Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 DECEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 1994, van het bedrag, de verdeelsleutel en het promille, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 21 december 1992, tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. (NOTA 1 : De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ; Inwerkingtreding : 01-01-2005) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-03-1994 en tekstbijwerking tot 20-10-2004)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de werkingskosten van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, voor het jaar 1994, wordt het bedrag bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 21 december 1992, tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, op 120,5 miljoen frank vastgesteld.
  De verdeelsleutel bedoeld in voornoemd artikel 1, eerste lid, 1°, wordt voor dat jaar vastgesteld als volgt :
  a) Landsbond der Christelijke Mutualiteiten : 42,812 %;
  b) Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen : 4,671 %;
  c) Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten : 29,189 %;
  d) Landsbond van Liberale Mutualiteiten : 6,904 %;
  e) Landsbond van de Beroeps- en Onafhankelijke Ziekenfondsen : 14,729 %;
  f) Kas der Geneeskundige Verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen : 1,695 %.
  Het in artikel 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit bedoeld promille wordt voor datzelfde jaar vastgesteld op 1,55.

Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1994.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.