26 APRIL 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ten einde de voorwaarden te bepalen waaronder de mandatarissen bij de instellingen van openbaar nut worden aangewezen, ter uitvoering van artikel 31 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (NOTA : Opgeheven door BESL2014-03-27/67, art. 512, 1 002; Inwerkingtreding : 01-07-2014, voor wat betreft de ambtenaren die onderworpen zijn het statuut zoals bepaald door het BESL2014-03-27/67. Zie ook art. 513)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-06-2007 en tekstbijwerking tot 05-06-2014)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toegankelijkheidsvoorwaarden van de mandaatbetrekkingen.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Selectieprocedure.
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Regime van het mandaat.
Afdeling 1. - Regime onder arbeidscontract.
Art. 5
Afdeling 2. - Arbeidsregime.
Art. 6
HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling.
Art. 7
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
1° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
2° statuut van het instellingen van openbaar nut : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
3° de instellingen van openbaar nut : de instellingen bedoeld in artikel 2, § 1, van het statuut van de instellingen van openbaar nut;
4° externe kandidaten : de kandidaten bedoeld in artikel 31, tweede lid van het statuut van de instellingen van openbaar nut.
HOOFDSTUK II. - Toegankelijkheidsvoorwaarden van de mandaatbetrekkingen.
Art.2. De mandaatbetrekkingen van de instellingen van openbaar nut die overeenstemmen met de graden van rang A4, A4+ en A5 zijn toegankelijk voor externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit.
HOOFDSTUK III. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen.
Art.3. Om zich kandidaat te stellen voor een mandaatbetrekking van de instellingen van openbaar nut, moeten de externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit, voldoen aan de volgende voorwaarden :
- voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden als bedoeld in artikel 25bis, § 2, 1° tot 3° van het statuut van de instellingen van openbaar nut;
- houder zijn van een diploma dat toegang verleend tot niveau A;
- ten minste zes jaar ervaring hebben in een leidinggevende functie.
Onder leidinggevende ervaring wordt verstaan ervaring inzake het beheer in een overheidsdienst of in een organisatie uit de privé-sector.
HOOFDSTUK IV. - Selectieprocedure.
Art.4. De mandaatbetrekkingen van de instellingen worden door de Regering toegekend aan de externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit volgens dezelfde voorwaarden en dezelfde regels vastgelegd in boek 1, titel IV, hoofdstuk III van het statuut van de instellingen van openbaar nut, artikel 81 tot 96, met uitzondering van artikels 85, lid 1, 86, lid 3, 87, 88, lid 1 en 89, § 4.
HOOFDSTUK V. - Regime van het mandaat.
Afdeling 1. - Regime onder arbeidscontract.
Art.5. Een arbeidscontract wordt afgesloten tussen de instelling van openbaar nut, door het gemachtigd orgaan om dit te doen, en de mandataris aangeduid ter uitvoering van dit besluit.
Het contract wordt afgesloten voor onbepaalde duur.
Het wordt verbroken ingeval van zware fout van de mandataris of wanneer het mandaat wordt afgebroken bij vrijwillig ontslag, afwezigheid door ziekteverlof langer dan zes maanden, na een evaluatie "ongunstig" bedoeld in artikel 134, § 1, tweede lid, van het statuut van de instellingen van openbaar nut of bij de niet-verlenging van het mandaat bedoeld in artikel 134, § 2, derde en vierde lid van het statuut van de instellingen van openbaar nut.
Afdeling 2. - Arbeidsregime.
Art.6. De mandatarissen aangeduid volgens de regels van dit besluit worden onderworpen aan dezelfde regels van het statuut van de instellingen van openbaar nut als degene die worden toegepast op de statutaire mandatarissen van de bovengenoemd instellingen, met uitzondering van het artikel 331bis van het geldelijk statuut en de regels die betrekking hebben op het ziekteverlof.
Ze beschikken over dezelfde rechten en prerogatieven verbonden aan deze functie als degene die worden toegekend aan de statutaire mandatarissen van de instellingen.
Ze moeten de verplichtingen en arbeidsvoorwaarden respecteren die in de instellingen worden opgelegd, onder andere de plichten, onverenigbaarheden, uurroosters en verlofregime.
Ze worden eveneens onderworpen aan de evaluatieregels die toepasbaar zijn op de houders van een mandaat bij de instellingen.
Indien de geselecteerde kandidaten reeds personeelslid zijn van een overheidsdienst, behouden zij de geldelijke anciënniteit die ze hebben verkregen in hun oorspronkelijke instelling, maar ze verliezen hun voordelen, van welke aarde deze ook moge zijn en die werden toegepast in hun oorspronkelijke instelling.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling.
Art. 7. De Minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.