zelfzorg om over zijn eigen gezondheid te waken en zijn behandeling, dieet en levensstijl zelf in handen te nemen en nauwgezet te volgen;
   d) bepaalde parameters te meten die rechtstreeks of onrechtstreeks op diabetes betrekking hebben en hiervan een longitudinaal overzicht bij te houden.
   De zittingen 794393 worden verleend door een kinesitherapeut. Het is de opdracht van de kinesitherapeut tijdens die zittingen
   a) de rechthebbenden te herinneren aan het belang van regelmatige lichaamsbeweging en te motiveren om hun levenswijze en levenshygiëne aan te passen en regelmatig lichaamsbeweging te hebben;
   b) de rechthebbenden een individueel programma te geven met oefeningen voor thuis en hen te motiveren dit programma zelfstandig verder te zetten.
   3.2. Voorschrijven en verloop van de educatieverstrekkingen die verband houden met de verstrekking opvolging
   A. De rechthebbende en de huisarts die de recentste verstrekking opvolging heeft verleend of die toegang heeft tot zijn globaal medisch dossier (GMD), maken afspraken om een diabeteseducatieprogramma op te stellen dat kadert in de verstrekking opvolging. Na afloop van dit overleg schrijft de huisarts de in punt 3.1 bedoelde zittingen voor die nuttig worden geacht.
   Hij stelt een voorschrift op per betrokken beroepsgroep en per type zitting (individueel of in groep).
   Elk voorschrift bevat de volgende gegevens:
   a. de naam en voornaam van de rechthebbende;
   b. de naam, voornaam en het RIZIV-nummer van de voorschrijvende arts;
   c. de datum van het voorschrift;
   d. de handtekening van de voorschrijvende arts;
   e. de betrokken beroepsgroep en het voorgeschreven type zitting (individueel of in groep);
   f. het aantal zittingen.
   B. Elk voorschrift is geldig vanaf de datum waarop het is opgesteld tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar of, mits een expliciete vermelding van de voorschrijvende arts, van 1 januari tot en met 31 december van het volgende kalenderjaar.
   C. Per kalenderjaar kan eenzelfde rechthebbende een terugbetaling krijgen voor maximum vier zittingen, bedoeld in punt 3.1.
   Tijdens een opname of verblijf in een gemeenschappelijke verblijfplaats hebben patiënten geen toegang tot de terugbetaling van deze verstrekkingen, ongeacht of de patiënt daar zijn domicilie heeft of niet.
   De zittingen bedoeld in de punten 3.1 mogen ook niet worden aangerekend als ze worden verricht in een fitnesszaal, in een dagverzorgingscentrum voor bejaarden of in een centrum voor dagverzorging.
   Voor het tellen van het aantal zittingen telt elke individuele zitting (3.1.1) en elke groepszitting (3.1.2) mee als één eenheid.
  [5 Voor elke reeks van 4 zittingen, verleend aan eenzelfde rechthebbende gedurende eenzelfde kalenderjaar, wordt minstens één zitting gegeven door de diabeteseducator. Gedurende een kalenderjaar kan een rechthebbende dus geen terugbetaling krijgen voor meer dan 3 zittingen 794275, 794290, 794312, 794356, 794371 en 794393 samen. Bij het tellen van het aantal zittingen telt elke individuele zitting (3.1.1.) en elke groepszitting (3.1.2.) mee als één eenheid.]5
   D. In de loop van dezelfde dag mag een rechthebbende maximum ofwel 2 individuele zittingen ofwel 1 groepszitting krijgen.
   E. De diabeteseducator, de diëtist, de apotheker, de verpleegkundige en de kinesitherapeut die een of meer individuele zittingen hebben verleend, stellen een beknopt verslag zoals bedoeld in punt F op voor de voorschrijvende arts, nadat de rechthebbende de voorgeschreven individuele zittingen (3.1.1) heeft gekregen of, bij ontstentenis, nadat een volledig kalenderjaar is verstreken.
   Zij houden voor elke rechthebbende van individuele zittingen een dossier bij met betrekking tot de diabeteseducatie, waarin gegevens zijn opgenomen over de therapeutische doelstellingen, de inhoud van de gerealiseerde educatie en de plaats waar de verstrekkingen zijn verleend. Zij bewaren alle elementen van het dossier betreffende een educatiejaar voor een rechthebbende gedurende minstens vijf jaar vanaf 31 december van dat educatiejaar.
   F. Op advies van het College van [4 artsen-directeurs]4 kan het Verzekeringscomité richtlijnen opstellen over de inhoud van de educatieverstrekkingen per type zitting, over de vorm, de inhoud en de tijdspanne waarbinnen de in punt E. vermelde verslagen aan de voorschrijvende arts worden gericht alsook over de inhoud van het diabeteseducatiedossier.
   G. Elke zitting bedoeld in punt 3.1 waarvoor is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de punten 3 en 5, komt in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming, ook als de rechthebbende, nadat het voorschrift is opgesteld, niet langer voldoet aan de definitie van punt 2. A.
   4. Educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes
   4.1. Vergoedbare verstrekkingen
   4.1.1. Individuele zittingen
   794415 Individuele zitting diabeteseducatie door de diabeteseducator, gedurende minstens 30 minuten, in zijn praktijkkamer, in de praktijkkamer van de huisarts of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71
   794430 Individuele zitting diabeteseducatie door de diabeteseducator, gedurende minstens 30 minuten, bij de rechthebbende thuis R 19,71
   4.1.2. Groepszitting
   794452 Groepszitting diabeteseducatie door de diabeteseducator, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de diabeteseducator van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R12,32
   4.1.3. Voorwaarden verbonden aan individuele zittingen en groepszittingen
   Het doel en de inhoud van de zittingen worden aan de behoeften van de rechthebbende aangepast. Men kan de rechthebbende bijvoorbeeld over de ziekte en de behandeling ervan informeren, hem leren op welke manier hij de behandeling met insuline of incretinemimetica moet toepassen, hem ertoe aansporen om die behandeling optimaal te volgen en een gezonde levensstijl aan te houden die aan zijn situatie is aangepast, hem leren omgaan met de eventuele complicaties van diabetes of met hem elke andere materie bespreken die rechtstreeks met de diabeteseducatie verband houdt.
   4.2. Voorschrijven en verloop van educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes
   A. De rechthebbende en de huisarts waarmee hij het diabeteszorgtraject heeft gesloten of die toegang heeft tot zijn globaal medisch dossier (GMD), maken afspraken om een diabeteseducatieprogramma op te stellen dat kadert in het zorgtraject diabetes. Na afloop van dit overleg schrijft deze arts de in punt 4.1 bedoelde educatieverstrekkingen voor die nuttig worden geacht.
   Het voorschrift bevat de volgende gegevens:
   a. de naam en voornaam van de rechthebbende;
   b. de naam, voornaam en het RIZIV-nummer van de voorschrijvende arts;
   c. de datum van het voorschrift;
   d. de handtekening van de voorschrijvende arts;
   e. de aard van de voorgeschreven zorg: een of meerdere verstrekkingen diabeteseducatie die kaderen in een zorgtraject;
   f. het maximumaantal voorgeschreven zittingen, als dit lager ligt dan het maximum dat is vastgesteld in onderstaand punt C.
   B. Elk voorschrift is geldig vanaf de datum waarop het is opgesteld tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar of, mits een expliciete vermelding van de voorschrijvende arts, van 1 januari tot en met 31 december van het volgende kalenderjaar.
   C. Per kalenderjaar kan eenzelfde rechthebbende een terugbetaling krijgen voor maximum vijf zittingen, bedoeld in punt 4.1.
   Tijdens een opname of verblijf in een gemeenschappelijke verblijfplaats hebben patiënten geen toegang tot de terugbetaling van deze verstrekkingen, ongeacht of de patiënt daar zijn domicilie heeft of niet.
   De zittingen bedoeld in de punten 4.1. mogen ook niet worden aangerekend als ze worden verricht in een fitnesszaal, in een dagverzorgingscentrum voor bejaarden of in een centrum voor dagverzorging.
   Elke reeks van 5 zittingen, verleend aan een zelfde rechthebbende gedurende een zelfde kalenderjaar, bevat minstens één zitting thuis (794430).
   In de loop van het eerste of tweede kalenderjaar van zijn eerste reeks educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes, kan de rechthebbende die aan die voorafgaande voorwaarde voldoet, voor maximum 5 bijkomende zittingen een vergoeding krijgen, nadat de eerste 5 zittingen verleend werden. De huisarts bedoeld in punt 4.2., A. schrijft die zittingen voor en vermeldt expliciet op het voorschrift dat het betrekking heeft op de bijkomende zittingen en vermeldt het precieze aantal als dit kleiner is dan het maximum van 5 zittingen.
   Gedurende een kalenderjaar kan een rechthebbende dus geen terugbetaling krijgen voor meer dan 4 zittingen 794415 en 794452 samen of 9 zittingen 794415 en 794452 samen gedurende het jaar dat hij maximum 5 bijkomende zittingen krijgt. Bij het tellen van het aantal zittingen telt elke individuele zitting (4.1.1) en elke groepszitting (4.1.2) mee als één eenheid.
  [2 Voor een rechthebbende voor wie het zorgtrajectcontract in werking treedt binnen de maximum 3 maanden die volgen op de datum van het voorschrift, kunnen maximum 5 educatieverstrekkingen vergoed worden vanaf de datum van het voorschrift tot de datum van inwerkingtreding van het zorgtrajectcontract. De educatieverstrekkingen die gerealiseerd worden binnen deze periode van maximum 3 maanden tellen eveneens mee voor het maximum aantal terugbetaalbare educatieverstrekkingen voorzien in dit punt C.]2
   D. In de loop van dezelfde dag mag een rechthebbende maximum ofwel 2 individuele zittingen ofwel 1 groepszitting krijgen.
   E. De diabeteseducator stelt een verslag op voor de voorschrijvende arts, zodra de rechthebbende het maximum aantal voorgeschreven zittingen individuele educatie heeft gekregen of, bij ontstentenis, nadat een volledig kalenderjaar is verstreken.
   De diabeteseducator houdt voor elke rechthebbende van individuele educatie een dossier bij met betrekking tot de diabeteseducatie, waarin gegevens zijn opgenomen over de therapeutische doelstellingen, de inhoud van de gerealiseerde educatie en de plaats waar de verstrekkingen zijn verleend. Hij bewaart alle elementen van het dossier over een educatiejaar voor een rechthebbende gedurende minstens vijf jaar vanaf 31 december van dat educatiejaar.
   F. Op advies van het College van [4 artsen-directeurs]4 kan het Verzekeringscomité richtlijnen opstellen over de inhoud van de educatieverstrekkingen per type zitting, over de vorm, de inhoud en de tijdspanne waarbinnen de in punt E. vermelde verslagen aan de voorschrijvende arts worden gericht alsook over de inhoud van het diabeteseducatiedossier.
   G. De diabeteseducator mag alleen verstrekkingen verrichten waarvan de inhoud tot zijn wettelijke bevoegdheden behoort.
   H. Elke zitting bedoeld in punt 4.1. waarvoor is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de punten 4 en 5, komt in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming, ook als de rechthebbende, nadat het voorschrift werd opgesteld, niet langer voldoet aan de definitie van punt 2. B.
   5. Gemeenschappelijke bepalingen voor de educatieverstrekkingen die verband houden met de [5 verstrekking opstarttraject]5 en voor de educatieverstrekkingen in het kader van het zorgtraject diabetes
   5.1. Verbodsbepalingen en verplichtingen met betrekking tot de educatieverstrekkingen
   De diabeteseducator, de diëtist, de apotheker, de verpleegkundige en de kinesitherapeut die de in de punten 3 en 4 bedoelde diabeteseducatieverstrekkingen verlenen, mogen geen voordelen, rechtstreeks noch onrechtstreeks, noch in speciën noch in natura, aanvaarden van commerciële ondernemingen die diensten verlenen of die geneesmiddelen, producten, toestellen, hulpmiddelen of toebehoren vervaardigen of commercialiseren inzake diabetes, de complicaties ervan of de behandeling ervan.
   Zij kunnen echter, volgens hun bevoegdheden, materiaal dat nodig is voor de diabeteseducatie, van die ondernemingen krijgen (de pennen, glucometers, strips, lancetten en lancethouders) en ze als didactisch materiaal gebruiken, zodat de rechthebbenden aan wie dit materiaal wordt voorgeschreven, in functie van hun behoeften, op basis van objectieve informatie, hun eigen materiaal kunnen kiezen en het correct kunnen gebruiken.
   Zij tonen of verdelen geen affiches, brochures of ander informatief of promotioneel materiaal aan de rechthebbenden dat de naam, het merk, het logo, het fysieke of elektronische adres of een ander kenteken van een commerciële onderneming draagt.
   De diabeteseducator, de diëtist, de apotheker, de verpleegkundige en de kinesitherapeut die de in de punten 3.1. en 4.1., bedoelde diabeteseducatieverstrekkingen verlenen, houden zich aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in dit hoofdstuk om deze diabeteseducatieverstrekkingen aan te rekenen. Zij houden zich aan de honoraria die zijn vastgesteld en zij vragen geen supplement aan de rechthebbende of de verzekering.
   5.2. Cumulatieverboden
   A. De educatieverstrekkingen waarin in dit hoofdstuk is voorzien, mogen niet worden gecumuleerd
   a. met de forfaitaire honoraria voor de aan diabetespatiënten verleende verstrekkingen die zijn voorzien in artikel 8, § 1, 1°, VI en 2°, VI, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
   b. met de verstrekkingen van de diabetesovereenkomst voor volwassenen en de kinderdiabetesovereenkomst : elk akkoord dat aan een rechthebbende wordt gegeven voor een periode van tegemoetkoming van de verzekering in de verstrekkingen van die overeenkomsten, sluit automatisch de diabeteseducatieperiode af die dezelfde rechthebbende in toepassing van de punten 3.2., B en 4.2., B. is begonnen. De diabeteseducatieperiode loopt af aan de vooravond van de begindatum van de periode die in het kader van de diabetesovereenkomst voor kinderen of volwassen is toegekend.
   B. De periodes gedekt door de voorschriften vermeld in punt 3.2., B. en 4.2., B., mogen elkaar niet overlappen.
   Wanneer een patiënt tijdens eenzelfde kalenderjaar overschakelt naar educatieverstrekkingen van een ander programma (ofwel het programma educatieverstrekkingen die verband houden met de verstrekking opvolging, ofwel het programma educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes), loopt het oude programma educatieverstrekkingen af aan de vooravond van de begindatum van het nieuwe programma educatieverstrekkingen. Voor een dergelijke patiënt wordt het maximum aantal vergoedbare zittingen per kalenderjaar (totaal van de zittingen bedoeld in de punten 3.1. en 4.1.), vastgesteld op 5, behalve in het geval dat de bepalingen die de terugbetaling van 5 bijkomende zittingen mogelijk maken (punt 4.2., C), van toepassing zijn.
   5.3. Diabeteseducatoren: registratie en praktijk
   5.3.1. Registratievoorwaarden
   Alleen de zorgverlener die aan alle hieronder vastgestelde voorwaarden voldoet, mag de verstrekkingen diabeteseducatie die volgens de bepalingen van de punten 3.1 en 4.1., voorbehouden zijn aan diabeteseducatoren, verlenen en daarvoor door de verzekering worden vergoed.
   A. Hij is
   a. verpleegkundige en moet zich kunnen beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie, overeenkomstig de regels die zijn vastgesteld met toepassing van de wetgeving betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen,
   of
   b. verpleegkundige, podoloog, diëtist of kinesitherapeut en heeft met vrucht een aanvullende opleiding van diabeteseducator gevolgd, die het mogelijk maakt om 20 studiepunten te verwerven of die minstens 150 opleidingsuren omvat en die in beide gevallen minstens 100 effectieve uren theoretisch onderwijs omvat; hij is houder van een getuigschrift van de met vrucht doorlopen opleiding dat is uitgereikt door een opleidingsinstituut dat erkend is door de overheid die bevoegd is voor onderwijs.
   B. Hij is als diabeteseducator geregistreerd door de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en beschikt over een specifiek RIZIV-registratienummer.
   5.3.2. Registratieprocedure
   Om te worden geregistreerd en een specifiek RIZIV-registratienummer te verkrijgen, dient de kandidaat een aanvraag in bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV die het volgende bevat:
   a. Het bewijs van zijn beroepsbekwaamheid.
   1) Voor een verpleegkundige: de vermelding van zijn RIZIV-nummer;
   2) Voor een podoloog: de vermelding van zijn RIZIV-nummer, of bij gebrek daaraan, het bewijs dat hij van de bevoegde overheid een erkenning van podoloog heeft gekregen;
   3) Voor een diëtist: de vermelding van zijn RIZIV-nummer of bij gebrek daaraan het bewijs dat hij van de bevoegde overheid een erkenning van diëtist heeft gekregen;
   4) Voor een kinesitherapeut: de vermelding van zijn RIZIV-nummer of bij gebrek daaraan het bewijs dat hij van de bevoegde overheid een erkenning van kinesitherapeut heeft gekregen.
   Als hij zijn diploma in het buitenland heeft behaald, moet de kandidaat verplicht het bewijs van de officiële gelijkstelling van zijn diploma leveren.
   b. Voor de verpleegkundige die de erkenning van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie heeft behaald, het bewijs van die erkenning.
   Voor de andere kandidaten, een afschrift van het getuigschrift van de met vrucht doorlopen aanvullende opleiding van diabeteseducator dat door het opleidingsinstituut is afgeleverd.
   De Dienst voor Geneeskundige Verzorging kent een specifiek registratienummer toe aan de kandidaten die aan de voorwaarden voldoen.
   5.3.3. Behoud van de registratie
   A. De diabeteseducator die niet beschikt over de erkenning van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie volgt elk kalenderjaar een opleiding van 15 uur inzake diabetes en diabeteseducatie. Hij bewaart de bewijzen van die gevolgde opleiding gedurende 5 jaar met het oog op een eventuele controle door het RIZIV.
   Het Verzekeringscomité kan op advies van het College van [4 artsen-directeurs]4 richtlijnen over de inhoud van de opleidingen uitvaardigen.
   B. Indien de Dienst voor Geneeskundige Verzorging vaststelt dat een diabeteseducator niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in A in de loop van een of meerdere jaren van de 5 kalenderjaren die aan het jaar van die vaststelling voorafgaan, kan de dienst zijn registratie op de datum van die vaststelling intrekken. Om zijn registratie terug te krijgen, volgt de diabeteseducator bovenop de 15 uur die noodzakelijk zijn voor het lopende jaar, een aantal uren opleiding inzake diabetes en diabeteseducatie, dat minstens gelijk is aan het totale aantal ontbrekende uren in de loop van het jaar of de jaren waarvoor hij tekortschiet. Hij bezorgt het bewijs per aangetekende brief aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging. De Dienst voor Geneeskundige Verzorging registreert de diabeteseducator opnieuw indien aan de vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, met ingang ten laatste op de 1e dag van de 2e maand die volgt op de verzending van de aangetekende brief (de poststempel geldt als bewijs).
   5.3.4. Voorwaarden betreffende de praktijk van diabeteseducator
   A. De diabeteseducator werkt samen met alle zorgverleners die deelnemen aan de verzorging van de diabetespatiënt, zoals de huisarts en de [4 arts-specialist]4 die het zorgtrajectcontract met de patiënt hebben afgesloten, de apothekers, de leveranciers van materiaal, de paramedische hulpverleners, ...
   B. Wanneer de diabeteseducator actief is in een gemeente die door een locoregionale structuur wordt bediend, integreert hij zich in die structuur en neemt hij deel aan de globale initiatieven van aanvullende opleiding inzake diabetes die door het netwerk worden genomen. Hij moet zich niet bij meer dan 1 locoregionale structuur aansluiten, ook al is hij actief in gemeenten die door verschillende structuren worden bediend.
   C. Het Verzekeringscomité kan, op voorstel van het College van Artsen-directeurs, vanaf een bepaalde datum een minimaal activiteitsvolume opleggen dat uitsluitend aan de diabeteseducatieverstrekkingen is gewijd; de diabeteseducator moet zich daar in ieder geval aan houden op basis van de instructies die uitgevaardigd werden door datzelfde Verzekeringscomité. Hij bewaart de bewijzen van dat activiteitsvolume gedurende 5 jaar met het oog op een eventuele controle door het RIZIV.]1
  [5 5.4. Bijscholing zorgverleners binnen het opstarttraject diabetes type 2
   De diëtist, apotheker en verpleegkundige die respectievelijk de individuele zittingen 794275, 794290 en 794312 verrichten en de diëtist, apotheker en kinesitherapeut die respectievelijk de groepszittingen 794356, 794371 en 794393 verrichten, dienen een bijscholing van minimum 2 uur per jaar over diabetes en/of diabeteseducatie te volgen.
   De bewijsstukken voor het volgen van deze bijscholing dienen bijgehouden te worden in het portfolio zoals bedoeld in artikel 8 van de wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg van 22 april 2019.]5
  ----------
  (1)<KB 2018-03-01/29, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
  (2)<KB 2022-03-27/06, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 01-07-2022>
  (3)<KB 2023-12-17/10, art. 5, 023; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (4)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>
  (5)<KB 2024-03-29/40, art. 6, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 6N1.[1 HOOFDSTUK VI. - Terugbetaalbaar zelfzorgmateriaal
   A. Soorten terugbetaalbaar materiaal en terugbetalingsvoorwaarden van dat materiaal, voor de patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten
   A.1. 794113
   Verbruiksmateriaal dat noodzakelijk is voor de diabeteszelfregulatie en dat een periode van 6 maanden dekt vanaf de datum van het eerste voorschrift (3 doosjes met elk 50 strookjes voor de glycemiecontrole en 1 doosje van 100 lancetten)
   Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794113 mag worden verleend voor elke rechthebbende met type 2-diabetes die een zorgtrajectcontract heeft gesloten dat nog geldig is en die een programma voor diabeteszelfregulatie met regelmatige glycemiecontrole (gemiddeld 25 metingen per maand) volgt of gaat volgen.
   De verstrekking 794113 wordt voorgeschreven door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende. Het voorschrift moet duidelijk vermelden dat het om een voorschrift van strookjes en lancetten gaat die in het kader van de zorgtrajecten kunnen worden terugbetaald. Als het voorschrift die vermelding bevat, laat het toe om 3 doosjes van 50 strookjes en 1 doosje van 100 lancetten af te leveren, zelfs als het voorschrift niet de voorgeschreven hoeveelheid vermeldt.
   De verstrekking 794113 mag enkel worden voorgeschreven :
   1° voor een rechthebbende die al gedurende minstens een jaar met insuline of door middel van incretinemimetica werd behandeld en van wie de HbA1c-waarde, gemeten in de drie maanden vóór het voorschrift van de verstrekking 794113, lager is dan 7,5 %. Hernieuwingen van de verstrekking 794113 zijn mogelijk zolang de HbA1c-waarde, die op zijn vroegst drie maanden vóór het einde van elke periode van 12 maanden verplicht moet worden gemeten, lager blijft dan 7,5 %.
   2° voor een rechthebbende die een insulinetherapie of een behandeling met incretinemimetica en/of een programma voor diabeteszelfregulatie gaat beginnen : alleen indien er zo snel mogelijk een diabeteseducatieprogramma met minstens 5 verstrekkingen " opstarteducatie " van 30 minuten wordt opgestart. De verstrekking 794113 kan enkel worden hernieuwd wanneer de rechthebbende met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en minstens 5 verstrekkingen " opstarteducatie " van 30 minuten heeft gevolgd. Latere hernieuwingen van de verstrekking 794113 blijven mogelijk indien het niet gaat om een rechthebbende bedoeld onder de punten 4° of 5°.
   3° voor een rechthebbende die al met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en die overstapt van het beperkt programma met glycemiecontrole naar een programma voor diabeteszelfregulatie en die niet is bedoeld onder punt 1° : hier gelden dezelfde voorwaarden als voor de rechthebbenden bedoeld onder punt 2°.
   4° voor een rechthebbende die gaat overschakelen of die al is overgeschakeld van één naar twee insuline-injecties per dag : alleen indien er zo snel mogelijk een bijkomend educatieprogramma aan diabetespatiënten met minstens 2 " educatieverstrekkingen " van 30 minuten wordt opgestart. Zes maanden na de overschakeling van één naar twee insuline-injecties kan de verstrekking 794113 enkel worden hernieuwd wanneer de rechthebbende minstens 2 " educatieverstrekkingen " van 30 minuten heeft gevolgd. Latere hernieuwingen van de verstrekking 794113 blijven mogelijk indien het niet gaat om een rechthebbende bedoeld onder punt 5°.
   5° voor een rechthebbende die met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en die al een programma voor diabeteszelfregulatie volgt en die niet is bedoeld onder de punten 1°, 2°, 3° of 4°, en van wie de HbA1c-waarde, die op zijn vroegst drie maanden vóór het einde van elke periode van 12 maanden verplicht moet worden gemeten, hoger is dan 7,5 % : wanneer er zo snel mogelijk een bijkomend educatieprogramma aan diabetespatiënten met minstens 2 " educatieverstrekkingen " van 30 minuten zal worden opgestart. De verstrekking 794113 mag alleen maar worden hernieuwd als de rechthebbende minstens 2 " educatieverstrekkingen " van 30 minuten heeft gevolgd. Latere hernieuwingen van de verstrekking 794113 zonder nieuw bijkomend educatieprogramma zijn mogelijk, voor zover de HbA1c-waarde, die op zijn vroegst drie maanden voor het einde van elke periode van 12 maanden is gemeten, niet opnieuw meer dan 7,5 % bedraagt. Als de HbA1c-waarde opnieuw meer dan 7,5 % bedraagt, is een nieuw educatieprogramma van minstens 2 verstrekkingen van 30 minuten verplicht.
   6° voor een rechthebbende die met insuline of met incretinemimetica wordt behandeld, die al een programma inzake zelfregulatie van diabetes mellitus volgt en die niet onder de punten 2°, 3°, 4° en 5° valt : indien de rechthebbende al een diabeteseducatie heeft genoten in het kader van de diabetesovereenkomst.
   Een voorschrift voor een nieuwe periode van 6 opeenvolgende maanden is alleen maar mogelijk, als het gaat om een rechthebbende voor wie de huisarts of een erkende educator heeft vastgesteld dat die rechthebbende daadwerkelijk de vereiste glycemiecontroles tijdens de afgelopen periode heeft uitgevoerd. De voorschriften kunnen voor een nieuwe periode worden hernieuwd vanaf 3 maanden vóór het verstrijken van de betreffende periode van 6 maanden.
   De educatieprogramma's, bedoeld in de punten 2°, 3°, 4° en 5°, kunnen worden uitgevoerd :
   - door de diabeteseducatoren die in het kader van hoofdstuk V van de huidige nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen zijn erkend;
   - door verpleegkundigen met een specifiek registratienummer van diabeteseducator;
   - door diabeteseducatoren die in het kader van de diabetesovereenkomst werken, indien de rechthebbende in het kader van die overeenkomst een programma volgt dat uitsluitend de diabeteseducatie vergoedt, zonder het zelfregulatiemateriaal te vergoeden.
   De voorschrijvende huisarts bewaart in het globaal medisch dossier van de rechthebbende de verslagen van de educatoren waaruit blijkt dat de voorwaarden op het vlak van de verplichte educatie vervuld zijn. Die verslagen worden gedurende minstens 5 jaar bewaard.
   De gegevens over de diabeteseducatie en de HbA1c-resultaten worden door de huisarts aan de adviserend [3 arts]3 bezorgd op zijn verzoek.
   Met het voorschrift voor de verstrekking kan de rechthebbende het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken.
   De verstrekking 794113 mag alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer al het materiaal voor de periode van 6 maanden is geleverd.
   Voor elke rechthebbende moet de huisarts erop toezien dat in zijn voorschriften het maximaal vergoedbare materiaal waarin voor iedere periode van 6 maanden te rekenen vanaf de datum van het eerste voorschrift, is voorzien, niet wordt overschreden, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek.
   De verstrekking 794113 mag nooit worden voorgeschreven voor een rechthebbende die in het kader van de diabetesovereenkomst een programma volgt dat eveneens het materiaal voor diabeteszelfregulatie dekt.
   A.2. 794135
   Duurzaam materiaal voor diabeteszelfregulatie (glucometer en lancethouder) voor een patiënt die met diabeteszelfregulatie zal beginnen - Eerste voorschrift
   Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 794135 kan worden toegekend aan iedere rechthebbende met type 2-diabetes die een zorgtraject heeft gesloten dat nog altijd geldig is.
   De verstrekking 794135 wordt voorgeschreven door de huisarts die een zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende. Het voorschrift moet duidelijk vermelden dat het gaat om een voorschrift voor een glucometer en een lancethouder die in het kader van de zorgtrajecten worden terugbetaald.
   Het voorschrift vermeldt geen merk van glucometer. Het meest aangewezen merk voor de rechthebbende wordt gekozen in overleg met de rechthebbende en de geraadpleegde erkende diabeteseducator. De erkende diabeteseducator vult een " aanvraagdocument " in en vermeldt de naam van het meest aangewezen merk voor de rechthebbende op dat " aanvraagdocument ". De educator bevestigt eveneens dat een educatieprogramma van minstens 5 verstrekkingen van 30 minuten is opgestart. Het Verzekeringscomité kan met betrekking tot het " aanvraagdocument " ten allen tijde een model opleggen.
   Via het voorschrift van de huisarts en het door de educator ingevulde document kan de patiënt het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken.
   De verstrekking 794135 mag alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer al het materiaal (glucometer en lancethouder) is geleverd.
   De verstrekking 794135 mag slechts één keer per rechthebbende worden voorgeschreven, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in de apotheken.
   De verstrekking 794135 mag nooit worden voorgeschreven :
   * voor een rechthebbende die in het kader van de diabetesovereenkomst een programma volgt of heeft gevolgd, dat eveneens het materiaal voor diabeteszelfregulatie dekt;
   * voor een rechthebbende die al de verstrekking 794216 of de verstrekking 794231 heeft genoten.
   A.3. 794150
   Duurzaam materiaal voor diabeteszelfregulatie (glucometer en lancethouder) voor een patiënt voor wie dat soort materiaal reeds is terugbetaald geweest - Hernieuwingsvoorschrift.
   Een voorschrift voor de hernieuwing van de verstrekking 794135 kan op zijn vroegst worden opgesteld na 3 jaar gebruik van de vorige glucometer, indien die meter defect is en het toestel moet worden vervangen of als dat type van materiaal verouderd is. Om medische redenen is de hernieuwing ook mogelijk vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar, meer bepaald als het vorige apparaat om medische redenen niet meer voor de rechthebbende geschikt is.
   De verstrekking 794150 kan meermaals voor een rechthebbende worden voorgeschreven, op voorwaarde dat er een periode van minstens 3 jaar ligt tussen beide voorschriften, behalve om medische redenen.
   De verstrekking 794150 kan eveneens worden voorgeschreven :
   * voor een rechthebbende die niet langer in het kader van de diabetesovereenkomst een programma volgt dat eveneens het materiaal voor diabeteszelfregulatie dekt, als de glucometer die in het kader van de diabetesovereenkomst ter beschikking is gesteld, al minstens 3 jaar oud is; om medische redenen is de hernieuwing ook mogelijk vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar;
   * voor een rechthebbende die, vooraleer hij een zorgtrajectcontract heeft ondertekend, een beperkt programma voor glycemiecontrole heeft gevolgd, als de glucometer die in het kader van dat programma ter beschikking is gesteld, al minstens 3 jaar oud is; de hernieuwing kan ook om medische redenen worden ingeroepen vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar.
   Alle andere bepalingen die van toepassing zijn op de verstrekking 794135, blijven geldig.
   Om de verstrekking 794150 te kunnen voorschrijven, moet de rechthebbende eveneens beantwoorden aan de voorwaarden van de verstrekking 794113.
   A.4. [2 ...]2.
   B. Beperkt programma voor glycemiecontrole dat vergoedbaar is voor patiënten die geen zorgtrajectcontract hebben gesloten
   B.1. Terugbetaalbaar materiaal
   B.1.1. 794194
   Verbruiksmateriaal dat noodzakelijk is in het kader van het beperkt programma voor glycemiecontrole en dat een periode van 12 maanden dekt vanaf de datum van het eerste voorschrift (2 doosjes met elk 50 strookjes voor de glycemiecontrole en 1 doosje van 100 lancetten).
   Het voorschrift voor de prestatie 794194 moet duidelijk vermelden dat het voorgeschreven materiaal vergoedbaar is buiten het kader van de zorgtrajecten.
   Naar het einde toe van de voorgeschreven periode van 12 maanden, kan het voorschrift worden hernieuwd.
   B.1.2. 794216
   Duurzaam materiaal (glucometer en lancethouder) voor een patiënt die de glycemie regelmatig gaat controleren - Eerste voorschrift
   Het voorschrift voor de verstrekking 794216 moet duidelijk vermelden dat het voorgeschreven materiaal vergoedbaar is buiten het kader van de zorgtrajecten.
   De verstrekking mag slechts één keer per rechthebbende worden voorgeschreven, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek.
   B.1.3. 794231
   Duurzaam materiaal (glucometer en lancethouder) voor een rechthebbende die al de verstrekking 794216 heeft genoten - Hernieuwingsvoorschrift
   Een hernieuwingsvoorschrift voor de verstrekking 794216 kan op zijn vroegst na 3 jaar gebruik van de oude glucometer worden opgesteld als die meter defect is en het toestel moet worden vervangen of als dat type van materiaal verouderd is. Om medische redenen is de hernieuwing ook mogelijk vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar, meer bepaald als het vorige apparaat om medische redenen niet meer voor de rechthebbende geschikt is.
   De verstrekking kan meermaals voor een rechthebbende worden voorgeschreven, op voorwaarde dat er een periode van minstens 3 jaar ligt tussen beide voorschriften, behalve om medische redenen.
   Het voorschrift van de verstrekking 794231 moet duidelijk vermelden dat het voorgeschreven materiaal vergoedbaar is buiten het kader van de zorgtrajecten.
   B.2. Gemeenschappelijke vergoedingsvoorwaarden voor de verstrekkingen 794194, 794216 en 794231.
   Voor de verstrekkingen 794194, 794216 en 794231 kan een verzekeringstegemoetkoming worden toegekend onder de volgende voorwaarden :
   - de rechthebbende lijdt aan type 2-diabetes;
   - de rechthebbende beschikt over een globaal medisch dossier;
   - de rechthebbende heeft nooit een zorgtrajectcontract gesloten;
   - de rechthebbende volgt geen programma in het kader van de diabetesovereenkomst dat het diabeteszelfregulatiemateriaal vergoedt en heeft ook nooit een dergelijk programma gevolgd;
   - de rechthebbende volgt een behandeling met incretinemimetica of krijgt dagelijks één insuline-injectie;
   - de verstrekkingen worden voorgeschreven door de huisarts die het globaal medisch dossier van de rechthebbende bewaart of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende;
   - de voorschrijvende huisarts bevestigt dat aan de rechthebbende diabeteseducatie werd gegeven;
   - de voorschrijvende huisarts heeft aan de adviserend [3 arts]3 van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende de datum van het eerste voorschrift meegedeeld vanaf welke hij een beperkt programma voor glycemiecontrole heeft opgestart voor een rechthebbende van wie hij het globaal medisch dossier bijhoudt. Het Verzekeringscomité kan ten allen tijde een model opleggen voor deze notificatie.
   Voor de verstrekking 794194 is aan het einde van elke voorgeschreven periode van 12 maanden, een voorschrift voor een nieuwe periode van 12 opeenvolgende maanden toegelaten, indien de volgende bijkomende voorwaarden zijn vervuld :
   1° de voorschrijvende huisarts heeft vastgesteld dat de rechthebbende daadwerkelijk de vereiste glycemiecontroles tijdens de afgelopen periode heeft uitgevoerd;
   2° de HbA1c-waarde van de rechthebbende die op zijn vroegst 3 maanden voor het einde van elke periode van 12 maanden verplicht wordt gemeten, bedraagt minder dan 7,5 %. Indien die streefwaarde niet wordt bereikt, stelt de huisarts aan de rechthebbende voor om een zorgtrajectcontract te sluiten of om een [3 arts-specialist]3 te raadplegen. In dat geval komt de rechthebbende niet meer in aanmerking voor het beperkt programma voor glycemiecontrole. Indien de HbA1c-waarde van de rechthebbende minder dan 7,5 % bedraagt, kan het voorschrift vanaf de datum, waarop het resultaat van die meting bekend is, worden hernieuwd.
   Met het voorschrift voor de verstrekkingen van hoofdstuk VI, B kan de patiënt het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken..
   De verstrekkingen 794194, 794216 en 794231 kunnen alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer al het materiaal is geleverd.
   De verstrekking 794231 kan alleen maar worden voorgeschreven, als de rechthebbende beantwoordt aan de voorwaarden voor de hernieuwing van de verstrekking 794194.
   Voor de verstrekking 794194 moet de voorschrijvende huisarts erop toezien dat in zijn voorschriften het maximum vergoedbare materiaal waarin voor iedere periode van 12 maanden, te rekenen vanaf de datum van het eerste voorschrift, is voorzien, niet wordt overschreden ongeacht het feit of de patiënt het materiaal bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek heeft verkregen.
   De gegevens over de diabeteseducatie en de HbA1c-resultaten worden op diens verzoek door de huisarts aan de adviserend [3 arts]3 bezorgd.
   C. Distributiekanalen voor het materiaal, erkenningsprocedure
   Het materiaal waarin in dit hoofdstuk is voorzien, komt alleen maar in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming, als het wordt geleverd door een leverancier die daartoe een erkenning heeft gekregen van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
   Om als leverancier te worden erkend, moet de kandidaat een aanvraag indienen bij de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Die aanvraag bevat :
   1° het bewijs dat hij een erkenning heeft gekregen van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, in de hoedanigheid van leverancier van medische hulpmiddelen, overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen;
   2° de verbintenis om zich op straffe van terugbetaling te houden aan de bovenvermelde voorwaarden voor het attesteren van de verstrekkingen betreffende het materiaal waarin is voorzien in hoofdstuk VI van dit besluit;
   3° de verbintenis om zich voor de verstrekkingen waarin is voorzien in hoofdstuk VI van dit besluit, te houden aan de tarieven die bij dit koninklijk besluit zijn vastgesteld.
   De Dienst voor geneeskundige verzorging stelt een lijst op van de erkende leveranciers en kent hun een erkenningsnummer toe.
   In het kader van dit koninklijk besluit kunnen de apotheken niet als leverancier worden erkend.
   D. Lijst van de vergoedbare produkten
   Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging kan, op voorstel van de Technische raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen, een lijst opstellen van de soorten materiaal die vergoedbaar zijn in het kader van dit hoofdstuk en kan ten allen tijde deze lijst wijzigen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2010-10-22/12, art. 11, 013; Inwerkingtreding : 01-06-2009>
  (2)<KB 2011-10-17/12, art. 7, 015; Inwerkingtreding : 01-12-2011>
  (3)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>

Art. 7N1.[1 HOOFDSTUK VII. - Ergotherapieverstrekkingen
   A.
   784291 (ambulante patiënt) . . . . . R 143,13
   784302 (gehospitaliseerde patiënt) . . . . . R 143,13
   Observatiebilan dat bestaat uit een onderzoek van de functioneringsmogelijkheden en -beperkingen van de rechthebbende :
   o in de activiteiten van het dagelijkse leven (zoals de persoonlijke verzorging, het zich voeden, de interpersoonlijke relaties, het zich verplaatsen);
   o betreffende zijn persoonlijke, schoolse, professionele, socioculturele en vrijetijdsbezigheden;
   o op fysiek, sensorisch-motorisch, intellectueel en relationeel vlak en op het vlak van het gedrag;
   o in zijn fysieke, sociale en culturele omgeving;
   o en dat uitloopt op het opstellen van een schriftelijk verslag van de uitgevoerde onderzoeken, gericht aan de voorschrijvende [3 arts]3. De ergotherapeut bezorgt het observatiebilan daarnaast ook aan de behandelende huisarts van de betrokken rechthebbende.
   Het realiseren van het observatiebilan duurt minstens 180 minuten, verplaatsingstijd van de ergotherapeut inbegrepen. De tijd die besteed wordt aan het opstellen van het schriftelijk verslag kan echter geen deel uitmaken van voormelde minimum duur van 180 minuten.
   Een verzekeringstegemoetkoming voor de voormelde verstrekking kan worden toegekend aan elke rechthebbende op voorwaarde dat :
   - de rechthebbende vooraf (in internaatsverband of in externaatsverband) een volledig programma heeft gevolgd of op het punt staat een volledig programma af te ronden in een revalidatiecentrum dat met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten en de rechthebbende na afloop van dat revalidatieprogramma terugkeert of gaat terugkeren naar zijn gewone leefomgeving.
   Een observatiebilan kan reeds worden gerealiseerd op het einde van het revalidatieprogramma (op een ogenblik dus dat dat programma nog niet volledig is beëindigd) om zo vooraf de wederinschakeling van de rechthebbenden in zijn gewone leefomgeving voor te bereiden;
   - de verstrekking volledig of gedeeltelijk wordt verstrekt in de gewone leefomgeving van de rechthebbende en in aanwezigheid van deze laatste;
   - de verstrekking wordt uitgevoerd op basis van een verslag dat als voorschrift geldt en dat is opgesteld door het team van het revalidatiecentrum onder de coördinatie van de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van dat centrum. Dit verslag / voorschrift moet worden ondertekend door de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van dat centrum.
   De verzekeringstegemoetkoming wordt beperkt tot één verstrekking per rechthebbende die het revalidatieprogramma van een centrum dat een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, volledig heeft beëindigd of gaat beëindigen.
   B.
   784313 . . . . . R 125,63
   Oefensessie met functionele training en/of met functionele training inzake het gebruik van orthesen, prothesen en technische hulpmiddelen :
   o door middel van activiteiten uit het dagelijkse leven, uit het beroeps- en schoolleven, en uit het sociale leven;
   o door middel van activiteiten in spelvorm, met ambachtelijk en expressief karakter;
   o door middel van specifieke technieken;
   met als doel het verwerven, herwinnen of in stand houden van :
   - de functionele en relationele mogelijkheden en de ontwikkeling van het aanpassings- en compensatievermogen;
   - de motorische, proprioceptieve, sensorische en cognitieve functies;
   - de functionele mogelijkheden met als doel het hervatten van de schoolse, professionele en sociale activiteiten en deze van het dagelijkse leven;
   - het vermogen om iets te ondernemen en te creëren;
   - de persoonlijke identiteit, de sociale rol en de creatieve mogelijkheden.
   De oefensessies duren minimum 180 minuten per sessie, verplaatsingstijd van de ergotherapeut inbegrepen.
   Een verzekeringstegemoetkoming voor de voormelde verstrekking kan aan elke rechthebbende worden toegekend op voorwaarde dat :
   - de rechthebbende vooraf (in internaatsverband of in externaatsverband) een volledig programma heeft gevolgd in een revalidatiecentrum dat met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten en de rechthebbende na afloop van het revalidatieprogramma teruggekeerd is naar zijn gewone leefomgeving;
   - de verstrekking 784291 of 784302 vooraf is verleend;
   - de verstrekking volledig of gedeeltelijk wordt verstrekt in de gewone leefomgeving van de rechthebbende;
   - de verstrekking - na kennis te hebben genomen van het observatiebilan wordt voorgeschreven door de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van het revalidatiecentrum waar de rechthebbende een volledig revalidatieprogramma heeft gevolgd, nadat die [3 arts-specialist]3 kennis heeft genomen van het observatiebilan en contact heeft genomen met de behandelende huisarts van de betrokken rechthebbende. Het voorschrift moet worden ondertekend door de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van dat centrum.
   De verzekeringstegemoetkoming wordt beperkt tot zeven sessies per rechthebbende komende van een centrum dat een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
   C.
   784335 . . . . . R 43,96
   Informatie-, advies- en opleidingssessie inzake het gebruik van aanpassingen aan de omgeving, van orthesen, prothesen en functionele hulpmiddelen, met een minimumduur van 60 minuten per sessie.
   Een verzekeringstegemoetkoming voor de voormelde verstrekking kan worden toegekend aan elke rechthebbende op voorwaarde dat :
   - de rechthebbende vooraf (in internaatsverband of in externaatsverband) een volledig revalidatieprogramma heeft gevolgd in een revalidatiecentrum dat met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten en de rechthebbende na afloop van het revalidatieprogramma is teruggekeerd naar zijn gewone leefomgeving;
   - de verstrekking 784291 of 784302 vooraf is verleend;
   - de verstrekking volledig of gedeeltelijk wordt verstrekt in de gewone leefomgeving van de rechthebbende;
   - de verstrekking wordt voorgeschreven door de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van het revalidatiecentrum waar de rechthebbende een volledig revalidatieprogramma heeft gevolgd, nadat die [3 arts-specialist]3 kennis heeft genomen van het observatiebilan en contact heeft genomen met de behandelende huisarts van de betrokken rechthebbende. Het voorschrift moet worden ondertekend door de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van dat centrum.
   De verzekeringstegemoetkoming wordt beperkt tot twee verstrekkingen per rechthebbende komende van een centrum dat een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
   D.
   [784350] . . . . . R 70 <Erratum, B.St. 18-02-2011, Ed. 2, p. 11971>
   Functioneel eindbilan dat een beschrijving bevat van de interventies en een evaluatie van de resultaten, ten behoeve van de [3 arts-specialist]3 in revalidatie van het centrum en de behandelende huisarts van de rechthebbende.
   De verzekeringstegemoetkoming wordt beperkt tot één verstrekking per rechthebbende komende van een centrum dat een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en voor wie de verstrekkingen 784313 en/of 784335 voordien zijn voorgeschreven en uitgevoerd.
   E. De vermelde minimumduur voor elke verstrekking mag nooit worden uitgesplitst over verschillende tijdstippen of verschillende dagen. Elke verstrekking moet dus in één keer tijdens eenzelfde dag worden verleend.
   F. De voorschriften die noodzakelijk zijn voor de verstrekkingen die zijn vastgesteld in het kader van dit besluit (verstrekkingen 784291, 784302, 784313, 784335) moeten op zijn minst de volgende elementen bevatten :
   o de identiteit en de gegevens van de betrokken rechthebbende;
   o de identiteit van de voorschrijvende [3 arts]3 en van de revalidatie-inrichting;
   o het type van de voorgeschreven verstrekking;
   o de vermelding van de einddatum van het revalidatieprogramma of de verwachte einddatum (voor de verstrekking 784291 of 784302);
   o de beschrijving van de aandoening waaraan de betrokken rechthebbende lijdt (voor de verstrekking 784291 of 784302);
   o de beschrijving van de daaraan verbonden problematische gevolgen op het vlak van de zelfredzaamheid (voor de verstrekking 784291 of 784302).
   G. Voor de verstrekking 784291 of 784302 moet een specifiek voorschrift worden opgesteld. Voor de andere verstrekkingen die een voorschrift vereisen (namelijk de verstrekkingen 784313 en 784335), mag één enkel voorschrift worden opgesteld.
   H. De ergotherapeut moet de adviserend [3 arts]3 van de betrokken rechthebbende schriftelijk betekenen dat voor deze rechthebbende ergotherapie-verstrekkingen werden voorgeschreven.
   Deze betekening moet worden opgesteld door de ergotherapeut nadat de verstrekking 784291 of 784302 is verleend en moet naar de adviserend [3 arts]3 worden gestuurd voordat eventueel andere verstrekkingen worden gerealiseerd (dus vóór de verstrekkingen 784313 en 784335).
   Deze betekening zal vergezeld worden van :
   - het resultaat van de verstrekking 784291 of 784302, met name het vereiste schriftelijk verslag;
   - de voorschriften (zoals bedoeld in artikel [5], punt F van dit besluit). <Erratum, B.St. 18-02-2011, Ed. 2, p. 11971>
   In afwijking van artikel 138 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juli 2000 en voor zover het individueel geval beantwoordt aan alle voorwaarden die zijn vastgesteld in dit besluit, wordt de adviserend [3 arts]3 geacht zijn akkoord te geven, als hij binnen de 15 dagen die volgen op de ontvangst van de voormelde documenten geen weigeringsbeslissing heeft betekend; elke weigeringsbeslissing moet worden gemotiveerd.
   De ergotherapieverstrekkingen die werden gerealiseerd gedurende die termijn van 15 dagen, tot de datum dat de weigeringsbeslissing werd betekend, kunnen echter worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen als alle voorwaarden, vermeld in dit koninklijk besluit, zijn nageleefd.
   I. De ergotherapieverstrekkingen, vermeld in dit koninklijk besluit, mogen alleen binnen de zes maanden na het einde van het volledige revalidatieprogramma worden voorgeschreven en gerealiseerd (met uitzondering van de verstrekking 784291 of 784302 die al mag worden verricht op het einde van het revalidatieprogramma).
   J. Onder " gewone leefomgeving ", bedoeld in de verstrekkingen 784291 of 784302, 784313 en 784335 wordt verstaan : elke plaats waar de rechthebbende in zijn dagelijkse leven regelmatig komt, met uitzondering van de revalidatie-inrichting of van elke andere verzorgingsinstelling, verzorgingsdienst, verblijfsinstelling voor personen met een handicap, rustoord, rust- en verzorgingstehuis, psychiatrisch verzorgingstehuis, zorginstelling of praktijkkamer van een zorgverlener.
   K. De patiënten die al ergotherapieverstrekkingen hebben genoten nadat ze een volledig revalidatieprogramma hebben gevolgd, kunnen slechts opnieuw in aanmerking komen voor nieuwe ergotherapieverstrekkingen nadat ze een nieuw volledig revalidatieprogramma hebben gevolgd in een revalidatiecentrum dat een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en mits de rechthebbende na afloop van dat nieuwe revalidatieprogramma teruggekeerd is of gaat terugkeren naar zijn gewone leefomgeving.
   De patiënten die aan een neurodegeneratieve ziekte lijden en die al ergotherapiezittingen hebben genoten nadat ze een volledig revalidatieprogramma hebben gevolgd en wier ziekte zodanig verergert dat ze een nieuw revalidatieprogramma moeten volgen, kunnen echter slechts opnieuw in aanmerking komen voor ergotherapieverstrekkingen wanneer de functionele mogelijkheden van de patiënt na het volgen van dat nieuw revalidatieprogramma beduidend zijn afgenomen in vergelijking met de situatie vóór de verergering van de ziekte. Dat beduidende verlies van functionele mogelijkheden moet duidelijk blijken uit het verslag dat als voorschrift geldt.
   In deze twee gevallen blijven alle voorwaarden, vermeld in dit besluit, evenzeer van toepassing.
   L. Voor de verstrekkingen 784291 of 784302, 784313, 784335, [784350], is geen enkele verzekeringstegemoetkoming verschuldigd : <Erratum, B.St. 18-02-2011, Ed. 2, p. 11971>
   1° als de rechthebbende al verstrekkingen die ergotherapie omvatten, geniet in een ander wettelijk of conventioneel kader. Derhalve is geen enkele tegemoetkoming verschuldigd voor de verstrekkingen die worden verricht tijdens het volgen van een revalidatieprogramma in een geconventioneerd revalidatiecentrum (behalve als het de verstrekking 784291 of 784302 betreft);
   2° voor verstrekkingen die tijdens een opname in het ziekenhuis worden verricht (behalve als het de verstrekking 784302 betreft);
   3° als de ergotherapieverstrekkingen die zijn vastgesteld in het kader van dit besluit, verstrekt worden door de ergotherapeut van het revalidatiecentrum waar de rechthebbende een revalidatie heeft gevolgd, alvorens terug te keren naar zijn gewone leefomgeving.
   M. Door de aflevering van een getuigschrift voor verstrekte hulp verklaart de ergotherapeut dat de geattesteerde verstrekking is uitgevoerd overeenkomstig de voormelde voorwaarden voor een verzekeringstegemoetkoming.
   N. [2 Verder komen de verstrekkingen van ergotherapeuten, die in dit besluit zijn vastgesteld, slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een erkende ergotherapeut die over een visum van de FOD Volksgezondheid beschikt en die tevens als ergotherapeut is ingeschreven bij het RIZIV. Om ingeschreven te worden bij het RIZIV moeten de ergotherapeuten de verbintenis aangaan:
   1° zich op straffe van terugbetaling te houden aan de hoger vermelde voorwaarden om de ergotherapieverstrekkingen die zijn vastgesteld in dit besluit te attesteren;
   2° en zich te houden aan de honoraria voor deze verstrekkingen die in dit besluit zijn vastgesteld.]2
   De Dienst voor Geneeskundige Verzorging stelt een lijst op van de erkende ergotherapeuten en kent hun een erkenningsnummer toe.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2010-11-19/09, art. 5, 014; Inwerkingtreding : 25-12-2010>
  (2)<KB 2020-01-26/01, art. 6, 020; Inwerkingtreding : 01-04-2020>
  (3)<KB 2024-03-17/11, art. 11, 024; Inwerkingtreding : 01-05-2024>