8 MAART 1989. - Koninklijk besluit tot oprichting van [Leefmilieu Brussel]. <Opschrift gewijzigd door ORD2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018> (NOTA : Dit besluit wordt met uitzondering van het artikel 8 bekrachtigd bij W 1989-06-16/30, art. 41, Inwerkingtreding : 1989-06-17) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-06-1989 en tekstbijwerking tot 14-05-2018)
Art. 1-8, 8bis, 9-10
1990027543 1991028578 1991031255 1992031348 1993003742 1993031001 1993931413 1994031111 1994031479 1995031111 1996031447 1996071850 1997031139 1997031140 1997031141 1997031142 1997031143 1997031144 1997031221 1997031222 1997031223 1997031470 1998031033 1998031034 1998031035 1998031036 1998031037 1998031038 1998031039 1998031323 1998031356 1998102954 1999031368 2000031183 2000031261 2000031297 2000031298 2001031244 2001031266 2001031324 2001031445 2001031486 2001031487 2001031488 2001070550 2002031025 2002031207 2002031262 2002031324 2002031325 2002031326 2002031327 2002031328 2002031329 2002031330 2002031559 2002031597 2002031598 2002031601 2003031329 2003031374 2003031387 2003031432 2003031506 2004031056 2004031147 2004031254 2004031290 2004031598 2005031151 2005031335 2006031020 2006031060 2006031207 2006031460 2006031504 2006031647 2007031123 2007031192 2007031259 2007031260 2007031263 2007031264 2007031446 2007031461 2007031462 2008012513 2008031014 2008031057 2008031142 2008031220 2008031621 2008031643 2009031065 2009031360 2009031376 2009031394 2010031005 2010031107 2010031110 2010031209 2010031412 2010031449 2010031519 2011031057 2011031100 2011031135 2011031184 2011031295 2011031647 2012031071 2012031073 2012031208 2012031632 2013031022 2013031026 2013031532 2013031969 2014031170 2014031363 2014031406 2014031408 2014031603 2015031173 2015031888 2016031258 2016031517 2016031777 2016031801 2016031863 2017010520 2017010522 2017010767 2017011564 2017012529 2017012733 2018010892 2018011465 2018011466 2018011906 2018012038 2018014864 2019010486 2019015716 2019041437 2019042168 2020010436 2020016079 2020016080 2020016159 2020040958 2020042058 2020042100 2020044240 2021021565 2021042822 2022015098 2022020917 2022020960 2022030175 2022031014 2022033754 2022041192 2022042245 2023030464 2023030981 2023031417 2023040297 2023040613 2023042811 2023043263 2023043708 2023043709 2023045452 2023047614 2023048138 2023048447 2024001340 2024001917 2024002930 2024003015 2024005149 2024005733 2024009911
Artikel 1.§ 1. Er wordt voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest een instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid opgericht onder de benaming [1 Leefmilieu Brussel]1.
§ 2. [1 Leefmilieu Brussel]1 is onderworpen aan de regels, vastgesteld voor de instellingen bedoeld in artikel 1, A, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
§ 3. [1 Leefmilieu Brussel]1 heeft zijn zetel in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
§ 4. De werking van [1 Leefmilieu Brussel]1 beperkt zich tot het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.2.§ 1. [1 Leefmilieu Brussel]1 wordt vertegenwoordigd en beheerd door de Executieve van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, hierna de Executieve genoemd.
De Executieve is bevoegd om alle daden van beheer te stellen.
§ 2. Het dagelijks bestuur van [1 Leefmilieu Brussel]1 wordt waargenomen door een leidend ambtenaar en een adjunct-leidend ambtenaar die door de Executieve worden (aangesteld) en die tot een verschillende taalrol behoren. <ORD 2001-03-29/52, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-03-2001>
Alle beslissingen van de leidend ambtenaar, zowel interne als externe, moeten op schrift worden gesteld; ze moeten worden ondertekend door de leidend ambtenaar en door de adjunct-leidend ambtenaar. De Executieve bepaalt de delegaties van bevoegdheden die hun worden toegekend en beslist in welke gevallen hun gezamenlijke handtekeningen niet zijn vereist.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.3.§ 1. [3 Leefmilieu Brussel]3 is, wat het leefmilieu betreft, belast met de in §§ 2 en 3 van dit artikel bedoelde taken inzake beheer en controle, voor zover deze tot de bevoegdheid van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest behoren.
§ 2. [3 Leefmilieu Brussel]3 is belast met de volgende taken :
- het verwezenlijken van onderzoeken en studies betreffende het leefmilieu (en de energie); <ORD 1995-04-27/53, art. 2, 1°, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995>
- het verstrekken van adviezen betreffende het leefmilieu (en de energie), uit eigen beweging of op verzoek van de Executieve; <ORD 1995-04-27/53, art. 2, 2°, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995>
- het bestuderen van de toepassing en de omzetting van de regels van de Europese Gemeenschappen inzake leefmilieu (en energie), alsook het geven van advies ter zake aan de Executieve (en de Europese instellingen de verslagen en alle andere inlichtingen bezorgen die vereist zijn door of krachtens de Verdragen van de Europese Unie of het afgeleide recht;) <ORD 1995-04-27/53, art. 2, 3°, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995> <ORD 2001-12-06/57, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 12-02-2002>
- het bijstaan van de plaatselijke besturen door het opmaken van milieu-richtplannen en audits en door het verlenen van raad en bijstand inzake leefmilieu (en energie); <ORD 1995-04-27/53, art. 2, 4°, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995>
- (...) <opgeheven door ORD 1992-07-30/34, art. 80, 003; Inwerkingtreding : onbepaald >;
- het controleren, houden van toezicht op het bestrijden van de lucht-, water- en bodemverontreiniging, geluidshinder en het verwijderen van afvalstoffen;
- het oprichten en beheren van een databank (in verband met milieu- en energiebeheer); <ORD 1995-04-27/53, art. 2, 5°, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995>
- het opmaken, het controleren, het organiseren en het aan de Executieve voorstellen van een afvalstoffenplan;
- het bevorderen van recyclage en hergebruik van afvalstoffen [2 en het beheer van de verontreinigde bodems financieren ]2;
- [1 toezicht houden op en een inventaris opmaken van de bodemkwaliteit [2 en zorgen voor de identificatie en]2 de behandeling van bodemverontreiniging;]1
- (de opdrachten vervullen waarmee het wordt belast met toepassing van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid en de uitvoeringsbesluiten van deze ordonnantie) <ORD 2006-10-20/35, art. 68, 002; Inwerkingtreding : 13-11-2006>
- het natuurbehoud en de natuurbescherming, het toezicht op fauna, flora en de natuurlijke hulpbronnen;
- het beheren van de natuurgebieden en de semi-natuurgebieden.
(- het beheer van de groene ruimten;
- het registreren, het bijhouden en de publikatie verzekeren van de gevalideerde milieuverklaring, uitgevoerd door de ondernemingen overeenkomstig het Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem, opgericht door de verordening EEG nr. 1836/93 van de Raad.) <ORD 1995-04-27/53, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995>
§ 3. De Executieve kan andere taken dan deze bedoeld in § 2 aan [3 Leefmilieu Brussel]3 opdragen en de voorwaarden waaronder [3 Leefmilieu Brussel]3 zijn taken uitvoert nader omschrijven.
(§ 4. De Executieve kan de ambtenaren van [3 Leefmilieu Brussel]3 belasten met de controlebevoegdheden inzake leefmilieu die de wetten en besluiten toekennen aan de ambtenaren van de diensten van de Executieve.) <W 1989-06-16/30, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 1989-06-17>
----------
(1)<ORD 2009-03-05/30, art. 81, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<ORD 2017-06-23/23, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 23-07-2017>
(3)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.4.Om zijn opdrachten te vervullen kan [1 Leefmilieu Brussel]1 overeenkomsten sluiten met natuurlijke personen en publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen en inzonderheid met universitaire of interuniversitaire instellingen.
Om zijn taken te vervullen kan [1 Leefmilieu Brussel]1 vennoot worden in maatschappijen en deze controleren.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.5.[1 Leefmilieu Brussel]1 kan op eigen kosten alle onroerende goederen verwerven, die nodig geoordeeld worden om zijn doelstellingen te verwezenlijken, hetzij in der minne, hetzij door onteigeningen door tussenkomst van de Executieve.
De Executieve vervreemdt voor rekening en ten bate van [1 Leefmilieu Brussel]1 alle beschikbaar geworden onroerende goederen.
De ambtenaren van de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen zijn bevoegd om de akten van aankoop of vervreemding van de onroerende goederen te verlijden. Zij verrichten de vervolgingen en voeren de onteigeningsprocedures in naam van de Executieve.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.6.[1 Leefmilieu Brussel]1 heeft als middelen :
1° de in de begroting van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest opgenomen kredieten;
2° de in zijn voordeel gedane schenkingen en legaten;
3° de aan zijn werkzaamheden verbonden inkomsten en vergoedingen voor prestaties;
4° de door de wet toegekende middelen.
5° subsidies en toevallige inkomsten.
(Er wordt een heffing ingesteld ten laste van de bedrijven uit de industriële sektor die deelnemen aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem. Deze heffing is bestemd om de administratieve kosten van [1 Leefmilieu Brussel]1 te dekken verbonden aan de procedure van de registratie van locaties alsook de kosten voor de bevordering van het systeem.
De Regering bepaalt het bedrag en de modaliteiten voor de inning van de heffing.) <ORD 1995-04-27/53, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 07-07-1995>
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.7.§ 1. Bij [1 Leefmilieu Brussel]1 wordt een Commissie van Advies ingesteld. Deze Commissie omvat in ieder geval vertegenwoordigers van de representatieve organisaties, van bedrijven evenals personen aangesteld om reden van hun wetenschappelijke bevoegdheid.
Deze Commissie geeft uit eigen beweging of op aanvraag van de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar, van de Executieve of van het lid van de Executieve tot wiens bevoegdheid het leefmilieu, het natuurbehoud en de natuurbescherming behoren, adviezen betreffende de bescherming en verbetering van het leefmilieu en de natuurbescherming en het natuurbehoud.
Het hiervoor bedoelde lid van de Executieve kan aan de Commissie inzage verlenen van alle documenten die noodzakelijk kunnen zijn voor haar adviserende taak. De Executieve bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de Commissie.
§ 2. In de Commissie worden twee taalgroepen gevormd, waarbij twee derde van de leden tot de meest talrijke taalgroep en één derde van de leden tot de minst talrijke taalgroep moeten behoren.
De aanhorigheid van de leden bij deze taalgroepen dient bekrachtigd te worden door de leden van de Executieve.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.8.<Zie NOTA onder het opschrift> De bepalingen betreffende het gebruik van de talen in bestuurszaken die gelden voor de diensten van het Ministerie van het Brusselse Gewest, zijn van toepassing op [1 Leefmilieu Brussel]1.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art. 8bis.<Ingevoegd bij ORD 1995-04-27/53, art. 4; Inwerkingtreding : 07-07-1995> § 1. Het personeel dat, in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 14 juli 1993 tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie overgaan naar de Gewesten, bij Koninklijk Besluit van 31 januari 1994 naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd overgeheveld, wordt aangewezen bij [1 Leefmilieu Brussel]1.
Het personeel, beoogd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 oktober 1993 tot overheveling omwille van functionele noodzakelijkheid van het personeel van het Bestuur van Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu naar het Brussels Instituut voor Milieubeheer, zoals gewijzigd bij dit besluit, wordt overgeheveld naar [1 Leefmilieu Brussel]1.
§ 2. Naast hun hoedanigheid en hun graad behouden de overgehevelde wetenschappelijke personeelsleden ook hun dienst-, wetenschappelijke en geldelijke anciënniteit en de overgehevelde niet-wetenschappelijke personeelsleden behouden hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Ze behouden eveneens hun toelagen, vergoedingen of premies en andere voordelen waarop ze in hun vroegere aanstelling aanspraak konden maken, overeenkomstig de reglementering die op hen van toepassing was.
Voor de personeelsleden die in hun vroegere aanstelling belast waren met de uitoefening van een hogere functie, wordt er, voor hun overheveling, alleen rekening gehouden met hun statutaire graad.
Indien ze in hun nieuwe aanstelling, vanaf de datum van de overheveling en zonder onderbreking opnieuw worden belast met de uitoefening van dezelfde hogere functie, worden zij voor de toepassing van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de staatsbesturen, geacht de hogere functie verder uit te oefenen.
----------
(1)<ORD 2018-05-03/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.9. De Executieve regelt de uitvoering van dit besluit.
Voor de toepassing van artikel 47, § 1, van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen, regelt de Koning de uitvoering van dit besluit bij in de Executieve overlegd besluit.
Art. 10. Onze Minister van het Brusselse Gewest en Onze Staatssecretaris voor het Brusselse Gewest zijn, ieder van hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.