4 FEBRUARI 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 367ter van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vernietigd bij de arresten nrs. 190.506 en 190.507 van 16 februari 2009 van de Raad van State, wordt hersteld als volgt :
" Art. 367ter. § 1. Er wordt aan de ambtenaren, titularis van de graad van ingenieur, eerste ingenieur of ingenieur-directeur, alsook aan de ambtenaren van rang A4 tot A7, die titularis zijn van een diploma van burgerlijk ingenieur, landbouwkundig ingenieur of ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën, een ingenieurstoelage toegekend voor zover zij de specifieke functie van ingenieur uitoefenen zoals voorzien in hun functiebeschrijving.
Deze premie wordt eveneens toegekend aan de ambtenaren die titularis zijn van de graden van wetenschappelijk attaché, eerste wetenschappelijk attaché en wetenschappelijk directeur, dragers van een van die diploma's voor zover die een voorwaarde vormt voor de aanwerving en voor zover zij de specifieke functie uitoefenen in verband met deze diploma's zoals voorzien in hun functiebeschrijving
§ 2. Het jaarlijks forfaitair bedrag van de ingenieurstoelage wordt vastgesteld op 3.500 EUR.
De ingenieurstoelage wordt maandelijks en op dezelfde voorwaarden als de wedde uitbetaald. Ze wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
§ 3. De ingenieurstoelage kan niet worden gecumuleerd met het bij overgangsmaatregel toegekende geldelijk voordeel voorzien bij het koninklijk besluit van 14 januari 1969 betreffende de productiviteitspremie ten gunste van de burgerlijk ingenieurs bij het Ministerie van Openbare Werken. ".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2009.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 februari 2010.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke Statistiek,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
J.-L. VANRAES
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek en Buitenlandse Handel,
B. CEREXHE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting,
Mevr. E. HUYTEBROECK