12 DECEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. (NOTA 1 : De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ; Inwerkingtreding : 01-01-2005) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-01-1996 en tekstbijwerking tot 20-10-2004)
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 1. In toepassing van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, wordt het bedrag der werkingskosten van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, ten laste van de op 1 januari van het betreffende werkingsjaar bestaande landsbonden van ziekenfondsen, ziekenfondsen en maatschappijen van onderlinge bijstand, van de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, samengesteld als volgt :
1° een door Ons bepaald globaal bedrag, ten laste van de landsbonden van ziekenfondsen, de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; dit bedrag wordt onder deze schuldenaars verdeeld bij toepassing van een verdeelsleutel, samengesteld uit enerzijds de verhouding van het aantal gerechtigde leden zoals bedoeld in de gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, op 30 juni van het voorlaatste jaar vóór het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben en anderzijds de bedragen der voorschotten welke zij met betrekking tot hoger vermeld jaar ontvingen van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. De beide criteria hebben een wegingscoëfficiënt van 50% in de verdeelsleutel;
2° een door Ons bepaald promille van de in het voorlaatste jaar vóór het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben, geïnde bijdragen voor de diensten vermeld in de artikelen 3, eerste lid, b) en c) en 7, §§ 2 en 4, van voornoemde wet van 6 augustus 1990, ten laste van de landsbonden van ziekenfondsen, de ziekenfondsen en de maatschappijen van onderlinge bijstand, met een forfaitaire minimumbijdrage van 40 000 frank voor elke voornoemde schuldenaar. ".
Art.2. Artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling :
§ 1. De bedragen over te maken door de landsbonden van ziekenfondsen, door de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij de Belgische Spoorwegen en door de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering bij toepassing van de artikelen 1, eerste lid, 1° en 2° en eerste lid, worden als volgt vereffend :
1° twee twaalfden op de eerste werkdag van de maanden januari en augustus;
2° een twaalfde op de eerste werkdag van de andere maanden, uitgezonderd voor de maanden november en december. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN