Details





Titel:

6 JULI 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 betreffende telewerk



Inhoudstafel:


Art. 1-31



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017020195 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het opschrift van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 betreffende telewerk wordt vervangen als volgt:
  "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 betreffende telewerk en satellietwerk".

Art.2. In artikel 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In de Franstalige versie wordt in 1° het woord "les" vervangen door het woord "des";
  b) De woorden "- Net Brussel" worden toegevoegd aan 3°.
  c) In 4° worden de woorden "van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" vervangen door het woord " Brupartners".
  d) Het 8° wordt opgeheven.

Art.3. In artikel 2, eerste lid van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) 2°, zoals vervangen door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2020, wordt vervangen als volgt:
  "2° de gekozen werkplek: de door de telewerker gekozen plaats of plaatsen buiten een satellietkantoor en buiten de lokalen van de werkgever, met instemming van deze laatste.
  ";
  b) In 3°, zoals gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2020, worden de woorden "op de woonplaats van de telewerker" vervangen door de woorden "op een gekozen werkplek";
  c) In 5° :
  - de woorden "het Directiecomité" worden vervangen door de woorden "de Directieraad";
  - de woorden "of de woonplaats" worden vervangen door de woorden ", een satellietkantoor of een gekozen werkplek;";
  d) In 6° :
  - de woorden "noch occasioneel noch structureel" worden opgeheven;
  - de woorden "op zijn woonplaats" worden opgeheven;
  e) 7° wordt vervangen als volgt:
  "7° satellietwerk: een vorm van werkorganisatie en/of -uitvoering, waarbij gebruik wordt gemaakt van informatietechnologie, waarbij werk dat normaliter in de dienst van de aanstelling wordt verricht, in een satellietkantoor wordt verricht;";
  f) 8° wordt vervangen als volgt:
  "8° satellietkantoor: een gedecentraliseerd lokaal van de werkgever of een lokaal dat door de werkgever aan het personeelslid ter beschikking wordt gesteld. Verscheidene werkgevers kunnen overeenkomen om gezamenlijk lokalen in te richten om ze ter beschikking van hun personeel te stellen;";
  g) Er wordt een 8bis° ingevoegd, luidende:
  "8bis° : werknemer in een satellietkantoor: elk personeelslid dat werk verricht in een satellietkantoor;";

Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende:
  "Art.2/1. Het werk dat gewoonlijk door mobiele werknemers buiten de lokalen van de werkgever wordt verricht, valt niet binnen de werkingssfeer van dit besluit, tenzij het wordt verricht in een satellietkantoor of op een door de mobiele werknemer gekozen werkplek.".

Art.5. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen als volgt:
  "Procedure voor de behandeling van het verzoek om telewerk of satellietwerk".

Art.6. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 1 ingevoegd luidende: "Algemene principes".

Art.7. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 3. § 1. De beslissing om beroep te doen op satellietwerk in een instelling wordt genomen door de Directieraad.
  § 2. Het telewerken en, indien georganiseerd, het werken in satellietkantoren zijn vrijwillig voor het personeelslid.
  Zij zijn onderworpen aan een voorafgaande toestemming als bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
  De concrete voorwaarden voor de uitvoering van telewerk en satellietwerk worden gespecificeerd in een individuele operationele overeenkomst, gesloten met de functionele chef, overeenkomstig de bepalingen van afdeling 3 van dit hoofdstuk.".

Art.8. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 2 ingevoegd luidende: " Princiepsakkoord ".

Art.9. Artikel 4 van het besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 4. Het personeelslid kan toestemming krijgen om gebruik te maken van telewerk en/of satellietwerk indien hij/zij aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1° telewerken of satellietwerk, naar gelang van het geval, is verenigbaar met de functie.
  Daartoe stelt de Directieraad na overleg een lijst op van functies die niet of slechts gedeeltelijk verenigbaar zijn met telewerken en/of satellietwerk.
  2° Het personeelslid ontvangt een met redenen omkleed gunstig advies van de functionele chef of het akkoord van de Directieraad na zijn schriftelijke klacht. Het met redenen advies van de functionele chef heeft, ten minste, betrekking op de gekozen werkplek(ken) en het aantal gevraagde telewerk dagen.
  De in 2° bepaalde voorwaarde is alleen van toepassing op de mobiele werker wanneer deze verzoekt om hele of halve dagen telewerk of satellietwerk te verrichten.".

Art.10. Artikel 5 van het besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 5. § 1. Het personeelslid kan op elk moment van het jaar een individueel verzoek tot een princiepsakkoord indienen om te telewerken en/of satellietwerk te verrichten gebruik makend van het daartoe bestemde formulier.
  De functionele chef verwerkt het verzoek en stuurt het binnen drie werkdagen naar de dienst die verantwoordelijk is voor het personeelsbeheer.
  § 2. Deze dienst staat ambtshalve telewerk of satellietwerk toe wanneer het advies van de functionele chef gunstig is.
  § 3. Wanneer het advies van de functionele chef ongunstig is, wordt dit met redenen omkleed.
  Een afschrift van het ongunstig advies wordt binnen drie werkdagen aan het betrokken personeelslid toegezonden.
  De in het vorige lid bedoelde kennisgeving vermeldt de procedure en de termijn voor het indienen van de in lid 4 bedoelde klacht.
  § 4. Het personeelslid heeft na ontvangst van de in paragraaf 3, tweede alinea, bedoelde kennisgeving tien werkdagen de tijd om een schriftelijke klacht in te dienen bij de dienst die belast is met het personeelsbeheer.
  Indien binnen de termijn geen klacht is ingediend, wordt telewerk en/of satellietwerk geacht te zijn geweigerd.
  De dienst die belast is met het personeelsbeheer voegt de klacht bij het aanvraagdossier.
  § 5 Elke maand worden, indien nodig, de volledige aanvraagdossiers voor telewerken of satellietwerk waarover de functionele chef een met redenen omkleed negatief advies heeft uitgebracht en waarvoor binnen de in paragraaf 4, lid 1, bedoelde termijn een klacht is ingediend, aan de Directieraad verstuurd.
  De Directieraad neemt binnen een maand een met redenen omkleed besluit.
  In afwijking van het voorgaande lid neemt de Directieraad, indien een klacht wordt ingediend in de maanden juli en augustus, zijn besluit tijdens de eerstvolgende geplande vergadering van de Directieraad.
  § 6. Bij een positief advies van de functionele chef of een positief besluit van de Directieraad wordt de in artikel 5 bedoelde schriftelijke overeenkomst gesloten.".

Art.11. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.6. § 1. De leidend ambtenaar en de telewerker/satellietwerker bepalen samen in het princiepsakkoord de algemene voorwaarden voor de uitoefening van telewerk en/of satellietwerk, met inachtneming van het arbeidsreglement van de betrokken instelling.
  Deze overeenkomst wordt ten laatste gesloten op de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin het telewerk en/of het satellietwerk begint.
  Voor personeelsleden met een arbeidsovereenkomst wordt de in lid 1 bedoelde overeenkomst in een aanhangsel toegevoegd aan de arbeidsovereenkomst.
  Voor statutaire personeelsleden is de beslissing van de werkgever tot vastlegging van de in lid 1 bedoelde overeenkomst het voorwerp van een eenzijdige rechtshandeling.
  § 2. De in paragraaf 1 bedoelde overeenkomst vermeldt ten minste:
  1° de gekozen werkplek(ken) waar telewerk en/of satellietwerk wordt verricht;
  2° de arbeidsregeling, indien deze afwijkt van de voor het personeelslid op zijn werkplek geldende arbeidsregeling, zoals beschreven in het arbeidsreglement;
  3° de aanvangsdatum en de wijze van beëindiging van de telewerk- en/of satellietwerk overeenkomst;
  4° de communicatiemodaliteiten volgens welke de telewerker of satellietwerker bereikbaar moet zijn.
  § 3. Indien het personeelslid één of meer bepalingen van de in de punten 1°, 2° en 4° van paragraaf 2 bedoelde overeenkomst later wenst te wijzigen, richt hij een gemotiveerd verzoek daartoe, ter attentie van de leidend ambtenaar, bij de dienst belast met het personeelsbeheer.
  De leidend ambtenaar neemt een beslissing binnen 7 kalenderdagen na ontvangst van het in het vorige lid bedoelde verzoek.
  Indien de leidend ambtenaar het verzoek geheel of gedeeltelijk inwilligt, wordt een nieuwe overeenkomst gesloten in de in lid 3 of lid 4 van eerste paragraaf bedoelde vorm.
  § 4. Telewerk wordt verricht op een binnen de Europese Economische Ruimte gekozen werkplek.
  In afwijking van het vorige lid kan telewerk worden verricht op een buiten de Europese Economische Ruimte gekozen werkplek, met voorafgaande toestemming van de Directieraad van de instelling waarbij de telewerker in dienst is.
  § 5. De telewerker en de satellietwerker hebben een recht op deconnectie.
  Dit is het recht om buiten hun werktijd niet verbonden te zijn met professionele digitale hulpmiddelen en geen professionele oproepen en berichten te beantwoorden, behalve:
  -om uitzonderlijke en onvoorziene redenen die maatregelen vereisen die niet tot de volgende werkperiode kunnen wachten;
  -indien het personeelslid voor een wachtdienst is aangewezen en gedurende de perioden dat het personeelslid daadwerkelijk wachtdienst heeft;
  -indien vooraf anders is overeengekomen, om een gemotiveerde reden, tussen de functioneel chef en de telewerker/satellietwerker.
  Het personeelslid wordt niet benadeeld indien hij/zij buiten zijn/haar normale werkuren de telefoon niet opneemt of werk gerelateerde boodschappen niet leest.".

Art.12. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 3 ingevoegd luidende: "Individueel operationeel akkoord ".

Art.13. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.7. § 1. Over de concrete invulling van telewerk en satellietwerk wordt een operationele overeenkomst gesloten tussen het personeelslid en zijn/haar functionele chef, met inachtneming van de voorwaarden die in het princiepsakkoord zijn opgenomen, geviseerd in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
  In afwijking van het vorige lid kan de functionele chef het personeelslid niettemin toestaan op een andere plaats te telewerken of in een ander satellietkantoor te werken dan deze die in het princiepsakkoord wordt vermeld.
  § 2. Behalve in geval van overmacht dient het personeelslid zijn verzoek in, om de dagen of halve dagen te bepalen waarop hij/zij wil telewerken of in een satellietkantoor wil werken, uiterlijk op de tweede werkdag vóór de eerste dag van het telewerk/satellietwerk waarop het verzoek betrekking heeft.
  Het personeelslid vermeldt in zijn verzoek de plaats waar hij/zij zal telewerken of het satellietkantoor van waaruit hij/zij zal werken.
  § 3. De functionele chef informeert de telewerker over de uit te voeren taken, de te bereiken doelstellingen en de methoden om het verrichte werk te evalueren.
  Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot intrekking van de machtiging tot telewerken en/of satellietwerken, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 15 van dit besluit.
  § 4. De in dit artikel bedoelde mededelingen, overeenkomsten en beslissingen kunnen langs elektronische weg worden gedaan, met uitzondering van het in paragraaf 3, tweede alinea, bedoelde beslissing tot intrekking van de machtiging tot telewerk en/of satellietwerk. Deze beslissing moet bij aangetekende brief worden meegedeeld.".

Art.14. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk III vervangen als volgt:
  "Organisatorische aspecten van telewerk en van satellietwerk".

Art.15. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.8. Er is geen sprake van toename of afname van het aantal werkuren als gevolg van telewerk en/of satellietwerk.
  De telewerker of satellietwerker beheert de organisatie van zijn werk met inachtneming van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector of de wet van 19 april 2014 tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.".

Art.16. Artikel 9 van hetzelfde besluit, zoals vervangen door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2020, wordt vervangen als volgt:
  "Art.9. § 1. Een voltijds personeelslid mag maximaal 14 dagen per kalendermaand, gelijkmatig over de kalendermaand verdeeld, telewerken of in een satellietkantoor werken.
  Voor deeltijdpersoneelslid wordt dit maximum dienovereenkomstig verlaagd.
  Met voorafgaande toestemming van de Directieraad kan de dienst die belast is met het personeelsbeheer het personeelslid toestaan af te wijken van de in de leden 1 en 2 bepaalde drempel wanneer objectieve omstandigheden zulks vereisen, met name om medische redenen of in het kader van redelijke aanpassingen.
  De dienst die belast is met het personeelsbeheer stelt voor de Directieraad een dossier samen met alle documenten en adviezen die relevant zijn voor de beslissing.
  § 2. Telewerk of satellietwerk vindt plaats op basis van een hele of halve dag.
  Met voorafgaande toestemming van de functionele chef kan de mobiele werknemer, voor of na externe diensten, telewerken op een gekozen werkplek.
  § 3. De toepassing van bovengenoemde regels moet verenigbaar blijven met het beginsel van de continuïteit van de openbare dienst. De functionele chef neemt de nodige maatregelen en beslissingen om deze continuïteit te waarborgen.
  Daartoe kan hij de dag waarop tele- of satellietkantoorwerkzaamheden worden verricht wijzigen, door het betrokken personeelslid binnen een redelijke termijn schriftelijk de redenen daarvoor mee te delen.
  De leidende ambtenaar van de onder deze richtlijn vallende instellingen kan beslissen tot bijzondere werkregelingen voor specifieke organisatorische eenheden of activiteiten.".

Art.17. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden aan het enige lid de volgende woorden toegevoegd: "en op de satellietwerker, in het bijzonder wanneer zij zich in het buitenland bevinden. ".

Art.18. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.11. § 1. De werkgever informeert de telewerker en satellietwerker over de bescherming- en preventiemaatregelen die van kracht zijn in de instelling inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de eisen inzake beeldschermapparatuur.
  De telewerker en de satellietwerker passen deze maatregelen toe.
  § 2. Wanneer telewerk in het buitenland plaatsvindt, ziet de werkgever erop toe dat de toepasselijke wetgeving inzake welzijn op het werk wordt nageleefd en garandeert hij de telewerker ter zake een beschermingsniveau dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat hij op het Belgisch grondgebied zou genieten.".

Art.19. Artikel 12 van hetzelfde besluit, zoals vervangen door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2020, wordt vervangen als volgt:
  "Art.12. § 1. De overschakeling naar telewerk of naar satellietwerk heeft geen enkele invloed op de rechtspositie van het personeelslid.
  De rechten en plichten die voor de telewerker of satellietwerker gelden, zijn dezelfde als voor de andere werknemers van dezelfde werkgever. Het personeelslid blijft onderworpen aan dezelfde reglementering inzake scholing, loopbaanontwikkeling en evaluatie.
  § 2. Telewerk en satellietwerk geven geen recht op vergoeding van verblijfkosten, ongeacht de plaats waar zij worden verricht.
  § 3. Voor vergoedingen in verband met woon-werk verkeer wordt de plaats van het satellietkantoor als werkplek beschouwd. Het bedrag van deze toelagen mag echter niet hoger zijn dan het bedrag van de toelagen berekend tussen de woonplaats van de werknemer en de bedrijfsruimten van de werkgever.
  § 4. Een aansluitingsvergoeding van twintig euro per maand, niet-indexeerbaar, wordt toegekend aan het personeelslid dat ten minste één dag per maand telewerkt.
  Aanvullend, een kantoorvergoeding van dertig euro per maand, niet-indexeerbaar, wordt toegekend aan het personeelslid dat ten minste 4 dagen per maand telewerkt.
  Werkdagen in een satellietkantoor worden niet meegerekend.".

Art.20. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 13. § 1. De werkgever zorgt voor de nodige uitrusting, met inbegrip van IT en telefoon, voor telewerkers en werknemers van satellietkantoren en installeert en onderhoudt deze.
  De werkgever betaalt de noodzakelijke aanpassingen van de ter beschikking gestelde uitrusting, met name voor gehandicapten.
  § 2. De werkgever draagt de kosten in verband met het verlies of de beschadiging van dergelijke uitrusting en gegevens die door het personeelslid in het kader van telewerk of satellietwerk worden gebruikt, behalve in geval van opzet, grove fout of gewone lichte fout van het personeelslid.
  § 3. In geval van schade door derden, verlies of diefstal dient het personeelslid binnen 48 uur een klacht in bij de politie en verkrijgt hij een proces-verbaalnummer. Indien het personeelslid niet weet waar/in welke omstandigheden hij zijn uitrusting heeft verloren, volgt hij de voor diefstal beschreven procedure.
  Binnen dezelfde termijn meldt hij het verlies of de diefstal ook rechtstreeks aan de dienst IT-beveiliging, vergezeld van ten minste het aan het proces verbaal toegekende nummer of het bewijs dat de passende procedure is gevolgd. Het personeelslid stelt de functionele chef in kennis van de genomen maatregelen.
  Zodra zij van het incident in kennis zijn gesteld, zal de IT-beveiligingsdienst het apparaat overeenkomstig de beveiligingsprocedures laten blokkeren, zodat het geen verbinding meer kan maken met de middelen van de werkgever. De IT-beveiligingsdienst stelt het personeelslid binnen een redelijke termijn nieuwe apparatuur ter beschikking.
  Ten slotte verstrekt het personeelslid de werkgever het bewijs van voornoemde melding en alle in zijn bezit zijnde informatie die de werkgever in staat kan stellen de geleden schade vergoed te krijgen.".

Art.21. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  " Art.14. § 1. Om redenen van vertrouwelijkheid en bescherming van door de werknemer verwerkte persoonsgegevens eist de werkgever dat gebruik wordt gemaakt van een beveiligingsinstrument voor het internetnetwerk dat hij van tevoren ter beschikking heeft gesteld, alsmede van alle veiligheidsmaatregelen en/of -instrumenten die hij nodig acht.
  Wat de persoonsgegevens van de werknemer zelf betreft, mogen in dit verband alleen gegevens worden verwerkt die adequaat, noodzakelijk en relevant zijn voor het behoud van de veiligheid van het netwerk van de werkgever en voor enig ander legitiem doel in het kader van de arbeidsverhouding.
  Het personeelslid draagt als een zorgvuldig en redelijk persoon zorg voor de uitrusting die hem is toevertrouwd. Hij respecteert en past de toepasselijke regels inzake informaticaveiligheid toe.
  Daartoe informeert hij zich regelmatig over de reglementen inzake informaticaveiligheid die verspreid worden door de werkgever.
  § 2. Het personeelslid mag slechts het aan hem ter beschikking gestelde materiaal voor privédoeleinden gebruiken mits akkoord van zijn werkgever of van zijn plaatsvervanger en volgens de door hem bepaalde voorwaarden.
  § 3. De werkgever biedt de telewerker en de satellietwerker technische bijstand aan. Deze technische bijstand is bereikbaar volgens het van toepassing zijnde arbeidsuurroorster in de lokalen van de werkgever.
  § 4. De dienst bevoegd voor de informaticaveiligheid van de werkgever kan op elk moment de toegang tot de netwerkgegevens van de telewerker of satellietwerker beperken wanneer de integriteit en de veiligheid van de Informatica-apparatuur van de werkgever in gevaar is.
  Deze toestand wordt beschouwd als een geval van overmacht in hoofde van de telewerker of de satellietwerker die de uitvoering van zijn taken niet kan voortzetten, behalve indien de onderbreking te wijten is aan verkeerd gedrag of verkeerd gebruik van de ter beschikking gestelde informaticatoestellen.
  § 5. De telewerker of de satellietwerker is verplicht om de afdeling die verantwoordelijk is voor IT-beveiliging en zijn functionele chef onmiddellijk op de hoogte te brengen van een defect aan de apparatuur of een ander geval van overmacht waardoor hij niet bij machte is zijn werk uit te voeren.
  In dat geval moet de telewerker of de satellietwerker alles in het werk stellen om zijn werkzaamheden te komen uitvoeren in de lokalen van zijn werkgever of op een andere door de werkgever aangeduide plaats.".

Art.22. In hetzelfde besluit wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 14/1 :De overheidsdiensten die onder de werkingssfeer van dit besluit vallen, stellen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit een plan op voor de optimalisering van het gebruik van de hun ter beschikking gestelde ruimten en dit op basis van de evolutie van telewerk en satellietkantoorwerk. ".

Art.23. In hetzelfde besluit wordt de titel van hoofdstuk IV vervangen als volgt:
  "Duur, opschorting en beëindiging van het akkoord inzake telewerk en/of satellietwerk".

Art.24. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.15. § 1. Het principeakkoord telewerken en/of satellietwerken geldt voor onbepaalde tijd.
  § 2. Telewerk kan tijdelijk worden opgeschort door het personeelslid of door de leidend ambtenaar, met name op een met redenen omkleed verzoek van het functionele chef :
  1° de opschorting van telewerk op initiatief van het personeelslid wordt ten minste tien werkdagen van tevoren aangevraagd. De schorsing gaat in op de eerste dag van de volgende maand en duurt ten minste één maand.
  2° Tot de schorsing van telewerk op initiatief van de leidend ambtenaar, met name op een met redenen omkleed verzoek van het functionele chef, kan worden besloten nadat het personeelslid is gehoord.
  De leidend ambtenaar motiveert zijn beslissing en stelt het personeelslid in kennis van de tijdelijke schorsing en de duur ervan. De schorsing gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de mededeling van de beslissing.
  § 3. Telewerk en/of satellietwerk wordt beëindigd:
  1° na een onderbreking van de dienstbetrekking van meer dan drie maanden, onverminderd het jaarlijkse vakantieverlof of het moederschapsverlof; de leidend ambtenaar kan evenwel beslissen dat telewerk en/of satellietwerk kan worden voortgezet onder de voorwaarden in het aanhangsel of de unilaterale beslissing vastgestelde voorwaarden;
  2° wanneer de arbeidsverhouding wordt verbroken, ongeacht op welke wijze;
  3° op initiatief van het personeelslid per brief of e-mail gericht aan de leidend ambtenaar.
  Beëindiging van telewerk op initiatief van het personeelslid moet ten minste tien werkdagen van tevoren worden aangevraagd. Telewerk eindigt op de eerste dag van de volgende maand;
  4° op initiatief van de leidend ambtenaar, die zijn beslissing motiveert en het personeelslid, na hem te hebben gehoord, daarvan in kennis stelt:
  a) met een opzegtermijn van 30 kalenderdagen.
  De leidend ambtenaar brengt de beslissing ter kennis van het personeelslid op één van de wijzen bepaald in artikel 2/1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de Brusselse gewestelijke overheidsdiensten.
  De opzegtermijn gaat in op de derde werkdag na de kennisgeving van de beslissing;
  b) met onmiddellijke ingang en zonder opzegtermijn:
  - in geval van verandering van functie van het personeelslid of een interne mobiliteit.
  Na de functiewijziging of de interne mobiliteit kan de bevoegde functionele chef echter besluiten dat de beslissing wordt voortgezet onder de voorwaarden van het bestaande aanhangsel of de unilaterale beslissing;
  - in geval van misbruik van of schade aan de telewerker of satellietwerker ter beschikking gestelde apparatuur of infrastructuur, die aan deze laatste kan worden toegeschreven;
  - in geval van niet-naleving van wettelijke, reglementaire, disciplinaire of, in voorkomend geval, contractuele bepalingen door de telewerker of satellietwerker, onverminderd de mogelijkheid om een tuchtprocedure in te leiden.
  § 4. Behalve in het geval waarin de arbeidsverhouding wordt beëindigd, leidt het einde van telewerk en satellietwerk ertoe dat het personeelslid terugkeert naar de gebouwen van de werkgever.
  De voor telewerk of satellietwerk ter beschikking gestelde apparatuur wordt teruggegeven aan de werkgever.".

Art.25. In hetzelfde besluit wordt een nieuwe hoofdstuk V ingevoegd, luidende: "Bemiddeling".

Art.26. In hetzelfde besluit wordt een artikel 15/1 ingevoegd, luidende:
  "Art.15/1. § 1. Het personeelslid kan om bemiddeling verzoeken bij de dienst die belast is met het personeelsbeheer:
  1° wanneer een negatieve beslissing wordt genomen over het verzoek om telewerk en/of satellietwerk;
  2° wanneer hij het niet eens is met de beslissing tot opschorting of intrekking van zijn toestemming om te telewerk- en/of te satellietwerken;
  3° wanneer hij bemiddeling noodzakelijk acht in andere dan de in de punten 1 en 2 bedoelde gevallen.
  § 2. De dienst die belast is met het personeelsbeheer brengt een advies uit binnen eenentwintig kalenderdagen na de datum waarop het verzoek om bemiddeling is ingediend.".

Art.27. In hetzelfde besluit wordt de opschrift van HOOFDSTUK V " Opheffings- en Slotbepalingen " vervangen als volgt:
  "HOOFDSTUK VI - Overgangs-, intrekkings- en slotbepalingen".

Art.28. In hetzelfde besluit wordt een artikel 15/2 ingevoegd, luidende:
  "Art.15/2. De toepassing van dit besluit wordt jaarlijks geëvalueerd.".

Art.29. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.16. De toestemmingen voor telewerk die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn verleend, worden gedurende een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit gehandhaafd.
  De artikelen 14 tot 26 zijn echter van onmiddellijke toepassing op deze toestemmingen.
  Indien het personeelslid na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn aan telewerk wenst te blijven doen, dient het personeelslid hiertoe een verzoek in onder de voorwaarden van dit besluit.
  Artikel 19 van dit besluit, betreffende de kantoorvergoeding van 30 euro, is van kracht op 1 april 2022.".

Art.30. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art.18. De minister-president en de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering worden, ieder voor wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.".

Art. 31. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 19, betreffend de kantoorvergoeding van 30 euro, die van kracht is op 1 april 2022.