Details





Titel:

25 JULI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse Regering (Opschrift vervangen door BVR2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-08-2014 en tekstbijwerking tot 09-12-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van de Vlaamse Regering
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse Regering
Art. 5-13, 13/1, 13/2, 13/3, 13/4, 13/5, 13/6
HOOFDSTUK 3. - Algemene bepalingen
Art. 14-16, 16/1
HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 17-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009035687 



Uitvoeringsbesluit(en):

2014036480  2014036571  2014036638  2014036739  2014036792  2014036813  2014036894  2014036900  2014036926  2014036947  2014036948  2014036959  2015035033  2015035062  2015035075  2015035076  2015035118  2015035120  2015035122  2015035186  2015035295  2015035299  2015035309  2015035328  2015035389  2015035405  2015035412  2015035480  2015035520  2015035626  2015035670  2015035717  2015035766  2015035883  2015035939  2015035949  2015035975  2015036064  2015036104  2015036146  2015036151  2015036158  2015036159  2015036180  2015036240  2015036293  2015036303  2015036338  2015036422  2015036466  2015036500  2015036557  2015036627  2015036629  2015036649  2015036650  2015200746  2015201185  2015203469  2015204139  2016035017  2016035019  2016035059  2016035108  2016035129  2016035145  2016035158  2016035212  2016035298  2016035328  2016035663  2016035665  2016035675  2016035705  2016035757  2016035759  2016035774  2016035776  2016035783  2016035825  2016035842  2016035915  2016035937  2016036071  2016036074  2016036076  2016036077  2016036099  2016036120  2016036123  2016036130  2016036133  2016036165  2016036322  2016036336  2016036357  2016036358  2016036376  2016036436  2016036470  2016036516  2016036533  2016036674  2016036682  2016200663  2016201403  2016205063  2016205238  2017010084  2017010306  2017010421  2017010497  2017010526  2017010770  2017010912  2017011247  2017011354  2017011635  2017012341  2017012641  2017012762  2017013119  2017013295  2017013394  2017013482  2017013799  2017014185  2017020176  2017020368  2017020476  2017020590  2017020612  2017020642  2017030221  2017030223  2017030347  2017030387  2017030440  2017030441  2017031369  2017031794  2017031836  2017040218  2017040293  2017040343  2017040839  2017200488  2017201079  2017201874  2017203188  2018010015  2018010029  2018010085  2018010288  2018010965  2018011231  2018011269  2018011279  2018011600  2018011608  2018011616  2018012122  2018012400  2018012403  2018012419  2018012916  2018014427  2018014516  2018014568  2018014621  2018014690  2018014691  2018014722  2018014762  2018015512  2018030232  2018030291  2018030359  2018030577  2018030911  2018030913  2018031093  2018031613  2018031731  2018032026  2018032103  2018032267  2019010510  2019010511  2019010522  2019010607  2019010900  2019011074  2019011558  2019011732  2019011792  2019011794  2019011948  2019012892  2019013467  2019013643  2019014395  2019014504  2019014814  2019014847  2019014947  2019031061  2019040255  2019040350  2019040437  2019040490  2019040616  2019040617  2019040674  2019040675  2019040765  2019040768  2019040793  2019040795  2019041150  2019041289  2019041923  2019041933  2019042066  2019042067  2019042434  2019042528  2020010093  2020010155  2020010156  2020010387  2020015234  2020016418  2020021089  2020030593  2020040090  2020040480  2020041017  2020041219  2020041341  2020041342  2020041540  2020041549  2020041826  2020041847  2020042866  2020043365  2020043813  2020043864  2021022039  2021033046  2021040038  2021041515  2022015233  2022020258  2022020260  2022031547  2022031562  2022032018  2022032475  2022033521  2022033723  2022040372  2022040404  2022040569  2022040945  2022041588  2022042285  2022043152  2023015301  2023040741  2023041477  2023041478  2023041487  2023046120  2024000401  2024002053  2024002054  2024003439  2024004835  2024005620  2024006851  2024006957  2024007892  2024009796 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van de Vlaamse Regering
Artikel 1.
  <Opgeheven bij BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>

Art.2.
  <Opgeheven bij BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>

Art.3.
  <Opgeheven bij BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>

Art.4.
  <Opgeheven bij BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>

HOOFDSTUK 2. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse Regering
Art.5.Elk lid van de Vlaamse Regering oefent de in dit hoofdstuk gedelegeerde beslissingsbevoegdheden uit in de aangelegenheden die hem of haar zijn toegewezen [1 ...]1.
  De delegaties, toegestaan in dit hoofdstuk, gelden ook voor beslissingen die betrekking hebben op aangelegenheden die tot de bevoegdheid behoren van meerdere leden van de Vlaamse Regering, en dus gezamenlijk moeten worden genomen.
  De bij dit hoofdstuk gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in wetten, decreten, besluiten en omzendbrieven.
  De bedragen, vermeld in dit hoofdstuk, zijn exclusief belasting over de toegevoegde waarde.
  ----------
  (1)<BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>

Art.6.De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie voor:
  1° het nemen van beslissingen voor de toepassing van de verdragen, EG-verordeningen, samenwerkingsakkoorden, wetten, decreten, verordeningen, koninklijke besluiten, besluiten van de Vlaamse Regering en ministeriële besluiten;
  2° de aanwending van de begrotingskredieten;
  3° de samenwerking met de federale staat en de andere gemeenschappen en gewesten, voorgeschreven door de Grondwet of de institutionele wetten, als het gaat om advies-, overleg- of betrokkenheidsprocedures. Deze delegatie geldt niet voor procedures van akkoord, eensluidend advies of beslissing op voorstel;
  4° de uitoefening van het administratief toezicht op de regionale en lokale besturen;
  5° de uitoefening van het bestuur van of het toezicht op de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, met uitzondering van het sluiten van beheersovereenkomsten of samenwerkingsovereenkomsten met agentschappen;
  6° de aanwijzing van personen in adviesorganen en commissies op voorwaarde dat het voornemen tot aanwijzing vooraf door het bevoegde lid aan de Vlaamse Regering wordt meegedeeld;
  7° de verwerving, kosteloos of onder bezwarende titel, van onroerende goederen ten bate van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest;
  8° het beheer van de onroerende goederen die behoren tot het openbare of het private domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, overeenkomstig de bestemming die met toepassing van de regels vastgesteld door de Vlaamse Regering, aan die goederen is gegeven.
  Deze delegatie geldt ook voor:
  a) de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, als die beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer;
  b) het verlenen van vergunningen voor private ingebruikneming en van concessies op openbare domeingoederen;
  c) de vestiging van zakelijke rechten op private domeingoederen of de verhuring of verpachting ervan;
  9° het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen;
  10° het aanvaarden en weigeren van schenkingen en legaten;
  11° de vaststelling van de personeelsformatie van de instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest;
  12° de oprichting van basis- en tussenoverlegcomités;
  13° de erkenning van vorderingen als lasten van het verleden, vermeld in artikel 53, § 2, tweede lid, 1°, van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995 na voorafgaand akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen;
  14° het sluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien 250.000 euro niet overschrijdt, [1 met behoud van de toepassing van artikel 8, § 4, en § 5, tweede lid]1;
  15° het sluiten van overeenkomsten tot arbitrage;
  16° het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een maximale looptijd van negen jaar voor de huur van onroerende goederen, met uitzondering van de onroerende goederen, vermeld in artikel 10, § 2. Deze delegatie geldt alleen voor de onroerende goederen waarvan de totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven, enzovoort) niet meer bedragen dan 150.000 euro;
  [2 17° het overschrijden van kredieten of verlenen van kasvoorschotten, in geval van noodwendige of dringende uitgaven, als dat is toegestaan in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap;]2
  [2 18° het verstrekken van leningen of kredieten en het aangaan van participaties die minder dan 250.000 euro bedragen;]2
  [2 19° het toestaan van provisies, als dat is toegestaan in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.]2
  ----------
  (1)<BVR 2017-06-16/06, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 30-06-2017>
  (2)<BVR 2017-12-22/46, art. 19, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.7.De delegatie, toegestaan bij artikel 6, omvat niet:
  1° het nemen van reglementaire besluiten;
  2° [2 ...]2
  3° de beslissingen ter uitvoering van de regelgeving inzake economische expansie, waarbij voordelen worden verleend die betrekking hebben op investeringen van meer dan [12.500.000 euro]; <Erratum, B.St 04-09-2014, p.70511>
  4° de beslissingen waarbij de gewestwaarborg of de gemeenschapswaarborg wordt verleend voor een gecumuleerd bedrag, per natuurlijke persoon of per rechtspersoon, van meer dan 5.000.000 euro [1 , tenzij de mogelijkheid tot het verlenen van een waarborg is voorzien in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap]1;
  5° het sluiten van samenwerkingsakkoorden of verdragen;
  6° de oprichting en de wijze van samenstelling van raden, commissies, diensten, instellingen of rechtspersonen;
  7° de indienstnemingen, aanwijzingen of benoemingen van:
  a) managers die aan het hoofd staan van een departement, instelling of rechtspersoon die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, en van managers en projectleiders die behoren tot hetzelfde niveau;
  b) algemeen directeur;
  8° de aanwijzing van personen in administratieve rechtscolleges of in bestuursorganen en de aanwijzing van regeringsafgevaardigden of regeringscommissarissen.
  [1 9° het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten die voorzien in de mogelijkheid om leningen of kredieten uit te geven of participaties aan te gaan.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-12-22/46, art. 20, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<BVR 2022-10-28/14, art. 1, 037; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.8.§ 1. [1 De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar betreft, delegatie om de gunningsbeslissing te nemen bij overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten voor werken, leveringen en diensten waarvan het goed te keuren offertebedrag de volgende bedragen niet overschrijdt:



 Openbare of niet-openbare
   procedure
Mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelings-
   procedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelings-procedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap
Onderhandelings- procedure zonder voorafgaande bekendmaking en onderhandelings- procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
werken 20.000.000 10.000.000 2.000.000
leveringen 10.000.000 5.000.000 1.000.000
diensten 5.000.000 2.500.000 500.000
De delegatie geldt ook voor investeringssubsidies als het bedrag van de opdracht of de raming ervan de bedragen, vermeld in het eerste lid, niet overschrijdt.
   De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar betreft, ongeacht het bedrag, delegatie voor:
   1° de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure en de goedkeuring van de opdrachtdocumenten;
   2° de selectiebeslissing;
   3° de gunningsbeslissing in geval van een opdracht op basis van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking respectievelijk een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging, in geval van dwingende spoed die voortvloeit uit onvoorzienbare gebeurtenissen als vermeld in artikel 42, § 1, eerste lid, 1°, b), respectievelijk artikel 124, § 1, 5°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
   4° de beslissing tot niet-plaatsing.
   Naast de delegaties, vermeld in het eerste tot en met derde lid, hebben de leden van de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde die tot stand komen met aanvaarde factuur als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen.]1
  § 2. Inzake de uitvoering van overheidsopdrachten hebben de leden van de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, delegatie voor het nemen van alle beslissingen ongeacht de financiële weerslag.
  [1 ...]1
  § 3. De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar betreft, delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan.
  § 4. In afwijking van artikel 6, 14°, hebben de leden van de Vlaamse Regering delegatie voor het sluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen die betrekking hebben op overheidsopdrachten, als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien de hierna vermelde bedragen niet overschrijdt:
  1° 2.500.000 euro voor werken;
  2° 625.000 euro voor leveringen;
  3° 150.000 euro voor diensten.
  [1 § 5. De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar betreft, delegatie om de gunningsbeslissing bij concessies te nemen als de waarde van de concessie de volgende bedragen niet overschrijdt:
   1° voor concessies voor werken: 20.000.000 euro;
   2° voor concessies voor diensten: 5.000.000 euro.
   In afwijking van artikel 6, 14°, hebben de leden van de Vlaamse Regering delegatie om dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen te sluiten die betrekking hebben op concessies, als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien, de volgende bedragen niet overschrijdt:
   1° 2.000.000 euro voor concessies voor werken;
   2° 500.000 euro voor concessies voor diensten.
   De delegatie geldt, ongeacht het bedrag, voor alle andere beslissingen die in het kader van de plaatsing of uitvoering van een concessie worden genomen.
   § 6. De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar betreft, delegatie om de principiële beslissing te nemen tot de plaatsing van opdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling die niet onderworpen zijn aan de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, tot en met een bedrag van 2.500.000 euro.
   Voor de toepassing van het eerste lid heeft het grensbedrag betrekking op het geraamde bedrag van het aandeel van de opdracht dat ten laste is van de aanbestedende overheid.
   Naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, hebben de leden van de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, voor de opdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling, delegatie om alle andere beslissingen te nemen binnen het verloop van de opdracht, waaronder minstens de goedkeuring van de opdrachtdocumenten, de beslissingen tot aanwijzing van de deelnemers in de verschillende fasen en de beslissing tot stopzetting van het proces, ongeacht het bedrag.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-06-16/06, art. 2, 017; Inwerkingtreding : 30-06-2017>

Art.9. In de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest met betrekking tot een aangelegenheid die tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van één Vlaamse minister, treedt die minister op namens de Vlaamse Regering.
  Als de rechtsgedingen betrekking hebben op een aangelegenheid die tot de bevoegdheid behoort van meer dan één Vlaamse minister, spreken die ministers onderling af wie van hen namens de Vlaamse Regering zal optreden. Als een dergelijke afspraak ontbreekt, treedt de minister op die eerst komt in de orde van voorrang.

Art.10. § 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer, heeft, met betrekking tot de niet-bestemde onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, delegatie voor:
  1° het beheer ervan;
  2° de vervreemding ervan, als de budgettaire weerslag niet meer dan 1.250.000 euro bedraagt.
  In afwijking van het eerste lid heeft de minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, delegatie voor de vervreemding van bossen, groengebieden, natuurgebieden, viswaters en gronden voor de aanleg van openbare groene ruimten, die aan hun bestemming onttrokken zijn.
  § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake facilitaire dienstverlening, heeft delegatie voor het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een maximale looptijd van twaalf jaar voor de huur van onroerende goederen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van de kantoren voor de Vlaamse ministeries, waarvan:
  1° de ingehuurde bruto-oppervlakte maximaal 3 000 m2 bedraagt;
  2° de totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven) niet meer bedragen dan 450.000 euro.

Art.11. In afwijking van artikel 6, 2°, heeft de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, delegatie om:
  1° in geval van uitvoerend beslag op de goederen opgenomen in de verklaring, vermeld in artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek voor het bedrag van de vordering een blokkerende vastlegging en de eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het beslag;
  2° in geval van uitvoerend beslag op andere tegoeden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest voor het bedrag van de vordering, voor maximaal 5.000.000 euro, een blokkerende vastlegging en de eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het beslag.
  De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, kan als ordonnateur optreden om het uitgevoerde beslag aan te rekenen op de genomen blokkerende vastlegging.

Art.12.§ 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, heeft delegatie om vorderingen waarvan de hoofdsom niet meer dan 25.000 euro bedraagt, te erkennen als last als vermeld in artikel 53, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995.
  § 2. [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, heeft delegatie om ter uitvoering van artikel 91 van het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting:
   1° de saldi die voor de berekening van het bedrag van de herverdeling naar de provisie investeringsmiddelen in aanmerking komen, te beperken;
   2° de kredieten vast te stellen die herverdeeld kunnen worden naar de provisie, vermeld in punt 1°.]1
  [2 § 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, heeft delegatie om:
   1° rentegevende financieringsmiddelen met inbegrip van thesauriebewijzen als vermeld in artikel 3 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, te creëren;
   2° de voorwaarden en de terugbetalingstermijnen te bepalen of aan te passen, of, in het algemeen, daarover met de geldschieters overeenkomsten af te sluiten;
   3° elke verrichting te doen voor het financieel beheer in het algemeen belang, met inbegrip van het verstrekken van leningen of kredieten en het aangaan van participaties die kaderen in de directe financiering van te consolideren instellingen alsook het stellen van de waarborg van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, naargelang het geval, van dergelijke operaties door derden;
   4° de terugbetaling van kapitaalsaflossingen van leningen van de directe schuld die op vervaldag komen, door middel van leningen te dekken.]2
  [2 § 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, heeft delegatie om het jaarlijkse percentage vast te stellen van de verbintenissen dat volgens de statistische gegevens over de saldi en de ordonnanties effectief vereffend wordt, als dat is toegestaan in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.]2
  [3 § 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, heeft delegatie om schadevergoedingen in het kader van het Indemniteitsdecreet van 21 januari 2022, die niet meer dan 500.000 euro bedragen te erkennen als last als vermeld in artikel 53, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995.]3
  ----------
  (1)<BVR 2017-06-16/06, art. 3, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<BVR 2017-12-22/46, art. 21, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<BVR 2022-07-08/09, art. 22, 035; Inwerkingtreding : 29-08-2022>

Art.13.[1 ...]1
  De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie om onteigeningsmachtigingen te verlenen aan instellingen of rechtspersonen die onder hun bevoegdheid vallen.
  ----------
  (1)<BVR 2017-10-27/13, art. 36, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art. 13/1.[1 De Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het beleid, heeft delegatie om te beslissen over de beroepen inzake gemeentelijke rooilijnplannen of opheffing van gemeentewegen, vermeld in artikel 24 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en over de beroepen inzake aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, vermeld in artikel 31/1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.]1
  [2 De Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het beleid, heeft delegatie om, conform artikel 295 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, bestaande gewestwegen of gedeelten van gewestwegen in te delen bij de gemeentewegen, op voorwaarde dat de gemeenteraad daarmee instemt.]2
  ----------
  (1)<BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>
  (2)<BVR 2021-07-09/05, art. 3, 034; Inwerkingtreding : 09-07-2021>

Art. 13/2. [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, heeft delegatie om de diensten met afzonderlijk beheer Landcommanderij Alden Biesen, Kasteel van Gaasbeek en Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen toestemming te geven om bijkomende verbintenissen aan te gaan ten belope van de door de diensten gerealiseerde meerontvangsten, als dat is toegestaan in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2017-12-22/46, art. 22, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


Art. 13/3.[1 De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, heeft delegatie om de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen in het kader van haar bevoegdheid voor sociale huisvesting te machtigen om:
   1° marktconforme leningen en bulletleningen te verstrekken, met of zonder rentekortingen;
   2° [2 ...]2
   3° grondaankopen te financieren vanuit het Rollend Grondfonds.
   De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, heeft delegatie om het Vlaams Woningfonds in het kader van zijn bevoegdheid voor sociale huisvesting te machtigen bijzondere sociale leningen te verstrekken aan particulieren. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2017-12-22/46, art. 22, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<BVR 2022-11-10/07, art. 20, 036; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 13/4.[1 Art. 13/4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, het wetenschapsbeleid en het technologisch innovatiebeleid, heeft delegatie om in het kader van de opdracht van het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 uitgaven tot 500.000 euro aan te gaan die passen in het sociale, economische en regionale beleid van de Vlaamse Regering.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2017-12-22/46, art. 22, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<BVR 2020-11-20/11, art. 38, 033; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.13/5. [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, heeft delegatie om te beslissen over de startdatum en de verlenging van de civiele noodsituatie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2° en 3°, van het decreet van 17 oktober 2018 houdende afwijkingen op de gewestelijke vergunningsplicht in geval van civiele noodsituatie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2018-10-19/02, art. 1, 025; Inwerkingtreding : 19-10-2018>


Art.13/6. [1 In afwijking van artikel 6, 3°, hebben de leden van de Vlaamse Regering delegatie om een voorstel tot toekenning van onderscheidingen in de Nationale Orden of van burgerlijke eretekens aan personeelsleden, ter beslissing aan de federale overheid voor te leggen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>


HOOFDSTUK 3. - Algemene bepalingen
Art.14. De leden van de Vlaamse Regering kunnen hun bevoegdheden, gedelegeerd overeenkomstig hoofdstuk 2, delegeren aan personeelsleden van de diensten van de Vlaamse Regering en de instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest. Ze kunnen die personeelsleden machtigen om, als ze daarvan kennis geven, die bevoegdheden verder te delegeren en te laten subdelegeren aan personeelsleden die onderworpen zijn aan hun hiërarchisch gezag.
  De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, kan aan de provinciegouverneurs en aan de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant bevoegdheden delegeren inzake de uitvoering van de begroting en gunning van overheidsopdrachten wat de begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of investeringsgoederen ten behoeve van de gouverneurs betreft. Hij kan aan de provinciegouverneurs diezelfde bevoegdheden delegeren wat de begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of investeringsgoederen ten behoeve van de arrondissementscommissarissen en de gewestelijke ontvangers betreft. Hij kan die gouverneurs machtigen om, als ze daarvan kennisgeven, die bevoegdheden verder te delegeren aan de arrondissementscommissarissen.
  De delegaties die aan personeelsleden zijn verleend in aangelegenheden die aan de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest zijn overgedragen, blijven gelden tot ze gewijzigd of opgeheven worden, binnen de grenzen bepaald door dit besluit.

Art.15.De besluiten van de Vlaamse Regering en de samenwerkingsakkoorden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest met de Staat of met andere gewesten of gemeenschappen worden namens de Vlaamse Regering ondertekend door de minister-president en door het lid aan wie de aangelegenheid in kwestie toegewezen is.
  [1 De notificaties van de beslissingen van de Vlaamse Regering worden namens de Vlaamse Regering ondertekend door de secretaris van de Vlaamse Regering.]1

  ----------
  (1)<BVR 2018-03-23/02, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 09-04-2018>

Art.16. Als de minister-president of een lid van de Vlaamse Regering afwezig of verhinderd is, wordt een regeling voor plaatsvervanging getroffen.

Art. 16/1.
  <Opgeheven bij BVR 2019-10-02/04, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 02-10-2019>

HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.17. Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014, wordt opgeheven.

Art.18. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 juli 2014.

Art. 19. De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.