18 MAART 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap ¨[ Digitaal Vlaanderen,] [...] en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het [ Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen ] <Opschrift gewijzigd bij AGF 2021-05-07/09, art. 1, 006; En vigueur : 10-05-2021> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-06-2016 en tekstbijwerking tot 25-05-2021)
HOOFDSTUK 1. - Definities, benaming, doel en taakstelling van het agentschap
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Aansturing van het agentschap, controle, opvolging en toezicht
Art. 5-7
HOOFDSTUK 3. - De werking, het beheer en de boekhouding van het EV [1 DV]1
Art. 8-20
HOOFDSTUK 4. - Diverse maatregelen voor de ontbinding zonder vereffening van het AGIV en tot regeling van de overdracht van zijn activiteiten en vermogen aan het agentschap en het EV IV
Art. 21-29
HOOFDSTUK 5. - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 30-35
HOOFDSTUK 1. - Definities, benaming, doel en taakstelling van het agentschap
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet: [2 "het decreet van 15 januari 2016 houdende de oprichting van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen]2;
2° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid [2 Digitaal ]2 Vlaanderen;
3°[2 ...]2
4° [1 instanties: de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het bestuursdecreet van 7 december 2018, de instanties van de lokale overheden, vermeld in artikel I.3, 5°, van het voormelde decreet, de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het voormelde decreet en de milieu-instanties, vermeld in artikel I.3, 7°, van het voormelde decreet;]1
5° EV [2 DV ]2: het Eigen Vermogen [2 Digitaal]2 Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet;
6° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de [2 digitalisering]2;
7° beheerscommissie: de beheerscommissie, vermeld in artikel 10 van het decreet.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 150, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BVR 2021-05-07/09, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.2.Binnen het Vlaams [1 Ministerie Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie]1 wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht onder de benaming "[2 Digitaal ]2 Vlaanderen".
Het agentschap behoort tot het [1 beleidsdomein Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie]1.
----------
(1)<BVR 2020-09-11/13, art. 54, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
(2)<BVR 2021-05-07/09, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.3.[1 Het agentschap heeft als missie het beleid inzake digitalisering te ondersteunen en schaalbare digitale en ICT-oplossingen en -expertise aan te bieden om dienstverlening van overheidsinstanties te ondersteunen, concrete antwoorden op digitaliseringsvragen te bieden en op die manier de motor te zijn van de digitale transformatie van de instanties ]1.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.4.[1 Om de missie, vermeld in artikel 3, waar te maken, vervult het agentschap de volgende taken:
1° het ondersteunen van het beleid inzake ICT en digitalisering, in overleg met de beleidsmakers en de partners, met inbegrip van het beleid rond dataverwerving, -uitbouw, -beheer en -ontsluiting, informatieveiligheid, dienstenintegratie, elektronisch gegevensverkeer en digitale dienstverlening aan burgers, ondernemingen en organisaties;
2° het creëren, uitbouwen, integreren, beheren en ontsluiten van een ruime waaier aan digitale en ICT-oplossingen en expertise, vanuit een integreerbare architectuur, met bijbehorend service management en conform het veiligheidsbeleid, zoals:
a) diensten om veilig en betrouwbaar gegevens te delen en te verwerken binnen en buiten de overheid;
b) diensten om gegevensbronnen te beheren;
c) diensten om vlot binnen en buiten de overheid gebruik te maken van open data;
d) diensten om burgers, ondernemingen en organisaties een digitale dienstverlening aan te bieden waar de gebruiker centraal staat, met inbegrip van:
1) het wegwijs maken van burgers, ondernemingen en organisaties in het overheidslandschap via een centraal contact- en informatiepunt als vermeld in artikel II.6, eerste lid, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
2) het bouwen, beheren en ontsluiten van basisinformatie van de instanties als vermeld in artikel II.5 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
e) end-to-end-ICT-dienstverlening en gedeelde ICT-platformen met het oog op schaalbaarheid;
3° het beheer, de aan-en bijsturing en opvolging van ICT-contracten;
4° het uitbouwen van een overkoepelend aanbod dat concrete antwoorden op de digitaliseringvragen biedt door expertise en end-to-end-begeleiding van digitale transformatieprojecten in te zetten ]1.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
HOOFDSTUK 2. - Aansturing van het agentschap, controle, opvolging en toezicht
Art.5. Het agentschap ressorteert onder het hiërarchische gezag van de minister.
De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via het ondernemingsplan.
Art.6.[1 Met behoud van de toepassing van artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap.]1
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 152, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.7. De minister kan, in het kader van de voortgangscontrole en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan de leidend ambtenaar van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op het niveau van individuele onderwerpen en dossiers.
HOOFDSTUK 3. - De werking, het beheer en de boekhouding van het EV [1 DV]1
----------
(1)
Art.8.De zetel van de beheerscommissie van het EV [1 DV]1 is gevestigd in het agentschap.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.9. Voor de aankoop of de vervreemding van onroerende goederen is een machtiging van de minister noodzakelijk.
Art.10.Het EV [1 DV]1 wordt vertegenwoordigd door de beheerscommissie voor alle aangelegenheden en opdrachten die bij decreet aan het EV [1 DV ]1 zijn toebedeeld. De beheerscommissie vertegenwoordigt het EV [1 DV]1 ten aanzien van derden en in rechte als eiser of als verweerder.
De beheerscommissie is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van het EV [1 DV]1.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.11.Het dagelijks bestuur van het EV [1 DV]1, alsook de vertegenwoordiging van het EV IV ten aanzien van derden wat dat bestuur betreft, wordt opgedragen aan de voorzitter of aan zijn gedelegeerde.
De voorzitter of zijn gedelegeerde kan, als hij daartoe gedelegeerd is door de beheerscommissie, alle uitgaven verrichten in het kader van de begroting die door de Vlaamse Regering goedgekeurd is met toepassing van artikel 11 van het decreet.
De voorzitter is ertoe gemachtigd om op te treden namens de beheerscommissie en, in het bijzonder, om alle akten en overeenkomsten te ondertekenen die het EV [1 DV]1 verbinden.
De beheerscommissie regelt in het huishoudelijk reglement verder de bevoegdheden van de voorzitter en de wijze waarop de voorzitter daarover verslag uitbrengt.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.12. De beheerscommissie stelt een verantwoordelijke aan die wordt belast met de verrichtingen inzake boekhouding en begroting. Die verantwoordelijke woont de vergaderingen van de beheerscommissie bij met raadgevende stem.
Art.13.De reis- en verblijfskosten van de leden van de beheerscommissie worden voor rekening van het EV [1 DV]1 terugbetaald aan de leden van de beheerscommissie die geen ambtenaar zijn. Voor de toepassing van dit artikel worden de leden van de beheerscommissie die geen ambtenaar zijn gelijkgesteld met ambtenaren van niveau A3.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.14.
<Opgeheven bij BVR 2019-05-17/55, art. 125, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.15.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.16.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.17.
<Opgeheven bij BVR 2019-05-17/55, art. 126, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.18.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.19.De instantie, bevoegd voor de opmaak en de consolidatie van de algemene rekening, die binnen het Departement Financiën en Begroting belast is met de financiële controle en certificering, kan ter plaatse toezicht houden op de comptabiliteit en de verrichtingen van het EV [1 DV]1. Ze kan op elk moment alle bewijsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen opvragen die betrekking hebben op de ontvangsten, de uitgaven, de activa en de schulden.
Ze is gemachtigd om vastgestelde fouten te laten corrigeren.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.20.Ten minste één keer per jaar zal een ambtenaar die daarvoor specifiek is aangewezen door de minister, de boekhouding van het EV [1 DV]1 nakijken. Die ambtenaar mag evenwel niet tot het agentschap of tot het EV [1 DV]1 behoren. Bij de uitoefening van zijn functie bezit hij daarvoor alle onderzoeksbevoegdheden en kan hij alle stavings- en bewijsstukken opvragen. Hij vergewist zich van de toestand van de bewaarde goederen. Hij mag zich echter niet met het beheer inlaten.
Die ambtenaar stuurt telkens een afschrift van zijn verslag aan de minister, de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, de voorzitter van de beheerscommissie en de inspecteur van Financiën.
----------
(1)<BVR 2021-05-07/09, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
HOOFDSTUK 4. - Diverse maatregelen voor de ontbinding zonder vereffening van het AGIV en tot regeling van de overdracht van zijn activiteiten en vermogen aan het agentschap en het EV IV
Art.21.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.22.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.23.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.24.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.25.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.26.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.27.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.28.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art.29.
<Opgeheven bij BVR 2021-05-07/09, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
HOOFDSTUK 5. - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen
Art.30. § 1. In artikel 17, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "het departement Informatie Vlaanderen" worden opgeheven;
2° het woord "vier" wordt vervangen door het woord "vijf";
3° er wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"5° agentschap Informatie Vlaanderen.".
§ 2. In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015, wordt punt 1° opgeheven.
Art.31. In artikel 4, 13°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur", ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015, worden de woorden "het departement Informatie Vlaanderen" vervangen door de woorden "het agentschap Informatie Vlaanderen".
Art.32. In artikel 3, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2014 en 13 maart 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen" worden vervangen door de woorden "het agentschap Informatie Vlaanderen";
2° er wordt een punt q) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"q) het Eigen Vermogen Informatie Vlaanderen;".
Art.33. Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen wordt opgeheven.
Art.34. Hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2016:
1° het decreet;
2° dit besluit, met uitzondering van artikel 30, § 1, 1°, dat in werking treedt op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
Art. 35. De Vlaamse minister, bevoegd voor bestuurszaken, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 30, §1, 1° vastgesteld op 01-01-2018 door BVR 2017-09-08/09, art. 1)