Details





Titel:

29 OKTOBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 1-6
HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen
Art. 7
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018011466 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° In de Franstalige versie van de opsomming wordt de tweede "1" vernummerd naar "2", verder in de opsomming wordt de "2" vernummerd naar "3", de "3" wordt vernummerd naar "4" en de "4" wordt vernummerd naar "5";
  2° In de Nederlandstalige versie van de opsomming wordt de "2" vernummerd naar "1", de "3" wordt vernummerd naar "2", de "4" wordt vernummerd naar "3" en de eerste "5" wordt vernummerd naar "4".

Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:
  " § 3. "Arbeidscontracten worden ondertekend door de directeur-generaal of zijn gemachtigde.".

Art.3. In artikel 5 van het hetzelfde besluit wordt de derde paragraaf opgeheven.

Art.4. van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 14. De contractuele personeelsleden genieten dezelfde verloven als degene bepaald in de hoofdstukken III, V en VIII van titel VII van Boek I van het statuut, voor zover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten.
  De verloven vermeld in de voorgaande leden worden toegekend volgens de voor de ambtenaren bestaande regeling.
  De bepalingen met betrekking tot de halftijdse vervroegde uittreding voorzien in hoofdstuk III van titel VII van boek I van het statuut zijn niet van toepassing.
  Voor wat betreft hoofdstuk V van titel VII van boek I van het statuut, leidt de afwezigheid van het contractueel personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, uitgezonderd door beroepsziekte, of wegens ongeval, uitgezonderd in het geval van een arbeidsongeval of een ongeval op de weg van of naar het werk, en waarbij de duur van de gelijkstelling voorzien in artikel 43, eerste lid, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers werd overschreden, tot een vermindering in evenredige mate van de jaarlijkse vakantie bepaald in hoofdstuk V van het statuut. "

Art.5. In artikel 16, lid 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de Federale Administratieve Gezondheidsdienst" vervangen door de woorden "van het Bestuur van de Medische Expertise".

Art.6. In artikel 19 van hetzelfde besluit wordt na lid 3 het volgende lid ingevoegd:
  "De volgende contractuele personeelsleden komen in aanmerking voor de volgende weddeschalen; zij genieten een hogere weddeschaal, mits zij een verplichte opleiding hebben gevolgd en ten minste één gunstige beoordeling hebben gekregen:
  1° Adjunct-informatici: weddeschaal C103 op het moment van hun aanstelling en de weddeschaal C200 wanneer zij ten minste 6 jaar anciënniteit in hun functie hebben;
  2° Assistent-informatici: weddeschaal B103 op het moment van hun aanstelling en de weddeschaal B200 wanneer zij ten minste 6 jaar anciënniteit in hun functie hebben;
  3° Informatici: weddeschaal A111 op het moment van hun aanstelling en de weddeschaal A113 en A310 wanneer zij respectievelijk ten minste 6 jaar en 15 jaar anciënniteit in hun functie hebben;
  4° het hoofd van de IT-afdeling: weddeschaal A310 op het ogenblik van zijn aanstelling, weddeschaal A400 wanneer hij minstens 6 jaar anciënniteit in zijn functie heeft.".

HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen
Art.7. De indienstnemings-procedure voor de betrekkingen die vacant verklaard werden voor de inwerkingtreding van dit besluit worden voortgezet op basis van de bepalingen die op deze procedure van toepassing waren voor deze datum.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 15de dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9. De minister bevoegd voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.