22 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de verzekeringsinstellingen aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten overmaken. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-02-2004 en tekstbijwerking tot 03-12-2018)
Art. 1-7
2005022277 2005022780 2011022016 2014022194 2017020191 2018032298
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " Instituut ", het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
2° " Verzekeringscomité ", het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging;
3° " Verzekeringsinstelling ", een landsbond zoals bepaald in artikel 6 van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de [1 Kas der geneeskundige verzorging van HR Rail]1;
4° " Intermutualistisch agentschap ", agentschap zoals bedoeld in artikel 278 van de programmawet I van 24 december 2002, hierna IMA genoemd;
5° " tariferingsdienst ", de tariferingsdienst die erkend is krachtens artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de maatstaven tot erkenning van de tariferingsdiensten, met uitzondering van dezen bedoeld in artikel 11 van dit koninklijk besluit;
6° " gecodeerde persoonsgegevens ", persoonsgegevens die slechts door middel van een code in verband kunnen worden gebracht met een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon;
[2 7° "IMV" : individuele medicatievoorbereiding, zoals bedoeld in artikel 12bis, § 3 van de wet op de geneesmiddelen van 25 maart 1964 en gereglementeerd in het koninklijk besluit van 24 september 2012, dat de regels vaststelt met betrekking tot individuele medicatievoorbereiding;
8° " bulkproduct ", het product zoals gedefinieerd onder het punt 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2012, betreffende de regels met betrekking tot individuele medicatievoorbereiding, waarvoor een vergoedingsbasis per eenheid wordt vastgelegd in de lijst ";
9° "het koninklijk besluit van 21 december 2001", het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten;
10° "het koninklijk besluit 16 september 2013", het koninklijk besluit 16 september 2013 tot vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kosten van contraceptiva voor vrouwen die de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt hebben.]2
----------
(1)<KB 2013-12-11/02, art. 61, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<KB 2014-04-19/24, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.2. De verzekeringsinstellingen maken, via tussenkomst van een intermediaire organisatie, de in artikel 3 vermelde gegevens driemaandelijks voor het einde van het volgende trimester over te maken aan het Instituut overeenkomstig de instructies betreffende de elektronische dragers voor de verzekeringsinstellingen die worden vastgelegd door het Verzekeringscomité.
Deze gegevens worden door de verzekeringsinstellingen na een eerste codering van de identiteit van de rechthebbende, overgemaakt aan een intermediaire organisatie, bedoeld in artikel 1, 6° van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Deze intermediaire organisatie codeert de betrokken gegevens een tweede maal en maakt ze over aan het Instituut en aan het IMA.
Elke verzekeringsinstelling sluit een overeenkomst met de intermediaire organisatie, die haar verplichtingen vastlegt inzake veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Art.3.De gegevens bedoeld in artikel 2 bestaan uit de voorschrijvings- en factureringsgegevens met betrekking tot de verstrekkingen bedoeld in artikel 4, ingezameld uit het volgende circuit : de gegevensuitwisseling met de tariferingsdiensten bedoeld bij het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen moeten overmaken.
Deze gegevens bevatten de volgende elementen :
A. elementen betreffende het geneesmiddel :
1° vergoedingscategorie;
2° CNK-code;
2°bis [5 ...]5
[6 2ter: uniek identificatiekenmerk zoals bepaald in de artikelen 6, § 1quinquies, zevende lid, en 6septies, § 2, vierde en tiende lid, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen en in de artikelen 4, 5 en 6 van de gedelegeerde verordening (EU) 2016/161 van de Commissie van 2 oktober 2015 tot aanvulling van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van gedetailleerde regels voor de veiligheidskenmerken op de verpakking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik;]6
3° codering betreffende de magistrale bereidingen;
4° galenische vorm van de magistrale bereidingen;
5° aantal afgeleverde verpakkingen/modules;
(5°bis de totale hoeveelheid van het product voor de magistrale bereidingen;) <KB 2005-03-10/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2005>
[2 5° ter aantal eenheden van aflevering, zoals gedefinieerd in de bijlage I van het koninklijk besluit van 21 december 2001, van een farmaceutische specialiteit afgeleverd aan een rechthebbende die in een rust- en verzorgingstehuis of in een rusthuis verblijft;]2
6° bedrag van de verzekeringstegemoetkoming;
(6°bis de vermindering van de verzekeringstegemoetkoming;
6°ter de verminderde verzekeringstegemoetkoming;) <KB 2005-03-10/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2005>
7° eenheid van aflevering voor magistrale bereidingen;
(7°bis de forfaits inzake mucoviscidose;) <KB 2005-03-10/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2005>
(7°ter aanduiding dat het geneesmiddel onder zijn algemene benaming (INN) is voorgeschreven;) <KB 2005-08-10/93, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
[2 [3 7°quater]3 (oud 8°) aanduiding dat het geneesmiddel onder IMV is afgeleverd;]2
[3 7°quinquies aanduiding dat het geneesmiddel vrijgesteld wordt van de toepassing van de tarifering per eenheid voorzien in artikel 93, § 1erbis van het koninklijk besluit van 21 december 2001, omwille van het feit dat het een occasionele aflevering aan een patiënt die in een rust- en verzorgingstehuis of een rusthuis verblijft, betreft;]3
[3 7° sexies aanduiding dat het principe van de derogatie op de tarifering per eenheid voorzien in artikel 93, § 1erbis van het koninklijk besluit van 21 december 2001, toegepast wordt;]3
B. elementen betreffende de rechthebbende :
8° gecodeerde identiteit van de rechthebbende;
9° geslacht;
10° geboortejaar;
11° NIS-code van het adres van de rechthebbende;
12° het statuut van de rechthebbende inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
13° bedrag van het persoonlijk aandeel;
[2 13° bis nummer van het rust- en verzorgingstehuis of van het rusthuis waar de rechthebbende verblijft;]2
[1 13° ter aanduiding dat de rechthebbende in een rust- en verzorgingstehuis of een rusthuis verblijft;]1
C. elementen betreffende de aflevering :
14° identificatie van de tariferingsdienst;
15° nummer van de apotheek;
16° datum van het voorschrift;
17° jaar en maand van facturering;
18° afleveringsdatum;
D. elementen betreffende de voorschrijver :
19° identificatie van de voorschrijver aan de hand van het R.I.Z.I.V.-identificatienummer;
[4 E. elementen betreffende het voorschrift :
20° aanduiding dat het een elektronisch of een papieren voorschrift betreft.]4
----------
(1)<KB 2014-04-19/24, art. 2,4°, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2014 tot 01-04-2015 (zie KB 2015-03-18/11, art. 4)>
(2)<KB 2014-04-19/24, art. 2,1°-3°, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(3)<KB 2015-03-27/03, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
(4)<KB 2017-02-02/10, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-03-2017>
(5)<KB 2018-11-21/08, art. 1,1°, 009; Inwerkingtreding : 09-02-2019>
(6)<KB 2018-11-21/08, art. 1,2°, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.4.De gegevens bedoeld in artikel 3 slaan op de volgende verstrekkingen :
1° de farmaceutische specialiteiten die vergoed worden volgens het koninklijk besluit van 21 december 2001 [2 ...]2;
2° de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten die vergoed worden volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vastelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten;
3° de steriele insulinespuiten die vergoed worden volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 september 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tussenkomt in de kosten van de steriele insulinespuiten en het ministerieel besluit van 17 september 1991 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering in de kosten van de steriele insulinespuiten;
4° de wachthonoraria die vergoed worden met toepassing van de bepalingen van de in titel III, hoofdstuk V, afdeling I, E van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 bedoelde overeenkomst tussen de apothekers en de verzekeringsinstellingen.
[5° de medische voeding die vergoedbaar is volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van dieetvoeding voor medisch gebruik;
6° de medische hulpmiddelen die vergoedbaar zijn volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
7° de forfaits die vergoedbaar zijn volgens het koninklijk besluit van 22 maart 2002 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor de in artikel 34, eerste lid, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde materialen en verzorgingsproducten voor de verzorging ten huize van rechthebbenden die lijden aan mucoviscidose.] <KB 2005-03-10/40, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2005>
[1 8° de actieve verbandmiddelen die vergoedbaar zijn volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van het artikel 37, § 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor wat de actieve verbandmiddelen betreft;
9° de analgetica die vergoedbaar zijn volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van het artikel 37, § 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de analgetica betreft;
10° de contraceptiva voor jongeren die vergoedbaar zijn volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van [2 16 september 2013]2;
11° de voorgeschreven en afgeleverde niet-vergoedbare vergunde geneesmiddelen.]1
----------
(1)<KB 2011-01-09/08, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 05-02-2011>
(2)<KB 2014-04-19/24, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.5. De veiligheidsconsulenten van de verzekeringsinstellingen, van het Instituut en van het IMA zien er op toe dat alle persoonsgegevens die in het kader van dit besluit worden overgemaakt enkel gebruikt worden voor de wettelijk vastgelegde doeleinden en staan in voor het opstellen van beveiligingsprocedures teneinde toevallige of ongeoorloofde vernietiging van gegevens, toevallig verlies of ongeoorloofde toegang, wijziging of verspreiding van deze gegevens tegen te gaan.
De veiligheidsconsulenten van de verzekeringsinstellingen zien in het bijzonder toe op de correcte toepassing van het coderen van de identiteit van de rechthebbende. Daarbij treffen ze alle nodige maatregelen opdat enkel de personen die, gelet op de wettelijke opdrachten van de verzekeringsinstellingen, moeten beschikken over persoonsgegevens toegang hebben tot deze gegevens. De maatregelen die in dit kader getroffen worden, moeten voorgelegd worden aan het Sectoraal comité van de sociale zekerheid.
Het is eenieder die gecodeerde persoonsgegevens in de zin van dit besluit ontvangt, verboden stappen te ondernemen om de identiteit van de rechthebbenden te achterhalen.
Het Instituut is verplicht het in artikel 3, B 8° bedoelde gegeven uit zijn bestanden te verwijderen voor het einde van de eerste kalendermaand van het vijfde jaar volgend op het jaar waarin de gegevens werden opgeslagen.
Art.6. De bepalingen van dit besluit zijn voor de eerste keer van toepassing op de gegevens betreffende de verstrekkingen verricht in de maand januari 2003.
Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.